27 751
Wijziging van de Gemeentewet en enige andere wetten tot dualisering van de inrichting, de bevoegdheden en de werkwijze van het gemeentebestuur (Wet dualisering gemeentebestuur)

nr. 59
GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN DE LEDEN PITSTRA EN TE VELDHUIS TER VERVANGING VAN DE AMENDEMENTEN GEDRUKT ONDER DE NRS. 11 EN 39

Ontvangen 11 september 2001

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

In artikel I, onderdeel K, wordt in artikel 36a, tweede lid, na «De raad kan» ingevoegd: voor de duur van ten hoogste een jaar.

Toelichting

Dit amendement beoogt tegemoet te komen aan praktische bezwaren voor nieuwe wethouders van buiten de gemeente om direct in hun gemeente te gaan wonen. Door middel van de voorgestelde, aan een termijn van ten hoogste een jaar gebonden, ontheffing van het woonplaatsvereiste wordt hiervoor een oplossing geboden. De tijdelijke duur van de ontheffing garandeert echter de wenselijke binding van de wethouder aan de gemeente.

Een lokale bestuurder moet binding en voeling met de lokale gemeenschap hebben of krijgen, omdat hij/zij een bestuurder vóór en in het belang van de gehele lokale bevolking is. Een raadslid dient óók ingezetene van een gemeente te zijn. Er moet worden gewaakt voor een te technocratisch wethouderscircuit. Wethouders moeten geen rondreizend gezelschap à la voetbaltrainers (kunnen) worden. De binding cq de relatie burger-bestuur kan geweld worden aangedaan als de wethouder (van buiten) geen ingezetene van de gemeente behoeft te zijn. Terwijl die binding cq relatie juist moet worden versterkt.

Pitstra

Te Veldhuis

Naar boven