27 925 Bestrijding internationaal terrorisme

Nr. 450 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 1 februari 2012

Hierbij bied ik u de reactie aan op het verzoek van de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken van 30 september 2011 inzake informatie actuele situatie Pakistan.

Tevens wordt in deze brief, conform verzoek van de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken, antwoord gegeven op de vragen van het lid Ormel (CDA) van 29 september 2011 met kenmerk 2011Z18935 inzake spanningen tussen de Verenigde Staten en Pakistan, naar aanleiding van een aanslag op de Amerikaanse ambassade in Kabul.

De minister van Buitenlandse Zaken, U. Rosenthal

De actuele situatie in Pakistan, mede in relatie tot Afghanistan

Stand van zaken Pakistan

Pakistan maakt in vele opzichten turbulente tijden door. In 2011 is zowel de sociaal-economische als de politieke situatie verslechterd. Enkele indicatoren:

  • Economische groei daalde tot 2.4% (was 4.1% op jaarbasis in 2010).

  • Inflatie steeg tot 12.4% (was 11.7% in 2010).

  • Een positieve ontwikkeling is de verwachting dat het begrotingstekort zal dalen tot 5.3% (was 6.2% in 2010).

  • Veiligheid blijft problematisch. Dagelijks vinden terroristische aanslagen plaats met name in noordelijke grensgebieden met Afghanistan. Terroristisch geweld is gericht tegen zowel regering, leger, alsook bevolking.

  • Sektarisch geweld neemt toe, zowel tussen moslimgroeperingen onderling (onder meer radicale soennieten versus sjiieten) alsook geweld tegen religieuze minderheden.

  • Sinds december 2011 zijn er steeds hoger oplopende spanningen tussen leger en civiele regering.

Regionale dimensie

Veiligheid en stabiliteit in de regio wordt in sterke mate bepaald door spanningen tussen India en Pakistan, terug te voeren op het Kashmir-conflict. De twee landen beschuldigen elkaar over en weer van proxy oorlogsvoering in buurlanden, waaronder Afghanistan. India sloot in 2011 een partnerschapsovereenkomst met Afghanistan. Pakistan vreest door deze nauwere samenwerking tussen India en Afghanistan in een strategische omsingeling terecht te komen. Pakistan tracht onderwijl voor zichzelf een sterkere onderhandelingspositie in het «eindspel» rond Afghanistan te verzekeren door invloed uit te oefenen op Afghaanse Taliban groeperingen die binnen Pakistan verblijven.

Veel van de in Afghanistan heersende veiligheidsproblemen worden door de Afghanen toegeschreven aan Pakistaans optreden. Ook bestaat er Afghaanse verontwaardiging over de intensivering in 2011 van raketbeschietingen vanuit Pakistan. Pakistan klaagt op zijn beurt over aanvallen op Pakistaans grondgebied vanuit Afghanistan, zowel van terroristische groepen, alsook door de International Security Assistance Force (ISAF) en Verenigde Staten (VS).

Ondanks de regionale spanningen verbeteren bilaterale relaties tussen India en Pakistan zich sinds medio 2011. Zo hebben er over en weer verschillende ministeriële bezoeken plaatsgevonden en zijn de brede bilaterale gesprekken die na de aanslagen in Mumbai (2008) waren gestaakt, in 2011 jaar weer hervat. Ook worden er stap voor stap maatregelen genomen om handelsbarrières tussen beide landen te slechten.

Relatie VS – Pakistan

De relatie tussen de Verenigde Staten en Pakistan is al lange tijd gespannen. Hiervoor zijn verscheidene oorzaken te noemen:

  • Onvrede onder de Pakistaanse bevolking over burgerslachtoffers bij aanvallen van onbemande Amerikaanse vliegtuigen («drones») op terroristische doelen.

  • Het Amerikaanse optreden in mei 2011 tegen Osama Bin Laden dat leidde tot Pakistaanse verontwaardiging.

  • Uitspraken van admiraal Mike Mullen, toenmalig voorzitter van de Joint Chiefs of Staff van de Verenigde Staten, in september 2011. Mullen beschuldigde openlijk de Pakistaanse inlichtingendienst ISI van actieve steun aan rebellengroeperingen waaronder het Haqqani-netwerk in Afghanistan. Obama gaf aan dat harde bewijzen voor een connectie tussen de Pakistaanse veiligheidsdiensten en rebellengroeperingen ontbreken. Nederland ziet om die reden geen aanleiding voor een internationaal onderzoek.

  • Het incident op 26 november 2011 waarbij ISAF helikopters twee Pakistaanse grensposten onder vuur namen. Aan Pakistaanse zijde vielen 24 doden. Pakistan besloot uit protest weg te blijven van de internationale Afghanistan-conferentie in Bonn op 5 december 2011.

Zowel de VS als Pakistan hebben belang bij goede samenwerking. De Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken Clinton bracht in oktober 2011 een bezoek aan Islamabad. Clinton benadrukte tijdens dat bezoek de noodzaak om de samenwerking tussen de VS en Pakistan op het gebied van anti-terrorisme te continueren. In dat licht acht de VS optreden van Pakistan tegen het Haqqani-netwerk noodzakelijk. In december 2011 bevroor de VS uitbetaling van USD 700 miljoen aan militaire hulpgelden.

Op de vraag over de mogelijke gevolgen van de gespannen verhoudingen tussen de VS en Pakistan voor de aanvoerroute van ISAF kan om veiligheidsredenen geen uitspraak worden gedaan.

Aanslagen Haqqani-netwerk

Het Haqqani-netwerk pleegt met enige regelmaat aanslagen in Afghanistan. Deze aanslagen zijn zowel gericht tegen Afghaanse autoriteiten als op de hoofdstad Kabul vanwege de symbolische waarde van de stad. De aanslagen in september 2011 op het Amerikaanse ambassadegebouw en het hoofdkwartier van ISAF in Kabul onderstrepen deze trend. Het is onbekend of het Haqqani-netwerk meer slachtoffers onder westerlingen maakt dan de Taliban. Het Haqqani-netwerk en andere organisaties plegen beide aanslagen door het hele land. Het is niet altijd duidelijk wie welke aanslag heeft gepleegd.

Inzet Nederland t.a.v. Pakistan

  • Pakistan is een belangrijke partner in de strijd tegen terrorisme. De Pakistaanse regering heeft in 2009 en 2010 in de grensgebieden met Afghanistan grootschalige militaire acties uitgevoerd tegen terroristische organisaties die in Pakistan aanslagen plegen. Deze Pakistaanse inzet wordt door Nederland gewaardeerd.

  • Nederland acht een stabiel Pakistan van belang voor de gehele regio.

  • Nederland blijft er bij de Pakistaanse regering op aandringen dat effectief wordt opgetreden tegen álle militante groeperingen die zich op Pakistaans grondgebied bevinden, dus ook het Haqqani-netwerk.

Blasfemiewetgeving in Pakistan

Gedurende het afgelopen jaar is de controverse rondom de blasfemiewetgeving in Pakistan toegenomen. Deze wetgeving staat op onderdelen op gespannen voet met internationale mensenrechtenverdragen. Hier zijn met name moslims maar ook leden van andere religieuze groepen het slachtoffer van. In 2010 werd de (christelijke) vrouw Asia Bibi op basis van deze wetgeving ter dood veroordeeld. Twee vooraanstaande Pakistaanse politici, waaronder de minister voor Minderheden, Shahbaz Bhatti, werden vermoord nadat zij steun hadden betuigd aan Asia Bibi en zich kritisch hadden uitgesproken over de blasfemiewetgeving. Eind 2011 werd een christelijk meisje, Faryal Bhatti, vanwege een spelfout in een tekst over de profeet Mohammed van blasfemie beschuldigd.

De Pakistaanse regering staat onder druk van invloedrijke, maar kleine, conservatief islamitische groeperingen om de blasfemiewetgeving in stand te houden. Buitenlandse kritiek op de wetgeving wordt door deze groepen gezien als ongewenste inmenging in de soevereine aangelegenheden van de staat Pakistan en een aanval op de islam. Dit beïnvloedt de publieke opinie en belemmert een constructief en open debat. In het huidige maatschappelijke klimaat in Pakistan is het moeilijk voor religieuze minderheden in vrijheid hun geloof te belijden.

Inzet Nederland t.a.v. blasfemiewetten

Nederland heeft de Pakistaanse regering het afgelopen jaar verschillende malen aangesproken op eerdergenoemde, individuele zaken, alsook op de noodzaak om te werken aan een maatschappelijk en politiek klimaat waarbinnen ruimte is voor mensenrechten en meer specifiek godsdienstvrijheid. Nederland zal hiervoor aandacht blijven vragen en ook doorgaan met het bijstaan van het maatschappelijk middenveld in Pakistan dat zich inzet voor een verbeterde positie van vrouwen en minderheden.

Tijdens de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties in september 2011 had ik een ontmoeting met mijn Pakistaanse collega, mevrouw Hina Rabbani Khar, waarbij ik de Nederlandse positie op bovenvermelde punten heb toegelicht. Ook tijdens de Benelux-Pakistan politieke consultaties op 19 oktober 2011 te Islamabad zijn de verschillende kwesties besproken.

Naar boven