Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 8 juli 2011
Op 15 december 2010 (Handelingen TK 2010–2011, Aanhangsel nr. 799) heb ik toegezegd de Kamer te informeren over het onderzoek naar de luchtkwaliteit in Afghanistan. Het onderzoek van de Arbodienst
Defensie naar de luchtkwaliteit op Kandahar Airfield dat is aangekondigd in de brief van 12 november 2010 (Kamerstuk 27 925, nr. 411) is intussen voltooid. In bijlage ontvangt u een afschrift van het rapport1.
Op Kandahar Airfield zijn eind 2010 luchtmonsters genomen op verschillende afstanden van verbrandingsovens. Deze monsters zijn onderzocht op de
aanwezigheid van fijnstof en van schadelijke verbrandingsresten zoals zware metalen, PAK's, dioxines, zwaveldioxide, stikstofdioxide,
benzeen, tolueen, ethylbenzeen en xylenen. Bij de beschouwing van de onderzoeksresultaten zijn ook de resultaten van Amerikaanse,
Britse en Canadese onderzoeken op Kandahar Airfield betrokken.
Van de schadelijke verbrandingsresten zijn geen gevaarlijke concentraties geconstateerd. Wel is bij een deel van de metingen
een verhoogde concentratie fijnstof (PM 10) aangetroffen. Dit kan tijdelijke oog- en luchtwegirritatie, benauwdheid en hoesten
veroorzaken als geen beschermende maatregelen worden genomen. Daarnaast zijn op een van de werklocaties concentraties van
zeer fijn stof (PM2.5) vastgesteld die bij chronische, aanhoudende blootstelling gezondheidsklachten kunnen veroorzaken, vooral
bij personen met een grotere gevoeligheid.
Er zijn geen signalen dat het aantal langdurige gezondheidsklachten is toegenomen bij militairen die in Kandahar zijn geweest.
Defensie bestrijd actief de gezondheidsrisico’s van fijnstof door, waar mogelijk, stoffige omstandigheden te vermijden, stofmaskers
beschikbaar te stellen en transportroutes te verharden.
Intussen is besloten dat in de voorbereiding en uitvoering van missies voortaan de gezondheidsrisico’s door de blootstelling
aan fijnstof, verbrandingsproducten en andere chemische stoffen in kaart zullen worden gebracht als daartoe aanleiding bestaat.
Omdat de operaties op Kandahar Airfield bijna zijn voltooid, zullen de metingen daar niet worden voortgezet.
De minister van Defensie,
J. S. J. Hillen