27 830 Materieelprojecten

Nr. 189 BRIEF VAN DE MINISTER VAN DEFENSIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 25 oktober 2016

Met mijn brief van 9 juni jl. heb ik uiteengezet hoe meer rust kan worden gebracht in het planproces (Kamerstuk 27 830, nr. 172). In die brief schreef ik dat Defensie het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) heeft gevraagd te onderzoeken of een specifieke prijsindex voor Defensie mogelijk is. Met deze brief informeer ik u over de stand van zaken van het lopende onderzoek van het CBS.

Het onderzoek kent twee fases. De eerste fase zal eind dit jaar worden voltooid. In deze fase doet het CBS in samenwerking met Defensie onderzoek naar het vermoeden dat prijzen van defensiematerieel harder stijgen dan de algemene index op grond waarvan Defensie wordt gecompenseerd. Het betreft een gedetailleerd onderzoek naar de praktische en statistische mogelijkheden voor het ontwikkelen van een index voor Defensie, waarbij de prijsontwikkeling van specifieke goederen en diensten in kaart wordt gebracht. Hierbij maakt het CBS gebruik van prijsgerelateerde informatie uit de defensieadministratie. In deze fase verkent het CBS ook de onderzoeksmethode in andere landen om de prijsontwikkeling beter te duiden.

Als het CBS en Defensie voldoende aanknopingspunten zien, zal het CBS in een tweede fase de defensiespecifieke prijsindex uitwerken. Het beoogde resultaat is een openbaar rapport met de uitkomsten van het onderzoek en de methode voor het berekenen van de index. Het streven is in het voorjaar van 2017 de defensiespecifieke prijsindex gereed te hebben. Daarna kan de index in gebruik worden genomen om de prijscompensatie te berekenen.

De Minister van Defensie, J.A. Hennis-Plasschaert

Naar boven