27 830
Materieelprojecten

nr. 62
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN DEFENSIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 24 februari 2009

Met deze brief informeer ik u over de behoeftestelling voor het project «Vervanging van 2 Medium Power Radars». Het betreft de vervanging van twee Medium Power Radar (MPR) lange afstand radarsensoren.

Achtergrond. Voor de nationale en internationale bewaking van het luchtruim en het begeleiden van militaire luchtoperaties in nationale oefengebieden, beschikt Defensie over twee MPR’s. De veroudering van deze radars zal vanaf 2011 naar verwachting leiden tot stijgende exploitatielasten en toenemende risico’s qua inzetbaarheid. Vervanging is noodzakelijk omdat er bij Defensie geen alternatieve capaciteit beschikbaar is.

KWALITATIEVE BEHOEFTE

Nederland heeft behoefte aan sensorcapaciteit voor luchtruimwaarneming. Het noodzakelijk volume aan sensorcapaciteit is gerelateerd aan door de Navo aan Nederland toegewezen verantwoordelijkheidsgebied en de nationale oefengebieden. De Navo-eisen voor de detectiecapaciteiten van dergelijke radars staan beschreven in de Minimum Military Requirements (MMR’s).

Deze specificaties zijn tevens afdoende voor het uitvoeren van de nationale luchtruimbewakingstaak en de ondersteuning van nationale luchtoperaties.

Ballistic Missile Defence (BMD)

Het project richt zich primair op vervangende capaciteit voor de detectie van luchtvaartuigen.

De Navo en Nederland hebben daarnaast in diverse studies tekortkomingen onderkend in de mogelijkheden voor detectie van ballistic missiles. Als uitvloeisel van het tussen het ministerie van Buitenlandse Zaken en Defensie afgesproken «beleidskader 7.05» (Verdediging tegen Massavernietigingswapens) worden alle huidige defensieactiviteiten op het gebied van Joint Air and Missile Defense (JAMD) thans geanalyseerd en gevalideerd. Dit gebeurt door middel van de JAMD Roadmap. Een van de activiteiten daarbij is om te bezien of een BMD-functionaliteit kan worden toegevoegd aan bestaande of vervangende sensoren. Defensie zal daarom in dit vervangingsproject een vooronderzoek uitvoeren naar de mogelijkheden van de toevoeging van een BMD-functionaliteit.

KWANTITATIEVE BEHOEFTE

De behoefte bestaat aan twee actieve radarsensoren van het type langeafstandsradar met de benodigde infrastructuur en bedieningsapparatuur. Mogelijke andere opties binnen de randvoorwaarden (kwalitatieve eisen, tijdsplanning en budgettaire kaders) worden in de vervolgfases onderzocht. Daarbij wordt ook rekening gehouden met de motie van het lid Vermeij (Kamerstuk 31 700 XI, nr. 30) waarin Defensie is verzocht te zoeken naar technische oplossingen ter vermindering van radarverstoring om ruimte te bieden aan hoogbouw en initiatieven op het gebied van duurzame energie. Dat onderzoek zou kunnen leiden tot andere kwantitatieve behoeften1.

FINANCIËLE ASPECTEN

Investeringskosten. De financiële omvang van dit project bedraagt meer € 25 miljoen (prijspeil 2008, inclusief BTW). Om de positie van Defensie bij de komende onderhandelingen zeker te stellen, is het projectbudget als commercieel vertrouwelijk aangemerkt. De financiële aspecten staan vermeld in de met deze brief verzonden mijn commercieel vertrouwelijke brief.2

Exploitatiekosten. Eerst in de vervolgfases van het project zullen toekomstige exploitatiekosten duidelijk worden. Een belangrijke randvoorwaarde voor dit project is dat deze in elk geval niet hoger zijn dan de huidige exploitatiekosten.

PROJECTPLANNING

Het project zal worden uitgevoerd door radarsystemen «van de plank» te kopen. Zoals hiervoor gemeld wordt een onderzoek uitgevoerd naar de mogelijkheden voor uitbreiding met een BMD-functionaliteit. De studiefases zullen in het derde kwartaal van 2009 gereed zijn. De verwervingsvoorbereiding zal in het tweede kwartaal van 2012 worden voltooid. De realisatiefase beslaat de periode 2012–2015.

PROJECTRISICO’S

De risico’s van dit project zijn beperkt. Door te kiezen voor producten «van de plank» waarvan de functionaliteit en duurzaamheid al zijn aangetoond, is het technologische ontwikkelingsrisico laag. Voor het afdekken van de risico’s is rekening gehouden met een projectreserve.

OVERIGE CONSEQUENTIES

Infrastructuur. Bij vervanging van de MPR’s op de huidige locaties zal ook nieuwe infrastructuur worden gerealiseerd. De benodigde fondsen hiervoor maken onderdeel uit van deze behoeftestelling.

De huidige locaties van de MPR’s voldoen weliswaar aan de operationele behoefte, maar zijn om een aantal redenen niet optimaal. De locatie Wier wordt vanuit bedrijfsmatig oogpunt als suboptimaal beschouwd. De locatie Nieuw Milligen bevindt zich in een laaggelegen gebied wat een beperking in de radardekking tot gevolg heeft. Om die redenen moet een locatiestudie worden uitgevoerd. De hiervoor benodigde fondsen zijn eveneens opgenomen in de behoeftestelling. In de locatiestudie wordt onderzocht of een alternatieve locatie leidt tot een verbetering van de efficiency en een vermindering van de exploitatielasten.

Internationale en interdepartementale samenwerking. De sensoren zijn onderdeel van de beveiliging van het Navo luchtruim en ondergebracht in de Navo commandostructuur. Daarnaast worden de sensoren benut bij de bewaking van het nationale luchtruim. In het kader van de Intensivering Civiel Militaire Samenwerking/Openbare Orde en Veiligheid (ICMS/OOV) levert Defensie met haar middelen een bijdrage aan de beveiliging van het nationale luchtruim.

De sturing van de bewaking van het nationale luchtruim geschiedt interdepartementaal, waarbij Defensie de waarneming en de operationele aansturing bij een eventuele interventie verzorgt.

Mogelijkheden tot inschakeling van de Nederlandse industrie.

Afhankelijk van de te volgen verwervingsstrategie, wordt bezien op welke wijze de Nederlandse industrie kan worden betrokken. Verwacht wordt dat gezien de aard van de te verwerven producten, de Europese aanbestedingsregels gevolgd gaan worden en waarbij kansen aanwezig voor de Nederlandse industrie. Ervaringen hebben uitgewezen dat de Nederlandse industrie op deze gebieden voldoende competitief is.

VOORTZETTING PROJECT

Met deze brief heb ik u geïnformeerd over het project «Vervanging van 2 Medium Power Radars». Ik ben voornemens dit project als een gemandateerd project aan te merken en aan de Defensie Materieel Organisatie in uitvoering te geven.

De staatssecretaris van Defensie,

J. G. de Vries


XNoot
1

Bijvoorbeeld passieve radarsystemen die meer, maar tegelijk goedkopere, sensoren gebruiken.

XNoot
2

Ter vertrouwelijke inzage, alleen voor de leden, gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven