nr. 195
GEWIJZIGD VOORSTEL VAN WET
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat de op 25 juni 2001 te Luxemburg
totstandgekomen Europees-mediterrane Overeenkomst waarbij een associatie tot
stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds,
en de Arabische Republiek Egypte, anderzijds, ingevolge artikel 91, eerste
lid, van de Grondwet de goedkeuring van de Staten-Generaal behoeft, alvorens
het Koninkrijk daaraan kan worden gebonden;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der
Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en
verstaan bij deze:
Artikel 1
De op 25 juni 2001 te Luxemburg totstandgekomen Europees-mediterrane Overeenkomst
waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen
en hun lidstaten, enerzijds, en de Arabische Republiek Egypte, anderzijds,
waarvan de Nederlandse tekst is geplaatst in Tractatenblad 2001, 118, wordt
goedgekeurd voor Nederland.
Artikel 2
Deze wet treedt in werking met ingang van de eerste dag van de derde kalendermaand
na de datum van uitgifte van het Staatsblad, waarin zij wordt geplaatst.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat
alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat,
aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Minister van Buitenlandse Zaken,