27 789
Modernisering Successiewetgeving

nr. 15
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 14 april 2008

In uw brief van 19 maart 2008 en vervolgbrief van 8 april 2008, hebt u mij gevraagd om aan te geven of ik aan het verlangen van de heer Remkes kan voldoen om voor 1 april een brief toe te sturen met de voornemens voor wijziging van de Successiewet en de dekking van deze voornemens.

Hierbij deel ik u mede dat ik bij de behandeling van het Belastingplan 20081 heb toegezegd u in de loop van 2008 nader te informeren over de bij brief van 5 juli 2007 bij uw Kamer aangekondigde herziening van de Successiewet2 omdat ik het belangrijk vind in een vroeg stadium de hoofdlijnen met u te bespreken.

De aangekondigde herziening vergt echter wel een grondige afweging. Aan het verzoek van de heer Remkes om op zeer korte termijn een nota toe te zenden kan ik op dit moment dan ook niet voldoen omdat ik de Kamer in de nota concrete voorstellen wil voorleggen. Wel kan ik nu al aangegeven dat ik in mijn afweging de volgende punten zal meenemen.

– Defiscaliseren van overbedelingsschulden

De nieuwe wet zou meer kunnen aansluiten bij de economische realiteit. In de huidige wet is het zo dat indien bijvoorbeeld één van de ouders overlijdt, de kinderen belasting betalen over hun deel van de erfenis, terwijl het gebruik van de tot de nalatenschap behorende goederen toekomt aan de langstlevende ouder.

Meer aansluiten bij de economische realiteit zou betekenen dat in de genoemde situatie alleen de langstlevende belastingplichtige is, die verkrijgt immers het gebruik van de goederen. De kinderen zouden pas belastingplichtig worden na het overlijden van de langstlevende.

Meer aansluiten bij de economische realiteit zou bijvoorbeeld ook kunnen betekenen dat indien een schenking wordt herroepen, over de tussentijdse periode belasting wordt geheven bij de begiftigde.

– Constructiebestrijding

Het is soms mogelijk door constructies successierechten te ontlopen. Hierbij kan gedacht worden aan buitenlandse rechtsfiguren, zoals trusts. Of men probeert de nalatenschap uit te hollen door hoge rentes te stellen op vorderingen van de kinderen op de langstlevende waardoor een schuld gecreëerd wordt die net zo hoog is als het van de langstlevende te erven bedrag. Andere typische voorbeelden zijn het schuiven met het leveringsmoment van de eigen woning en levensverzekeringen in de familiesfeer. Het is de bedoeling in de nieuwe wet, deze en andere constructies uit te sluiten en hierdoor de grondslag te verbreden. Op dit moment wordt nagedacht hoe dit kan worden vormgegeven.

– Hoogte van de tarieven

Door een meer evenwichtige verdeling, kan iedereen wat minder betalen. Door de constructies te bestrijden zal de belastingopbrengst toenemen. Het bedrag dat daar mee wordt opgehaald zal worden geïnvesteerd in tariefsverlaging en verhoging van vrijstellingen. Nu kan dit op verschillende manieren. Het doel is dat de tarieven in ieder geval worden teruggebracht onder de 50%. Maar het is ook de bedoeling de tariefstructuur aan te pakken en de vrijstellingen te stroomlijnen. Op dit moment zijn er als gevolg van de vier tariefgroepen met elk zeven schijven, 28 verschillende tarieven. Een vereenvoudigingslag is daar dringend nodig. Twee groepen en twee schijven zou bijvoorbeeld al een aanzienlijke verbetering zijn. Maar één schijf per tariefgroep in combinatie met een voetvrijstelling, is eenvoudiger en is bestendiger tegen constructies.

– Bedrijfsopvolging

De faciliteit bij bedrijfsopvolging kan eenvoudiger worden vormgegeven. Dit wordt opgepakt. Uitgangspunt blijft echter dat de reële bedrijfsoverdrachten voor de faciliteit in aanmerking komen. Daarvoor is het nodig om duidelijk voor ogen te hebben wat reëel is. Een meer economische benadering van de toepassing van de voortzettingseis en van wat al dan niet onder de regeling kan vallen, lijkt op zijn plaats. Misschien is het nodig om de bedrijfsopvolgingsregeling hier en daar uit te breiden of te beperken. Verder wordt er gekeken naar de mogelijkheden om de conserverende aanslag te laten vervallen. Hierdoor wordt de aangifte voor ondernemers die gebruik maken van de regeling eenvoudiger.

Deze contouren zal ik ook aangeven tijdens mijn gastcollege aan de Universiteit van Tilburg op 14 april. Dit college is de opmaat tot een dialoog met de wetenschap. Ik verwacht voor het zomerreces een nota aan het parlement toe te zenden met de uitwerking van voornoemde onderwerpen. Na vruchtbaar overleg met uw Kamer, zou ik de voorstellen vervolgens in 2009 in kunnen dienen als wetsvoorstel Schenk- en erfbelasting ter vervanging van de huidige Successiewet.

De staatssecretaris van Financiën,

J. C. de Jager


XNoot
1

Brief van 21 december 2007, AFP2007–01 018.

XNoot
2

TK 2006–2007, 27 789, nr. 13.

Naar boven