27 784
Wijziging van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 (afschaffing vrijstelling enkele overheidsbedrijven en voorkoming incidentele voor- en nadelen)

nr. 1
KONINKLIJKE BOODSCHAP

Aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Wij bieden U hiernevens ter overweging aan een voorstel van wet tot wijziging van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 (afschaffing vrijstelling enkele overheidsbedrijven en voorkoming incidentele voor- en nadelen).

De memorie van toelichting, die het wetsvoorstel vergezelt, bevat de gronden waarop het rust.

En hiermede bevelen Wij U in Godes heilige bescherming.

's-Gravenhage, 5 juni 2001

Beatrix

nr. 2
VOORSTEL VAN WET

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het in verband met het streven naar marktwerking in het regionaal openbaar vervoer wenselijk is de vrijstelling in de vennootschapsbelasting voor gemeentelijke vervoerbedrijven te laten vervallen en voorts dat het wenselijk is ter wille van het evenwicht in de concurrentieverhoudingen een algemene regeling te treffen om incidentele voor- of nadelen bij de overgang van overheidsbedrijven naar de belaste sfeer te voorkomen;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

De Wet op de vennootschapsbelasting 1969 wordt als volgt gewijzigd:

A. Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het derde lid, onderdeel 5°, wordt vervangen door:

5°. vervoerbedrijven;

2. In het zevende lid vervallen de onderdelen a, c, e en h onder vernummering van de onderdelen b, d, f, g, i, j en k in a tot en met g;

3. In het zevende lid wordt het tot onderdeel g vernummerde onderdeel k vervangen door:

g. NOB Holding N.V.;

4. Na het zevende lid, onderdeel g, wordt ingevoegd:

h. B.V. Weerbureau HWS;.

B. Artikel 10, onderdeel g, wordt vervangen door:

g. bij lichamen waarin een publiekrechtelijke rechtspersoon een belang heeft of heeft gehad: door die rechtspersoon geheven belastingen of rechten voorzover aannemelijk is dat de invoering of wijziging daarvan is of was gericht op het verminderen van de grondslag voor de heffing van belastingen naar de winst of het inkomen. De belastingplichtige die zekerheid wenst omtrent de vraag of dit onderdeel ten aanzien van hem toepassing vindt, kan een verzoek indienen bij de inspecteur, die daarop bij voor bezwaar vatbare beschikking beslist.

C. In artikel 10a, vierde lid, wordt «28 en 28b» vervangen door: 28, 28b en 33.

D. Na artikel 32 wordt een nieuw artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 33

1. Indien immateriële activa die bij een publiekrechtelijke rechtspersoon of een lichaam als bedoeld in artikel 2, zevende lid, eerste volzin, deel uitmaken van vermogen waarmee geen belastbare winst wordt behaald omdat het niet wordt aangewend in het kader van de uitoefening van een bedrijf als bedoeld in artikel 2, derde lid, op enig tijdstip bij dezelfde rechtspersoon of hetzelfde lichaam of bij een verbonden lichaam deel gaan uitmaken van vermogen waarmee belastbare winst wordt behaald, worden zij op dat tijdstip te boek gesteld voor de in het tweede tot en met vierde lid bedoelde waarde.

2. Ingeval de activa bij dezelfde rechtspersoon of hetzelfde lichaam gaan behoren tot vermogen waarmee belastbare winst wordt behaald, vindt de teboekstelling plaats voor de waarde die zou gelden als de activa bij de rechtspersoon of het lichaam altijd hadden behoord tot vermogen waarmee belastbare winst wordt behaald en op die activa was afgeschreven volgens artikel 3.30 van de Wet inkomstenbelasting 2001.

3. Ingeval de activa bij een verbonden lichaam gaan behoren tot vermogen waarmee belastbare winst wordt behaald, vindt de teboekstelling bij dat verbonden lichaam plaats voor nihil.

4. In afwijking van het tweede lid vindt de teboekstelling plaats voor nihil indien de activa door de rechtspersoon of het lichaam zijn verkregen van een ten tijde van de verkrijging verbonden lichaam en de vervreemding bij dat verbonden lichaam niet heeft geleid tot belastbare winst.

ARTIKEL II

Voor de toepassing van artikel 2, zevende lid, van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 op een lichaam dat een bedrijf uitoefent dat uitsluitend of nagenoeg uitsluitend het vervoer van personen binnen de grenzen van een gemeente tot voorwerp heeft, wordt tot het begin van het eerste boekjaar van dat lichaam dat aanvangt op of na 1 januari 2003 de Stichting Participatiefonds Gemeentelijke Vervoerbedrijven gelijkgesteld met een Nederlandse publiekrechtelijke rechtspersoon.

ARTIKEL III

Indien het voorstel van Wet verzelfstandiging reïntegratiediensten Arbeidsvoorzieningsorganisatie (27 549) tot wet wordt verheven en in werking treedt

a. op of na het tijdstip waarop deze wet in werking treedt, wordt in artikel I van die wet de onderdeelsaanduiding «l.» vervangen door: «i.» en wordt «na onderdeel k» vervangen door: na onderdeel h;

b. vóór het tijdstip waarop deze wet in werking treedt, wordt artikel I, onderdeel A, tweede lid, vervangen door:

2. In het zevende lid vervallen de onderdelen a, c, e en h onder vernummering van de onderdelen b, d, f, g, en i tot en met l in a tot en met h;.

Voorts wordt het vierde lid vervangen door:

4. Na het zevende lid, onderdeel h, wordt ingevoegd:

i. B.V. Weerbureau HWS;

ARTIKEL IV

1. Deze wet treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst, met uitzondering van artikel I, onderdeel A, eerste lid, dat in werking treedt met ingang van 1 januari 2003.

2. Artikel I, onderdeel A, eerste lid, vindt voor het eerst toepassing met betrekking tot de heffing van de vennootschapsbelasting over het eerste boekjaar dat aanvangt op of na 1 januari 2003.

3. Artikel I, onderdeel A, derde lid, werkt terug tot en met 26 november 1999.

4. Artikel I, onderdeel A, vierde lid, werkt terug tot en met 1 april 1999.

5. Artikel I, onderdelen C en D, werken voor NOB Holding N.V. terug tot en met 26 november 1999 en voor B.V. Weerbureau HWS tot en met 1 april 1999.

6. Artikel II werkt terug tot en met 8 september 1999.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Staatssecretaris van Financiën,

Naar boven