nr. 30
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 29 september 2008
In zijn brief van 5 september 2008 verzocht de griffier van de vaste
commissie voor Verkeer en Waterstaat mij om informatie over de planning van
lopende studies m.b.t. de IJzeren Rijn.
1. de Maatschappelijke Kosten baten Analyse (MKBA)
Zoals de griffier aangeeft heb ik tijdens het AO op 13 maart 2008
inderdaad gezegd dat de MKBA tegen de zomer gereed zou zijn (Kamerstuk 27 737,
nr. 28).
Sindsdien heeft het werk aan die MKBA enige vertraging opgelopen, omdat
ook het alternatief met het Duitse A52-tracé toegevoegd is; bovendien
worden op verzoek van België nu aanvullend ook alternatieven mét
elektrificatie van de IJzeren Rijn doorgerekend. Volgens de huidige planning
zal de MKBA eind oktober 2008 door de studiebureaus worden opgeleverd. Vervolgens
zal de Commissie van Onafhankelijke deskundigen (COD), die door mijn Belgische
ambtgenoot en mij is ingesteld, naar aanleiding van de MKBA een advies formuleren.
De COD stelt in die periode tevens een advies aan ons beiden op over de kostenverdeling
tussen België en Nederland van de moderniseringskosten van het gedeelte
van de IJzeren Rijn op Nederlands grondgebied.
Volgens de huidige planning verwachten minister Vervotte en ik die adviezen
van de COD begin december 2008 te ontvangen. Vanaf dat moment gaan wij een
gezamenlijk besluitvormingstraject in over de verdeling van de kosten van
de modernisering van de IJzeren Rijn op Nederlands grondgebied. Na afronding
van die besluitvorming zullen mijn Belgische ambtgenoot en ik de onderliggende
stukken, zoals de MKBA en de adviezen van de COD, openbaar maken.
2. detailstudie alternatief tracé in Duitsland
In mijn antwoord op Kamervragen van de heer Hessels (Kamerstuk 2007–2008,
nr. 3273) heb ik aangegeven dat op 10 juli 2008 in Bonn door de betrokken bewindslieden is afgesproken: «De
komende twee maanden wordt meer gedetailleerd bestudeerd op welke wijze de
spoorverbinding gereactiveerd zal worden. Daarbij wordt ook gekeken naar het
alternatieve tracé langs de Duitse BAB 52».
Op 4 september 2008 heb ik opnieuw overleg gevoerd met de betreffende
Belgische en Duitse bewindspersonen. In dat overleg hebben wij gezamenlijk
afgesproken dat de ambtenaren van de drie betrokken landen samen verder werken
aan een mogelijk pakket met afspraken over de aanleg en financiering van het
alternatieve A52-tracé in Duitsland. Op basis van dat uitgewerkte pakket
zullen de bewindslieden van de drie landen uiterlijk eind november aanstaande
een keuze maken of de IJzeren Rijn wordt gereactiveerd volgens het historische
tracé dan wel volgens het A52-tracé.
Die afspraak sluit qua planning aan bij de onder punt 1 genoemde planning
van de start van de besluitvorming – vanaf begin december 2008 –
tussen België en Nederland over de kostenverdeling van de modernisering
van de IJzeren Rijn op Nederlands grondgebied.
De minister van Verkeer en Waterstaat,
C. M. P. S. Eurlings