nr. 12
TWEEDE NOTA VAN WIJZIGING
Ontvangen 28 januari 2002
Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:
1. Artikel I komt te luiden:
ARTIKEL I
Artikel 6 van de Wet subsidiëring politieke partijen wordt als volgt
gewijzigd:
a. In het eerste lid, onderdeel a, wordt «€ 34 816,29»
vervangen door: € 108 000.
b. In het eerste lid, onderdeel a, wordt «€ 11 151,65»
vervangen door: € 34 839.
c. In het eerste lid, onderdeel b, wordt «€ 74 283,82»
vervangen door: € 96 040.
d. In het eerste lid, onderdeel b, wordt «€ 5 581,50»
vervangen door: € 7 216.
e. De in het tweede lid, eerste en tweede zinsnede, genoemde bedragen
«€ 336 591,47» worden vervangen door: € 435 170.
2. Na artikel I wordt een nieuw artikel ingevoegd, dat luidt:
ARTIKEL IA
Voor de toepassing van artikel 6 van de Wet subsidiëring politieke
partijen gelden, in afwijking van artikel I, voor het jaar 2001 de volgende
bedragen:
a. Voor het basisbedrag, bedoeld in artikel 6, eerste lid, onder a, geldt
een bedrag van € 66 619,47.
b. Voor het bedrag per kamerzetel van de politieke partij, bedoeld artikel
6, eerste lid, onder a, geldt een bedrag van € 21 338,11.
Toelichting
Door middel van deze nota van wijziging wordt het subsidiebudget voor
subsidiëring van politieke partijen met ingang van 1 januari 2002 verhoogd
tot een bedrag van ruim € 9 000 000. In vergelijking met
het huidige beschikbare budget komt dit neer op een verhoging van 100%.
Het onderhavige wetsvoorstel voorzag al in een verhoging van het subsidiebudget
met 50% tot een bedrag van ruim € 6 800 000 met ingang
van 1 januari 2001. Deze subsidieverhoging blijft van kracht, maar wordt nu
vanaf 1 januari 2002 aangevuld met een extra subsidieverhoging zodat
volledig uitvoering wordt gegeven aan de motie Rehwinkel c.s.1
Deze tweede subsidieverhoging was reeds door het kabinet aangekondigd,
maar was gekoppeld aan de discussie in het kader van de herijking van de Wet
subsidiëring politieke partijen. Nu deze notitie enige vertraging heeft
opgelopen, zou dit betekenen dat een wetsvoorstel dat een verdere subsidieverhoging
zou beogen op zijn vroegst eind 2002 door de Kamer zou kunnen worden behandeld.
Onderhavige nota van wijziging realiseert het tweede gedeelte van de subsidieverhoging
met ingang van 1 januari 2002. De tweede verhoging geldt niet voor 2001 (zie
artikel IA). De verhoging van het budget geschiedt door verhoging van de algemene
bedragen voor de politieke partijen die – binnen de in de wet genoemde
subsidiabele doelen – door de politieke partijen vrij kunnen worden
aangewend. Er geschiedt derhalve geen oormerking ten behoeve van politieke
jongeren en de politiek-wetenschappelijke instituten. Het staat politieke
partijen uiteraard vrij om een gedeelte van de verhoogde subsidie aan deze
gelieerde instellingen door te sluizen.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
De Vries