Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2012-2013 | 27858 nr. 118 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2012-2013 | 27858 nr. 118 |
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 21 september 2012
In aansluiting op mijn brief van 6 september jl. (Kamerstuk 27 858, nr. 117) informeer ik u hierbij over de stand van zaken rond een aantal recente vondsten van schadelijke organismen in planten. Het betreft
1. vondst van de Aziatische boktor in Winterswijk
2. vondst van een Aziatische boktor in Farmsum
3. vondst van een Oost-Aziatische boktor in Duitsland
4. vondst van een Apriona boktor in Rotterdam
5. de vondst van de paprika snuitkever in het Westland
6. vondsten van nematoden in schors en verpakkingshout uit Portugal
7. maatregelen ter bestrijding van bruinrot als gevolg van wateroverlast in aardappelpootgoedgebied Friesland.
In aansluiting op mijn brief van 6 september jl. kan ik u melden dat de surveys in het afgebakende gebied (1 km rond de vondst van de met de boktor besmette boom) volledig zijn afgerond en dat daarbij geen symptomen van de boktor zijn aangetroffen. De overgebleven waardplanten worden in de tweede helft van oktober verwijderd. Ik ben in overleg met de gemeente en de boomkwekerijsector over de levering van vervangende beplanting voor de particuliere tuinen waar bomen en struiken verwijderd zijn. De herplant is begin november voorzien.
Naar aanleiding van de in de brief van 6 september jl. vermelde vondst van een Aziatische boktor bij een particulier in Farmsum in verpakkingshout, geleverd door een bedrijf uit Delfzijl heeft de NVWA traceringsonderzoek uitgevoerd. Het hout dat door het bedrijf is afgeleverd aan andere particulieren is opgehaald en onderzocht, net als de nog op het bedrijf aanwezige voorraad verpakkingshout. Hierbij zijn enkele dode kevers van de Aziatische boktor aangetroffen. Het geïnspecteerde hout is inmiddels vernietigd. Met het bedrijf is afgesproken dat tenminste tot eind 2012 al het verpakkingshout dat nog binnenkomt uit China zal worden vernietigd.
Aangezien het gaat om een geïsoleerde vondst van slechts één levende kever en er verder geen symptomen van de boktor zijn aangetroffen is er geen aanleiding om verdere maatregelen te treffen.
Naar aanleiding van de vondst in Duitsland van een kever en uitvlieggat van de Oost-Aziatische boktor in een pseudo-bonsai boom in een door een Nederlandse transporteur afgeleverde zending (zie de brief van 6 september jl.) heeft de NVWA traceringsonderzoek uitgevoerd naar de herkomst. De besmette boom blijkt deel uit te maken van een partij van 5 pseudo-bonsai bomen die in februari 2009 illegaal zijn geïmporteerd uit China door een bedrijf in Andel, dat inmiddels failliet is. De bomen hebben sindsdien in een afgesloten kas gestaan waar geen andere waardplanten aanwezig waren. Een tweede boom uit deze partij is als vervanging afgeleverd aan dezelfde Duitse afnemer, nadat de eerste afgeleverde boom besmet bleek te zijn. De overige 3 bomen uit de partij zijn door de NVWA vastgelegd en onderzocht. Bij 2 van de 3 bomen zijn daarbij uitvlieggaten van de Oost-Aziatische boktor aangetroffen. Op grond van onderzoek is vast komen te staan dat de uitvlieggaten dateren van vóór 2009, dus in elk geval vóór het moment van import uit China. Er is daarmee geen noodzaak om een gebied af te bakenen en geen aanleiding om verdergaande maatregelen te treffen. Ik heb de Europese Commissie geïnformeerd over het traceringsonderzoek en het resultaat daarvan.
Op 13 september jl. is tijdens een reguliere verpakkingshoutinspectie een volwassen kever van de boktor Apriona germari aangetroffen bij een bedrijf in Rotterdam in een zending verpakkinghout met graniet afkomstig uit China. Een deel van het verpakkingshout was, blijkens het op het hout aanwezige merkteken, afkomstig van een bedrijf in China, waarvan reeds eerder dit jaar verpakkingshout met boktorlarven is aangetroffen. Dit vormt wederom een aanwijzing dat het verpakkingshout op het betreffende bedrijf in China geen adequate behandeling heeft ondergaan. De kratten met dit merkteken zullen worden geretourneerd, vernietigd of zullen een behandeling moeten ondergaan. De overige op het bedrijf aanwezige kratten (in totaal betreft het 976 kratten) worden geïnspecteerd en kunnen worden vrijgegeven als er daarbij geen schadelijke organismen worden gevonden.
Naar aanleiding van de aanhoudende onderscheppingen van schadelijke organismen in verpakkingshout afkomstig uit China heb ik Eurocommissaris Dalli per brief gevraagd om bij de betreffende Aziatische landen nogmaals aan te dringen op spoedige verbetering van de situatie en op betere garanties dat verpakkingshout vóór import in de EU effectief is behandeld. Daarnaast heb ik gevraagd om in overleg met lidstaten te bezien welke maatregelen genomen kunnen worden om het risico te beperken. Als er niet op korte termijn verbetering optreedt in de situatie overweeg ik tijdelijke nationale vrijwaringsmaatregelen te treffen. Ik zal dit punt ook opbrengen tijdens de Landbouw- Visserijraad op 24/25 september a.s..
In vervolg op mijn brief d.d. 6 september jl. kan ik melden dat het plantmateriaal en groeimedium op de 4 bedrijven in het Westland waar de paprika snuitkever is aangetroffen is afgevoerd en dat de kassen zijn schoongemaakt. Na een quarantaine periode kunnen de kassen weer worden vrijgegeven. Controles om vast te stellen dat de kever inderdaad niet meer aanwezig is zijn gaande.
De NVWA gaat ervan uit dat het om een lokale uitbraak gaat die zich op meerdere bedrijven heeft gemanifesteerd.
Overigens heeft tracering naar de herkomst van de besmetting nog geen resultaat opgeleverd. Naar aanleiding van levering van Spaanse paprika’s aan een van de getroffen bedrijven hebben de Spaanse fytosanitaire autoriteiten nader onderzoek uitgevoerd bij leveranciers, maar hierbij is de snuitkever tot dusver niet aangetroffen. Het is ook mogelijk dat de snuitkever is meegelift met plantaardig materiaal dat is geïmporteerd uit Midden-Amerika, waar deze snuitkever voorkomt. Om die reden worden de komende tijd inspecties uitgevoerd bij bedrijven die deze producten importeren.
Om zeker te stellen dat de snuitkever niet meer aanwezig is zullen de komende tijd in het 1000-meter gebied rond de getroffen bedrijven verschillende surveys worden uitgevoerd door de NVWA. Zo zullen in de buitenlucht rond de 4 bedrijven feromoonvallen worden opgehangen. Verder zullen bij alle paprikabedrijven in het 1 000 meter gebied voorafgaand aan en direct na de teeltwisseling feromoonvallen opgehangen worden. Daarnaast zullen inspecties worden uitgevoerd bij bedrijven in het gebied die andere waardplanten telen, bv. aubergine, tomaat en sierteeltgewassen van het geslacht Solanaceae. Ook bij sorteer- en pakstations van paprika en peper in het 1 000 meter gebied en bij bedrijven in dit gebied die plantaardig materiaal uit Midden-Amerika importeren worden de komende tijd inspecties uitgevoerd.
Verder zal bij ca. 100 paprikabedrijven in de rest van Nederland rondom de teeltwisseling gecontroleerd worden door middel feromoonvallen. In de rest van Nederland zullen de komende tijd ook inspecties worden uitgevoerd bij een steekproef van sorteer- en pakstations van paprika en peper en bij importeurs van producten uit Midden Amerika.
Sectororganisaties hebben in samenspraak met de NVWA een protocol «Schone start» ontwikkeld, met acties die paprikatelers uit voorzorg kunnen ondernemen, aanvullend op de hiervoor genoemde inspecties en controles met feromoonvallen door de NVWA, zoals het goed verwijderen van gewasresten en het schoonmaken van de kas. Dit om zeker te stellen dat de kas schoon is en om eventuele problemen bij de nieuwe teelt te voorkomen. Teeltbedrijven van paprika en peper in het 1 000 meter gebied worden door de sectororganisaties dringend geadviseerd het protocol te volgen. De verantwoordelijkheid voor de juiste uitvoering van deze preventieve acties en voor de naleving van het protocol ligt bij de telers en de sectororganisaties.
Op 13 september jl. is bij een bedrijf in Oosterhout een vondst gedaan van het zeer schadelijke dennenhoutaaltje (Bursaphelenchus xylophilus) in verpakkingshout uit Portugal. Sinds het voorjaar 2012 zijn in Nederland, en ook in andere lidstaten, al meerdere vondsten gedaan van aan het dennenhoutaatlje verwante nematoden (B. fungivorus en B. sexdentati) in zendingen schors afkomstig uit Portugal. Deze vondsten duiden erop dat het materiaal in Portugal niet de vereiste behandeling heeft ondergaan, dan wel dat deze behandeling onvoldoende effectief is geweest. Zendingen afkomstig van de betreffende leveranciers worden daarom vastgelegd en bemonsterd. In geval van een besmetting moet het materiaal worden geretourneerd, vernietigd of alsnog worden behandeld.
Het dennenhoutaaltje (Bursaphelenchus xylophilus) is vermeld als schadelijk organisme in de EU Fytorichtlijn. Het organisme heeft inmiddels zeer veel schade aangericht in met name Portugal, waar grootschalige kaalkap van bosgebieden heeft moeten plaatsvinden om het aaltje te bestrijden. Voor Portugal en Spanje gelden sinds enige tijd noodmaatregelen om het organisme te bestrijden. In juni jl. is in het Permanent Fytosanitair Comité besloten over uitbreiding van deze noodmaatregelen naar de hele EU.
Het aantreffen van met nematoden besmet materiaal uit Portugal is een zeer zorgelijke ontwikkeling vanwege het risico op insleep en uitbraken van het dennenhoutaaltje in Nederland. Wanneer het dennenhoutaaltje in een Nederlandse boom wordt aangetroffen moeten er, in het kader van de nieuwe EU-noodmaatregelen, ingrijpende uitroeiingmaatregelen worden getroffen, waaronder kaalkap.
In het Permanent Fytosanitair Comité hebben diverse lidstaten, waaronder Nederland, hun zorgen geuit over deze ontwikkeling. Daarnaast heb ik zowel bij de Europese Commissie als bij mijn Portugese collega aangedrongen op spoedige verbetering van de situatie en betere garanties dat schors en hout uit Portugal een adequate behandeling hebben ondergaan.
Op 31 augustus jl. is een groot deel van het aardappelpootgoed gebied in Friesland overstroomd als gevolg van wateroverlast door hevige regenval. Daarmee is risico op besmetting met de bruinrotbacterie (Ralstonia solanacearum) ontstaan. Deze bacterie is vermeld als schadelijk organisme in de EU Fytorichtlijn. (Richtlijn 2000/29/EG). Daarnaast is de bestrijdingsrichtlijn voor bruinrot (richtlijn 98/57/EG, hierna genoemd: «Bruinrotrichtlijn») van toepassing, met daarin nadere bepalingen gericht op het voorkomen van introductie en verspreiding van het organisme. Bruinrot vormt een grote bedreiging voor de (poot)aardappelteelt. Vanwege het risico op aantasting door bruinrot geldt er sinds 2005 in heel Nederland een verbod op het gebruik van oppervlaktewater bij de pootgoedteelt.
Omdat bij overstroming het risico bestaat dat pootaardappelen in aanraking komen met oppervlaktewater heeft de NVWA maatregelen getroffen om verspreiding van de eventueel in het water aanwezige bruinrotbacterie te voorkomen. Zo is er onmiddellijk een tijdelijk rooiverbod ingesteld en worden op basis van inventarisatie door de getroffen telers de overstroomde percelen (of delen daarvan) door de NVWA en NAK in kaart gebracht en afgebakend.
De oogstbare partijen pootgoed afkomstig van deze (delen van) percelen verliezen in elk geval de pootgoedstatus en mogen alleen als consumptie- of industrieaardappelen en onder toezicht van de NVWA worden afgezet.
Daarnaast vindt er onderzoek plaats naar aanwezigheid van bruinrot. Indien er daarbij een besmetting wordt vastgesteld moeten de pootaardappelen op het bedrijf worden vernietigd, worden er beperkingen opgelegd ten aanzien van de pootaardappelteelt op het perceel en geldt er voor het bedrijf verscherpt toezicht gedurende meerdere jaren.
De niet overstroomde perceelsdelen kunnen na inspectie van NVWA/NAK worden vrijgegeven, zodat er weer gerooid kan worden.
Het gaat om een gebied met ca. 120 pootgoedtelers, waarbinnen ca. 2000 ha. pootgoed wordt geteeld. De meeste percelen zijn niet geheel maar gedeeltelijk overstroomd, soms alleen hoeken en randen. Sectororganisaties zijn ingelicht over de situatie en er is een voorlichtingsbijeenkomst gehouden voor telers in het gebied.
De NVWA is momenteel druk bezig met het opleggen van beschikkingen op de overstroomde perceelsdelen en met het toezicht op de opgelegde maatregelen. De totale afwikkeling zal naar verwachting nog enkele maanden in beslag nemen.
Op dit moment bestaat er nog geen beeld van de schade voor pootgoedtelers als gevolg van de overstroming. Schade als gevolg van door de NVWA opgelegde maatregelen ter bestrijding van o.a. bruinrot wordt onder voorwaarden gedekt door een verzekeraar, voor zover de aardappelen oogstbaar en verhandelbaar zijn. Schade aan overstroomde percelen waarop geen fytosanitaire maatregelen zijn opgelegd of verrotte aardappelen komen niet voor vergoeding in aanmerking. Het risico op schade als gevolg van door de NVWA opgelegde fytosanitaire maatregelen valt binnen het kader van de Plantenziektenwet onder het normale ondernemersrisico. Telers met schade die niet gedekt is vanuit de verzekering komen dan ook niet voor een tegemoetkoming van de overheid in aanmerking.
De staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, H. Bleker
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-27858-118.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.