Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 11 december 2017
Hierbij bericht ik uw Kamer naar aanleiding van uw verzoek van 8 november 2017, om
een reactie te geven op de brief van Experimental Toxicology Services Nederland BV
(ETS) van 22 oktober 2017 inzake het gebruik van neonicotinoïden in relatie tot insectensterfte.
In de brief wordt opgeroepen om de aangenomen moties van het lid Ouwehand (Kamerstuk
27 858, nr. 125 en nr. 155) voor een algeheel verbod op de neonicotinoïden ten uitvoer te brengen. Hierover
is uw Kamer op 17 april 2014 geïnformeerd (Kamerstuk 27 858, nr. 264), waarbij is aangegeven dat de moties vanuit juridisch oogpunt niet uitvoerbaar zijn.
Verder wordt in de brief van ETS gerefereerd aan de publicatie The systemic insecticides: a disaster in the making (Tennekes, 2010). Dit onderzoek is, waar relevant, meegenomen binnen de Nederlandse
herbeoordeling van neonicotinoïden in 2011. Hierover is uw Kamer op 14 juli 2011 geïnformeerd
(Kamerstuk 32 372, nr. 57).
Daarnaast wordt in de brief gerefereerd aan het Duits-Nederlandse onderzoek over de
sterke achteruitgang van insecten in Duitse natuurgebieden (Hallmann et al. 2017).
Dit onderzoek bevat zorgelijke informatie. Ik wil eerst een goed beeld krijgen van
de Nederlandse situatie: teruggang, oorzaken, mogelijke oplossingen, samen met de
betrokken organisaties. Ik zal hier vervolgens ook samen met andere partijen naar
handelen. Hierover heb ik uw Kamer op 20 november 2017 geïnformeerd (Kamerstuk 33 576, nr. 117).
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
C.J. Schouten