27 734
Voorjaarsnota 2001

nr. 6
MOTIE VAN HET LID VAN DIJKE

Voorgesteld 4 juli 2001

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende, dat:

– door de MKZ-crisis een aantal ondernemingen is geconfronteerd met een substantieel inkomensverlies;

– de financiering uit het noodfonds vooralsnog alleen betrekking heeft op bedrijfsinvesteringen en niet op verlies aan inkomen;

– verlies aan inkomen tot op een niveau onder het sociaal minimum voor bijna geen enkele gedupeerde kan worden gecompenseerd op grond van de huidige vermogenstoetsing in de Bbz en de IOAZ;

– de MKZ-crisis volgens de regering geen gewoon bedrijfsrisico is;

overwegende, dat het rechtvaardig is een compensatie voor inkomensderving te bieden aan de gedupeerde bedrijven, gelet op het feit dat ze onevenredig zwaar zijn getroffen om ernstiger gevolgen voor Nederland te voorkomen;

verzoekt de regering middelen aan het noodfonds toe te voegen, teneinde het mogelijk te maken inkomensderving van ondernemingen die zijn getroffen door de MKZ-crisis zodanig te compenseren, dat het inkomen niet daalt onder het niveau van het sociaal minimum;

verzoekt de regering ernaar te streven de afhandeling van deze compensatie vóór 1 september af te ronden,

en gaat over tot de orde van de dag.

Van Dijke

Naar boven