27 858 Gewasbeschermingsbeleid

Nr. 415 BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 11 december 2017

Uw Kamer is op 10 juli jl. geïnformeerd over de voorstellen van de Europese Commissie (EC) aan de lidstaten om het gebruik van de werkzame stoffen imidacloprid, clothianidin en thiamethoxam (allen neonicotinoiden) aan te scherpen (Kamerstuk 27 858, nr. 396). Dit voorstel leidt ertoe dat deze werkzame stoffen alleen in kassen toegepast mogen worden.

Het voorstel leidde tot vragen van de verschillende lidstaten. Ook Nederland heeft vragen gesteld aan de EC, namelijk het verzoek om rekening te houden met hoogwaardige coatings- en zaaitechnieken en met de risico’s van alternatieve werkzame stoffen. Bovendien heeft Nederland de EC gevraagd het nieuwe richtsnoer voor de beoordeling van risico’s voor bijen zo snel mogelijk vast te stellen (Kamerstuk 27 858, nr. 396).

De EC heeft aangegeven bij de beoordeling van werkzame stoffen geen rekening te kunnen houden met de mogelijke impact van alternatieven voor deze stoffen. Wat betreft het richtsnoer voor de beoordeling van risico’s voor bijen werkt de EC aan een aangepast voorstel, dat zij de lidstaten begin volgend jaar zal voorleggen. Wat betreft de hoogwaardige coatings- en zaadtechnieken geeft de EC aan dat er zich alsnog risico’s kunnen voordoen in bij-aantrekkelijke volggewassen. Naar verwachting zal begin 2018 door EFSA nadere informatie volgen over de zaad- en granulaattoepassingen van deze werkzame stoffen.

Gelet op bovenstaande vind ik het prematuur om dit voorstel nu te bespreken. Een eventuele stemming is wat mij betreft ontijdig. Ik blijf aandringen op uitstel van stemming tot alle informatie beschikbaar is. Indien de EC toch tot stemming wil overgaan zie ik mij om genoemde procedurele redenen genoodzaakt te onthouden van stemming.

Glyfosaat

Ik wil van de gelegenheid gebruik maken uw Kamer te informeren over het afronden van de besluitvorming in de Europese Unie over de werkzame stof glyfosaat op 27 november jl. Lidstaten hebben ingestemd met hernieuwde goedkeuring van glyfosaat voor een periode van vijf jaar. Het goedkeuringsbesluit voor glyfosaat, dat op 16 december in werking treedt, bevat enkele nieuwe aanvullende voorwaarden:

  • Lidstaten moeten bij de (her)beoordeling van toelatingen voor glyfosaathoudende middelen bijzondere aandacht besteden aan de volgende aspecten en hiervoor, indien nodig, risicobeperkende maatregelen opnemen in de toelatingsvoorwaarden. Hier zal het Ctgb in Nederland uitvoering aan geven. Conform procedure moeten alle bestaande toelatingen voor glyfosaat binnen een jaar zijn aangepast aan het goedkeuringsbesluit. Deze aspecten zijn:

    • de bescherming van het grondwater in kwetsbare gebieden, met name bij niet voor gewassen bestemde toepassingen;

    • de bescherming van de toedieners en particuliere gebruikers;

    • het risico voor gewervelde landdieren en niet tot de doelsoorten behorende landplanten;

    • het risico voor de diversiteit en populatieomvang van niet tot de doelgroep behorende terrestrische geleedpotigen en vertebraten via trofische interacties;

    • toepassing van goede landbouwpraktijken bij gebruik vóór de oogst.

  • Daarnaast moeten lidstaten moeten ervoor zorgen dat het gebruik van glyfosaat houdende middelen tot een minimum wordt beperkt in specifieke gebieden als parken, sport- en recreatieterreinen. Hiertoe zijn door het Ministerie van IenW al maatregelen getroffen. Per november 2017 geldt in Nederland een verbod op professioneel gebruik van gewasbeschermingsmiddelen op alle terreinen buiten de landbouw. Ter bescherming van particuliere gebruikers heeft het Ministerie IenW een «Green Deal Verantwoord Particulier gebruik» in uitvoering, waarin met onder meer retailpartijen wordt gewerkt aan het terugdringen van particulier middelengebruik in het algemeen.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, C.J. Schouten

Naar boven