27 816 (R 1690)
Overeenkomst tussen de Regeringen van de Beneluxstaten (het Koninkrijk België, het Koninkrijk der Nederlanden, het Groothertogdom Luxemburg) en de Regering van de Republiek Letland betreffende de overname van onregelmatig verblijvende personen, met bijlage; Brussel, 9 juni 1999

nr. 316a
A
ADVIES RAAD VAN STATE VAN HET KONINKRIJK EN NADER RAPPORT

Hieronder zijn opgenomen het advies van de Raad van State van het Koninkrijk d.d. 18 oktober 1999 en het nader rapport d.d. 6 juni 2001, aangeboden aan de Koningin door de minister van Buitenlandse Zaken. Het advies van de Raad van State van het Koninkrijk is cursief afgedrukt.

Bij Kabinetsmissive van 26 augustus 1999, no. 99.003904, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Minister van Buitenlandse Zaken, mede namens de Minister van Justitie, bij de Raad van State van het Koninkrijk ter overweging aanhangig gemaakt de Overeenkomst tussen de Regeringen van de Beneluxstaten (het Koninkrijk België, het Koninkrijk der Nederlanden, het Groothertogdom Luxemburg) en de Regering van de Republiek Letland betreffende de overname van onregelmatig verblijvende personen; Brussel, 9 juni 1999 (Trb.1999, 117), met toelichtende nota.

Blijkens de mededeling van de Directeur van Uw kabinet van 26 augustus 1999, nr. 99 003904, machtigde Uwe Majesteit de Raad van State van het Koninkrijk zijn advies inzake het bovenvermelde verdrag rechtstreeks aan mij te doen toekomen. Dit advies, gedateerd 18 oktober 1999, nr. W03.99 0457/I/K, bied ik U hierbij aan.

In de toelichting op artikel 15 van het verdrag wordt opgemerkt dat het uitvoeringsprotocol dat als zodanig geen deel uitmaakt van het verdrag en niet juridisch bindend is, geen parlementaire goedkeuring behoeft.

Deze opmerking verdient naar de mening van de Raad van State van het Koninkrijk nuancering. Blijkens de aanhef van het uitvoeringsprotocol gaat het hier om een uitvoeringsovereenkomst. Die overeenkomst behoeft inderdaad ingevolge artikel 7, onder f, van de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking van verdragen geen parlementaire goedkeuring, maar is naar het oordeel van de Raad, reeds krachtens artikel 15 van het verdrag bindend voor de verdragspartijen. De Raad geeft in overweging de toelichtende nota aan te passen.

De Raad merkt op dat het Uitvoeringsprotocol reeds krachtens artikel 15 van het verdrag bindend is voor de verdragspartijen. Het oordeel van de Raad wordt overgenomen. De toelichtende nota is dienovereenkomstig aangepast.

De Raad van State van het Koninkrijk geeft U in overweging goed te vinden dat bedoelde Overeenkomst wordt overgelegd aan de beide Kamers der Staten-Generaal en aan de Staten van de Nederlandse Antillen, nadat aan het vorenstaande aandacht zal zijn geschonken.

De Vice-President van de Raad van State van het Koninkrijk,

H. D. Tjeenk Willink

Ik moge U, mede namens mijn ambtgenoot van Justitie, verzoeken mij te machtigen gevolg te geven aan mijn voornemen het verdrag vergezeld van de gewijzigde toelichtende nota ter stilzwijgende goedkeuring over te leggen aan de Eerste en de Tweede Kamer der Staten-Generaal en tevens over te leggen aan de Staten van de Nederlandse Antillen.

De Minister van Buitenlandse Zaken,

J. J. van Aartsen

Naar boven