27 700
Financiële verantwoordingen over het jaar 2000

nr. 15
FINANCIËLE VERANTWOORDING VAN HET PROVINCIEFONDS

Deze financiële verantwoording bestaat uit:

– de rekening van verplichtingen, uitgaven en ontvangsten, voorzien van een toelichting;

– de op deze rekening aansluitende saldibalans per 31 december 2000, voorzien van een toelichting.

Den Haag, 15 mei 2001

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

K. G. de Vries

De Staatssecretaris van Financiën,

W. J. Bos

De Minister van Financiën,

G. Zalm

Staat behorende bij de financiële verantwoording over het jaar 2000 Rekening 2000provinciefondsOnderdeel uitgaven en verplichtingen

   (1) (2)(3) = (2) – (1)
Art.OmschrijvingOorspronkelijk vastgestelde begroting Realisatie*Verschil realisatie en oorspronkelijke vastgesteld begroting
   VerplichtingenUitgaven VerplichtingenUitgavenVerplichtingenUitgaven
   NLG1000EUR1000NLG1000EUR1000 NLG1000EUR1000NLG1000EUR1000NLG1000EUR1000NLG1000EUR1000
  TOTAAL  1 931 400876 431   2 071 100939 824  + 139 700+ 63 393
                
01 Algemene uitkeringen aan provincies1 825 100828 1941 785 100810 043 1 808 600820  7071 796 400815 171– 16 500– 7 487+ 11 300+ 5 128
                
0201Integratie-uitkering rivierdijkversterking/hoofdwaterkeringen Provinciefonds138 60062 894138 60062 894 138 60062 8941 38 60062 894
 03Integratie-uitkering personele middelen VERDI7 7003 4947 7003 494 7 7003 4947 7003 494
 05Integratie-uitkering afschaffing provinciale opslagen omroepbijdragen     128 40058 265128 40058 265+ 128 400+ 58 265+ 128 400+ 58 265

* De gerealiseerde bedragen zijn steeds naar boven afgerond (op NLG1000 respectievelijk EUR1000).

Ons bekend,

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

De Staatssecretaris van Financiën,

De Minister van Financiën,

Staat behorende bij de financiële verantwoording over het jaar 2000 Rekening 2000provinciefondsOnderdeel ontvangsten

   (1)(2)(3) = (2) – (1)
Art.OmschrijvingOorspronkelijk vastgestelde begrotingRealisatie*Verschil realisatie en oorspronkelijk vastgestelde begroting
   OntvangstenOntvangstenOntvangsten
   NLG1000EUR1000NLG1000EUR1000NLG1000EUR1000
  TOTAAL1 931 400876 4312 071 100939 824139 70063 393
         
01 Ontvangsten ex artikel 4 van de Financiële verhoudingswet1 931 400876 4312 071 100939 824139 70063 393

* De gerealiseerde bedragen zijn steeds naar boven afgerond (op NLG1000 respectievelijk EUR1000).

Ons bekend,

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

De Staatssecretaris van Financiën,

De Minister van Financiën,

Toelichting bij de rekening van verplichtingen, uitgaven en ontvangsten van het provinciefonds voor het jaar 2000

ALGEMEEN DEEL

Opmerkingen Algemene Rekenkamer bij de financiële verantwoording over 1999

De Algemene Rekenkamer komt tot een positief oordeel over de financiële verantwoording 1999 van het provinciefonds. De Rekenkamer meldt in de aangegane verplichtingen, de uitgaven en de ontvangsten geen belangrijke fouten of onzekerheden te hebben aangetroffen. Voorts meldt de Rekenkamer dat de verantwoording een deugdelijke weergave van de uitkomsten van het financieel beheer is en is opgesteld volgens de voorschriften.

Beleidsprioriteiten

De Tweede Kamer heeft, met name bij monde van de leden Van Zijl en Van Walsum, gevraagd om meer aandacht te besteden aan de beleidsinhoud van de financiële verantwoording. Zij heeft daarbij zowel voor de Financiële verantwoording 2000 als 2001 beleidsprioriteiten voor de verschillende departementen aangedragen om hierover in hun verantwoording te rapporteren.

Voor het provinciefonds zijn echter door de Kamer voor beide jaren geen beleidsprioriteiten naar voren gebracht waarover gerapporteerd dient te worden. Met betrekking tot het ambitieniveau dient te worden opgemerkt, dat in de ontwerpbegroting 2001 van het provinciefonds reeds meerdere VBTB-elementen zijn toegepast. Dit alhoewel VBTB voor het eerst in de ontwerpbegroting 2002 integraal toegepast dient te worden. In de op de begroting 2001 betrekking hebbende Financiële verantwoording zullen overeenkomstig de VBTB-gedachte het beleid en de prestaties een duidelijke rol krijgen.

ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING

Onderdeel uitgaven en verplichtingen

Begrotingsartikel 01 (algemene uitkering)

A Uitgaven

De uitgaven voor de algemene uitkering in 2000 bedragen, afgerond op duizenden guldens, f 1 796 400 000. Dit bedrag is f 11 300 000 hoger dan in de ontwerpbegroting voor 2000 werd geraamd.

B Verplichtingen

De verplichtingen met betrekking tot de algemene uitkering 2000 bedragen f 1 808 600 000. Dit is f 12,2 miljoen meer dan het bedrag van de gerealiseerde uitgaven over 2000. Het verschil tussen het uitgavenbedrag en het verplichtingenbedrag bestaat uit twee componenten. Enerzijds is in 2000 f 24,2 miljoen uit de behoedzaamheidsreserve 1999 uitgekeerd. Anderzijds is er in 2000 een behoedzaamheidsreserve van f 40 miljoen ingehouden. Het accres voor 2000 valt f 3,6 miljoen lager uit dan geraamd bij de ontwerpbegroting. Dit heeft tot gevolg dat in 2001 een bedrag van f 36,4 miljoen (f 40 miljoen – f 3,6 miljoen) zal worden uitgekeerd met betrekking tot 2000. Beide componenten samen – de uitkering m.b.t. 1999 van f 24,2 miljoen en het nog uit te keren bedrag van f 36,4 miljoen – leiden – ertoe dat het uitgavenbedrag 2000 f 12,2 miljoen lager is dan het verplichtingenbedrag.

Het nog uit te betalen deel van de behoedzaamheidsreserve 2000 ter grootte van f 36,4 miljoen zal worden opgenomen in de eerste suppletore begroting van het provinciefonds 2001. De behoedzaamheidsreserve komt ook tot uitdrukking in de saldibalans van het provinciefonds die onderdeel uitmaakt van deze financiële verantwoording.

De mutaties ten opzichte van de ontwerpbegroting zijn toegelicht in achtereenvolgens de memorie van toelichting bij het wetsvoorstel Wijziging van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het provinciefonds voor het jaar 2000 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota; voor de memorie van toelichting zie kamerstukken II, 1999/2000, 27 122, nr. 2), in de memorie van toelichting bij het wetsvoorstel Wijziging van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het provinciefonds voor het jaar 2000 (wijziging samenhangende met de Najaarsnota; voor de memorie van toelichting zie kamerstukken II, 2000/2001, 27 522, nr. 2) en in de memorie van toelichting bij het wetsvoorstel Wijziging van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het provinciefonds voor het jaar 2000 (slotwet) die samen met deze financiële verantwoording aan de Kamer is gezonden.

Begrotingsartikelen 02.01, 02.03 en 02.05 (integratie-uitkeringen)

Een deel van de middelen die zijn opgenomen in het provinciefonds wordt aan de provincies verstrekt als integratie-uitkering. In 2000 gaat het om drie integratie-uitkeringen.

Ten eerste de integratie-uitkering rivierdijkversterking/hoofdwaterkeringen Provinciefonds waarvan de verdeling is uitgewerkt in het Besluit rivierdijkversterking/hoofdwaterkeringen Provinciefonds (Stb. 1996, 393). De uitgaven voor deze integratie-uitkering bedragen in 2000 f 138 600 000. Dit bedrag is gelijk aan de raming in de ontwerpbegroting 2000.

Ten tweede de integratie-uitkering personele middelen VERDI waarvan de verdeling is uitgewerkt in het Tijdelijk besluit integratie-uitkering personele middelen VERDI (Stb. 1999, 432). De uitgaven voor deze integratie-uitkering bedragen in 2000 f 7 700 000. Dit bedrag is gelijk aan de raming opgenomen in de ontwerpbegroting 2000.

Ten slotte de integratie-uitkering afschaffing provinciale opslagen omroepbijdragen. De uitgaven voor deze integratie-uitkering bedragen in 2000 f 128 400 000. In de ontwerpbegroting was voor dezeintegratie-uitkering geen bedrag geraamd. In de ontwerpbegroting 2000 werd namelijk nog uitgegaan van een toevoeging van f 80 900 000 aan de algemene uitkering 2000. Wel is in 2000 dus f 47 500 000 meer uitgegeven dan bij de ontwerpbegroting nog werd geraamd.

Het totaal van de uitgaven voor de drie integratie-uitkeringen bedraagt in 2000 derhalve f 274 700 000. Dit is f 128 400 000 hoger dan in de ontwerpbegroting 2000 werd geraamd.

Onderdeel ontvangsten

Begrotingsartikel 1

De ontvangsten ex artikel 4 van de Financiële-verhoudingswet voor 2000 bedragen, afgerond op duizenden guldens, f 2 071 100 000. Dit is f 139 700 000 hoger dan in de ontwerpbegroting 2000 werd geraamd.

Financiële verantwoording van het provinciefonds over het jaar 2000

SALDIBALANS PER 31 DECEMBER 2000

 NLG1000EUR1000   NLG1000EUR1000
1)Uitgaven ten laste van de begroting2 071 100939 824 2)Ontvangsten ten gunste van de begroting2 071 100939 824
         
3)Liquide middelen00     
         
4)rekening-courant RHB00 4a)rekening-courant RHB00
         
5)Uitgaven buiten begrotingsverband (=infra-comptabele vorderingen)00 6)Ontvangsten buiten begrotingsverband (=intra-comptabele schulden)00
         
7)Openstaande rech- ten00 7a)Tegenrekening openstaande rechten00
         
8)Extra-comptabele vorderin- gen00 8a)Tegenrekening extra-comptabele vorderingen00
         
9a)Tegenrekening extra-comptabele schulden00 9)Extra-comptabele schul- den00
         
10)Voorschotten3 867 4151 754 956 10a)Tegenrekening voorschotten3 867 4151 754 956
         
11a)Tegenrekening garantieverplichtingen00 11)Garantieverplichtin- gen00
         
12a)Tegenrekening openstaande verplichtingen36 40016 518 12)Openstaande verplichtin- gen36 40016 518
         
13)Deelnemingen00 13a)Tegenrekening deelnemingen00
         
 TOTAAL5 974 9152 711 298  TOTAAL5 974 9152 711  298

TOELICHTING OP DE SALDIBALANS VAN HET PROVINCIEFONDS OVER HET JAAR 2000

Ad 1 Uitgaven ten laste van de begrotingen 2 Ontvangsten ten gunste van de begroting

Bij de begrotingsuitgaven en -ontvangsten voor 2000 zijn de gerealiseerde uitgaven en ontvangsten opgenomen met betrekking tot het jaar waarvoor de Rijksrekening nog niet door de Tweede Kamer is goedgekeurd (2000).

Het totaal van de uitgaven in 2000 bedraagt f 2 071 099 994 en is als volgt opgebouwd: f 1 772 199 994 (algemene uitkeringen), f 274 700 000 (integratie-uitkeringen) en f 24 200 000 (verrekening behoedzaamheidsreserve 1999).

De ontvangsten zijn ingevolge artikel 4, tweede lid van de Financiële-verhoudingswet gelijk aan de uitgaven over ieder uitkeringsjaar.

Ad 10 Voorschottenen 10a Tegenrekening voorschotten

Uitkeringen aan de provincies worden na afloop van het uitkeringsjaar via beschikkingen definitief vastgesteld. In 2000 zijn de beschikkingen voor 1998 vastgesteld. Op 31 december 2000 moeten de uitkeringen voor de jaren 1999 en 2000 nog via beschikkingen worden vastgesteld en zijn daarom als voorschot opgenomen.

De opbouw is als volgt:

Voorschotten 1 januari 2000  f 3 494 075 860,00 
     
Beschikkingen gemaakt in 2000:    
– algemene uitkering 1998f 1 532 198 357,00   
– integratie-uitkeringen 1998f   165 562 511,00+  
   f 1 697 760 868,00-/-
   f 1 796 314 992,00 
     
Uitgaven 2000 (nog geen beschikkingen):    
– uitkering behoedzaamheidsreserve 1999f 24 200 000,00   
– algemene uitkering 2000f 1 772 199 994,00   
– integratie-uitkering 2000f   274 700 000,00+  
   f 2 071 099 994,00+
Voorschotten 31 december 2000  f 3 867 414 986,00 

Ad 12. Openstaande verplichtingen en 12a. Tegenrekening openstaande verplichtingen

De opbouw openstaande verplichtingen (in NLG) is als volgt:

    
Verplichtingen 1 januari 2000  f    24 200 000,00
    
Aangegane verplichtingen in 2000:   
– algemene uitkeringf 1 772 199 994,00  
– integratie-uitkeringenf   274 700 000,00  
– behoedzaamheidsreserve 2000f    36 400 000,00+ 
   f 2 083 299 994,00
   f 2 107 499 994,00
    
Tot betaling gekomen in 2000f 2 071 099 994,00  
Negatieve bijstellingen van aangegane verplichtingen uit eerdere begrotingsjarenf      0,00+ 
   f 2 071 099 994,00
Openstaande verplichtingen 31 december 2000  f    36 400 000,00
Naar boven