Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 5 september 2025
Op 2 september jl. heeft de kantonrechter uitspraak gedaan in een kort geding van
42 eisers. Deze eisers willen als voormalige bewakers van de ambassade in Kaboel,
in dienst van een lokaal Afghaans bedrijf, dat de Staat hen en hun gezinsleden overbrengt
naar Nederland. De kantonrechter heeft een voorziening met die strekking getroffen.
Het kabinet heeft besloten zich niet bij het vonnis van de rechter neer te leggen
en in hoger beroep te gaan via een zogenoemd turbospoedappel. Het kabinet is van mening
dat het vonnis onomkeerbare gevolgen met zich meebrengt, alleen al omdat terugkeer
naar Afghanistan van de bewakers en gezinsleden die naar aanleiding van het voorlopige
vonnis naar Nederland worden overgebracht momenteel niet mogelijk is.
Ook heeft het vonnis verstrekkende gevolgen. Het ministerie maakt ook in andere landen
gebruik van inhuur van externe dienstverleners voor beveiligingsdiensten, maar ook
schoonmaak en tuinonderhoud. Overbrenging van deze groep bewakers naar Nederland zou
een mogelijk precedent scheppen voor alle extern ingehuurde medewerkers in andere
landen in crisissituaties. Het kabinet is van mening dat de werkgeversverantwoordelijkheid
voor extern ingehuurd personeel (inclusief bewakers) bij de externe partij ligt.
Ook is het vonnis volgens het Kabinet gebaseerd op onjuiste feitelijke en juridische
uitgangspunten, bijvoorbeeld door het gelijkschakelen van de Hongaarse bewakers in
dienst van dezelfde externe dienstverlener met de Afghaanse bewakers. Als EU-onderdanen
hadden zij echter recht op consulaire bijstand en hierover zijn voorafgaand aan de
acute evacuatiefase afspraken gemaakt. Zij zijn door speciale eenheden van een partnerland
naar het vliegveld gebracht en uiteindelijk zonder tussenkomst van Nederland gerepatrieerd
naar Hongarije.
Het gerechtshof is verzocht het vonnis te schorsen. Totdat daarop is beslist, is het
kabinet verplicht de benodigde stappen te ondernemen om zich aan het vonnis te houden.
Op dit moment staat het Ministerie van Buitenlandse Zaken via de Landsadvocaat hierover
in contact met de advocaat van de bewakers.
Het kabinet begrijpt dat het instellen van hoger beroep teleurstellend nieuws is voor
de betrokkenen. Het is daarom belangrijk om zo snel mogelijk duidelijkheid te krijgen
over deze kwestie. Het hof zal de zaak op 29 september a.s. ter zitting behandelen.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
D.M. van Weel