27 875
Wijziging van een aantal wetten in verband met de vereenvoudiging en vernieuwing van het militaire pensioenstelsel (Aanpassingswet kaderwet militaire pensioenen)

nr. 5
NOTA NAAR AANLEIDING VAN HET VERSLAG

Ontvangen 16 november 2001

I. ALGEMEEN

De ondergetekende dankt de leden van de fracties van PvdA en CDA voor hun belangstelling voor het voorliggende wetsvoorstel. Van de uit de gestelde vragen sprekende zorg voor de rechtspositie van het militair personeel neemt hij met waardering kennis. In het navolgende wordt op die vragen nader ingegaan. Daarbij wordende kopjes gevolgd zoals die in het verslag zijn aangegeven.

De leden van de VVD-fractie refereren aan enkele inhoudelijke aanpassingen en vragen op welke wijze overleg is gevoerd met belangenverenigingen en andere belangenbehartigers van rechthebbenden.

De inhoudelijke aanpassingen beperken zich in principe tot artikel VIII, onderdelen A, onder 2, C en D, inzake de Uitkeringswet gewezen militairen en bepalen de deeltijdfactor als onderdeel van de met ingang van 1 juni 2001 ingevoerde vernieuwing van het militaire pensioenstelsel ingevolge de Kaderwet militaire pensioenen.

De belangen van de rechthebbenden worden behartigd via de in de sectorcommissie Defensie vertegenwoordigde centrales van overheidspersoneel. Het betreft de commissie voor georganiseerd overleg over aangelegenheden van algemeen belang voor de rechtstoestand van (militaire) ambtenaren. De teksten zijn in die overlegcommissie integraal behandeld en hebben op 28 december 2000 geleid tot overeenstemming.

II. ARTIKELEN

Voor zover het bedrag van een nog niet ingegaan pensioen na de vernieuwing van het militaire pensioenstelsel met ingang van 1 juni 2001 mocht afwijken van het pensioenbedrag bij berekening ingevolge de voormalige Algemene militaire pensioenwet, is in het kader van de conversie voorzien in een welvaartsvast correctiebedrag. Bij lopende pensioenen is de volgende maatregel getroffen. Indien sprake is van een lager pensioenbedrag dan voor de conversie, ontvangen de rechthebbenden een tijdelijke garantietoeslag die in principe is gesteld ter grootte van het verschil. De tijdelijkheid houdt verband met de te verrekenen verhogingen die voortvloeien uit de welvaartsvastheid. De vraag van de leden van de VVD-fractie of hieronder verstaan moet worden dat het voorliggende wetsvoorstel voor geen enkele individuele rechthebbende in vergelijking met de bestaande wet en regeling een nadelig financieel gevolg zal hebben kan dan ook bevestigend worden beantwoord.

III. SLOTOPMERKINGEN

Het nieuwe pensioenstelsel, zoals dat per 1 juni 2001 is ingevoerd, is gebaseerd op de Kaderwet militaire pensioenen. Over dat nieuwe pensioenstelsel, waarbij tientallen oude wetten en regelingen zijn ingetrokken, loopt in samenwerking met de Stichting pensioenfonds ABP en USZO een uitgebreide voorlichtingscampagne in de richting van personeelsadministraties, actief dienende militairen, gewezen en gepensioneerde militairen en nabestaanden. Een en ander is opgezet volgens een vooraf bepaalde tijdsplanning via voorlichtingsbijeenkomsten in diverse delen van het land en vestigingspunten in het buitenland, alsmede via helpdesks, diverse brochures, periodieken en individueel gerichte mailing. De campagne, die nu voor de gepensioneerden en diegenen die nog pensioen opbouwen, in een afrondend stadium is gekomen, is primair gericht op de inhoud van het pensioenstelsel, de nieuwe bases voor pensioenaanspraken, en secundair op het onderhavige wetsvoorstel, dat in principe een eindfase met slechts wetstechnische afrondingen betreft.

De Staatssecretaris van Defensie,

H. A. L. van Hoof

Naar boven