27 744
Wijziging van de Wet op het voortgezet onderwijs in verband met decentralisatie van de vervangingsuitgaven en van de wachtgelduitgaven (decentralisatie vervangingsuitgaven en wachtgelduitgaven vo)

nr. 13
AMENDEMENT VAN HET LID JAN DE VRIES C.S.

Ontvangen 10 maart 2005

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

I

In artikel I, onderdeel B, vervalt in de eerste volzin van het eerste lid van het nieuw voorgestelde artikel 96n: of krachtens.

II

In artikel I, onderdeel B, komt de tweede volzin van het eerste lid van het nieuw voorgestelde artikel 96n te luiden: Deze regels kunnen voorzien in:

a. onderscheid in verband met de datum waarop gewezen personeel is ontslagen,

b. onderscheid in verband met de beslissing van de rechtspersoon, bedoeld in artikel 98b, eerste lid, zoals luidend op de dag voor de inwerkingtreding van artikel IIIa van de wet van *** 200*, Stb. ***, en

c. verdeling van de in de eerste volzin bedoelde kosten over enerzijds de schoolbesturen gezamenlijk en anderzijds individuele schoolbesturen.

Toelichting

Indieners van dit amendement zijn van oordeel dat bij de decentralisatie van de wachtgelduitgaven in de voorgestelde verdeling van kosten voor wachtgelders over enerzijds de schoolbesturen gezamenlijk (50%) en anderzijds individuele schoolbesturen (50%) er sprake is van een te groot risico voor vooral kleine schoolbesturen. Daarom stellen de indieners voor de vaststelling van de verdeling bij algemene maatregel van bestuur (en dus niet ministeriële regeling) aan de Kamer voor te leggen.

Voor de eerste maal wordt de verdeling vastgesteld op 75% voor de schoolbesturen gezamenlijk en 25% voor de individuele schoolbesturen. Schoolbesturen blijven daardoor wel individueel verantwoordelijk voor het beperken van wachtgelduitgaven maar het risico wordt beperkt tot in eerste instantie 25% van de (nieuwe) wachtgelduitgaven.

Jan de Vries

Lambrechts

Balemans

Slob

Tichelaar

Kraneveldt

Naar boven