27 853
Herintredende vrouwen

nr. 6
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 19 augustus 2004

Op 20 december 2002 (27 223 nr. 34) bent u geïnformeerd over de resultaten van de inspanningen voor het vinden van doorstartmogelijkheden voor de destijds in staat van faillissement verkerende Stichting Vrouwenvakscholen Groep Nederland (de VVS). Deze inspanningen waren mede een vervolg op de gewijzigde aangehouden motie (27 223 nr. 27), waarin de regering werd verzocht om in overleg met de Vrouwenvakscholen de mogelijkheid van een doorstart te bekijken.

In bovengenoemde brief (27 223 nr. 34) is u medegedeeld, dat inmiddels zekerheid was verkregen over voortzetting van de activiteiten van de Stichting VVS. Er was overeenstemming bereikt met het reïntegratiebedrijf Calder Groep BV (de Calder Groep) over de doorstart en overname van activiteiten van de VVS per 1 januari 2003. Ten behoeve van deze overname is een eenmalige subsidie van € 900 000 ter beschikking gesteld.

Naar aanleiding van de bezorgdheid bij uw Kamer, geuit tijdens het Algemeen Overleg over herintredende vrouwen op 1 oktober 2003, over het eventuele verlies van de expertise van de Vrouwenvakscholen ( 27 853 nr. 4), heeft mijn voorganger, de heer Rutte, bericht dat hij op grond van de ontwikkelingen na de overname door de Calder Groep, vooralsnog geen aanleiding zag voor ongerustheid. Daarbij is toegezegd dat na de vaststelling van de subsidie op de ontwikkelingen in de doorstart terug zou worden gekomen. Voorts is aan uw Kamer op 12 december 2003 een afschrift van de antwoordbrief van mijn voorganger aan de Stichting VAM (Vrouwen en Arbeidsmarkt van de Vrouwenbond FNV) gezonden. De VAM beklaagde zich over het gebrek aan overleg met de Calder Groep en de wijze waarop het concept VVS door de Calder Groep (in het bedrijfsonderdeel Capabel Vrouwenvakschool) werd vormgegeven.

Inmiddels is de eindverantwoording en verslaglegging van de Calder Groep ontvangen en de subsidie vastgesteld. De Calder Groep heeft voldaan aan de subsidievoorwaarden, waaronder de voorwaarde dat de overname is gericht op duurzame continuering met ingang van 1 januari 2003 van de Vrouwenvakscholen als geheel.

Dit komt tot uitdrukking in:

• De Capabel Onderwijsgroep BV heeft het opleidingenaanbod qua inhoud en omvang gehandhaafd voor zowel de op het moment van faillissement zittende als nieuwe cursisten.

• De Capabel Onderwijsgroep BV heeft ten minste 80% van het door de VVS voorziene structurele personeelsbestand in dienst genomen.

• De Capabel Onderwijsgroep BV heeft de landelijke dekking voortgezet door in de vijf vestigingsplaatsen van VVS ten minste vier vestigingen te handhaven.

Verder blijkt uit de eindrapportage van de Calder Groep dat in 2003 612 cursisten hebben deelgenomen aan voortgezette en opnieuw opgestarte VVS opleidingen. De doelgroep is nog steeds vrouwen met een afstand tot de arbeidsmarkt, waarvan allochtone vrouwen nog steeds een belangrijk deel uitmaken. In 2003 was het percentage allochtone vrouwen in opleidingen 38%. De gemeenten waren in 2003 de belangrijkste opdrachtgevers van de Vrouwenvakscholen. Reïntegratiebedrijven volgen als tweede belangrijke opdrachtgever. De verkoop van taalopleidingen en portfolio (dit zijn aanvullende trajecten of trajectonderdelen gericht op houding, gedrag, opvoeding, sollicitatie, sociale vaardigheden etc.) was boven verwachting.

Wat betreft de duurzame continuering heeft de Calder Groep geen plannen om het onderdeel Vrouwenvakscholen af te stoten. Voor de Calder Groep blijft de Vrouwenvakscholen in potentie een interessant concept om in hun aanbod te houden.

Op basis van het bovenstaande concludeer ik dat de overname en doorstart van de VVS door de Capabel Onderwijsgroep BV conform de afspraken met uw Kamer is verlopen.

De Staatsecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

H. A. L. van Hoof

Naar boven