27 772
Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Vlaamse Gemeenschap van België inzake de transnationale Universiteit Limburg; Maastricht, 18 januari 2001

nr. 292a
A
ADVIES RAAD VAN STATE EN NADER RAPPORT

Hieronder zijn opgenomen het advies van de Raad van State d.d. 30 maart 2001 en het nader rapport d.d. 14 mei 2001, aangeboden aan de Koningin door de minister van Buitenlandse Zaken. Het advies van de Raad van State is cursief afgedrukt.

Bij Kabinetsmissive van 6 februari 2001, no. 01.000640, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, mede namens de Minister van Buitenlandse Zaken, bij de Raad van State ter overweging aanhangig gemaakt het Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Vlaamse Gemeenschap van België inzake de transnationale Universiteit Limburg, met toelichtende nota.

Blijkens de mededeling van de Directeur van Uw kabinet van 6 februari 2001, no. 01.000640, machtigde Uwe Majesteit de Raad van State zijn advies inzake het bovenvermelde verdrag rechtstreeks aan de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen te doen toekomen. Dit advies, gedateerd 30 maart 2001, nr. W05.01.0067/III, bied ik U hierbij aan.

Artikel 3 van het Verdrag bepaalt in het tweede lid dat bij ontbinding van de Stichting Transnationale Universiteit Limburg het recht academische opleidingen aan te bieden niet overgaat op het Limburgs Universitair Centrum, behoudens wat betreft de opleidingen die dit centrum op het ogenblik van de goedkeuring van het Verdrag mag organiseren. De toelichtende nota stelt dat in dat geval wel de rechten van de studenten gevrijwaard worden in de zin dat zij hun opleiding kunnen afronden. Genoemde verdragsbepaling bevat evenwel geen overgangsregeling terzake, terwijl het verdrag daarin ook elders niet voorziet. Niet duidelijk is derhalve, op welke wijze de genoemde rechten worden gewaarborgd en aan welke instelling zij na de ontbinding van de stichting hun opleiding kunnen voortzetten en hun getuigschrift of diploma kunnen behalen. De Raad van State beveelt aan de toelichtende nota op dit punt te verduidelijken.

Conform het advies van de Raad van State is artikel 3 in de toelichtende nota verduidelijkt.

De Raad van State geeft U in overweging goed te vinden dat bedoeld Verdrag wordt overgelegd aan de beide Kamers der Staten-Generaal, nadat aan het vorenstaande aandacht zal zijn geschonken.

De Vice-President van de Raad van State,

H. D. Tjeenk Willink

Ik moge U mede namens mijn ambtgenoot van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen verzoeken mij te machtigen gevolg te geven aan mijn voornemen het verdrag vergezeld van de gewijzigde toelichtende nota ter stilzwijgende goedkeuring over te leggen aan de Eerste en aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal.

De Minister van Buitenlandse Zaken,

J. J. van Aartsen

Naar boven