27 792
Wijziging van het Wetboek van Strafrecht en het Wetboek van Strafvordering in verband met een verhoging van de strafmaat bij structurele vormen van discriminatie

B
NADER RAPPORT

Hieronder is opgenomen het nader rapport d.d. 30 mei 2001, aangeboden aan de Koningin door de minister van Justitie.

Blijkens de mededeling van de Directeur van Uw kabinet van 19 september 2000, nr. 00.005222, machtigde Uwe Majesteit de Raad van State zijn advies inzake het bovenvermelde voorstel van wet rechtstreeks aan mij te doen toekomen. Dit advies, gedateerd 3 november 2000, nr. W03.00.0432/I , bied ik U hierbij aan.

De Raad van State kan zich met het ontwerp verenigen.

In de memorie van toelichting bij bovengenoemd wetsvoorstel (aan het slot van paragraaf 3) heb ik aangekondigd voornemens te zijn om in nader overleg met het OM te onderzoeken of – en zo ja in hoeverre – voldoende dwangmiddelen ontbreken om discriminatie adequaat op te sporen. In vervolg daarop heeft het OM mij desgevraagd informatie aangeleverd ter nadere toelichting op zijn wens om in dit wetsvoorstel het gebruik van extra dwangmiddelen mogelijk te maken. Deze informatie heeft mij aanleiding gegeven om het voorstel van wet te wijzigen door daarin de toepasbaarheid van bepaalde dwangmiddelen mogelijk te maken. Dit voorstel is in de memorie van toelichting nader toegelicht.

Ik moge u hierbij verzoeken het hierbij gevoegde gewijzigde voorstel van wet en de gewijzigde memorie van toelichting aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal te zenden.

De Minister van Justitie,

A. H. Korthals

Naar boven