27 878
Aanpassing van diverse wetten aan de modernisering van de rechterlijke organisatie en de instelling van een bestuur bij de gerechten (Aanpassingswet modernisering rechterlijke organisatie)

nr. 8
TWEEDE NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 16 oktober 2001

Het voorstel van wet wordt gewijzigd als volgt:

I

In hoofdstuk 7, artikel 43, onderdeel R, vervalt het cijfer «1» voor het eerste lid van artikel 382 en vervalt het tweede lid van artikel 382.

II

In hoofdstuk 14, artikel 6, wordt onderdeel 1 (De Wet op de rechterlijke organisatie) gewijzigd als volgt:

a. Nadat de onderdelen H tot en met L zijn geletterd tot I tot en met M, wordt een nieuw onderdeel ingevoegd, luidende:

H

In artikel 2.4.2.1, eerste lid, wordt « belastingzaken» vervangen door «zaken» en wordt de volgende volzin toegevoegd: Deze kamers kunnen ook andere bij de wet aan hen toebedeelde zaken behandelen en beslissen.

b. In onderdeel I (nieuw) wordt «twee nieuwe volzinnen, luidende» vervangen door: de volgende volzinnen.

Toelichting

I

Zie het onderdeel Artikelsgewijze behandeling van de nota naar aanleiding van het verslag.

II

In de eerste nota van wijziging bij het Wetsvoorstel organisatie en bestuur gerechten (Kamerstukken II 2000–2001, 27 181, nr. 7, onderdeel Ax) is een nieuwe redactie van artikel 2.4.2.1 opgenomen op grond waarvan gerechtshoven voor de behandeling en beslissing van spoedeisende belastingzaken enkelvoudige kamers kunnen vormen. Inmiddels is mij gebleken dat de gerechtshoven ook andere zaken voorgelegd kunnen krijgen, die door een dergelijke (voorzieningen-)kamer zouden kunnen worden behandeld en beslist. Te denken valt hierbij aan de volgende artikelen uit het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, zoals gewijzigd door of opgenomen in de wetsvoorstellen 26 855 en 27 824: artikel 838 (toestemming tot verstrekking afschrift strafvonnis van een hof), maar ook aan artikel 1.3.16, zesde lid, jo. 2.11.3, tweede lid, (verzet tegen weigering afgifte tweede grosse), artikel 1.6.18 (verlof om een exploot te mogen uitbrengen op alle dagen en uren, als het gaat om een dagvaarding voor het hof) en artikel 2.3.6 jo. 353 (verkorting van de dagvaardingstermijn, als het gaat om een hofzaak). De wijziging zoals voorgesteld in onderdeel a maakt het mogelijk dat gerechtshoven ook voor andere spoedeisende zaken dan spoedeisende belastingzaken, enkelvoudige kamers kunnen vormen. De redactie van artikel 2.4.2.1, eerste lid, komt nu overeen met artikel 2.3.3.1, eerste lid, dat geschreven is voor de rechtbanken. Voor de goede orde vermeld ik nog dat gewone appellen van kort gedingen bij de gerechtshoven door de gewone kamers worden behandeld, al dan niet met een speciaal spoedregime.

b. In dit onderdeel wordt een verschrijving uit de eerste nota van wijziging hersteld.

De Minister van Justitie,

A. H. Korthals

Naar boven