nr. 1
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
's-Gravenhage, 23 juli 2001
Hierbij doe ik u toekomen de nota «Versterking van de positie van
de consument».
Met deze nota geef ik gevolg aan mijn toezegging om het consumentenbeleid
in kaart te brengen (Kamerstukken II, 1999–2000, 23 162, nr. 10).
De nota bouwt in hoofdlijnen voort op het consumentenbeleid zoals dat in de
nota «De consument op nieuwe markten» is neergezet (Kamerstukken
II, 1997–1998, 23 162, nr. 7).
Deze nota gaat over het klassieke consumentenbeleid in een zich voortdurend
veranderende wereld. Kern van dit klassieke beleid is de versterking van de
positie van de consument op markten. Dit consumentenbeleid komt terug in het
beleid van bijna alle departementen. Naast dit klassieke beleid wordt ook
aandacht besteed aan het faciliteren van maatschappelijk verantwoord consumeren
(consumer concerns) en het waarborgen van de positie van de consument bij
universele dienstverlening.
De nota beschrijft het huidige beleid en er worden een aantal nieuwe voorstellen
gedaan voor op korte termijn te starten acties. Dit betreft met name acties
gericht op versterking van de positie van de consument bij zijn of haar functioneren
van markten. Hierbij wordt aandacht besteed aan zowel Nederlandse als Europese
beleidsontwikkelingen.
Het hoofdstuk «Het nieuwe consumeren» in het eindrapport van
het project «Economie van de 21e Eeuw» ondersteunt de belangrijkste
acties die in deze nota voorgesteld worden. Tevens bepleit het rapport aandacht
voor een nieuwe rol voor de overheid (system governance). Ik ben voornemens
om in het voorjaar van 2002 een conferentie te organiseren die een vervolg
gaat bieden op «Het nieuwe consumeren» en in het bijzonder zal
ingaan op de aard en mogelijkheden van system governance op het terrein van
consumentbeleid.
De nota geeft, na een inleiding waarin het doel van de nota wordt uiteengezet,
met een paragraaf waarin het te beschrijven consumentenbeleid wordt afgebakend
en van een beleidskader wordt voorzien (paragraaf 2). Ook komt in deze
paragraaf een aantal belangrijke trends aan de orde. Vervolgens worden de
volgende beleidsterreinen van het klassieke consumentenbeleid beschreven:
• basisbescherming van de consument:
– product- en voedselveiligheid (paragraaf 3)
– de wettelijke rechtspositie van de consument (paragraaf 4)
• het functioneren van markten vanuit consumentenperspectief (paragraaf 5)
• universele diensten (paragraaf 5)
• consumer concerns (paragraaf 6)
• publieke dienstverlening (paragraaf 7)
In paragraaf 8 wordt een integraal overzicht gegeven van reeds in
gang gezette en reeds aangekondigde acties op bovenstaande terreinen, en van
een aantal nieuwe acties.
De Staatssecretaris van Economische Zaken,
G. Ybema