nr. 11
BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 22 augustus 2005
In reactie op het verzoek van de Vaste Kamer Commissie van Financiën
van 16 juni jl. aan de staatssecretaris van Financiën en de minister
van Justitie en in aanvulling op de brief van de minister van Financiën
betreffende de publieke vennootschap (kamerstuk 27 789, nr. 10)
geef ik hierbij, mede namens de minister van Financiën, een korte reactie
op de onlangs gepubliceerde concept good governance code van algemeen nut
beogende instellingen (goede doelen) van de werkgroep Wijffels.
Het Kabinet juicht dit initiatief van de Vereniging voor Fondsenwervende
Instellingen toe. Het past in de visie van het Kabinet dat de sector zelf
een groot deel van de verantwoordelijkheid neemt om haar eigen integriteit
(nog beter) te waarborgen. Bij uitstek in deze sector is het cruciaal dat
de principes van goed bestuur worden opgesteld en nageleefd, voor het behoud
en verdere versteviging van het maatschappelijk vertrouwen. Tevens is er sprake
van toenemende internationale druk om deze principes zeker te stellen tegen
de achtergrond van de strijd tegen misbruik (van een zeer beperkt aantal goede
doelen) in het kader van financiering van terrorisme. Het ligt ook voor de
hand dat de landelijke goede doelen, zoals verenigd in het VFI, hierbij een
voorhoedepositie innemen.
Op dit moment acht het Kabinet het nog niet nodig om in te gaan op de
concrete individuele elementen van de concept code. Het blijft immers een
verantwoordelijkheid van de sector zelf. Wel zal van overheidswege met de
verschillende partijen in de goede doelen sector gesproken worden om zeker
te stellen dat de wederzijdse belangen optimaal gediend worden. Dit geldt
enerzijds voor de mogelijke rol van certificering bij de fiscale behandeling
van goede doelen, zoals genoemd in de nota algemeen nut, en anderzijds –
als een separaat spoor – voor de algemene visie van dit Kabinet op goed
bestuur in de goede doelen sector en de bestrijding van misbruik voor terrorisme
financiering. Bij dit laatste zal ook rekening gehouden moeten worden met
internationale normen, zoals van de FATF en van de EU.
In de dialoog met de sector zal ook gesproken worden over de mogelijkheden
om toe te groeien naar een zekere wettelijke verankering van bepaalde vanuit
de sector zelf ontwikkelde normen, zoals ook het geval is geweest in de commerciële
sector (code Tabaksblat). Daarbij is het Kabinet zich overigens ter degen
bewust van de grote diversiteit in de goede doelen sector en de noodzaak deze
te respecteren.
Als dit laatste voornemen meer geconcretiseerd is zal ik u daarover nader
informeren.
De Minister van Justitie,
J. P. H. Donner