Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 7 februari 2020
In deze brief reageer ik op uw verzoek om meer informatie over de € 9 miljoen die
ik heb vrijgemaakt voor zijinstroom in de G5.
Op 27 januari jl. hebben Amsterdam, Den Haag en Rotterdam hun (concept) noodplannen
voor de aanpak van de tekorten aan scholen, besturen en gemeenten in de G5 (G4 plus
Almere), aan de inspectie en aan mij gepresenteerd.1
In deze brief wil ik nogmaals mijn waardering uitspreken voor het vele werk dat in
korte tijd door veel betrokkenen is verzet. Uit de plannen spreekt solidariteit tussen
de besturen om gezamenlijk de kwaliteit, continuïteit en de kansengelijkheid zo goed
mogelijk te borgen. Dat is nodig, want scholen en besturen kunnen de oplopende tekorten
niet alleen oplossen. Zij hebben elkaar nodig, de inspectie en het Ministerie van
OCW.
Laat ik ook helder zijn dat niet alle maatregelen die worden voorgesteld de eerste
keus zijn van scholen en besturen en ook niet van mij. Daarom gaan gezamenlijk door
met alle acties gericht op het werven, maar zeker ook het behouden van leraren. We
leggen ons niet neer bij de huidige situatie. Het ingezette beleid heeft gelukkig
ook effect. Zo is de instroom op de pabo met bijna 10% toegenomen in 2019 ten opzichte
van vorig jaar. Maar meer inspanningen zijn nodig, en daar zijn de plannen van de
G5 ook op gericht.
Scholen en besturen zoeken naar alternatieven en hebben ruimte nodig om de kwaliteit,
continuïteit en de kansengelijkheid zo goed mogelijk te borgen. In de plannen worden
daar voorstellen voor gedaan. De meerwaarde van de plannen die er nu liggen vind ik
dat leraren en scholen hebben meegedacht en meegewerkt aan de totstandkoming. De plannen
worden ook voorgelegd aan de (gemeenschappelijke) medezeggenschapsraden.
Voor zijinstroom, waar alle steden kansen in zien, heb ik € 9 miljoen vrijgemaakt
voor de G5. Deze middelen zijn beschikbaar gekomen door herprioritering binnen de
OCW-begroting en komen van artikel 1 van primair onderwijs («overige subsidies») en
artikel 9 van het lerarenbeleid («regeling korte scholingstrajecten»). Het doel is
om samen met de partijen in de G5 tot een aanpak zijinstroom te komen waarbij onder
andere door de opleidingen maatwerk wordt geboden en er goede begeleiding is op de
school zodat zijinstromers enthousiast blijven over werken in het onderwijs. We weten
immers onder meer uit de analyse van Merel van Vroonhoven, – door mij aangesteld als
aanjager van de aanpak van de tekorten – dat zijinstromers en scholen knelpunten ervaren.
Ook voor andere onderwerpen in de noodplannen zijn vervolgacties afgesproken. Zo zijn
afspraken gemaakt om te komen tot een eenduidige analyse van de tekorten. Ook wordt
gewerkt aan een beleidsexperiment voor de G5 om vanaf komend schooljaar meer ruimte
te bieden voor voorstellen om tot een verrijkend programma in een aangepaste weekindeling
te komen. Ook hiervoor geldt dat kwaliteit, continuïteit en kansengelijkheid de basis
vormen. Over de concrete uitwerking zal ik de Kamer voor de zomer informeren.
De Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media,
A. Slob