Kamerstuk
| Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer | Datum ontvangst |
|---|---|---|---|---|
| Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2001-2002 | 27848 nr. 6 |
Authentieke versie (PDF)
Informatie
Gerelateerd
Printen
Delen
27 848
Wijziging van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek,
gericht op vermindering en vereenvoudiging van regelgeving en op verdere zelfregulering
in het hoger onderwijs
nr. 6
NOTA VAN WIJZIGING
Ontvangen 22 november 2001
In het wetsvoorstel worden de volgende wijzigingen aangebracht:
Artikel I, onderdeel U, wordt als volgt gewijzigd:
1. In artikel 2.21, eerste lid, onder a, wordt «aangewezen instellingen van wetenschappelijk onderwijs» vervangen door: aangewezen universiteiten.
2. In artikel 2.21, vijfde lid, wordt «een instelling van wetenschappelijk onderwijs» vervangen door: een universiteit.
Artikel I, onderdeel AAA, wordt als volgt gewijzigd:
1. In artikel 7.18a, eerste lid, wordt «168 punten» vervangen door: 168 studiepunten.
2. In artikel 7.18a, vijfde lid, eerste volzin, wordt na «vierde lid» een komma geplaatst.
In Artikel I, onderdeel HHH, wordt in de aanhef van artikel 7.49, vijfde lid, «een of meer van de volgende redenen voor het beëindigen van de inschrijving aanvoert» vervangen door: zich een of meer van de volgende redenen voor het beëindigen van de inschrijving voordoen.
In Artikel I, onderdeel RRR, wordt het tweede lid vervangen door:
2. Het vijfde lid wordt vernummerd tot zesde lid. Ingevoegd wordt een nieuw vijfde lid, luidende:
5. In het zesde lid wordt na «Op de besluiten» ingevoegd: van organen.
In Artikel I, onderdeel QQQQ, wordt in artikel 16.2 het lidwoord «de» voor «artikel 7.4» geschrapt.
In Artikel I, onderdeel QQQQ, wordt na artikel 16.11 een artikel 16.11a ingevoegd, luidende:
Artikel 16.11a. Verticale onderwijsgemeenschap bij Hogeschool Haarlem
Op de beroepsopleidingen, bedoeld in artikel 12.3.9, eerste lid, van de Wet educatie en beroepsonderwijs, die door de bijzondere hogeschool te Haarlem worden verzorgd, blijft artikel E.65, tweede lid, van de Invoeringswet W.H.B.O. van toepassing.
Artikel I, onderdeel RRRR, wordt als volgt gewijzigd:
1. In de artikelen 17.5, eerste lid, en 17.6, eerste lid, wordt «Stb. 332» telkens vervangen door: Stb. 223.
2. In het opschrift van artikel 17.8 wordt «artikelen 7.4» vervangen door: artikel 7.4.
Artikel I, onderdeel SSSS, wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eenentwintigste lid wordt na het opschrift van artikel 16.11 ingevoegd:
Artikel 16.11a. Verticale onderwijsgemeenschap bij Hogeschool Haarlem
2. In het eenentwintigste lid wordt in het opschrift van artikel 17.8 «artikelen 7.4 en 4.8» vervangen door: artikel 7.4.
Na Artikel III wordt een Artikel IIIa ingevoegd, luidende:
Artikel 2.11 van de Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten wordt gewijzigd als volgt:
1. De onderdelen a en b van het eerste lid komen te luiden:
a. aan een in de bijlage van de WHW opgenomen universiteit of hogeschool, of
b. door een instelling die een lerarenopleiding verzorgt ten aanzien waarvan artikel 6.5, tweede lid, is toegepast.
2. Aan het slot van onderdeel a van het tweede lid wordt toegevoegd: of.
3. In het tweede lid, onder b wordt «de artikelen 6.5, derde lid, of 6.10, derde lid, van de WHW is toegepast, of» vervangen door: artikel 6.10, tweede lid, van de WHW is toegepast.
4. Onderdeel c vervalt.
Artikel XXI wordt vernummerd tot Artikel XXII. In de plaats van Artikel XX worden de nieuwe Artikelen XX en XXI ingevoegd, luidende:
Indien het bij koninklijke boodschap van 13 september 2001 ingediende voorstel van wet tot wijziging van onder meer de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek in verband met de invoering van accreditatie in het hoger onderwijs (Kamerstukken II 2000/01, 27 920, nr. 2) tot wet is verheven en in werking is getreden voordat deze wet in werking is getreden, wordt deze wet als volgt gewijzigd:
Artikel I, onderdeel E, wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste en tweede lid van artikel 1.10 worden de onderdelen d tot en met k telkens verletterd tot e tot en met l. In deze beide leden wordt telkens een nieuw onderdeel d ingevoegd, luidende:
d. de artikelen 5a.9, 5a.11, 5a.12 en 5a.15,.
2. In onderdeel e van het eerste en tweede lid van artikel 1.10 wordt «artikelen 6.2» telkens vervangen door: artikelen 6.2, 6.2a.
Artikel I, onderdelen CC en DD, vervalt.
Artikel I, onderdeel EE, komt te luiden:
Aan artikel 6.5 wordt een derde lid toegevoegd, luidende:
3. Het tweede lid is van overeenkomstige toepassing, indien de Informatie Beheer Groep toepassing heeft gegeven aan artikel 6.15, tweede lid, onder c.
Artikel I, onderdeel FF, vervalt.
In Artikel I, onderdeel LL, worden in artikel 6.13, vijfde lid, de onderdelen c tot en met j verletterd tot d tot en met k. Ingevoegd wordt een nieuw onderdeel c, luidende:
c. of de opleiding is geaccrediteerd dan wel de toets nieuwe opleiding met positief gevolg heeft ondergaan alsmede de geldigheidsduur daarvan,.
In Artikel I, onderdeel MM, wordt artikel 6.14 als volgt gewijzigd:
1. In het tweede lid wordt «van het in artikel 6.3, eerste of tweede lid, bedoelde oordeel van de commissie» vervangen door: van het verslag, bedoeld in artikel 6.2, tweede lid, van een uitspraak van de geschillencommissie, bedoeld in artikel 6.2a, of van een rechterlijke uitspraak.
2. Het vierde tot en met zevende lid vervallen.
Artikel I, onderdeel NN, komt te luiden:
Na artikel 6.14 wordt een artikel 6.14a ingevoegd, luidende:
Artikel 6.14a. Procedure bij registratie van wijzigingen
1. Naar aanleiding van een aanmelding wijzigt de Informatie Beheer Groep het register, bedoeld in artikel 6.13, overeenkomstig de door het instellingsbestuur verstrekte gegevens binnen twee weken na ontvangst van de aanmelding.
2. De Informatie Beheer Groep laat toepassing van het eerste lid achterwege, indien Onze minister van oordeel is dat de aanmelding een herziening van de indeling van een opleiding in het register betreft die in redelijkheid niet passend is.
3. Indien Onze minister overweegt toepassing te geven aan het tweede lid, doet hij daarvan onverwijld mededeling aan het instellingsbestuur.
4. Onze minister kan binnen acht weken na ontvangst van de aanmelding ingevolge het tweede lid besluiten dat wijziging van het register, overeenkomstig de door het instellingsbestuur verstrekte gegevens, achterwege blijft.
5. Blijft toepassing van het vierde lid achterwege, dan wijzigt de Informatie Beheer Groep het register onverwijld overeenkomstig de door het instellingsbestuur verstrekte gegevens.
Artikel I, onderdeel OO, wordt artikel 6.15 als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt «artikel 6.13, vijfde lid, onder j» vervangen door: artikel 6.13, vijfde lid, onder k.
2. De onderdelen b en c van het tweede lid worden verletterd tot c en d. Ingevoegd wordt een nieuw onderdeel b, luidende:
b. de termijn, bedoeld in de artikelen 5a.12, eerste, vierde of vijfde lid, of 5a.15, tweede lid, is verstreken,.
Artikel I, onderdeel PP, wordt als volgt gewijzigd:
1. Het eerste lid vervalt.
2. Het tweede lid wordt vernummerd tot eerste lid en komt te luiden:
1. De laatste volzin van het vierde lid vervalt.
3. Het derde lid wordt vernummerd tot tweede lid.
Artikel I, onderdeel NNNN, komt als volgt te luiden:
In artikel 14.1, tweede lid, vervallen de onderdelen c en e. Onderdeel d wordt verletterd tot onderdeel c. De onderdelen f en g worden verletterd tot de onderdelen d en e.
Artikel I, onderdeel RRRR, wordt als volgt gewijzigd:
1. Hoofdstuk 18 vervalt.
2. De aanhef en «Hoofdstuk 17. Overgangs- en invoeringsbepalingen wijzigingswetten» wordt vervangen door:
Hoofdstuk 17 wordt als volgt gewijzigd:
1. Titel 1 wordt vernummerd tot titel 10. Het opschrift daarvan komt te luiden: TITEL 10. WET VAN ... 2001 (Stb. ).
2. De artikelen 17.1 tot en met 17.7 worden vernummerd tot 17.13 tot en met 17.19.
3. In artikel 17.15, tweede lid, wordt «artikel 17.2» vervangen door: artikel 17.14.
4. Voorafgaand aan titel 10 worden ingevoegd de titels 1 tot en met 9, luidende:.
Na Artikel I, onderdeel RRRR, wordt een onderdeel RRRRa ingevoegd, luidende:
Na hoofdstuk 17 wordt een hoofdstuk 18 toegevoegd, luidende:
Deze wet wordt aangehaald als: Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek.
Artikel I, onderdeel SSSS, wordt als volgt gewijzigd:
1. Het achtste tot en met elfde lid vervallen.
2. Het vijftiende lid komt te luiden:
15. Na het opschrift van artikel 6.14 wordt ingevoegd:
Artikel 6.14a. Procedure bij registratie van wijzigingen.
3. In de aanhef van het eenentwintigste lid wordt «van hoofdstuk 16» vervangen door: van de hoofdstukken 16 en 17. Aan het slot vervallen «HOOFDSTUK 18» en «artikel 18.1», alsmede de opschriften.
4. Toegevoegd wordt een tweeëntwintigste lid, luidende:
22. Na het opschrift van artikel 17.12 wordt toegevoegd:
TITEL 10. WET VAN ... 2001 (STB. ...)
Artikel 17.13. Overgangsrecht begroting accreditatieorgaan
Artikel 17.14. Overgangsrecht accreditatieplicht in het hoger onderwijs
Artikel 17.15. Aanpassing CROHO
Artikel 17.16. Overgangsrecht onderzoek op grond van artikel 1.18, tweede lid
Artikel 17.17. Overgangsrecht adviescommissie onderwijsaanbod
Artikel 17.18. Bezwaar en beroep
Artikel 17.19. Evaluatie accreditatie in het hoger onderwijs.
5. Toegevoegd wordt een drieëntwintigste lid, luidende:
23. Na het opschrift van artikel 17.19 wordt toegevoegd
Artikel III, onderdeel A, wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt «onderdeel a» vervangen door: het eerste lid, onderdeel a,.
2. In het tweede lid wordt «onderdeel b» vervangen door: het eerste lid, onderdeel b,.
Artikel III, onderdeel B, wordt als volgt gewijzigd:
1. Het derde e vierde lid worden vernummerd tot vierde en vijfde lid. Ingevoegd wordt een nieuw derde lid, luidende:
3. In het tweede lid wordt «onderdelen a en c» vervangen door: onderdeel a.
2. In het vijfde lid wordt «onderdeel b van het tweede lid» vervangen door: onderdeel b van het derde lid.
Indien dit wetsvoorstel tot wet is verheven en in werking is getreden voordat het bij koninklijke boodschap van 13 september 2001 ingediende voorstel van wet tot wijziging van onder meer de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek in verband met de invoering van accreditatie in het hoger onderwijs (Kamerstukken II 2000/01, 27 920, nr. 2) tot wet is verheven en in werking is getreden, wordt die wet als volgt gewijzigd:
Na Artikel I, onderdeel B, wordt een onderdeel Ba ingevoegd, luidende:
Artikel 1.10 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste en twee lid worden de onderdelen d tot en met k telkens verletterd tot e tot en met l. In deze beide leden wordt telkens een nieuw onderdeel d ingevoegd, luidende:
d. de artikelen 5a.9, 5a.11, 5a.12 en 5a.15,.
2. In onderdeel e van het eerste en tweede lid wordt «artikelen 6.2» telkens vervangen door: artikelen 6.2, 6.2a.
In Artikel I, onderdeel I, wordt aan artikel 6.5 een derde lid toegevoegd, luidende:
3. Het tweede lid is van overeenkomstige toepassing, indien de Informatie Beheer Groep toepassing heeft gegeven aan artikel 6.15, tweede lid, onder c.
Artikel I, onderdeel K, vervalt.
Artikel I, onderdeel N, komt te luiden:
In artikel 6.13, vijfde lid, worden de onderdelen c tot en met j verletterd tot d tot en met k. Ingevoegd wordt een nieuw onderdeel c, luidende:
c. of de opleiding is geaccrediteerd dan wel de toets nieuwe opleiding met positief gevolg heeft ondergaan alsmede de geldigheidsduur daarvan,.
Artikel I, onderdeel O, komt te luiden:
Artikel 6.14 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het tweede lid, eerste volzin wordt «van het in artikel 6.3, eerste of tweede lid, bedoelde oordeel van de commissie» vervangen door: van het verslag, bedoeld in artikel 6.2, tweede lid, van een uitspraak van de geschillencommissie, bedoeld in artikel 6.2a of van een rechterlijke uitspraak.
2. Het vierde tot en met zevende lid vervallen.
Na Artikel I, onderdeel O, wordt een onderdeel Oa ingevoegd, luidende:
De artikelen 6.14a tot en met 6.14d worden vervangen door:
Artikel 6.14a. Procedure bij registratie van wijzigingen
1. Naar aanleiding van een aanmelding wijzigt de Informatie Beheer Groep het register, bedoeld in artikel 6.13, overeenkomstig de door het instellingsbestuur verstrekte gegevens binnen twee weken na ontvangst van de aanmelding.
2. De Informatie Beheer Groep laat toepassing van het eerste lid achterwege, indien Onze minister van oordeel is dat de aanmelding een herziening van de indeling van een opleiding in het register betreft die in redelijkheid niet passend is.
3. Indien Onze minister overweegt toepassing te geven aan het tweede lid, doet hij daarvan onverwijld mededeling aan het instellingsbestuur.
4. Onze minister kan binnen acht weken na ontvangst van de aanmelding ingevolge het tweede lid besluiten dat wijziging van het register, overeenkomstig de door het instellingsbestuur verstrekte gegevens, achterwege blijft.
5. Blijft toepassing van het vierde lid achterwege, dan wijzigt de Informatie Beheer Groep het register onverwijld overeenkomstig de door het instellingsbestuur verstrekte gegevens.
Artikel I, onderdeel P, komt te luiden:
Artikel 6.15 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt «artikel 6.13, vijfde lid, onder j» vervangen door: artikel 6.13, vijfde lid, onder k.
2. De onderdelen b en c van het tweede lid worden verletterd tot c en d. Ingevoegd wordt een nieuw onderdeel b, luidende:
b. de termijn, bedoeld in de artikelen 5a.12, eerste, vierde of vijfde lid, of 5a.15, tweede lid, is verstreken,.
Artikel I, onderdeel Q, derde lid, komt als volgt te luiden:
3. De tweede volzin van het vierde lid vervalt.
Artikel I, onderdeel S, wordt als volgt gewijzigd:
1. De aanhef komt te luiden:
Na artikel 17.12 wordt een nieuwe titel toegevoegd, die luidt:.
2. De opschriften «HOOFDSTUK 17. OVERGANGS- EN INVOERINGSBEPALINGEN WIJZIGINGSWETTEN
TITEL 1. OVERGANGSRECHT WET VAN ....... HOUDENDE WIJZIGING VAN ONDER MEER DE WET OP HET HOGER ONDERWIJS EN WETENSCHAPPELIJK ONDERZOEK IN VERBAND MET DE INVOERING VAN ACCREDITATIE IN HET HOGER ONDERWIJS
worden vervangen door:
TITEL 10. WET VAN ... 2001 (Stb. ...).
3. De artikelen 17.1 tot en met 17.7 worden vernummerd tot 17.13 tot en met 17.19.
4. In artikel 17.15, tweede lid, wordt «artikel 17.2» vervangen door: artikel 17.14.
Artikel I, onderdeel T, wordt als volgt gewijzigd:
1. In het tweede lid vervalt «, 6.8».
2. In het derde lid wordt «ten aanzien van» vervangen door: aan.
3. Het zesde lid wordt vernummerd tot negende lid. Ingevoegd wordt een nieuw zesde en een zeven en achtste lid, luidende:
6. Het opschrift van artikel 6.14a komt te luiden: Hoofdregels procedure bij registratie van wijzigingen.
7. Het opschrift van artikel 6.14b komt te luiden: Procedure bij wijziging hoofdlijnen onderwijs- en examenregeling.
8. De opschriften van de artikelen 6.14b en 6.14d worden vervangen door: [vervallen].
4. Het negende lid komt te luiden:
9. Na het opschrift van artikel 17.12 wordt ingevoegd:
TITEL 10. WET VAN ..... 2001 (STB. ...)
Artikel 17.13. Overgangsrecht begroting accreditatieorgaan
Artikel 17.14. Overgangsrecht accreditatieplicht in het hoger onderwijs
Artikel 17.15. Aanpassing CROHO
Artikel 17.16. Overgangsrecht onderzoek op grond van artikel 1.18, tweede lid
Artikel 17.17. Overgangsrecht adviescommissie onderwijsaanbod
Artikel 17.18. Bezwaar en beroep
Artikel 17.19. Evaluatie accreditatie in het hoger onderwijs.
Artikel IV, onderdeel B, wordt als volgt gewijzigd:
1. Het tweede lid vervalt.
2. Het derde lid wordt vernummerd tot tweede lid. Daarin wordt «onderdelen a en c» vervangen door: onderdeel a.
Het tot Artikel XXII vernummerde Artikel XXI komt te luiden:
1. Deze wet treedt met uitzondering van de artikelen II, VIII, onderdeel B, en XI, onderdeel B, in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.
2. Artikel II, onderdeel A, treedt in werking met ingang van 1 september 2004.
3. Artikel II, onderdeel B, treedt in werking met ingang van 1 september 2005.
4. Artikel II, onderdeel C, treedt in werking met ingang van 1 september 2006.
5. De artikelen VIII, onderdeel B, en XI, onderdeel B, treden in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip dat voor ieder van de onderdelen verschillend kan worden gesteld.
Deze wijziging strekt ertoe de nog van de Wet op het wetenschappelijk onderwijs afkomstige terminologie (instelling van wetenschappelijk onderwijs) in het toegevoegde artikel 2.21 in overeenstemming te brengen met die van de WHW.
In deze onderdelen worden enige redactionele fouten hersteld.
In het geheel gewijzigde artikel 7.49 zijn de bijzondere redenen voor uitschrijving, die afkomstig zijn van artikel 7.42, thans opgenomen als bijzondere omstandigheden die tot spoedige terugbetaling van het collegegeld leiden. Door aanpassing van de aanhef van het vijfde lid wordt beter tot uitdrukking gebracht dat deze redenen objectiveerbaar moeten zijn. In de oorspronkelijk voorgestelde tekst leek het alsof de student deze bijzondere reden voor uitschrijving slechts behoefde aan te voeren.
De wet van 11 april 2001 (Stb. 207 – aanpassing onderwijswetten aan de 3e tranche van de Algemene wet bestuursrecht) heeft de redactie van artikel 8.1, vijfde lid, gewijzigd. Die redactie kan bij nader inzien in stand blijven. Dit wetsvoorstel beperkt zich wat dat artikellid betreft, dus tot vernummering tot zesde lid en tot een geringe nadere aanpassing.
Dit onderdeel beoogt de grondslag van de longitudinale onderwijsgemeenschappen van de opleidingen maatschappelijk werk en dienstverlening en personeel en arbeid, samen met de daarin opgenomen secundaire beroepsonderwijscomponenten, die de Hogeschool Haarlem in stand houdt, ook in de WHW te continueren. Artikel 12.3.9 van de Wet educatie en beroepsonderwijs handhaaft een overeenkomstige grondslag met het oog op de regeling van het secundaire beroepsonderwijs. Voor de Hogeschool Tilburg is eenzelfde voorziening inmiddels niet meer nodig, omdat die hogeschool zijn secundaire beroepsonderwijs heeft afgestoten.
In artikel 2.11 van de Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten dient eveneens een technische aanpassing plaats te vinden, die overeenkomt met de technische aanpassingen die de WSF 2000 volgens Artikel III van dit wetsvoorstel ondergaat. Daartoe strekt het ingevoegde Artikel IIIa.
Met dit onderdeel worden dit wetsvoorstel en het wetsvoorstel accreditatie onderling op elkaar afgestemd. De wijzigingen hebben dus betrekking op de situatie waarin beide wetsvoorstellen door de Staten-Generaal zijn aanvaard en tot wet zijn verheven.
Een dergelijke voorziening is nodig, omdat in beide wetsvoorstellen enige van dezelfde artikelen in de WHW worden gewijzigd en de behandeling van beide wetsvoorstellen in de Staten-Generaal in hoge mate parallel loopt. Zonder deze wijzigingsvoorstellen zou noch voor de volksvertegenwoordiging noch voor de regering voldoende controle op de tekstuele uitkomst van de beide wetstrajecten bestaan.
Inmiddels heeft de Tweede Kamer besloten enige voorrang te geven aan de mondelinge behandeling van het wetsvoorstel accreditatie. De agenda voorziet vooralsnog in een wetgevingsoverleg aangaande dit wetsvoorstel een week later dan dat van het wetsvoorstel accreditatie. Het ligt daarom voor de hand in dit wetsvoorstel de «afstemmingsoperatie» te verwoorden. Aldus bestaat bij de stemmingen over dit wetsvoorstel inzicht in de precieze uitkomsten van de behandeling van beide wetsvoorstellen. Eventuele amenderingen van één of beide wetsvoorstellen kunnen – zo nodig – ook in deze wijzigingsvoorstellen worden verdisconteerd.
De wijzigingen voorzien in twee «scenario's». Artikel XX regelt de situatie waarin de accreditatiewet als eerste in werking treedt. Artikel XXI voorziet in een gelijkluidende eindtekst van de WHW voor het geval dit wetsvoorstel als eerste in werking treedt. Het ligt overigens in de bedoeling de accreditatiewet als eerste te doen publiceren en kort voor dit wetsvoorstel in werking te laten treden. Mocht dat voornemen om welke reden dan ook niet kunnen worden verwezenlijkt, voor de na 31 augustus 2002 vigerende tekst van de WHW – hierop zijn de inspanningen immers gericht – maakt de volgorde geen wezenlijk verschil.
Omdat de eindtekst steeds dezelfde wordt, kan ik hierna de overeenkomstige aanpassingen steeds gezamenlijk nader toelichten.
Ofschoon het hier om een louter technische operatie gaat, wijs ik erop dat het vervallen van de artikelen 6.3 en 6.4 van de WHW volgens het wetsvoorstel accreditatie aanzienlijke (technische) gevolgen heeft voor de registratieprocedure zoals die volgens dit wetsvoorstel opnieuw is opgezet. Per saldo worden de voorschriften voor de registratieprocedure aanzienlijk uitgedund.
Artikelen XX en XXI, onderdelen A
In het wetsvoorstel accreditatie is een aanvulling van artikel 1.10 achterwege gelaten. In de beide onderdelen A wordt alsnog gepreciseerd welke aanvullingen van de WHW volgens het wetsvoorstel accreditatie zijn aan te merken als regels voor het openbaar onderwijs, respectievelijk bekostigingsvoorwaarden voor het bijzonder onderwijs.
Omdat volgens het wetsvoorstel accreditatie de artikelen 6.3 en 6.4 van de WHW komen te vervallen, vervalt de zin aan aanpassing van die artikelen volgens dit wetsvoorstel.
Artikelen XX en XXI, onderdeel C, resp. B
De wijzigingen van artikel 6.5 volgens beide wetsvoorstellen worden over en weer op elkaar afgestemd.
Artikelen XX en XXI, onderdeel D, resp. C
Door deze aanpassingen wordt voorkomen dat artikel 6.8 twee maal komt te vervallen. Een maal is voldoende.
Artikelen XX en XXI, onderdeel E, resp. D
Het vierde lid van artikel 6.13 wordt volgens dit wetsvoorstel gewijzigd en vernummerd tot vijfde lid. De voorgestelde onderdelen m en n van dat artikellid volgens het wetsvoorstel accreditatie worden overbodig door de redactie van onderdeel j volgens dit wetsvoorstel. Het gegeven aangaande de accreditatie of het hebben ondergaan van de toets nieuwe opleiding, alsmede de geldigheidsduur daarvan, dient evenwel in het CROHO vermeld te worden. Er treedt daardoor een verlettering op. De voorgestelde onderdelen strekken ertoe de inhoud van het CROHO overeenkomstig het bovenstaande te regelen.
Artikelen XX en XXI, onderdelen F en G, resp. E en F
Ik heb er reeds op gewezen dat het vervallen van de artikelen 6.3 en 6.4 van de WHW volgens het wetsvoorstel accreditatie aanzienlijke gevolgen heeft voor de registratieprocedure zoals die volgens dit wetsvoorstel opnieuw is opgezet. Door het «wegvallen» van het advies van de adviescommissie onderwijsaanbod over nieuwe opleidingen of over ingrijpende wijzigingen van de onderwijs- en examenregeling van bestaande opleidingen alsook door het vervallen van de bevoegdheid van de minister om aan nieuwe opleidingen de rechten te onthouden wordt de registratieprocedure zelf per saldo aanzienlijk ontlast. Zoals bekend wordt volgens het wetsvoorstel accreditatie – naast accreditatie en de toets nieuwe opleiding – het zwaartepunt in de afweging om al dan niet een nieuwe opleiding in te stellen verlegt naar het overleg daarover tussen instellingen en – in het geval van het blijven bestaan van verschil van inzicht – naar het bindend advies van een nieuwe geschillencommissie (artikel 6.2a). Dit alles brengt met zich mee dat de mogelijkheden van de minister om in het kader van de registratieprocedure wijzigingen van het CROHO tegen te houden nog slechts marginaal genoemd kunnen worden. Concreet behoudt de minister de bevoegdheid om registratie van een wijziging tegen te houden, indien de indeling van een opleiding in het CROHO naar zijn oordeel niet passend is. Voor dit wetsvoorstel betekent het dat de artikelen 6.14 tot en met 6.14d in hoge mate kunnen worden vereenvoudigd. De wijzigingen die het wetsvoorstel accreditatie aanbrengt in het bestaande artikel 6.14 worden verdisconteerd is de nieuwe opzet van de registratieprocedure volgens dit wetsvoorstel. Hiertoe strekken de voorgestelde bepalingen voor een vereenvoudigd artikel 6.14 en een nieuw artikel 6.14a.
Artikelen XX en XXI, onderdelen H en I, resp. G en H
In deze onderdelen worden de – technische – wijzigingen van de artikelen 6.15 en 6.16, die de beide wetsvoorstellen aanbrengen, nader op elkaar afgestemd.
Door het vervallen van artikel 6.4 volgens het wetsvoorstel accreditatie en – als gevolg daarvan artikel 6.14a (tweede lid) volgens dit wetsvoorstel – dient ook artikel 14.1 nader te worden aangepast. Het zogeheten sprongberoep ter zake van de dan niet meer bestaande bevoegdheid van de minister om aan nieuwe opleidingen de rechten te onthouden dient te vervallen. Daartoe strekt dit onderdeel.
Artikelen XX en XXI, onderdeel K, resp. I
In het wetsvoorstel accreditatie is het beginsel overgenomen om overgangsrecht van wijzigingswetten in de WHW zelf, in plaats van in moeilijker terugvindbare, romeins genummerd artikelen, op te nemen. Dit beginsel is geïntroduceerd in dit wetsvoorstel.
Deze onderdelen strekken ertoe om de nummering van de artikelen over en weer op orde te brengen. Volgens het geïntroduceerde systeem wordt het overgangsrecht van het wetsvoorstel accreditatie opgenomen in titel 10 van hoofdstuk 17.
Om redactionele redenen is hoofdstuk 18 geschrapt in Artikel XX, onderdeel K. Dit onderdeel maakt die schrapping weer ongedaan.
Artikelen XX en XXI, onderdeel M, resp. J
Deze onderdelen brengen de inhoudsopgave van de WHW op orde.
Deze aanpassingen zijn nodig omdat volgens het wetsvoorstel accreditatie aan de artikelen 2.8 en 2.9 van de WSF 2000 artikelleden worden toegevoegd.
Deze aanpassingen in het wetsvoorstel accreditatie zijn nodig, omdat volgens dit wetsvoorstel onderdeel c van artikel 2.9, eerste lid, van de WSF 2000 komt te vervallen.
In het tweede tot en met vierde lid van het inwerkingtredingsartikel van dit wetsvoorstel dienen verbeteringen te worden aangebracht in de verwijzingen naar Artikel II. Het eerste lid moet worden aangepast in verband met de werking van de Tijdelijke referendumwet. Dat neemt niet wet dat mijn inspanningen erop blijven gericht de inhoud van dit wetsvoorstel kracht van wet de doen hebben met ingang van het komende studiejaar.
Directe link
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-27848-6.html