nr. 4
VERSLAG
Vastgesteld 5 oktober 2001
De vaste commissie voor Verkeer en Waterstaat1,
belast met het voorbereidend onderzoek van dit wetsvoorstel, brengt als volgt
verslag uit van haar bevindingen.
Onder het voorbehoud dat de regering de gestelde vragen afdoende beantwoordt,
acht de commissie de openbare behandeling van dit wetsvoorstel voldoende voorbereid.
1. Inleiding
De leden van de fracties van VVD, D66 en SGP hebben met belangstelling
kennis genomen van het onderhavige wetsvoorstel. De leden van deze fracties
hebben nog wel een aantal vragen en opmerkingen.
2. Tijdspanne
De regering komt met deze voorgestelde wetswijziging een toezegging na
die reeds in 1993 is gedaan. De leden van de fracties van D66 en SGP vragen
wat de achtergrond is van het feit dat het gestand doen van deze toezegging
ruim acht jaar in beslag heeft genomen.
3. Terugwerkende kracht
De wetswijziging beoogt het opheffen van de wettelijke belemmering om
exploitatieoverschotten toe te voegen aan de egalisatiereserve. De wet werkt
terug tot en met 1 januari 1993. De leden van de fracties van de VVD en de
SGP vragen of alle toevoegingen aan de egalisatiereserve sindsdien onrechtmatig
zijn.
De leden van de fracties van D66 en SGP vragen of het juridisch gezien
mogelijk is om de onrechtmatigheid van de aan de egalisatiereserve toegevoegde
exploitatieoverschotten met terugwerkende kracht op te heffen.
De leden van de fracties van VVD, D66 en SGP zijn benieuwd naar de omvang
van de toevoegingen aan de egalisatiereserve vanaf 1993 tot heden.
4. Subsidie
Artikel 3 voorziet thans niet meer in een subsidie ter afdekking van exploitatietekorten,
doch bepaalt dat subsidie wordt verleend voor het verrichten van speurwerk
op het gebied van de lucht- en ruimtevaart. De leden van de VVD-fractie vragen
de regering aan te geven wat het speurwerk precies inhoudt. Voorts willen
deze leden weten waar de hoogte van de subsidie van afhangt. Welke criteria
worden hierbij gehanteerd? Tenslotte vragen de leden van de VVD-fractie of
de regering voorbeelden kan geven van bijzondere gevallen, artikel 3 lid 2,
waarin een incidentele subsidie kan worden verleend.
Ook de leden van de fracties van D66 en SGP vragen zich af wat de criteria
voor de hoogte van de subsidie zijn.
De leden van de D66-fractie willen weten of de inbreng van het bedrijfsleven
één van deze criteria is. Voorts vragen deze leden of de regering
kan aangeven waarom met deze wetswijziging een einde komt aan de «open-einderegeling».
De leden van de SGP-fractie vragen of die subsidie feitelijk min of meer
gelijk blijft aan hetgeen in de oude situatie werd verstrekt.
5. Algemene Rekenkamer
De Algemene Rekenkamer heeft gewezen op het ontbreken van een sanctiebepaling
in het convenant van 1992, zo merken de leden van de SGP-fractie op (MvT,
p. 1). Is het convenant op dit punt reeds aangepast? Zo ja, op welke wijze?
6. Bedrijfsleven
De regering ziet geen reden om de Europese Commissie overeenkomstig artikel
93, derde lid («De Europese Commissie moet tijdig op de hoogte worden
gebracht van elk voornemen tot invoering op wijziging van steunmaatregelen»),
van het EG-Verdrag op de hoogte te brengen. Kan hierop nader worden ingegaan?
Is het speurwerk slechts voor het Nederlandse bedrijfsleven bedoeld? Wie bepaalt
het onderzoeksprogramma voor het speurwerk? Op welke wijze wordt de Kamer
geïnformeerd over de subsidiëring aan de Stichting en het te verrichten
speurwerk?
Tot slot wensen de leden van de SGP-fractie meer inzicht te krijgen in
de vraag in hoeverre het speurwerk op het terrein van de lucht- en ruimtevaart
ten goede komt aan het Nederlandse bedrijfsleven. Wordt het bedrijfsleven
ook actief betrokken bij de invulling van het onderzoekswerk? Kennen andere
Europese landen een soortgelijke handelwijze?
De voorzitter van de commissie,
Blaauw
De griffier voor dit verslag,
Roovers
XNoot
1Samenstelling: Leden: Blaauw (VVD), voorzitter, Van den Berg (SGP), Biesheuvel
(CDA), Rosenmöller (GroenLinks), Valk (PvdA), Van Gijzel (PvdA), Leers
(CDA), ondervoorzitter, Feenstra (PvdA), Van Heemst (PvdA), Verbugt (VVD),
Giskes (D66), Stellingwerf (ChristenUnie), Klein Molekamp (VVD), Hofstra (VVD),
Wagenaar (PvdA), Van der Knaap (CDA), Ravestein (D66), Van der Steenhoven
(GroenLinks), Niederer (VVD), van Bommel (SP), Eurlings (CDA), Herrebrugh
(PvdA), J. Ten Hoopen (CDA), Hindriks (PvdA), De Swart (VVD).
Plv. leden: Te Veldhuis (VVD), Bakker (D66), Stroeken (CDA), Halsema (GroenLinks),
Waalkens (PvdA), Crone (PvdA), Atsma (CDA), Duivesteijn (PvdA), Witteveen-Hevinga
(PvdA), Voûte-Droste (VVD), Augusteijn-Esser (D66), Slob (ChristenUnie),
Geluk (VVD), Luchtenveld (VVD), Spoelman (PvdA), Buijs (CDA), Van Walsem (D66),
Vendrik (GroenLinks), Weekers (VVD), Poppe (SP), De Pater-van der Meer (CDA),
Depla (PvdA), Th. A. M. Meijer (CDA), Dijsselbloem (PvdA), Nicolaï
(VVD).