27 841
Sport, bewegen en gezondheid

nr. 14
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 12 januari 2004

Met de motie van het lid Ravenstein (TK 2001–2002, 27 841, nr. 8) is de regering gevraagd met de publieke omroep in overleg te treden om in de programmering structureel meer aandacht te besteden aan gehandicaptensport.

In antwoord op vragen van het lid Rouvoet over de Special Olympic World Summer Games voor mensen met een verstandelijke beperking, die dit jaar in Dublin plaatshadden, heb ik, mede namens mijn collega van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, mw. Van der Laan, aangegeven bereid te zijn met de publieke omroep hierover overleg te voeren (TK 2002–2003, Aanhangsel, nr. 1672).

Ik kan u meedelen dat ik recent een verkennend overleg met de NOS over o.a. dit onderwerp heb gevoerd.

Met inachtneming van de wettelijk vastgelegde positie van de NOS, die met zich meebrengt dat de overheid terughoudendheid betracht bij de inhoudelijke invulling van programma's, is mij gebleken dat de NOS de maatschappelijke relevantie van gehandicaptensport zeker onderkent. Ruimte voor gehandicaptensport in de programmering kan dan ook aan de orde zijn, zij het dat de positionering van de gehandicaptensport in relatie tot andere programma's een punt van discussie is.

De NOS heeft verder aangegeven dat de wijze waarop (tot nu toe) van de Paralympische Spelen verslag wordt gedaan tot gevolg heeft dat van de Nederlandse deelnemers relatief weinig beelden beschikbaar komen. De TV-coverage is namelijk hoofdzakelijk gericht op de grote landen (VS, Verenigd Koninkrijk, Frankrijk, e.d.). De betreffende beelden kunnen uiteraard worden overgenomen, maar een Nederlandse zendgemachtigde heeft geen invloed op de inhoud van die beelden. Dat betekent dat Nederlandse deelnemers niet vanzelf in beeld komen. Het zenden van eigen cameraploegen om uitzendingen te verzorgen is zeer kostbaar. Dit kan ondervangen worden door samenwerking tussen de NOS en een omroepvereniging waardoor – zo is in het recente verleden gebleken – soms toch op Nederland afgestemde berichtgeving mogelijk is.

Afgesproken is om in de komende tijd overleg te blijven voeren over dit onderwerp en andere onderwerpen zoals bijvoorbeeld een jeugdsportjournaal .

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

C. I. J. M. Ross-van Dorp

Naar boven