27 700
Financiële verantwoordingen over het jaar 2000

nr. 90
MOTIE VAN HET LID VAN WALSEM

Voorgesteld 28 juni 2001

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende, dat:

– jaarlijks ongeveer 240 mld gulden aan publiek geld wordt uitgegeven door instellingen buiten het Rijk die taken uitvoeren die bij of krachtens wet geregeld zijn;

– dergelijke rechtspersonen met een wettelijke taak (RWT's) meestal geen of soms gedeeltelijk verantwoording afleggen voor het financieel beheer, en rechtmatigheid slechts voor 60% aantoonbaar is;

– het kabinet heeft aangekondigd algemene regels te zullen stellen voor het kasbeheer van RWT's voor lenen en beleggen en voor de scheiding tussen private en publieke middelenstromen;

van mening, dat:

– de inning en besteding door RWT's van publieke financiële middelen dient te voldoen aan eisen ten aanzien van rechtmatigheid, doelmatigheid en doeltreffendheid;

– in zijn algemeenheid transparantie nodig is met betrekking tot de taakuitvoering en prioriteitsstelling door RWT's, voor zover het publieke verantwoordelijkheden betreft;

– conform de aanbevelingen van de Rekenkamer, de in ontwikkeling zijnde toezichtvisies van de departementen niet beperkt moeten blijven tot zelfstandige bestuursorganen (ZBO's), maar zich moet uitstrekken tot alle RWT's;

– de informatieverstrekking door de RWT's moet aansluiten op het VBTB-proces, ook wat betreft het tijdstip waarop verantwoording wordt afgelegd;

verzoekt de regering:

– een algemene wettelijke informatieplicht voor RWT's in te stellen, waarin wordt geregeld dat RWT's tijdig verantwoording afleggen over rechtmatigheid, doelmatigheid, doeltreffendheid, financieel beheer en bedrijfsvoering;

– parallel hieraan een integrale toezichtvisie voor RWT's vast te stellen,

en gaat over tot de orde van de dag.

Van Walsem

Naar boven