27 921
Wijziging van de Wet havenstaatcontrole in verband met richtlijn nr. 1999/97/EG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 13 december 1999 (PbEG L 331) houdende wijziging van richtlijn nr. 95/21/EG inzake havenstaatcontrole

nr. 4
VERSLAG

Vastgesteld 19 oktober 2001

De vaste commissie voor Verkeer en Waterstaat1, belast met het voorbereidend onderzoek van dit wetsvoorstel, brengt als volgt verslag uit van haar bevindingen.

Onder het voorbehoud dat de regering de gestelde vragen afdoende beantwoordt, acht de commissie de openbare behandeling van dit wetsvoorstel voldoende voorbereid.

1. Inleiding

De leden van de PvdA-fractie hebben met instemming kennis genomen van het voorliggende wetsontwerp.

De leden van de SP-fractie hebben met interesse kennis genomen van bovenstaande wetswijziging. Meer mogelijkheden om internationale normen op het gebied van de veiligheid van schepen, voorkoming van verontreiniging door schepen en leefen werkomstandigheden aan boord te handhaven juicht de SP-fractie toe.

2. Lasten en handhaving verbonden aan de uitvoering van het wetsvoorstel

De leden van de PvdA-fractie vragen of de criteria ten opzichte van de te controleren schepen nog wel voldoen aan de vereisten van het Parijse MOU. Is er niet te veel sprake van controles van schepen met lagere inspectiecritera, de zgn. «targets», en te weinig controles op schepen die ten aanzien van gegevens omtrent vlag, beredering en bemanning daar eerder voor in aanmerking komen?

Is de uitbesteding van inspecties aan de classificatiebureaus niet te ver doorgeschoten, daar waar deze bureaus in de eerste plaats een klantrelatie hebben met de reder en zij nu in de uitvoering van de controletaak van de Scheepvaart Inspectie in een dubbelrol geplaatst worden (het zgn. «pettenprobleem»)?

Is de voorziene uitbreiding van 15 man in de controletaken van de Scheepvaartinspectie wel voldoende om aan de eisen van de minimale inspectiegraad van 25% te kunnen voldoen?

Per wanneer kan deze personeelsuitbreiding operationeel zijn? Ligt het niet meer voor de hand de personeelsuitbreiding drastisch op te voeren gezien het tekort aan inspecties inzake de afvalproblematiek van zeeschepen, gelet op het rapport van de Algemene Rekenkamer inzake Milieuvervuiling door Zeeschepen?

3. Informatiesysteem Sirenac

De leden van de SP-fractie vragen of, met de implementatie van Richtlijn 1999/97/EG, overheidsdiensten meer mogelijkheden krijgen om ook vervuiling van de zee en het vertrekken van schepen voor «hun laatste reis» voor de sloop op stranden in derde wereldlanden te voorkomen.

Geeft het gebruik van het genoemde internationale elektronische informatiesysteem Sirenac mogelijkheden om verdachte schepen te achterhalen. Indien dit het geval is, is het dan mogelijk om op grond van informatie uit Sirenac gerichte controles te doen plaatsvinden en kan vertrek uit de haven voorkomen worden indien er verdenkingen zijn dat aanwezig scheepsafval (huishoudelijk – en machinekamer afval als wel ladingresten of spoelwater in slobtanks) op zee geloosd zal gaan worden?

Is het verder mogelijk om de gegevens uit dit elektronische systeem zodanig te gebruiken dat oude schepen tegen gehouden kunnen worden als er verdenkingen bestaan dat ze vertrekken voor hun laatste reis om gesloopt te worden onder erbarmelijke arbeids- en milieuomstandigheden.

Tenslotte vragen de leden van de SP-fractie of het systeem internationaal erkend en al reeds in gebruik is en welke landen deelnemen aan dit systeem van aanmelding en informatie inwinning?

De voorzitter van de commissie,

Blaauw

De griffier voor dit verslag,

Roovers


XNoot
1

Samenstelling: Blaauw (VVD), voorzitter Van den Berg (SGP), Biesheuvel (CDA), Rosenmöller (GroenLinks), Valk (PvdA), Van Gijzel (PvdA), Leers (CDA), ondervoorzitter Feenstra (PvdA), Van Heemst (PvdA), Verbugt (VVD), Giskes (D66), Stellingwerf (ChristenUnie), Klein Molekamp (VVD), Hofstra (VVD), Wagenaar (PvdA), Van der Knaap (CDA), Ravestein (D66), Van der Steenhoven (GroenLinks), Niederer (VVD), van Bommel (SP), Eurlings (CDA), Herrebrugh (PvdA), J. Ten Hoopen (CDA), Hindriks (PvdA) en De Swart (VVD).

Plv. leden: Te Veldhuis (VVD), Bakker (D66), Stroeken (CDA), Halsema (GroenLinks), Waalkens (PvdA), Crone (PvdA), Atsma (CDA), Duivesteijn (PvdA), Witteveen-Hevinga (PvdA), Voûte-Droste (VVD), Augusteijn-Esser (D66), Slob (ChristenUnie), Geluk (VVD), Luchtenveld (VVD), Spoelman (PvdA), Buijs (CDA), Van Walsem (D66), Vendrik (GroenLinks), Weekers (VVD), Poppe (SP), De Pater-van der Meer (CDA), Depla (PvdA), T. H. A. M. Meijer (CDA), Dijsselbloem (PvdA) en Nicolaï (VVD).

Naar boven