nr. 14
AMENDEMENT VAN HET LID JAN DE VRIES C.S. TER VERVANGING
VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 131
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
I
In artikel I, onderdeel B, vervalt in de eerste volzin van het eerste
lid van het nieuw voorgestelde artikel 96n: of krachtens.
II
In artikel I, onderdeel B, komt de tweede volzin van het eerste lid van
het nieuw voorgestelde artikel 96n te luiden: Deze regels kunnen voorzien
in:
a. onderscheid in verband met de datum waarop gewezen personeel is ontslagen,
b. onderscheid in verband met de beslissing van de rechtspersoon, bedoeld
in artikel 98b, eerste lid, zoals luidend op de dag voor de inwerkingtreding
van artikel IIIa van de wet van *** 200*, Stb. ***, en
c. verdeling van de in de eerste volzin bedoelde kosten over enerzijds
de schoolbesturen gezamenlijk en anderzijds individuele schoolbesturen.
Toelichting
Indieners van dit amendement zijn van oordeel dat bij de decentralisatie
van de wachtgelduitgaven in de voorgestelde verdeling van kosten voor wachtgelders
over enerzijds de schoolbesturen gezamenlijk (50%) en anderzijds individuele
schoolbesturen (50%) er sprake is van een te groot risico voor vooral kleine
schoolbesturen. Daarom stellen de indieners voor de vaststelling van de verdeling
bij algemene maatregel van bestuur (en dus niet ministeriële regeling)
aan de Kamer voor te leggen.
Voor de eerste maal wordt de verdeling vastgesteld op 75% voor de schoolbesturen
gezamenlijk en 25% voor de individuele schoolbesturen. Schoolbesturen blijven
daardoor wel individueel verantwoordelijk voor het beperken van
wachtgelduitgaven maar het risico wordt beperkt tot in eerste instantie 25%
van de (nieuwe) wachtgelduitgaven.
Jan de Vries
Lambrechts
Balemans
Slob
Tichelaar
Kraneveldt
Van der Vlies