Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2000-2001 | 27767 nr. 2 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2000-2001 | 27767 nr. 2 |
A. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET WETSVOORSTEL
Wetsartikelen 1 en 2 (uitgaven en ontvangsten)
De begrotingen die onderdeel uitmaken van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 1, derde lid, van de Comptabiliteitswet elk afzonderlijk bij de wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om de begroting van het Fonds economische structuurversterking (Fes) voor het jaar 2001 te wijzigen.
Met de vaststelling van deze wetsartikelen wordt de in de begrotingsstaat opgenomen begroting van de uitgaven en de ontvangsten voor het jaar 2001 gewijzigd.
De in die begroting opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zogenaamde begrotingstoelichting).
Wetsartikel 3 (UMTS-frequenties)
Het kabinet heeft besloten de voeding van het Fes als gevolg van de veiling van UMTS-frequenties in 2000 (opbrengst NLG 5,9 mld) met ingang van 2001 op een andere wijze vorm te geven. Met ingang van 1 januari 2001 zal het Fes niet meer worden gevoed uit de rentevrijval die plaatsvindt als gevolg van het ten gunste van de staatsschuld brengen van de opbrengst van de veiling, maar uit een zogenaamde annuïteit op basis van deze opbrengst met een looptijd van 15 jaar.
Een annuïteit is een jaarlijks gelijkblijvende reeks van rente en «aflossing» van de hoofdsom van de opbrengst, waarbij in het begin sprake is van een relatief hoge rentecomponent en een relatief lage aflossingscomponent. Aan het eind is de rentecomponent relatief laag en de aflossingscomponent relatief hoog. Er is derhalve niet alleen sprake van voeding uit rentevrijval, maar ook van voeding uit de opbrengst van de veiling zelf.
De voeding van het Fes uit de annuïteit heeft een looptijd van 15 jaar omdat de UMTS-frequenties daarna vrijkomen en opnieuw kunnen worden geveild.
Deze wijziging van de voeding van het Fes uit de opbrengst van de veiling van UMTS-frequenties vindt plaats omdat het kabinet tot de conclusie is gekomen dat hierbij een ander voedingsregime is gerechtvaardigd dan bij de verkoop van staatsdeelnemingen. Immers, bij de verkoop van staatsdeelnemingen is er sprake van een eenmalige opbrengst, waardoor het voor de hand ligt om uit te gaan van de hiermee samenhangende structurele rentevrijval. Bij veilingen van een vergunning met een eindige looptijd is sprake van een andere situatie. De opbrengst van zo'n veiling is niet eenmalig, maar doet zich na ommekomst van de looptijd van de geveilde rechten opnieuw voor vanwege een nieuwe veiling.
Uitgaande van een looptijd van 15 jaar met ingang van 1 januari 2001 en de rentepercentages die golden op het moment van ontvangst van de opbrengsten, vallen de jaarlijkse opbrengsten gedurende de annuïteit NLG 266 mln hoger uit dan de structurele rentevrijval alleen zou hebben opgebracht.
B. ALGEMENE TOELICHTING BIJ DE BEGROTINGSSTAAT
1. Aangekondigde verhoging in de Voorjaarsnota 2001 | + 720 064 | ||
2. Mutatie onderhavig wetsvoorstel | + 886 083 | ||
Verschil | + 166 019 | ||
Waarvan: | – mutatie voordelig eindsaldo | 116 019 | |
– correctie | 50 000 |
Het verschil wordt op de eerste plaats verklaard door de mutatie in het voordelig eindsaldo, die wel in de (suppletore) begroting is opgenomen, maar niet in de Voorjaarsnota. Op de tweede plaats is sprake van een correctie die samenhangt met de gewijzigde amendementen van het lid Ravestein bij de begrotingen van het Infrastructuurfonds (IF) en het Fonds Economische Structuurversterking (Kamerstukken II 2000/2001, 27 400, voor het IF A nr. 15 en voor het Fes D nr. 7), die wel in de (suppletore) begroting is opgenomen, maar niet in de Voorjaarsnota. Een toelichting hierop wordt elders in deze paragraaf gegeven. Na het onderhavige wijzigingsvoorstel komt het totaal van de uitgavenbegroting 2001 van het Fes er als volgt uit te zien (bedragen in miljoenen guldens):
Vastgestelde begroting 2001 | 8 209 983 | ||
bij: Eerste suppletore begroting 2001 | + 886 083 | ||
Totaal beschikbaar | 9 096 066 | ||
waarvan: | – bijdragen aan andere ministeries | 5 700 335 | |
– voordelig eindsaldo | 3 395 731 |
Bij de behandeling van de begroting 2001 zijn de gewijzigde amendementen van het lid Ravestein bij de begrotingen van het Infrastructuurfonds (IF) en het Fonds Economische Structuurversterking (Fes) aangenomen (Kamerstukken II 2000/2001, 27 400, voor het IF A, nr. 15 en voor het Fes D, nr. 7). Deze amendementen strekken ertoe NLG 50 mln vrij te maken binnen artikel 01.07 Nog te verdelen van de Fes-begroting voor uitgaven op artikel 02.02 van het IF voor beheer en onderhoud van vaarwegen.
Afgezien van het feit dat de middelen op artikel 01.07 geen vrije ruimte betreffen maar reeds een bestemming hebben en bovendien de uitgaven op beheer en onderhoud van vaarwegen niet onder de Fes-criteria vallen, dwong het vrijmaken van deze middelen binnen het Fes overeenkomstig het amendement tot een begrotingstechnisch onjuiste verwerking. Weliswaar zijn middelen conform het amendement vrijgemaakt, maar omdat het Fes een verdeelfonds is, zou tegelijkertijd een bijdrage aan het IF moeten worden opgenomen in de Fes-begroting. Omdat dit echter geen expliciet onderdeel van het aangenomen amendement uitmaakte, liet het amendement geen ruimte voor deze juiste wijze van verwerken. Begrotingstechnisch is er derhalve geen sprake van dekking uit het Fes voor de gewenste extra uitgaven van het IF.
De verlaging van artikel 01.07 zonder de noodzakelijke verhoging van de bijdrage aan het IF met NLG 50 mln zou begrotingstechnisch bovendien tot gevolg moeten hebben dat het voordelig eindsaldo in 2001 met NLG 50 mln toeneemt. Omdat ook dit niet expliciet in het amendement is opgenomen, is het eveneens niet opgenomen in de door de Staten-Generaal vastgestelde begroting 2001 die de basis vormt voor deze eerste suppletore begroting. De vastgestelde Fes-begroting 2001 heeft daardoor niet het benodigde evenwicht tussen uitgaven en ontvangsten (inclusief voordelige saldi).
Inmiddels is echter dekking voor de gewenste uitgaven voor beheer en onderhoud van vaarwegen beschikbaar binnen het IF. Voor een nadere toelichting wordt verwezen naar de eerste suppletore begroting 2001 van het IF van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat. Dit betekent dat de, ook op inhoudelijke gronden niet vrij beschikbare, middelen op artikel 01.07 niet vrijgemaakt hoeven te worden voor het IF. De verlaging van artikel 01.07 wordt daarom in deze eerste suppletore begroting ongedaan gemaakt, waardoor eveneens het benodigde evenwicht tussen uitgaven en ontvangsten van de Fes-begroting wordt hersteld.
1. Aangekondigde verhoging in de Voorjaarsnota 2001 | + 438 100 | ||
2. Mutatie onderhavig wetsvoorstel | + 836 083 | ||
Verschil | + 397 983 |
Dit verschil wordt verklaard door de mutatie in het voordelig beginsaldo, die wel in de (suppletore) begroting is opgenomen, maar niet in de Voorjaarsnota. Na het onderhavige wijzigingsvoorstel komt het totaal van de ontvangstenbegroting 2001 van het Fes er als volgt uit te zien (bedragen in miljoenen guldens):
Vastgestelde begroting 2001 | 8 259 983 | ||
bij: Eerste suppletore begroting 2001 | + 836 083 | ||
Totaal beschikbaar | 9 096 066 | ||
waarvan: | – ontvangsten | 4 048 721 | |
– voordelig beginsaldo | 5 047 345 |
C. TOELICHTING PER BEGROTINGSARTIKEL
01 Bijdragen van het fonds aan andere begrotingen
Artikel 01.01 Bijdragen aan de begroting van het Infrastructuurfonds in het kader van Verkeer en Vervoer
Opbouw uitgavenramingen vanaf de stand vastgestelde begroting (in NLG1000)
Uitgaven | |
---|---|
Stand vastgestelde begroting 2001 | 324 095 |
Mutatie 1e suppletore begroting 2001 | + 14 404 |
Stand na 1e suppletore begroting 2001 | 338 499 |
Stand na 1e suppletore begroting 2001 in EUR1000 | 153 604 |
Toelichting mutatie eerste suppletore begroting
Betreft de toevoeging van de prijsbijstelling tranche 2001.
(x NLG1000) | 2001 | 2002 | 2003 | 2004 | 2005 |
---|---|---|---|---|---|
V&V Investeringsimpuls | 2 420 | 15 351 | |||
Overig V&V IF | 11 306 | 8 530 | 12 517 | 14 188 | 8 533 |
Hubertustunnel | 678 | 969 | 454 | ||
Totaal | 14 404 | 9 499 | 12 971 | 29 539 | 8 533 |
Artikel 01.02 Bijdragen aan andere begrotingen in het kader van de bodemsanering
Opbouw uitgavenramingen vanaf de stand vastgestelde begroting (in NLG1000)
Uitgaven | |
---|---|
Stand vastgestelde begroting 2001 | 120 135 |
Mutatie 1e suppletore begroting 2001 | 45 549 |
Stand na 1e suppletore begroting 2001 | 165 684 |
Stand na 1e suppletore begroting 2001 in EUR1000 | 75 184 |
Toelichting mutatie eerste suppletore begroting
De mutatie heeft de volgende oorzaken:
• De doorwerking van de bij Slotwet 2000 vermelde mutatie voor de uitgaven van V&W voor bodemsanering (VINEX/Infra; NLG 14 mln). Vanwege een vertraging in de geraamde bijdragen aan deze bodemsaneringsprojecten is de NLG 14 mln doorgeschoven naar 2001 (NLG 8 mln) en 2002 (NLG 6 mln). Op deze post is bovendien NLG 1,2 prijsbijstelling tranche 2001 uitgedeeld.
• De doorwerking van de bij Najaarsnota 2000 (NLG 13 mln) en Slotwet 2000 (NLG 23,3 mln) vermeldde mutaties. De oorzaken zijn gelegen in het feit dat het tempo van de uitvoering van de projecten voor bodemsanering Vinex van VROM lager ligt dan was voorzien (NLG 13 mln) en dat de uitgaven van VROM (NLG 23,3 mln) voor bodemsanering bij de VINEX-locatie Amsterdam-Diemerzeedijk vanwege de late indiening van verantwoordingsrapportages bij VROM pas in 2001 kunnen plaatsvinden in plaats van in 2000.
Artikel 01.07 Projecten in voorbereiding
Opbouw uitgavenramingen vanaf de stand vastgestelde begroting (in NLG1000)
Uitgaven | |
---|---|
Stand vastgestelde begroting 2001 | 76 033 |
Mutatie 1e suppletore begroting 2001 | 45 217 |
Stand na 1e suppletore begroting 2001 | 121 250 |
Stand na 1e suppletore begroting 2001 in EUR1000 | 55 021 |
Toelichting mutatie eerste suppletore begroting
De mutatie heeft de volgende oorzaken:
• Voorgesteld wordt de reservering in 2000 voor het onderdeel Vitaliteit Steden door te schuiven naar het jaar 2001 (NLG 39 mln) omdat hiervoor in 2000 nog geen projecten door het Kabinet zijn goedgekeurd.
• Voorgesteld wordt dit artikel met NLG 50 mln te verhogen. Deze verhoging heeft betrekking op het «begrotingstechnisch» terugdraaien van het aangenomen amendement van het lid Ravestein (Kamerstukken II, 2000/2001, 27 400 D, nr. 7). Dit amendement hield een verlaging van dit artikel in met NLG 50 mln ten gunste van beheer en onderhoud van vaarwegen. In dekking van het amendement kan echter binnen het IF worden voorzien, waardoor het amendement derhalve wel grotendeels kan worden uitgevoerd (zie voor een uitgebreidere toelichting onderdeel B van deze Memorie van Toelichting, alsmede de eerste suppletore begroting 2001 van het IF van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat).
Tevens is op dit onderdeel prijsbijstelling (NLG 2,25 mln) uitgedeeld.
• Op dit artikel zijn bij Miljoenennota 2001 middelen voor prijsbijstelling geraamd (NLG 46 mln). Voorgesteld wordt de reservering voor de prijsbijstelling afzonderlijk zichtbaar te maken door deze op een apart artikel te ramen (artikel 01.10 Prijsbijstelling). Omdat tranche 2001 inmiddels is uitgedeeld, zijn hiervoor geen middelen meer geraamd in 2001. De resterende posten op dit artikel betreffen middelen die reeds voor een specifiek doel zijn gereserveerd, maar waarvoor nog geen projecten door het Kabinet zijn goedgekeurd. Daarom wordt voorgesteld de naam van dit artikel te veranderen van «nog te verdelen» in «Projecten in voorbereiding».
(x NLG 1 000) | OB 01 | 1e suppl. 01 | Mutatie | Begr. |
---|---|---|---|---|
Vitaliteit Steden | 30 000 | 69 000 | 39 000 | VROM |
Impuls 2001 natuur, milieu en sted.ontwik. | – | 52 250 | 52 250 | VROM |
Prijsbijstelling | 46 033 | – | – 46 033 | |
Totaal | 76 033 | 120 950 | 45 217 |
Artikel 01.08 Investeringsimpuls 1998
Opbouw uitgavenramingen vanaf de stand vastgestelde begroting (in NLG1000)
Uitgaven | |
---|---|
Stand vastgestelde begroting 2001 | 1 253 285 |
Mutatie 1e suppletore begroting 2001 | + 58 366 |
Stand na 1e suppletore begroting 2001 | 1 311 651 |
Stand na 1e suppletore begroting 2001 in EUR1000 | 595 201 |
Toelichting mutatie eerste suppletore begroting
Betreft de toevoeging van de prijsbijstelling tranche 2001 aan de raming voor bereikbaarheid (NLG 34,2 mln). Naast deze mutatie is in 2001 sprake van diverse kleinere mutaties bij meerdere projecten, die enkel verband houden met wijzigingen in kasritmes als gevolg van doorwerkingen van bij Najaarsnota en Slotwet 2000 vermeldde mutaties.
(x NLG 1 000) | Departement | 2001 |
---|---|---|
Bereikbaarheid/Voorfinanciering private financiering | 1 116 975 | |
Prijsbijstelling voorfinanciering | ||
Milieu | ||
Milieutechnologie | VROM | 10 700 |
Milieutechnologie | EZ | 11 000 |
Kennis | ||
Nationaal Initiatief Duurzame Ontwikkeling | VROM | 12 166 |
St.kennisontwikkeling en -overdracht bodem | VROM | 13 076 |
Ondergronds Logistiek Systeem | V&W | 5 295 |
Experimentele faciliteiten | EZ | 15 000 |
Gigaport | EZ | 42 000 |
Connekt | V&W | 17 000 |
EMR | V&W | 13 439 |
Watergraafsmeer | OCW | 10 000 |
Biomade | OCW | 6 000 |
Technocentra | OCW | 12 000 |
Ketennetwerken, Clusters en ICT | LNV | 12 600 |
Delfts kenniscluster | OCW | 14 400 |
Totaal | 1 311 651 |
Artikel 01.09 Investeringsimpuls 2001
Opbouw uitgavenramingen vanaf de stand vastgestelde begroting (in NLG1000)
Uitgaven | |
---|---|
Stand vastgestelde begroting 2001 | 1 211 723 |
Mutatie 1e suppletore begroting 2001 | + 606 528 |
Stand na 1e suppletore begroting 2001 | 1 818 251 |
Stand na 1e suppletore begroting 2001 in EUR1000 | 825 086 |
Toelichting mutatie eerste suppletore begroting
Betreft de ophoging van het bruggetje met NLG 552 mln en de toevoeging van de prijsbijstelling tranche 2001.
(x NLG 1 000) | Departement | 2001 | 2002 | 2003 | 2004 | 2005 |
---|---|---|---|---|---|---|
Bereikbaarheid & stedelijke ontw. | IF | 24 603 | 28 187 | 70 928 | 69 264 | 60 285 |
Natuur, milieu en stedelijke ontw. | EZ | 450 | 675 | 1 125 | 1 125 | 675 |
Kennis onderzoek en innovatie | EZ | 2 250 | 2 250 | 2 250 | 2 250 | 2 250 |
Kennis onderzoek en innovatie | OW | 1 125 | 1 125 | 1 125 | 1 125 | 1 125 |
Kennis | OW | 5 850 | 4 500 | 4 500 | 4 500 | 4 500 |
Fes-bruggetje | IF | 20 250 | 17 447 | 15 750 | 15 750 | 15 750 |
Totaal | 54 528 | 54 184 | 95 678 | 94 014 | 84 585 |
Artikel 02.01 Voordelig eindsaldo
Opbouw uitgavenramingen vanaf de stand vastgestelde begroting (in NLG1000)
Uitgaven | |
---|---|
Stand vastgestelde begroting 2001 | 3 279 712 |
Mutatie 1e suppletore begroting 2001 | + 116 019 |
Stand na 1e suppletore begroting 2001 | 3 395 731 |
1e suppletore begroting 2001 in EUR1000 | 1 540 916 |
Toelichting mutatie eerste suppletore begroting
Lagere uitgaven en hogere ontvangsten in enig jaar leiden tot een hoger voordelig eindsaldo in dat jaar (en vice versa). Voor een toelichting op de correctie die is aangebracht vanwege de onjuiste verwerking in het amendement van het lid Ravestein (Kamerstukken II 2000/2001, 27 400 D, nr. 7), wordt verwezen naar onderdeel B van de Memorie van Toelichting. De opgenomen mutatie vloeit voort uit de volgende mutaties:
Correctie vanwege onjuiste verwerking in amendement | U02.01 | 50 000 |
---|---|---|
Hogere uitgaven | U01.01 | – 14 404 |
U01.02 | – 45 549 | |
U01.07 | – 45 217 | |
U01.08 | – 58 366 | |
U01.09 | – 606 528 | |
Hogere ontvangsten | O01.03 | 332 000 |
O01.06 | 106 100 | |
O02.01 | 397 983 | |
Totaal | 116 019 |
Artikel 01.03 Overige ontvangsten uit aardgas
Opbouw ontvangstenramingen vanaf de stand vastgestelde begroting (in NLG1000)
Ontvangsten | |
---|---|
Stand vastgestelde begroting 2001 | 2 864 000 |
Mutatie 1e suppletore begroting 2001 | + 332 000 |
Stand na 1e suppletore begroting 2001 | 3 196 000 |
Stand na 1e suppletore begroting 2001 in EUR1000 | 1 450 282 |
Toelichting mutatie eerste suppletore begroting
De raming van de ontvangsten van het Fes uit gasbaten (41,5% van de niet-belastingontvangsten) wordt bijgesteld op grond van actuele gegevens over olieprijs, dollarkoers en afzet. Voor 2001 wordt nu uitgegaan van een hogere olieprijs van $ 25 per vat (was $ 24) en een hogere dollarkoers van NLG 2,30 (was NLG 2,20). In onderstaande tabel wordt de raming van de gasbaten voor volgende jaren weergegeven, uitgaande van de gepresenteerde veronderstellingen ten aanzien van de olieprijs en de dollarkoers (bij de begroting 2001 werd met ingang van 2002 uitgegaan van een olieprijs van $ 17,5 en een dollarkoers van NLG 2,05).
(x NLG 1 000) | 2002 | 2003 | 2004 | 2005 |
---|---|---|---|---|
Overige ontvangsten uit aardgas | 3 196 000 | 2 739 000 | 2 241 000 | 2 075 000 |
Olieprijs (in $) | 23 | 19 | 19 | 19 |
Dollarkoers | 2,25 | 2,20 | 2,20 | 2,20 |
Artikel 01.06 Rentebesparingen uit incidentele baten
Opbouw ontvangstenramingen vanaf de stand vastgestelde begroting (in NLG1000)
Ontvangsten | |
---|---|
Stand vastgestelde begroting 2001 | 746 621 |
Mutatie 1e suppletore begroting 2001 | 106 100 |
Stand na 1e suppletore begroting 2001 | 852 721 |
Stand na 1e suppletore begroting 2001 in EUR1000 | 386 948 |
Toelichting mutatie eerste suppletore begroting
De mutatie van per saldo NLG 106 mln bestaat uit twee delen.
Op de eerste plaats is de raming van de opbrengst uit verkoop deelnemingen en veilingen neerwaarts bijgesteld (NLG 160 mln). Dit is gebeurd op grond van gewijzigde inzichten in het realiseerbare tempo van verkoop staatsdeelnemingen. Ook geven de ontwikkelingen in de diverse op handen zijnde veilingprocedures (zoals de voorstellen van de Commissie Bouw om de radiofrequenties zero-base te verlengen in plaats van veiling van alle beschikbare frequentiepakketten) aanleiding tot neerwaartse bijstelling van de verwachte opbrengsten.
Op de tweede plaats worden de ontvangsten van het Fes als gevolg van de veiling van UMTS-frequenties in 2000 met ingang van 2001 verwerkt als een annuïteit (een gelijkblijvende reeks van rente en«aflossing») van 15 jaar. Deze ontvangsten komen in de plaats van de rentevrijval als gevolg van het in mindering brengen op de staatsschuld van de opbrengsten van de UMTS-veiling. De ontvangsten vallen daardoor NLG 266 mln hoger uit in 2001. Voor een nadere toelichting wordt verwezen naar artikel 3 van de begrotingswet en het daarbij behorende deel van onderdeel A van de Memorie van toelichting.
Artikel 02.01 Voordelig beginsaldo
Opbouw ontvangstenramingen vanaf de stand vastgestelde begroting (in NLG1000)
Ontvangsten | |
---|---|
Stand vastgestelde begroting 2001 | 4 649 362 |
Mutatie 1e suppletore begroting 2001 | + 397 983 |
Stand na 1e suppletore begroting 2001 | 5 047 345 |
Stand na 1e suppletore begroting 2001 in EUR1000 | 2 290 385 |
Toelichting mutatie eerste suppletore begroting
Op dit artikel wordt het voordelig beginsaldo van het fonds geraamd. Het voordelig beginsaldo van het fonds in enig jaar is gelijk aan het voordelig eindsaldo van het fonds in het voorafgaande jaar. Voor 2001 gaat het dus om het voordelig eindsaldo 2000. Ten opzichte van de stand ontwerpbegroting 2001 heeft dat eindsaldo nog mutaties ondergaan die zijn, respectievelijk worden toegelicht in de Najaarsnota 2000 (en tweede suppletore begroting 2000) en in de slotwet 2000.
De totale mutatie is als volgt opgebouwd:
Hogere uitgaven in Najaarsnota 2000 | – 90 027 |
---|---|
Hogere ontvangsten in Najaarsnota 2000 | 355 622 |
Correctie: onderdeel Najaarsnota, reeds opgenomen in stand vastgestelde begroting 2001 | 32 800 |
Lagere uitgaven in slotwet 2000 | 95 901 |
Hogere ontvangsten in slotwet 2000 | 3 687 |
Totaal | 397 983 |
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-27767-2.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.