27 868
Wijziging van de Wet van 31 mei 1937 tot omzetting van de Rijksstudiedienst voor de Luchtvaart in een Stichting

nr. 1
KONINKLIJKE BOODSCHAP

Aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Wij bieden U hiernevens ter overweging aan een voorstel van wet houdende wijziging van de Wet van 31 mei 1937 tot omzetting van de Rijksstudiedienst voor de Luchtvaart in een Stichting.

De memorie van toelichting, die het wetsvoorstel vergezelt, bevat de gronden waarop het rust.

En hiermede bevelen Wij U in Godes heilige bescherming.

Tavarnelle

16 juli 2001

Beatrix

nr. 2
VOORSTEL VAN WET

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de Wet van 31 mei 1937 tot omzetting van de Rijksstudiedienst voor de Luchtvaart, in een Stichting, te herzien teneinde naast een jaarlijkse-, een incidentele subsidie te kunnen verlenen aan de Stichting Nationaal Lucht- en Ruimtevaartlaboratorium;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

Artikel 3 van de Wet van 31 mei 1937, tot omzetting van de Rijksstudiedienst voor de Luchtvaart in een Stichting, komt te luiden:

Artikel 3

1. Aan de stichting wordt jaarlijks door Onze Minister van Verkeer en Waterstaat subsidie verleend voor het verrichten van onderzoek en ontwikkeling op het gebied van de lucht- en ruimtevaart.

2. Aan de stichting kan in bijzondere gevallen door Onze Minister van Verkeer en Waterstaat op aanvraag een incidentele subsidie worden verleend.

3. Bij regeling van Onze Minister van Verkeer en Waterstaat worden regels gegeven inzake

a. de voorwaarden waaraan moet worden voldaan om voor subsidie in aanmerking te komen, en

b. de gegevens die moeten worden verstrekt bij een aanvraag om subsidie als bedoeld in het eerste of tweede lid.

ARTIKEL II

Deze wet treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad, waarin zij is geplaatst en werk terug tot en met 1 januari 1993.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

Naar boven