27 834
Criminaliteitsbeheersing

29 270
Reclasseringsbeleid

30 800 VI
Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Justitie (VI) voor het jaar 2007

nr. 48
BRIEF VAN DE MINISTER VOOR INTEGRATIE, JEUGDBESCHERMING, PREVENTIE EN RECLASSERING

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 25 januari 2007

1. Inleiding

De Tweede Kamer heeft twee amendementen (TK 2006–2007, 30 800 VI, nr. 25 en 30 885, nr. 4) en twee moties (TK 2006–2007, 30 800 VI, nr. 64 en 65) van het lid Van der Staaij c.s. over de nazorg op vrijwillige basis voor ex-gedetineerden aangenomen. De amendementen betreffen een wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Justitie voor het jaar 2006 en 2007. Onderstaand zet ik uiteen op welke wijze ik met de amendementen en moties zal omgaan.

2. Amendement (TK 2006–2007, 30 885, 4) en motie (TK 2006–2007, 30 800 VI, 64) Van der Staaij c.s. aangaande Exodus c.s., betreffende een wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Justitie voor het jaar 2006

In mijn brief (TK 2006–2007, 27 834/29 270, nr. 47) heb ik uw Kamer laten weten dat ik het amendement vooralsnog niet zal uitvoeren. In deze brief heb ik aangegeven dat ik een beslissing over een eventuele toekenning van middelen bij het nieuw te vormen kabinet leg. Inmiddels heb ik besloten uitvoering te geven aan het amendement en Exodus c.s. financieel te compenseren. Dit zal ik doen aan de hand van de jaarstukken 2006 en de overige noodzakelijke stukken, zoals prestatieverklaringen.

3. Amendement (TK 2006–2007, 30 800 VI, 25) en motie (TK 2006–2007, 30 800 VI, 65) Van der Staaij c.s. aangaande Exodus c.s., betreffende een wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Justitie voor het jaar 2007

Voor 1 april 2007 ontvangt uw Kamer een brief over een sluitende aanpak voor nazorg aan ex-gedetineerden. In de brief zal ik uw Kamer informeren over de wijze waarop ik invulling geef aan het amendement en de motie.

De Minister voor Integratie, Jeugdbescherming, Preventie en Reclassering,

M. C. F. Verdonk