27 872
Wijziging van de Wet uitvoering EG-mededingingsverordeningen in verband met de procedureverordening voor steunmaatregelen

nr. 4
VERSLAG

Vastgesteld 17 oktober 2001

De leden van de vaste commissie voor Economische Zaken1 belast met het voorbereidend onderzoek naar bovengenoemd wetsvoorstel heeft de eer aan de regering de navolgde vragen en opmerkingen voor te leggen. Onder het voorbehoud dat de gestelde vragen en gemaakte opmerkingen genoegzaam zijn beantwoord, acht de commissie de openbare behandeling over dit wetsvoorstel voldoende voorbereid.

De leden van de fractie van de PvdA hebben met belangstelling kennisgenomen van het voorliggende wetsvoorstel. Deze leden willen de volgende vragen stellen en opmerkingen maken. De Nederlandse regering heeft het uiterlijke tijdstip overschreden waarop lidstaten de nodige maatregelen hadden moeten nemen ter implementatie van de EG-verordeningen voor steunmaatregelen. De reden die de regering hiervoor geeft is dat ze dacht dat de bestaande regelgeving afdoende was voor implementatie, maar dat later bleek dat er sprake was van «een kleine leemte», die betrekking had op steunmaatregelen van decentrale overheden en steunmaatregelen die niet zijn aan te merken als subsidies of fiscale maatregelen. Kon deze leemte niet voor het verstrijken van de termijn worden ontdekt?

Voor overtreding van de regels met betrekking tot steunmaatregelen door decentrale overheden, zijn de afzonderlijke lidstaten verantwoordelijk, zoals dat ook voor andere geldstromen (subsidies) vanuit de Europese Unie geldt. Kan de regering ingaan op de controle- en eventuele sanctiemechanismen die de rijksoverheid ten dienste staan ten opzichte van het beleid van decentrale overheden? Kan aangegeven worden wat het raakvlak is met de Wet toezicht Europese subsidies?

Dit wetsvoorstel geeft de Europese Commissie een aantal bevoegdheden controle uit te oefenen op de naleving van de regels met betrekking tot staatssteun, zoals het betreden van ruimten van de betrokken onderneming, en het onderzoeken van boeken en administraties. Betekent dit, zo vragen de leden van de fractie van de PvdA, dat dit toezicht thans ontbreekt of te wensen overlaat? Tenslotte vragen de leden van de fractie van de PvdA of de regering voornemens is met aanvullende wet- of regelgeving te komen met betrekking tot overheidssteun aan bedrijven.

De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van bovengenoemd wetsvoorstel. Zij zijn van mening dat een correcte naleving van de Europese regels met betrekking tot staatssteun de werking van de interne markt verder kan bevorderen. Het wetsvoorstel is voor de leden van de VVD-fractie aanleiding een aantal vragen ter verduidelijking te stellen.

De leden van de VVD-fractie zijn van mening dat van kennis van steunvraagstukken een sterk preventieve werking uit kan gaan. Hoe is het bij andere departementen en decentrale overheden gesteld met de kennis van de formele aanmeldingsplicht van steunvoornemens en met de materiële eisen die aan nationale steun worden gesteld, zo willen deze leden weten.

De Europese Commissie heeft sinds de inwerkingtreding van de wet geen verificaties verricht bij ondernemingen in Nederland, zo lezen de leden van de VVD-fractie. Deze leden willen weten of in andere landen wel regelmatig verificaties verricht worden.

De Nederlandse regering verwacht geen verificaties door de Europese Commissie bij ondernemingen dan wel verificatieverzoeken van de Commissie aan de Nederlandse regering. Waarop is die verwachting gebaseerd, zo willen de leden van de VVD-fractie weten.

De leden van de VVD-fractie spreken de hoop uit dat tot spoedige implementatie van de verordening kan worden overgegaan, aangezien naar hun mening zorgvuldig moet worden omgegaan met overschrijding van implementatietermijnen van Europese richtlijnen en verordeningen.

De voorzitter van de commissie,

Biesheuvel

De griffier van de commissie,

Tielens-Tripels


XNoot
1

Samenstelling: Leden: Blaauw (VVD), Biesheuvel (CDA), voorzitter, Witteveen-Hevinga (PvdA), Leers (CDA), Voûte-Droste (VVD), ondervoorzitter, Rabbae (GroenLinks), Hessing (VVD), Giskes (D66), Marijnissen (SP), Crone (PvdA), Van Dijke (ChristenUnie), M.B. Vos (GroenLinks), Van Walsem (D66), Hofstra (VVD), Wagemakers (CDA), Stroeken (CDA), De Boer (GroenLinks), Van den Akker (CDA), Geluk (VVD), Ravestein (D66), Verburg (CDA), Blok (VVD), Hindriks (PvdA) en Dijsselbloem (PvdA) en Bolhuis (PvdA).

Plv. leden: Snijder-Hazelhoff (VVD), Atsma (CDA), Molenaar (PvdA), Wijn (CDA), Klein Molekamp (VVD), Vendrik (GroenLinks), De Swart (VVD), Van den Berg (SGP), Poppe (SP), Kuijper (PvdA), Van Middelkoop (ChristenUnie), Van der Steenhoven (GroenLinks), Schimmel (D66), Van Baalen (VVD), Herrebrugh (PvdA), Van der Hoeven (CDA), Smits (PvdA), De Haan (CDA), Van Beek (VVD), Bakker (D66), Schreijer-Pierik (CDA), Udo (VVD), Hamer (PvdA), Koenders (PvdA) en Schoenmakers (PvdA).

Naar boven