nr. 1
KONINKLIJKE BOODSCHAP
Aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Wij bieden U hiernevens ter overweging aan een voorstel van wet houdende
regels inzake de vervanging van verloren of verminkte akten van de burgerlijke
stand.
De memorie van toelichting, die het wetsvoorstel vergezelt, bevat de gronden
waarop het rust.
En hiermede bevelen Wij U in Godes heilige bescherming.
's-Gravenhage
16 mei 2001
Beatrix
nr. 2
VOORSTEL VAN WET
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is nieuwe regels
te stellen ter vervanging van de Wet van 28 december 1935, houdende voorschriften
inzake vervanging van verloren of verminkte registers van de burgerlijke stand
(Stb. 797);
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der
Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en
verstaan bij deze:
ARTIKEL I
Aan artikel 18c van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek worden een derde,
een vierde, een vijfde en een zesde lid toegevoegd, luidende:
3. Wanneer akten van de burgerlijke stand verloren zijn gegaan of verminkt
zijn, wordt ter vervanging van deze akten van de dubbelen van de akten een
afschrift gemaakt door een of meer door Onze Minister van Justitie aan te
wijzen Centrale Bewaarplaatsen waar de dubbelen bewaard worden. De afschriften
treden in de plaats van de verloren gegane of verminkte akten.
4. Er wordt een lijst opgesteld van de akten die vervangen worden, die
in de Staatscourant wordt gepubliceerd.
5. De kosten voor de vervanging van akten van de burgerlijke stand komen
ten laste van de Staat, tenzij het de vervanging van akten betreft die bewaard
worden door een gemeente. In het laatstgenoemde geval komen de kosten van
vervanging voor rekening van de gemeente.
6. Onze Minister van Justitie kan nadere regels stellen omtrent de wijze
waarop de vervanging van de akten dient te worden uitgevoerd.
ARTIKEL II
De Wet van 28 december 1935, Stb. 797, houdende voorschriften, inzake
vervanging van verloren of verminkte registers van de burgerlijke stand wordt
ingetrokken.
ARTIKEL III
Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat
alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat,
aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Staatssecretaris van Justitie,