Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 30 januari 2015
Met deze brief informeer ik u over mijn voornemen om een deel van de in de begroting
2015 extra voor Defensie toegekende middelen te besteden aan een aanvulling op de
behoeftestelling van de verbetering van de Mk-48 Heavy Weight torpedo’s ten behoeve
van de Walrusklasse-onderzeeboten. De initiële behoeftestelling is op 21 september
2009 in een A-brief (Kamerstuk 32 123 X nr. 6) als gemandateerd project aangemerkt. Met de beoogde aanpassing van deze behoeftestelling
komt de waarde van het project boven de mandateringsgrens van € 100 miljoen.
In het jaarverslag 2010 van het Ministerie van Defensie is de Kamer (Kamerstuk 32 710 X, nr. 1 van 18 mei 2011) geïnformeerd dat de prijs per modificatiepakket hoger was dan aanvankelijk
voorzien. Dit leidde destijds tot de bestelling van een gereduceerd aantal modificatiepakketten
bij de fabrikant, ondanks dat de operationele behoefte hoger was. Zoals beschreven
in de A-brief, is het aantal torpedo’s (en daarmee het aantal modificatiepakketten)
gerubriceerde informatie.
Om de inzetbaarheid van de onderzeeboten vanaf 2017 beter te waarborgen, wil ik het
aantal te bestellen modificatiepakketten op het niveau van de operationele behoefte
brengen. Dit heeft tot gevolg dat het totale budget voor het project tussen de € 100
en € 250 miljoen (prijspeil 2014) zal uitkomen. Over de precieze hoogte van het totale
budget wordt u afzonderlijk commercieel vertrouwelijk geïnformeerd (zie nummer BS20150014531). Het verschil met het budget zoals opgenomen in het Materieelprojectenoverzicht
(MPO) 2014 (Kamerstuk 27 830, nr. 134 van 16 september 2014) komt door het grotere aantal modificatiepakketten dat wordt
aangeschaft tegen de hierboven genoemde hogere prijs per modificatiepakket.
Het risico van de aanpassing van dit project is gering. Er is reeds een Foreign Military Sales (FMS) contract voor dit project met de Verenigde Staten. De nadere invulling van
deze behoeftestelling kan plaatsvinden binnen dit FMS-contract. Hierdoor is ook een
goede inschatting mogelijk van de kosten. Met deze extra aankoop blijft de operationeel
effectieve inzetbaarheid van de onderzeeboten beter gewaarborgd.
Gezien het bovenstaande en omdat het project reeds in uitvoering is, ben ik voornemens
om de bestaande mandatering aan DMO te laten voortbestaan. Dat neemt niet weg dat
ik de Kamer natuurlijk zal informeren indien zich belangrijke wijzigingen voordoen.
De Minister van Defensie,
J.A. Hennis-Plasschaert