Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2000-2001 | 27752 nr. 6 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2000-2001 | 27752 nr. 6 |
Vastgesteld 29 juni 2001
De vaste commissie voor Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer1, belast met het voorbereidend onderzoek van dit wetsvoorstel, brengt als volgt verslag uit van haar bevindingen.
Onder het voorbehoud dat de regering de gestelde vragen tijdig zal hebben beantwoord, acht de commissie de openbare handeling van dit wetsvoorstel voldoende voorbereid.
De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het wetsvoorstel tot wijziging van de Huursubsidiewet. Zij hebben echter nog wel enkele vragen en opmerkingen.
De leden van de CDA-fractie kunnen instemmen met het onderhavige wetsvoorstel. Reeds eerder is een begin gemaakt met de modernisering van de uitvoering van de Huursubsidiewet middels het programma Eos. Voor bepaalde huurders is het zogenaamde vervolgaanvraagformulier vervallen. Door middel van een directe uitwisseling van gegevens tussen het ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer en de zogenaamde primaire bronnen (zoals GBA en Belastingdienst) en de verhuurders worden het recht op en de hoogte van de huursubsidie vastgesteld. Met het onderhavige wetsvoorstel wordt de mogelijkheid gecreëerd om voor een groter aantal huishoudens het vervolgaanvraagformulier te laten vervallen.
De leden van de SP-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het wetsvoorstel. Deze leden steunen het streven van de regering om overbodige bureaucratie te schrappen, de doorlooptijden te verkorten en de uitvoeringskosten van de Huursubsidiewet te beperken. Anderzijds moet gewaakt worden voor het intact houden van de kwaliteit van de uitvoering, vooral de zekerheid van de huursubsidiegerechtigde dat alle omstandigheden die de hoogte van de uitkering kunnen beïnvloeden, ook na Eos, daadwerkelijk verwerkt worden in de aanvraag. Deze leden hebben de indruk dat de kwaliteit van de uitvoering door het wetsvoorstel onder druk komt te staan. De technologische vooruitgang, die in het wetsvoorstel vooral gebruikt wordt om de efficiency te verhogen, biedt immers ook de mogelijkheid om een einde te maken aan een onrechtvaardigheid in de huidige wet: huurders, wier inkomen achteraf hoger blijkt te zijn dan in de aanvraag stond, krijgen nu een automatische navordering, terwijl huurders wier inkomen achteraf láger is dan bij de aanvraag is aangegeven er zelf achter moeten zien te komen dat ze recht hebben op extra subsidie. Waarom grijpt de regering de gelegenheid van deze wetswijziging niet aan om hier iets aan te doen? Zou het niet minimaal gewenst zijn om, indien op grond van de gegevens verstrekt door de Belastingdienst, aannemelijk is dat het inkomen lager is dan destijds was opgegeven, de aanvrager een bericht te sturen en hem te wijzen op de mogelijkheid dat hij nog recht heeft op extra subsidie? De leden van de SP-fractie hebben naar aanleiding van het wetsvoorstel verder nog enkele vragen en opmerkingen.
Het voorstel tot wetswijziging draagt bij aan een efficiëntere uitvoering van de Huursubsidiewet en aan een verhoging van de klantvriendelijkheid. Dit zijn ontwikkelingen waar de leden van de VVD-fractie zich zeer wel in kunnen vinden.
Deze leden zijn verheugd over de mededeling dat de kans op fraude of oneigenlijk gebruik kleiner wordt doordat het ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer zelf de gegevens voor de verstrekking van huursubsidie bij de primaire bronnen gaat verzamelen.
Hierbij plaatsen deze leden wel de kanttekening dat de kwaliteit van de brongegevens de sleutel is tot het succes van dit voorstel. Daarom zouden deze leden graag meer inzicht van de regering krijgen in de huidige kwaliteit van de brongegevens.
In het wetsvoorstel is opgenomen dat controles na verstrekking van huursubsidie op inkomen, huurprijs en bewoningssituatie gehandhaafd blijven. Het is de leden van de VVD-fractie niet duidelijk op basis waarvan deze controles zullen worden uitgevoerd. Zijn dit dezelfde brongegevens als die waarop de subsidie gebaseerd is? Deze leden zijn ook benieuwd naar de intensiteit van de hier bedoelde controles: wordt elk geval gecontroleerd of wordt er steeds een steekproef genomen? Indien de controle via steekproeven verloopt, wat is dan de omvang van de steekproefsgewijze controle en hoe vaak wordt deze genomen?
Deze leden zijn van mening dat tijdens deze controles vooral aandacht besteed dient te worden aan de mate van fraude en oneigenlijk gebruik. De automatisering van de uitvoering van de Huursubsidiewet zorgt voor een kostenbesparing op de uitvoeringskosten, maar er moet voor gewaakt worden dat deze besparing niet wordt tenietgedaan door verhoogde uitgaven als gevolg van (informatie)fouten in het geautomatiseerde systeem. Deze leden verzoeken de regering de Kamer regelmatig inzicht te verschaffen in de resultaten van de controles, zodat ook duidelijk is in hoeverre er sprake is van fraude en oneigenlijk gebruik.
Ook is in het wetsvoorstel opgenomen dat als sluitstuk van het controlebeleid veldonderzoek zal worden uitgevoerd. Rond dit deel van het beleid willen deze leden ook graag meer duidelijkheid over de inhoud en intensiteit van de controle.
Op één onderdeel willen de leden van de CDA-fractie nog een verduidelijking. Hoe zullen via het programma Eos de zogenaamde artikel 26-gevallen worden gesignaleerd? Volgens de Huursubsidiewet kunnen eenmalige uitkeringen buiten beschouwing gelaten worden. Hoe wordt omgegaan met bijvoorbeeld de afkoop van kleine pensioenen? In dit kader kan ook een nabetaling van de Gemeentelijke Sociale Dienst voor een eerder fiscaal jaar genoemd worden.
Eos lijkt een goede aanpak voor het afhandelen van de duidelijke huursubsidiegevallen. De leden van de SP-fractie merken echter op dat er heel wat situaties zijn waar sprake is van bijzondere omstandigheden, vooral bij de artikel 26-gevallen. Die komen nu bij het invullen van het aanvraagformulier, afhankelijk van de kwaliteit van de medewerker die dit uitvoert, meestal wel boven water. Door Eos lijkt de kans dat dit gebeurt een stuk kleiner te worden. De huursubsidieontvanger moet dan namelijk aan de hand van het huursubsidiebericht (dat vrijwel niemand zelf op juistheid kan controleren) op het idee komen dat hij wellicht toch recht heeft op méér subsidie en vervolgens binnen vier weken aan de bel trekken.
Een voorbeeld zijn huurders die 65 worden. Vaak vindt er een afkoop plaats van kleine pensioenen. Dat is inkomen dat gewoon op een persoon wordt geboekt als onderdeel van het belastbaar jaarinkomen. Echter, binnen de Huursubsidiewet mogen dergelijke eenmalige uitkeringen buiten beschouwing gelaten worden. Hoe weet het ministerie wat het correcte rekeninkomen moet zijn? Indien men dat niet weet, gaat Eos met haar berekening de mist in (want dan is belastbaar inkomen gelijk aan rekeninkomen) en krijgt een grote groep aanvragers in ieder geval gedurende één jaar veel minder subsidie dan waar zij recht op hebben. Onder de groep potentiële slachtoffers zijn ook zij die bijvoorbeeld een nabetaling hebben gekregen van de Gemeentelijke Sociale Dienst voor een eerder fiscaal jaar. Als gevolg daarvan stijgt het belastbaar inkomen in dat opvolgende jaar en zal de huursubsidie dus dalen.
De leden van de SP-fractie zouden daarom graag een toelichting krijgen op de wijze waarop de regering deze kwaliteitsvermindering in de bepaling van het subsidiebedrag denkt te voorkomen.
Overigens hebben deze twijfels bij de bezwaartermijn van vier weken. Dit is erg kort voor een bericht dat in de vakantietijd verzonden wordt en waarvan de meeste mensen niet altijd direct de betekenis zullen inzien. Waarom is voor zo'n korte termijn gekozen?
Volgens het wetsvoorstel zal de bijdrage ingevolge de uitgavennorm pas geïnd worden als de landelijke uitgavennorm overschreden wordt. De landelijke beoordeling van de uitgavennorm heeft, zoals uit het voorstel blijkt, nog niet plaatsgevonden. De leden van de VVD-fractie willen graag weten wanneer en door wie dit zal worden gedaan. Verder wordt in het wetsvoorstel gesproken van een eventuele aanscherping van de prestatienormering. Hoe ziet de prestatienormering er op dit moment uit en welke aanscherping heeft de regering hierbij voor ogen?
Koopkrachttoeslag en armoedeval
In de memorie van toelichting staat vermeld dat, via de afschaffing van de koopkrachttoeslag uit de huursubsidie, uitvoering wordt gegeven aan de motie-Hofstra/Duivesteijn/Jeekel (kamerstuk 25 090, nr. 59). De leden van de VVD-fractie stellen zich echter de vraag of via de in het wetsvoorstel beschreven weg werkelijk de ongelijke behandeling tussen huishoudens in een huurwoning en huishoudens in een eigen woning opgeheven wordt:
a. Huurders worden tot 31 december 2001, via een eenmalige uitkering via de huursubsidie, gecompenseerd voor de afschaffing van de koopkrachttoeslag;
b. Voor huurders die enkel rechten kunnen doen gelden op een bijzondere bijdrage in de huurlasten blijft de koopkrachttoeslag tot 1 januari 2002 bestaan, en vanaf 1 januari 2002 zal dit koopkrachtverlies fiscaal worden gecompenseerd,
c. De normhuur ten aanzien van de referentie-inkomensijkpunten wordt verlaagd.
Kan de regering aangeven in hoeverre door deze maatregelen de motie wordt uitgevoerd, ofwel in hoeverre de ongelijke behandeling tussen de huurders en de eigen woningbezitters wordt opgeheven?
Een ander gevolg van het wetsvoorstel heeft betrekking op de woonkostentoeslag die gemeenten kunnen toekennen aan huurders die ondanks de huursubsidie nog steeds te hoge woonlasten hebben. Voor de bepaling van de woonkostentoeslag wordt veelal gebruik gemaakt van gegevens die ontleend worden aan de huursubsidieaanvraag. De leden van de SP-fractie hebben begrepen dat deze gegevens na de invoering van EOS niet meer ter beschikking worden gesteld aan gemeenten. Is dit juist en zo ja, wat zijn hiervoor de argumenten? Ligt het, uit het oogpunt van efficiënt werken door de overheid, niet juist voor de hand om deze gegevens wel ter beschikking te stellen?
Een laatste punt waar de leden van de VVD-fractie een opmerking over willen maken is het ontbreken van een plan voor de evaluatie van het wetsvoorstel. Deze evaluatie zou inzicht moeten geven in de netto besparing of netto kosten die de wetswijziging heeft opgeleverd. Hierbij wordt dus zowel de uitvoeringskant als de uitgavenkant van de huursubsidie bekeken. Is de regering bereidt om alsnog een plan voor de evaluatie van de wetswijziging in de wijziging op te nemen?
Tenslotte vragen de leden van de SP-fractie zich af of het zonder meer beëindigen van de vergoeding van f 10,– aan corporaties en gemeenten bij automatische continuering (MG 2001–16, bladzijde 2) er niet toe zal leiden dat huurders die op grond van het huursubsidiebericht twijfelen over de juistheid van de berekening helemaal nergens meer terechtkunnen voor een «second opinion». Het lijkt deze leden wenselijk dat gemeenten en corporaties een redelijke vergoeding blijven ontvangen voor dergelijke advisering, waarvan de praktijk leert dat deze tamelijk arbeidsintensief is.
Samenstelling: Witteveen-Hevinga (PvdA), Van Middelkoop (ChristenUnie), Feenstra (PvdA), Verbugt (VVD), Poppe (SP), Duivesteijn (PvdA), Augusteijn-Esser (D66), Klein Molekamp (VVD), Hofstra (VVD), ondervoorzitter, Th. A. M. Meijer (CDA), voorzitter, Luchtenveld (VVD), Van Wijmen (CDA), Kortram (PvdA), Ravestein (D66), Van der Steenhoven (GroenLinks), Van Gent (GroenLinks), Rietkerk (CDA), Oplaat (VVD), Van der Staaij (SGP), Schoenmakers (PvdA), Waalkens (PvdA), Udo (VVD), Mosterd (CDA), J. Ten Hoopen (CDA), Depla (PvdA).
Plv. leden: Dijksma (PvdA), Stellingwerf (ChristenUnie), Valk (PvdA), Van Lente (VVD), De Wit (SP), Van Heemst (PvdA), Scheltema-de Nie (D66), Van Beek (VVD), Geluk (VVD), Schreijer-Pierik (CDA), Blok (VVD), Biesheuvel (CDA), Crone (PvdA), Giskes (D66), M. B. Vos (GroenLinks), Halsema (GroenLinks), Van den Akker (CDA), Niederer (VVD), Van 't Riet (D66), Spoelman (PvdA), Hindriks (PvdA), Snijder-Hazelhoff (VVD), Visser-van Doorn (CDA), Leers (CDA), De Boer (GroenLinks).
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-27752-6.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.