27 830 Materieelprojecten

Nr. 418 BRIEF VAN DE MINISTER VAN DEFENSIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 20 november 2023

Met deze brief informeer ik u over de behoeftestelling van het programma Foxtrot, hierna Foxtrot.1 Onze militairen moeten onder operationele omstandigheden altijd veilig verbonden zijn. Zij moeten met elkaar kunnen communiceren en gegevens kunnen uitwisselen. Bovendien vraagt de veiligheidssituatie er om dat de interoperabiliteit met onze bondgenoten wordt vergroot. Om dit te bereiken is de modernisering en vervanging van tactische communicatiemiddelen en daaraan gebonden IT-infrastructuur essentieel. Het wapensysteemgebonden IT-programma2 Foxtrot voorziet hierin. Hiermee worden onze eenheden effectiever en onze mensen minder kwetsbaar.

Defensie richt deze modernisering en vervanging van de tactische IT-infrastructuur-middelen (waaronder militaire radio’s, interne voertuignetwerken en intercom-systemen, command & control applicaties) als programma in vanwege de onderlinge verbondenheid. We willen alle eenheden achtereenvolgens van dezelfde communicatiemiddelen voorzien, inclusief instandhouding en gerelateerde aanpassingen op het gebied van opleiden en trainen (O&T).3 Dit omvat onder andere grote aantallen voertuigen, (amfibische) vaartuigen en vliegende platformen, waaronder helikopters. De programmabenadering biedt voordelen op het gebied van architectuur en samenhang, coördinatie, planning en uitvoering van alle hiermee gerelateerde activiteiten. Implementatie van Foxtrot in een spiral benadering, waarbij het programma werkt met versies en deelleveringen, heeft als voordeel dat deze in doorlooptijd en complexiteit beheersbaar is en dat eenheden als geheel in één keer worden gemoderniseerd.

Met deze integrale behoeftestelling in één programmabrief sluit Defensie aan bij de motie van het lid Valstar c.s. over het verhogen van de wendbaarheid in het Defensie Materieelproces.4 Om de onderlinge verbondenheid van de onderliggende bouwblokken (projecten) van Foxtrot te benadrukken en de beschikbare capaciteit voor het project zo efficiënt mogelijk in te zetten, stuurt Defensie, ter vervanging van acht losse5 DMP A-brieven, één integrale programmabrief naar de Kamer. Deze behoeftestelling is daarom uitgebreider dan vergelijkbare DMP-brieven. Deze brief beschrijft voor programma Foxtrot achtereenvolgens de context, indeling van onderliggende bouwblokken in een moderniserings- en continuïteitsspoor, planning en realisatie in spirals, het belang van (inter)nationale interoperabiliteit, de verwervingsstrategie en mogelijke betrokkenheid van de nationale industrie en financiële aspecten. Zie tevens de bijlage voor een visuele weergave van het programma Foxtrot.

Context en onderverdeling in sporen

In de Defensienota 2022 wordt benadrukt dat het belang van informatiegestuurd optreden (IGO) toeneemt.6 IGO betekent dat Defensie in staat is sneller de juiste informatie te verzamelen en te analyseren, zodat snellere en betere besluiten genomen kunnen worden, om met de beschikbare militaire middelen de gewenste effecten te bereiken.7

Niet alleen Nederland onderkent de meerwaarde van veilige en hoogwaardige verbindingen en informatiesystemen als force multiplier; ook potentiële tegenstanders investeren in technologisch hoogwaardige informatiesystemen en geavanceerde middelen om zelf beter te communiceren en onze communicatie te verstoren of te detecteren. Het is daarom noodzakelijk dat Defensie de hoogste eisen stelt aan het te moderniseren materieel met state of the art communicatie- en informatietechnologieën en een hoge cyberweerbaarheid.

Modernisering en continuïteit

Om onze IGO-capaciteit te verbeteren investeert Defensie in robuuste platform-gebonden8 communicatie- en IT-infrastructuur. Voor de communicatie in het grondgebonden domein, dat wil zeggen zowel tussen landcapaciteiten onderling als voor amfibische eenheden en landingsvaartuigen en grond/lucht-communicatie, levert Foxtrot de militaire infrastructuur.

Het programma omvat meerdere bouwblokken of projecten en kent twee sporen: (1) modernisering en (2) continuïteit.

  • 1. De modernisering behelst als eerste stap het verbeteren van de connectiviteit tussen de verschillende platformen (voertuigen, vaartuigen, vliegtuigen en uitgestegen militairen), evenals het moderniseren van de IT-platforminfrastructuur. Dit betreft onder andere een nieuwe generatie softwaregestuurde militaire radio’s (software defined combat net radios) en verbreding naar connectiviteit via civiele standaarden waaronder Wifi, 4G/5G verbindingen en satellietcommunicatie.

  • 2. Het programma omvat daarnaast een continuiteitsspoor om operaties te kunnen voortzetten tot het moment dat militaire eenheden van nieuwe middelen uit het moderniseringsspoor worden voorzien. De communicatie-middelen die hun technische en operationele levensduur naderen of daar voorbij zijn, zijn steeds moeilijker inzetbaar te houden. Dit betreft bijvoorbeeld grond-lucht radio’s voor communicatie tussen grondeenheden en (gevechts-)helikopters of jachtvliegtuigen.9 De vervangings- en levensduurverlengende projecten in dit continuïteitsspoor worden binnen Foxtrot nauw afgestemd met het moderniseringsspoor. Belangrijke uitgangpunten hierbij zijn duurzaamheid en efficiency. Foxtrot maakt daarom zoveel mogelijk gebruik van productkeuzes uit het moderniseringsspoor.

Behoefte

Kwantitatieve behoefte

Door de reikwijdte van Foxtrot is het programma van invloed op alle krijgsmacht-delen. Het omvat de modernisering van de tactische communicatiemiddelen en IT-infrastructuur van circa 8.000 voertuigen, 3.500 uitgestegen militairen, 135 vaartuigen en 170 vliegende platformen. Hiermee worden alle grote eenheden van de Koninklijke Landmacht en de bataljons van het Korps Mariniers van moderne middelen voorzien, evenals het Defensie Helikopter Commando (DHC) en de militaire politie-eenheden van de Koninklijke Marechaussee.

Binnen deze eenheden is de diversiteit aan rijdende, varende en vliegende platformen groot. Hierdoor moet de platformintegratie10 worden afgestemd op de operationele karakteristieken van de eenheden en de specifieke hoofdwapensystemen.

Kwalitatieve behoefte

Om de connectiviteit van deze platformen te verbeteren is een robuuste en flexibele mix van diverse communicatiemiddelen nodig. Daarom bestaat de te realiseren Foxtrot-oplossing uit verschillende fysieke bouwblokken en diensten.

Het spoor modernisering bestaat uit vier fysieke bouwblokken:

  • 1. Militaire Transmissie Bouwblok (MTBB): voor de modernisering van de huidige militaire radio’s (software defined combat net radios);

  • 2. Civiele Transmissie Bouwblok (CTBB): als aanvulling op het MTBB worden civiele communicatietechnologieën gebruikt waaronder 4G/5G, WiFi en satellietcommunicatie. Door de combinatie van MTBB en CTBB ontstaat de mogelijkheid om onder alle omstandigheden connected te zijn en te opereren;

  • 3. Platform IT-infrastructuur (PI/C2LAN): dit bouwblok verbindt de hierboven genoemde transmissie bouwblokken met de gebruikersapplicaties (Command & Control Local Area Network: C2LAN);

  • 4. Verzameling van kleinere bouwblokken: dit betreft onder andere software-integratie in een C2-besturingssysteem (tactical core) waarop applicaties draaien, bijvoorbeeld het battlefield management system (BMS) dat al bij de krijgsmacht in gebruik is. Deze applicaties worden gebruikt om specifieke tactische doelen en missies te ondersteunen.

Om zo eenvoudig mogelijk de blokken te kunnen implementeren en in de platforms te monteren, verwerft Foxtrot zoveel als mogelijk «van de plank», dan wel producten die zoveel mogelijk zijn gebaseerd op componenten van de plank. Dit levert op het gebied van doorlooptijd, interoperabiliteit, mogelijkheden voor systeemintegratie en kosten voordelen op.

Het spoor modernisering bestaat uit drie diensten, waaronder:

  • 1. Systeemontwikkeling en systeemintegratie: diensten en activiteiten voor het geïntegreerd en werkend opleveren van alle Foxtrot-bouwblokken aan de gebruiker;

  • 2. Platformintegratie: diensten en activiteiten om elk platform voor te bereiden op de inbouw van de Foxtrot-bouwblokken en daarna seriematige installatie;

  • 3. Logistiek, opleiding & training en ondersteuning: diensten en activiteiten voor de invoering (opleiding & training) en instandhouding (onderhoud, reservedelenvoorziening en IT-ondersteuningsdiensten).

Foxtrot omvat vier bouwblokken in het spoor continuïteit.11

  • 1. SOF TACTICAL C4I Network voor de eenheden van het Special Operations Command (SOCOM): dit beoogt de command & control ondersteuning van SOCOM te waarborgen en daarmee de tactische informatievoorziening te verbeteren;

  • 2. Levensduurverlenging NIMCIS12 voor eenheden van het Korps Mariniers en interoperabiliteit met de Britse Royal Marines: dit beoogt verbindings-continuïteit met de huidige militaire radio’s te verlengen tot 2030, voor zowel spraak als data;

  • 3. Vervanging HF-radiosystemen, voor de krijgsmachtbrede vervanging van de bestaande High Frequency communicatiemiddelen voor statisch en ontplooid optreden: dit betreft onder meer de HF7000 radio voor de lange afstand, die het einde van de technische levensduur heeft bereikt;

  • 4. Vervanging grond-lucht radio's: om de PRC152 en PRC117 radio’s aan het einde van de technische levensduur te vervangen.13

Programmabenadering

Zoals eerder gezegd, Foxtrot legt het fundament voor informatiegestuurd optreden in het grondgebonden mobiele tactische C4I-domein.14

Defensie kiest voor een beheerste implementatie van Foxtrot in spirals. Het grote aantal platformen leidt er namelijk toe dat het moderniseringsspoor niet in één omslagmoment kan worden gerealiseerd.

Iedere spiral omvat de vier Foxtrot bouwblokken uit het moderniseringsspoor en is afgestemd op de specifieke karakteristieken van operationeel optreden. Het militaire optreden van een eenheid is het fundament voor de ontwikkeling van de spirals. Het uitgangspunt is om de onderlinge verschillen tussen de spirals te minimaliseren. Door deze spiralgewijze aanpak ontstaan zoveel mogelijk op elkaar lijkende blue prints waardoor Foxtrot interne interoperabiliteit waarborgt, productkeuzes langdurig gebruikt en het aantal verschillende configuraties minimaliseert.

Spirals

In Spiral 0 worden de heavy en medium eenheden van de Koninklijke Landmacht voorzien van nieuwe Foxtrot communicatiemiddelen en IT-platforminfrastructuur.15 Een spiral omvat naast de gevechtsbataljons ook de bijbehorende combat support (CS) en combat service support (CSS) capaciteiten, zodat een eenheid als geheel (een zogeheten «force package») van moderne middelen wordt voorzien. Vooruitlopend op de volledige Spiral 0 is de modernisering van het eerste force package sinds 2020 in uitvoering: het al lopende project Spiral 0 voor 44 Bataljonstaakgroep.16

Spiral 1 omvat de lichte capaciteiten van de Luchtmobiele Brigade en de vliegende platformen van onder andere het Defensie Helikopter Commando (DHC). Spiral 2 omvat de amfibische capaciteiten van het Korps Mariniers en Spiral 3 realiseert de communicatiemodernisering van SOCOM, het Defensie Grondgebonden Luchtverdedigingscommando (DGLC), de militaire politie-eenheden van de Koninklijke Marechaussee en de overige ondersteunende eenheden.

Nationale en internationale interoperabiliteit

Voor de eigen en bondgenootschappelijke verdediging is command & control interoperabiliteit met bondgenoten van groot belang. Binnen de specificaties die voortkomen uit het NAVO Federated Mission Networking (FMN) initiatief en het raamwerk van de regionale plannen van de NAVO, betreft dit specifiek de communicatie-interoperabiliteit met het Verenigd Koninkrijk voor het Korps Mariniers, met Duitsland voor de Koninklijke Landmacht en met de Verenigde Staten, als de facto standaard, voor grond-lucht en special forces-connectiviteit voor de eenheden van SOCOM. Daarom is binnen Foxtrot digitaal hoogwaardige en veilige interoperabiliteit met deze bondgenoten een belangrijk criterium.

Naast interoperabiliteit met bondgenoten is nationale interoperabiliteit tussen de krijgsmachtdelen voor Foxtrot een vereiste. Dit betreft onder meer interoperabiliteit tussen grondgebonden eenheden, zoals bijvoorbeeld tussen de manoeuvre-eenheden van de Koninklijke Landmacht en de Marine Combat Groups, van de luchtmobiele eenheden met helikopters en van de special forces met jacht- en transportvliegtuigen.

Verwervingsstrategie en samenwerking met defensie-industrie

Defensie kiest voor een «best of breed» strategie waarbij de meest geschikte (deel)systemen worden verworven uit de markt. Defensie zal in eigen regie, versterkt met de kennis en kunde van marktpartijen, de integratie van deze (deel)systemen en softwareoplossingen realiseren. Hiermee wordt de afhankelijkheid van een enkele leverancier gereduceerd en ontstaat een meer transparante oplossing en flexibiliteit om Foxtrot op lange termijn operationeel relevant te houden.

Zoals uiteengezet in de Defensie Industriestrategie17 streeft Defensie ook bij de uitvoering van Foxtrot naar de balans van het beste product voor de beste prijs binnen de juiste tijd met een zo groot mogelijke betrokkenheid van de Nederlandse defensie-industrie. Afhankelijk van de in de B-fase vast te stellen verwervings-strategieën voor de (deel)systemen, wordt per deelproject bezien of en op welke wijze de Nederlandse industrie bij de vervulling van de betreffende behoefte kan worden betrokken. Defensie zoekt geografische nabijheid voor de platformintegratie om niet-beschikbaarheid van wapensystemen te minimaliseren.

Waar geen Nederlandse marktpartijen voorhanden zijn die aan de eisen kunnen voldoen, kunnen de aan communicatie gerelateerde systemen ook verworven worden bij vertrouwde partnerlanden. Hierbij wordt door het Ministerie van Economisch Zaken en Klimaat afgewogen of Industriële Participatie (IP) tot de mogelijkheden behoort. Deze IP kan bijdragen aan het betrekken van de NL-DTIB18 aan de instandhouding en de (door)ontwikkeling van Foxtrot.

De aard en inherente gevoeligheid van de te verwerven producten en van de door Defensie te integreren totaaloplossing betekent dat er, in elk geval deels, sprake zal zijn van wezenlijke belangen van nationale veiligheid. Voor diverse van de (deel)systemen zal gelden dat deze vallen onder de gemeenschappelijke EU-lijst van militaire goederen. Dit heeft tot gevolg dat in beginsel de Aanbestedingswet op Defensie en Veiligheidsgebied (ADV) van toepassing is of in voorkomende gevallen van artikel 346 van het Verdrag betreffende de Werking van de Europese Unie (Art. 346 VWEU) gebruik kan worden gemaakt. Denk hierbij bijvoorbeeld aan de militaire radio’s en de toepassing van beveiligingssleutels in de communicatie (crypto).

Voor verdere verkenning van de samenwerkingsmogelijkheden is Defensie in contact getreden met de Stichting Nederlandse Industrie voor Defensie en Veiligheid (NIDV).

Financiële aspecten

Investeringskosten

Het projectbudget van Foxtrot ligt tussen de DMP-grenzen van € 1 miljard en € 2,5 miljard (prijspeil 2023, inclusief BTW). Om de positie van Defensie bij de onderhandelingen met de industrie niet te benadelen, blijft het projectbudget commercieel vertrouwelijk. De financiële ramingen voor het programma als geheel en per deelproject zijn opgenomen in de commercieel vertrouwelijke bijlage19.

Overige aspecten

Internationale samenwerking

Hoewel gezamenlijke verwerving vanwege exportbeperkingen op crypto controlled items niet mogelijk is, beziet Defensie actief de mogelijkheden voor andere vormen van samenwerking met Duitsland en andere geselecteerde partnerlanden, waaronder instandhoudingssamenwerking.

Programmarisico’s

Voor het programma is een risicobeoordeling gemaakt en zijn beheersmaatregelen getroffen. Binnen de programmabegroting is een risicoreservering opgenomen om de onderkende risico’s te dragen. Vanwege de geleidelijke opbouw van kennis en ervaring kent de eerste spiral een hoger risico, terwijl het risicopercentage afneemt naarmate de uitvoering van het programma vordert.

In vergelijking met het relatief grote projectvolume zijn de programmarisico’s beperkt. Het technologische ontwikkelingsrisico is laag doordat Defensie in beginsel kiest voor producten «van de plank», dan wel producten die zoveel mogelijk zijn gebaseerd op componenten van de plank.

Met Foxtrot moeten veel platformen worden gemoderniseerd. In combinatie met kwalitatieve hoge eisen aan tactisch mobiele communicatie en platforminfrastructuur betekent dit de verwerving van grote aantallen technisch hoogwaardige systemen. Afhankelijkheden tussen deze verwerving, andere materieelprojecten en de trainingsprogramma’s van de eenheden leiden tot complexiteit in planning en uitvoering en daarmee tot een risico op vertraging. Dit risico wordt gemitigeerd door een vroegtijdige en goede afstemming en planning met alle stakeholders en tevens door waar mogelijk te werken met buffers.

Relatie met andere projecten

Foxtrot kent een relatie met het programma Grensverleggende IT (GrIT) en het project Verbeterd Operationeel Soldaat Systeem (VOSS).20 Foxtrot is een essentieel onderdeel om een gesloten informatieketen te kunnen realiseren door informatie uit het statische en ontplooide domein (programma GrIT) onder operationele omstandigheden te kunnen delen met de individuele militair (project VOSS). Daarnaast is Foxtrot van invloed op meerdere lopende vervangings- en moderniseringsprojecten van rijdend, varend en vliegend materieel.21

Meerbehoeften

Door technologische ontwikkelingen en de toenemende behoefte aan informatie-gestuurd optreden is het niet uitgesloten dat in de toekomst een grotere behoefte zal ontstaan dan tot nu toe is gekwantificeerd. In de bouwblokken wordt daarom optieruimte voor extra systemen opgenomen.

Vooruitblik

Foxtrot wordt uitgevoerd tussen 202022 en 2034. Vanaf 2026 verwacht Defensie de eerste platformen van Spiral 0 van moderne verbindingsmiddelen en IT-platform-infrastructuur te voorzien, te beginnen met de force packages binnen de 43e Gemechaniseerde Brigade.

De Kamer zal over de voortgang van Foxtrot worden geïnformeerd via de begroting van het Defensiematerieelbegrotingsfonds (DMF), het jaarverslag en het Defensie Projectenoverzicht (DPO).

Het programma wordt per spiral in een aantal bouwblokken of deelprojecten uitgevoerd. De twee grote bouwblokken Militaire Transmissie Bouwblok (MTBB) en Platform IT-infra-structuur (PI/C2LAN) kennen ieder een budget boven de mandaatgrens van € 250 miljoen. De Kamer ontvangt tegelijkertijd met deze DMP-A programmabrief de B-brief van het MTBB, en in 2024 de B-brief van het tweede niet-gemandateerde bouwblok Platforminfrastructuur.

De twee deelprojecten Civiele Transmissie Bouwblok (CTBB) en Platformintegratie vallen onder de mandateringsgrens van het Defensie Materieelproces. De kleinere bouwblokken en diensten vallen afzonderlijk onder de DMP-grens. Defensie is voornemens over de voortgang van deze bij de spirals behorende projecten te rapporteren in het projectblad Foxtrot in het DPO.

De vier continuïteitsprojecten kennen een gezamenlijk budget onder € 250 miljoen en vallen daarmee onder de mandateringsgrens. Over de voortgang van deze projecten informeert Defensie de Kamer eveneens in het DPO.

De Minister van Defensie, K.H. Ollongren


X Noot
1

De Kamer is eerder geïnformeerd over het gemandateerde deelproject Foxtrot Spiral 0 voor 44 Bataljonstaakgroep (Kamerstuk 27 830, nr. 316 van 02 oktober 2020)

X Noot
2

Wapensysteemgebonden IT-projecten volgen het Defensie Materieelproces (Kamerstuk 27 830, nr. 197 van 7 februari 2017)

X Noot
3

Dit is eerder ook gedaan voor de programma’s Defensiebrede Vervanging Operationele Wielvoertuigen (DVOW, Kamerstuk 26 396, nr. 72 van 18 augustus 2008) en Vervanging Wissellaadsystemen, Trekker-opleggercombinaties en Bergings-voertuigen (WTB, Kamerstuk 27 830, nr. 288 van 16 september 2019)

X Noot
4

Kamerstuk 35 925-X, nr. 70 van 21 april 2022

X Noot
5

Respectievelijk de vier Foxtrot-projecten Militaire Transmissie Bouwblok, Civiele Transmissie Bouwblok, Platform IT infrastructuur, Platformintegratie en de vier continuïteitsprojecten SOF TACTICAL C4I Network, Levensduurverlenging NIMCIS, Vervanging HF radiosystemen en Grond-lucht radio's. De deelprojecten Core, applicaties en systeemontwikkeling vallen onder de DMP-grens en zouden daardoor geen behoeftestellingsbrief krijgen.

X Noot
6

Kamerstuk 36 124, nr. 1 van 31 mei 2022

X Noot
7

Beleidsvisie Informatiegestuurd Optreden, Kamerstuk 36 124, nr. 35 van 4 juli 2023

X Noot
8

Een platform is een rijdend, varend of vliegend systeem in gebruik bij de krijgsmacht, bijvoorbeeld een CV90 gevechtsvoertuig of Pantserhouwitser, een sneeuwvoertuig of landingsvaartuig voor de Mariniers of een AH-64E gevechtshelikopter. Uitgestegen militairen opereren (tijdelijk) buiten hun voertuig, waardoor zij geen gebruik kunnen maken van hun voertuiggebonden apparatuur. Tijden uitgestegen operaties maken zij gebruik van additionele draagbare radio’s.

X Noot
9

Kamerstuk 27 830, nr. 401 van 23 mei 2023

X Noot
10

Platformintegratie omvat onder andere het monteren van voertuigspecifieke radiorekken, installatie van een intercomsysteem, trekken van bekabeling en installatie van antennes. Platformintegratie wordt daarom gezien als een dienst (service), dit in tegenstelling tot een regulier project dat een tastbaar product oplevert.

X Noot
11

Deze vier continuïteitsprojecten kennen een gezamenlijk budget onder de mandateringsgrens van € 250 miljoen.

X Noot
12

«Nieuwe generatie Mariniers Communicatie en Informatie Systeem» (NIMCIS), Kamerstuk 27 830, nr. 22 van 12 maart 2009

X Noot
13

Kamerstuk 27 830, nr. 401 van 23 mei 2023

X Noot
14

C4I: Command, Control, Communication, Computers and Intelligence

X Noot
15

Midden-2022 is de scope voor het project «Spiral 0 voor 44 Bataljonstaakgroep» nationaal bijgesteld (Kamerstuk 27 830, nr. 356 van 18 mei 2022). Naar verwachting ontvangt Defensie in de eerste helft van 2024 de Letter of Offer and Acceptance (LOA) voor de levering van nieuwe gevechtsveldradio’s.

X Noot
16

Kamerstuk 27 830, nr. 316 van 02 oktober 2020

X Noot
17

Defensie Industrie Strategie in een nieuwe geopolitieke context, Kamerstuk 31 125, nr. 123 van 2 november 2022

X Noot
18

NL-DTIB: Nederlandse defensie- en veiligheid gerelateerde technologische en industriële basis

X Noot
19

Ter vertrouwelijke inzage gelegd, alleen voor de leden, bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer

X Noot
20

Kamerstukken 35 728, nr. 9 van 30 maart 2023 en Kamerstuk 34 000-X, nr. 98 van 4 juni 2015

X Noot
21

Onder andere (niet limitatief) de Midlife Updates (MLU) van de Fennek, CV9035NL, Bushmaster en Pantserhouwitser, Vervanging MRAD & SHORAD, Groot Pantserwielvoertuig Boxer, Raketartillerie, Future Littoral All-Terrain Mobility (FLATM), Vervanging middelzwaar landingsvaartuig (LCVP), Defensiebrede Vervanging Operationele Wielvoertuigen (DVOW), Vervanging Wissellaadsystemen, Trekker-opleggercombinaties en Wielbergingsvoertuigen (WTB), Chinook Vervanging & Modernisering, Vervanging Medium Utility Helikopter, Vervanging tactisch luchttransport capaciteit en Vervanging grondterminals MILSATCOM.

X Noot
22

Het gemandateerde deelproject Foxtrot Spiral 0 voor 44 Bataljonstaakgroep (Kamerstuk 27 830, nr. 316 van 02 oktober 2020) is al in uitvoering.

Naar boven