27 700
Financiële verantwoordingen over het jaar 2000

nr. 14
FINANCIËLE VERANTWOORDING VAN HET MINISTERIE VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES (VII) OVER HET JAAR 2000

Deze financiële verantwoording van het ministerie bestaat uit:

– de rekening van verplichtingen, uitgaven en ontvangsten, voorzien van een toelichting;

– de op deze rekening aansluitende saldibalans per 31 december 2000, voorzien van een toelichting.

De financiële verantwoordingen van de agentschappen ITO, KLPD, BPR, CAS en IVOP bestaan uit:

– de rekening van baten en lasten, voorzien van een toelichting;

– de rekening van kapitaaluitgaven en -ontvangsten, voorzien van een toelichting;

– de balans per 31 december 2000, voorzien van een toelichting.

Den Haag16 mei 2001

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

K. G. de Vries

De Minister voor Grote Steden- en Integratiebeleid,

R. H. L. M. van Boxtel

Financiële verantwoording van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) over het jaar 2000 Staat behorende bij de financiële verantwoording over het jaar 2000 Rekening 2000 Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) Onderdeel uitgaven en verplichtingen

   (1) (2)(3) = (2) – (1)
Art.OmschrijvingOorspronkelijk vastgestelde begroting Realisatie1Verschil realisatie en oorspronkelijke vastgestelde begroting
   VerplichtingenUitgaven VerplichtingenUitgavenVerplichtingenUitgaven
   NLG 1 000EUR 1 000NLG 1 000EUR 1 000 NLG 1 000EUR 1 000NLG 1 000EUR 1 000NLG 1 000EUR 1 000NLG 1 000EUR 1 000
  TOTAAL  7 559 0023 430 127   8 966 9014 069 005  1 407 899638 878
                
01 Algemeen  186 63884 694   152 23469 080    
                
 01Personeel en materieel Algemeen122 10055 407122 27955 488 133 17360 431123 13355 87511 0735 024854387
 03Loonbijstelling7 6423 4687 6423 468 NihilNihilNihilNihil– 7 642– 3 468– 7 642– 3 468
 04Prijsbijstelling30 05113 63730 05113 637 NihilNihilNihilNihil– 30 051– 13 637– 30 051– 13 637
 05Onvoorzien199199 NihilNihilNihilNihil– 19– 9– 19– 9
 07Subsidies en onderzoeken6 5442 9706 5442 970 8 5823 8946 7203 0492  03892417679
 09Functionele kosten Koninklijk Huis16 9387 68616 9387 686 17 5397 95917 5397 959601273601273
 14Vervreemding aandelen PinkRoccade NVMemorieMemorieMemorieMemorie 6 7743 0742 4051 0916 7743 0742 4051 091
 15Adviesraden3 1651 4363 1651 436 2 4651 1192 4371 106– 700– 317– 728– 330
                
02 Openbaar Bestuur  351 040159 295   714 828324 375    
                
 01Schadeloosstelling, uitkering en pensioen leden Europees Parlement6 1252 7796 1252 779 6 8273 0986 8063 088702319681309
 02Uitkering gewezen ministers7 7063 4977 7063 497 6 6733 0286 6283 008– 1 033– 469– 1 078– 489
 03Diverse vergoedingen openbare ambtsdragers en herindelingswachtgelden6 5832 9876 5832 987 5 5682 5275 1842 352– 1 015– 460– 1 399– 635
 04Diverse bijdragen aan provincies en gemeenten15 0006 80765 00029 496 873949 66422 537– 14 913– 6 768– 15 336– 6 959
 05Bevordering doelmatig bestuur5 3282 4185 3282 418 6 7463 0616 5462 9701 4186431 218552
 06Bevordering werking politiek systeem9 6524 3809 6524 380 9 8224 4579 8204 4561707716876
 07Paspoortbeleid32 96114 95738 80617 609 43 50119 74048 61522 06110 5404 7839 8094 452
 10Personeel en materieel Openbaar Bestuur31 81714 43831 81714 438 36 80316 70036 48916 5584 9862 2624 6722 120
 11Waarde-overdracht pensioenen politieke ambtsdragers2 2631 0272 2631 027 NihilNihilNihilNihil– 2 263– 1 027– 2 263– 1 027
 12Grotestedenbeleid154 76070 227177 76080 664 421 199191 132545 076247 345266 439120 905367 316166 681
                
03 Integratiebeleid minderheden  272 071123 460   349 670158 673    
                
 01Algemeen integratiebeleid minderheden25 02611 35625 02611 356 66 13930 01367 40830 58841 11318 65742 38219 232
 03Wet Rietkerk-uitkering6 0002 7236 0002 723 6 0052 7255 9432 69752– 57– 26
 04Zorgwet VVTV164 38274 593164 38274 593 220 14799 898220 10499 87955 76525 30555 72225 286
 05Remigratiebeleid76 66334 78876 66334 788 56 27925 53856 21525 509– 20 384– 9 250– 20 448– 9 279
                
05 Openbare Orde en Veiligheid  6 232 5222 828 195   7 264 0363 296 276    
                
 09Dienst Geneeskundige Verzorging Politie325 365147 644325 365147 644 315 328143 090315 328143 090– 10 037– 4 554– 10 037– 4 554
 15Financiële rechtspositie rampenbestrijding3 4691 5743 4691 574 2 9281 3293 0781 397– 541– 245– 391– 177
 20Bijdragen LSOP105 85248 034105 95748 081 183 13783 104297 659135 07277 28535 070191 70286 991
 21Openbare Veiligheid98 95644 904109 35249 622 228 008103 466231 257104 940129 05258 562121 90555 318
 22Nationaal Coördinatiecentrum1 5597071 559707 1 3246011 471668– 235– 106– 88– 39
 23Bijdragen regionale politie5 219 4602 368 4885 193 2192 356 580 5 352 8282 429 0075 185 8752 353 247133 36860 519– 7 344– 3 333
 24Overige uitgaven regionale politie203 07792 152247 531112 325 627 975284 963447 482203 058424 898192 811199 95190 733
 26Bijdragen Nederlands Instituut voor Brandweer en Rampenbestrijding6 8863 1256 8753 120 9 3554 2459 0004 0842 4691 1202 125964
 27Informatiebeleid Openbare Orde en Veiligheid57 85226 252190 08386 256 95 69043 422214 51297 34137 83817 17024 42911 085
 28Personeel en materieel Openbare Orde en Veiligheid48 92222 20049 11222 286 58 25626 43554 65224 8009 3344 2355 5402 514
 29Bijdrage Korps landelijke politiediensten     587 422266 560503 722228 579587 422266 560503 722228 579
06 Binnenlandse Veiligheidsdienst  98 25544 586   110 52050 152    
                
 01Personeel en materieel Binnenlandse Veiligheidsdienst94 17642 73594 17642 735 106 90148 510106 35948 26412 7255 77512 1835 529
 03Geheime uitgaven4 0791 8514 0791 851 4 1611 8884 1611 88882378237
                
07 Management en Personeelsbeleid  365 681165 939   296 525134 559    
                
 02Vormings- en opleidingsbeleid28 56212 96128 56212 961 19 6598 92119 5378 866– 8 903– 4 040– 9 025– 4 095
 03Onderzoek en analyse van de arbeidsmarkt en personeelsmanagement bij de overheid45 41020 60645 41020 606 12 5275 6858 9054 041– 32 883– 14 921– 36 505– 16 565
 05Beheer rechtspositie263119263119 1215512155– 142– 64– 142– 64
 10Financiële rechtspositie actieven en post-actieven1 0024551 002455 680309680309– 322– 146– 322– 146
 16GarantiesMemorieMemorieMemorieMemorie NihilNihilNihilNihil    
 17Bijdragen ten behoeve van werknemersorganisaties in verband met arbeidsverhoudingen in de overheidssector8 6163 9108 6093 907 13 5976 1708 9444 0594 9812 260335152
 18Werkgeversbijdrage aan het overlegstelsel overheidspersoneel4 5222 0524 5152 049 9 7944 4444 9162 2315 2722 392401182
 20Ziektekostenvoorziening Overheidspersoneel sector Rijk84 71338 44184 71338 441 62 73728 46962 32628 282– 21 976– 9 972– 22 387– 10 159
 21Personeel en materieel Management en Personeelsbeleid55 39725 13855 39725 138 56 36025 57554 90024 913963437– 497– 225
 22Rechtspositie post-actieven (voormalige) overzeese gebiedsdelen137 21062 263137 21062 263 137 43762 366136 19661 803227103– 1 014– 460
                
08 Informatievoorziening en Automatiseringsbeleid  28 23112 811   48 84122 164    
                
 01Bevordering informatievoorziening overheid13 2696 02113 2696 021 32 01014 52633 51615 20918 7418 50520 2479 188
 04Personeel en materieel Centrale Archiefselectiedienst10 3004 67410 3004 674 85838910 6524 834– 9 442– 4 285352160
 06Integratie van personeels- en salarisadministraties4 6622 1164 6622 116 4 6732 1214 6732 121115115
                
09 Algemene Bestuursdienst  6 0322 737   6 0202 732    
                
 01Personeel en materieel Algemene Bestuursdienst4 7182 1414 7182 141 4 0761 8504 0761 850– 642– 291– 642– 291
 02Personeelsbeleid Algemene Bestuursdienst1 3145961 314596 2 0789431 944882764347630286
                
10 Constitutionele Zaken en Koninkrijksrelaties  18 5328 410   24 22710 994    
                
 01Personeel en materieel Constitutionele Zaken en Koninkrijksrelaties14 0486 37514 0486 375 18 6688 47118 2468 2804 6202 0964 1981 905
 02Personeel en materieel Vertegenwoordigingen Nederlandse Antillen en Aruba4 4842 0354 4842 035 6 0252 7345 9812 7141 5416991 497679

1 De gerealiseerde bedragen zijn steeds afgerond naar boven (op duizenden guldens).

Mij bekend,

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

De Minister voor Grote Steden- en Integratiebeleid,

Financiële verantwoording van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) over het jaar 2000 Staat behorende bij de financiële verantwoording over het jaar 2000 Rekening 2000 Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) Onderdeel ontvangsten

   (1)(2)(3) = (2) – (1)
Art.OmschrijvingOorspronkelijk vastgestelde begrotingRealisatieVerschil realisatie en oorspronkelijk vastgestelde begroting
   OntvangstenOntvangstenOntvangsten
   NLG 1 000EUR 1 000NLG 1 000EUR 1 000NLG 1 000EUR 1 000
  TOTAAL683 126309 9891 532 238695 299849 112385 310
         
01 Algemeen9 6864 395681 855309 412  
 06Ontvangsten A&O subsidiesNihilNihil610277610277
 08Overige ontvangsten9 6864 39514 0716 3854 3851 990
 09Ontvangsten vervreemding aandelen PinkRoccade NVMemorieMemorie667 174302 750667 174302 750
         
02 Openbaar Bestuur200 66991 060233 350105 889  
 01Inhoudingen voor pensioenen van de leden van het Europees Parlement of hun betrekkingen39017720191– 189– 86
 02Werking politiek systeemMemorieMemorie3131
 03Diverse ontvangsten91 30141 431121 49255 13130 19113 700
 04Paspoortleges108 97849 452111 41650 5582 4381 106
 05Ontvangsten sociale vernieuwingMemorieMemorieVervallenVervallen  
 06Ontvangsten in verband met aansluiting mede-overheden bij de Nationale ombudsmanMemorieMemorie238108238108
         
03 Integratiebeleid minderheden3 5001 5886 5832 987  
 01Ontvangsten remigratiebeleid3 5001 5886 5832 9873 0831 399
         
05 Openbare Orde en Veiligheid374 259169 831537 006243 683  
 01Ontvangsten Dienst Geneeskundige Verzorging Politie325 365147 644310 489140 894– 14 876– 6 750
 05Ontvangsten Brandweerzorg8840309140221100
 07Ontvangsten Rampenbestrijding en hulpverleningMemorieMemorie1 5216901 521690
 09Ontvangsten Politie48 80622 147224 687101 959175 88179 812
         
06 Binnenlandse Veiligheidsdienst100453 1491 429  
 01Diverse ontvangsten100453 1491 4293 0491 384
         
07 Management en Personeelsbeleid90 90241 25054 85024 890  
 06Diverse ontvangsten90 90241 25054 85024 890– 36 052– 16 360
         
08 Informatievoorziening en Automatiseringsbeleid3 8601 75214 5006 580  
 02Diverse ontvangsten1 00045411 4515 19610 4514 742
 05Ontvangsten Centrale Archiefselectiedienst2 8601 2983 0491 38418986
10 Constitutionele Zaken en Koninkrijksrelaties15068945429  
 01Diverse ontvangsten15068945429795361

Mij bekend,

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

De Minister voor Grote Steden- en Integratiebeleid,

Financiële verantwoording van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) over het jaar 2000 Staat behorende bij de financiële verantwoording over het jaar 2000 Rekening 2000 Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) Onderdeel agentschappen

  (1)(2)(3) = (2) – (1)
Art.OmschrijvingOorspronkelijk vastgestelde begrotingRealisatieVerschil realisatie en oorspronkelijk vastgestelde begroting
  NLG 1 000EUR 1 000NLG 1 000EUR 1 000NLG 1 000EUR 1 000
05.27Agentschap ITO      
        
 Totale baten217 83698 850223 834101 5715 9982 721
 Totale lasten222 601101 012222 751101 08015068
 Saldo van baten en lasten– 4 765– 2 1621 0834915 8482 653
        
 Totale kapitaalontvangsten31 76014 41241 35818 7679 5984 355
 Totale kapitaaluitgaven44 52020 20247 57821 5903 0581 388
        
05.29Agentschap KLPD      
        
 Totale baten  619 966281 328619 966281 328
 Totale lasten  608 248276 011608 248276 011
 Saldo van baten en lasten  11 7185 31711 7185 317
        
 Totale kapitaalontvangsten  226 892102 959226 892102 959
 Totale kapitaaluitgaven  269 076122 101269 076122 101
        
08.01Agentschap BPR      
        
 Totale baten59 22826 87685 14238 63625 91411 760
 Totale lasten56 53925 65685 14938 63928 61012 983
 Saldo van baten en lasten2 6891 220– 7– 3– 2 696– 1 223
        
 Totale kapitaalontvangsten1 8848551 023464– 861– 391
 Totale kapitaaluitgaven2 4671 1192 189993– 278– 126
        
08.04Agentschap CAS      
        
 Totale baten12 4765 66114 8136 7222 3371 061
 Totale lasten12 4045 62914 4116 5392 007910
 Saldo van baten en lasten7232402183330151
        
 Totale kapitaalontvangsten3 1241 4183 4451 564321146
 Totale kapitaaluitgaven4 0211 8254 8032 180782355
08.06Agentschap IVOP      
        
 Totale baten32 18914 60723 53710 681– 8 652– 3 926
 Totale lasten32 22114 62123 91010 850– 8 311– 3 771
 Saldo van baten en lasten– 32– 14– 373– 169– 341– 155
        
 Totale kapitaalontvangsten001 4796711 479671
 Totale kapitaaluitgaven3901771 9548871 564710

Mij bekend,

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

De Minister voor Grote Steden- en Integratiebeleid,

TOELICHTING

INHOUDSOPGAVEblz.
  
ALGEMEEN DEEL11
  
1. Inleiding11
2. Bedrijfsvoeringsparagraaf11
3. De begroting in één oogopslag21
4. Aansluittabel tussen stand voorlopige rekening en de definitieve cijfers26
  
ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING27
  
Leeswijzer27
  
Uitgaven/verplichtingen27
01. Algemeen27
02. Openbaar Bestuur31
03. Integratiebeleid minderheden39
05. Openbare Orde en Veiligheid42
06. Binnenlandse Veiligheidsdienst56
07. Management en Personeelsbeleid57
08. Informatievoorziening en Automatiseringsbeleid64
09. Algemene Bestuursdienst65
10. Constitutionele Zaken en Koninkrijksrelaties66
  
Ontvangsten68
01. Algemeen68
02. Openbaar Bestuur69
03. Integratiebeleid minderheden71
05. Openbare Orde en Veiligheid72
06. Binnenlandse Veiligheidsdienst73
07. Management en Personeelsbeleid73
08. Informatievoorziening en Automatiseringsbeleid74
10. Constitutionele Zaken en Koninkrijksrelaties75
  
Agentschappen76
Agentschap ITO76
Agentschap KLPD96
Agentschap BPR128
Agentschap CAS144
Agentschap IVOP158
  
Saldibalans per 31 december 2000 met bijbehorende toelichting175
  
BIJLAGEN 1 TOT EN MET 4 BIJ DE TOELICHTING187
  
Bijlage 1. M&O-beleid187
Bijlage 2: Stand van zaken AR-opmerkingen bij RMO 1999190
Bijlage 3. Extra-comptabel overzicht, budgetten Grotestedenbeleid (ECO-GSB)195
Bijlage 4. Lijst van afkortingen201

ALGEMEEN DEEL

1 Inleiding

De financiële verantwoording 2000 geeft inzicht in de uitgaven en ontvangsten in het jaar 2000 in relatie tot de ontwerp-begroting 2000. De afzonderlijke mutaties op de geautoriseerde begroting zijn toegelicht in de eerste en tweede suppletore begroting en de slotwet.

Deze verantwoording heeft qua opzet dezelfde vorm als de verantwoording over 1999. Ook dit jaar is wederom getracht de kwaliteit van de toelichting te verhogen: minder, maar beter.

Onderstaand wordt in hoofdstuk 2 nader ingegaan diverse aspecten van beheer. In hoofdstuk 3 volgt een overzicht van de begroting in grafiekvorm. In hoofdstuk 4 is de aansluittabel opgenomen.

2. Bedrijfsvoeringsparagraaf

2.1. Algemeen

De verantwoordelijkheden, beleidsterreinen en organisatie van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) zijn sinds het begin van deze kabinetsperiode aanzienlijk verzwaard. Het gaat hierbij om de toegevoegde verantwoordelijkheid voor de begroting van Koninkrijksrelaties (IV) en van de budgettaire medeverantwoordelijkheid grotestedenbeleid (GSB), alsmede de overkomst van andere organisaties (agentschap ITO, Kabinet voor Nederlands-Antilliaanse en Arubaanse Zaken, Korps landelijke politiediensten (KLPD), dienst berichtenverkeer buitenland). Daarnaast speelden in het afgelopen jaar ontwikkelingen als de invoering van de euro en de voorbereiding op de begroting nieuwe stijl (VBTB) een belangrijke rol.

In 2000 is dan ook – mede naar aanleiding van bij de financiële verantwoording 1999 door de Algemene Rekenkamer (AR) gesignaleerde tekortkomingen – een forse inspanning gepleegd om te komen tot een verbetering en versterking van het financieel beheer. Daarbij is de monitoring van de verbeteracties door het Audit Committee (AC) van BZK geïntensiveerd.

2.2. Reorganisatie Directoraat-Generaal Openbare Orde en Veiligheid (DGOOV)

In 2000 is door de DGOOV gewerkt aan een volledige herinrichting van de financiële functie van DGOOV. De inrichting van de financiële functie binnen DGOOV is opgezet als controllersmodel. Het controllersmodel is gericht op de financiële functie van de beleidskern: de DG en de drie directies, inclusief het bureau Korpsbeheer en Relatiebeheer Agentschappen (KOBRA).

Door de introductie van de DG-controller, naast de financiële afdelingen op directieniveau en financiële adviseurs bij KOBRA worden voor het managementniveau van DG en directies waarborgen geschapen voor een adequaat financieel beleid en beheer.

Daarnaast is de financiële administratie opgeschaald naar DG-niveau en wordt de onderhoudsorganisatie van de administratieve organisatie (AO) vanuit het DG-niveau georganiseerd.

Met deze reorganisatie die in 2001 zal worden geïmplementeerd zal de financiële functie bij DGOOV een samenhangend geheel vormen waarbij synergie tussen DG-control en de financiële afdelingen ontstaat, waardoor een verdere verbetering van de departementale financiële functie kan worden gerealiseerd.

2.3. Verbeteracties financieel beheer

AO

Het project Inhaalslag AO met als doel de actualisatie en beschrijving van de AO van BZK is – conform toezegging – in 2000 afgerond. Voorts is invulling gegeven aan de onderhoudsorganisatie met de vaststelling van de onderhoudsplanning AO voor 2001 door het AC. Naar de opzet van de formele AO heeft de Accountantsdienst (AD) een onderzoek uitgevoerd en deze als voldoende beoordeeld. Ten aanzien van de werking van de AO werd aanbevolen deze systematisch te monitoren en de bevindingen vast te leggen in managementrapportages.

Als vervolg op voornoemd project is inmiddels een plan van aanpak opgesteld om de thans geactualiseerde procesbeschrijvingen breed in de organisatie van BZK ter beschikking te stellen met gebruikmaking van intranet. Volgens planning dient dit in het eerste halfjaar 2001 te worden gerealiseerd.

Uitvoering geplande acties 2000
ToezeggingRealisatie
Actualisatie en aanvulling beschrijving– formele (financiële) AO– bedrijfskritische processen Afgerond medio 2000.Nagenoeg afgerond in 2000. Resterende deel is opgenomen in de onderhoudsplanning 2001.
  
Opzet onderhoudsorganisatieIs beschreven. AO-team is in functie. Onderhoudsplannen 2001 zijn in het AC vastgesteld.
  
Herijking evaluatiefunctieDe taken en verantwoordelijkheden in de (beleids)evaluatiecyclus zijn door het AC vastgesteld in november 2000.
  
Aandacht voor monitoring werking AO– Audit uitgevoerd door AD op werking formele AO.– Rol AC geïntensiveerd.– AO-beschrijvingen worden op intranet beschikbaar gesteld. Plan van aanpak vastgesteld. Uitvoering 1e helft 2001.
  
Aandacht personele capaciteitIn januari centrale wervingsactie gestart ter vervulling (financiële) vacatures én vorming pool op centraal niveau voor ondersteuning. In december 2000 heeft een AO/BIV-opleiding voor het AO-team plaatsgevonden. Daarnaast maakt AO onderdeel uit van het standaard opleidingsprogramma BZK.

Mandaat-, volmacht- en organisatiebesluit

Naar aanleiding van een onderzoek van de AD is besloten tot een integrale herziening van het mandaat-, volmacht- en organisatiebesluit van BZK. Het conceptbesluit is gereed. Thans wordt gewerkt aan de daarop gebaseerde actualisatie van de ondermandaatbesluiten. In het eerst kwartaal 2001 zal het gehele traject worden afgerond. Aansluitend zal in 2001 het volmachtregister worden geactualiseerd en ingericht.

Beheer overheidsprojecten Nederlandse Antillen en Aruba

In achtereenvolgende jaren zijn door de AR ernstige tekortkomingen gesignaleerd met betrekking tot het beheer van de overheidsprojecten Nederlandse Antillen en Aruba in het bijzonder voor wat betreft de tijdige afwikkeling van verstrekte voorschotten. Naar aanleiding hiervan zijn structurele maatregelen getroffen voor een verbetering van het beheer. Sluitstuk daarbij werd gevormd door de herziening van de beheersafspraken met de Nederlandse Antillen en Aruba, die in het voorjaar 2000 zijn bekrachtigd. Belangrijk onderdeel van deze afspraken vormde het komen tot projectsgewijze afrekening van verstrekte voorschotten voor overheidsprojecten. De afspraken hebben geleid tot een substantiële vermindering van de achterstand in de afwikkeling van de voorschotten.

Sturingsrelaties

In 2000 is het project Sturingsrelaties opgezet met als doel het structureren van de informatievoorziening tussen BZK en de agentschappen respectievelijk ZBO's. Conform de planning is in 2000 het normenkader, alsmede de modelregeling informatievoorziening voor de agentschappen vastgesteld. De modelregeling wordt thans uitgewerkt in een individuele regeling per agentschap (met uitzondering van het KLPD). In het 1e kwartaal 2001 dient deze fase te zijn afgerond. De uitwerking van de 2e fase met betrekking tot de ZBO's is in het 4e kwartaal gestart en zal in het 1e kwartaal 2001 – rekening houdend met de Kaderwet ZBO's en de afzonderlijke instellingswetten van ZBO's – resulteren in een checklist informatievoorziening. Vervolgens zullen de informatiestromen tussen BZK en de ZBO's worden getoetst aan deze checklist.

Uitvoering geplande acties 2000
ToezeggingRealisatie
Opstellen normenkader sturingsrelatiesVastgesteld in april 2000
Opstellen modelregeling agentschappenVastgesteld in augustus 2000
Regeling invullen/vaststellen per agentschap 
– ITOVastgesteld 1e kwartaal 2001
– IVOPVastgesteld 1e kwartaal 2001
– CASVastgesteld 1e kwartaal 2001
– BPRVastgesteld 1e kwartaal 2001
Opstellen checklist ZBO'sVoorlopig vastgesteld 4e kwartaal 2000

Agentschappen

Begin 2000 is gebleken dat enkele agentschappen problemen ondervonden bij de tijdige en adequate indiening van de verantwoording 1999. Teneinde zicht te krijgen op de knelpunten is besloten tot het uitvoeren van een tussentijdse afsluiting met beoordeling door de AD te beginnen in 2000. Dat is feitelijk ook gerealiseerd voor de agentschappen ITO, KLPD, CAS, BPR en IVOP. Gebleken is dat de inrichting van het zogenoemde balansdossier een belangrijke factor vormt om de AD-controle efficiënt en tijdig te kunnen verrichten. Naar aanleiding hiervan zijn door de AD – waar nodig – richtlijnen verstrekt. De tussentijdse afsluiting wordt structureel voortgezet.

Zowel door de AD als de AR zijn bij de verantwoording 1999 voor wat betreft het agentschap ITO tekortkomingen geconstateerd, met name het incassobeleid, het factureerproces, de administratie materiële vaste activa en de kosten/baten per product. Naar aanleiding hiervan is een verbeterplan opgesteld. Geconstateerd kan worden dat in 2000 reeds een belangrijke verbetering tot stand is gebracht.

Het KLPD is per 1 januari 2000 aan BZK toegevoegd. Allereerst zijn bestaande financiële knelpunten tot een oplossing gebracht. Bij de tussentijdse afsluiting zijn door de AD ernstige manco's op het terrein van het financieel beheer geconstateerd. Naar aanleiding hiervan heeft op de eerste plaats een personele versterking van de beheersfunctie plaatsgevonden bij het KLPD, alsmede voor wat betreft het toezicht vanuit BZK. Vervolgens wordt in het eerste kwartaal 2001 een verbeterplan opgesteld, dat nog in hetzelfde jaar tot een substantiële verbetering van het beheer moet leiden.

Van beleidsbegroting tot beleidsverantwoording (VBTB)

In 2000 zijn de strategische en operationele doelen van de beleidsvelden van BZK geformuleerd, hetgeen heeft geleid tot een opzet voor de begroting nieuwe stijl conform de VBTB-filosofie. Deze nieuwe opzet van de begroting is met de Tweede Kamer gecommuniceerd.

Vervolgens zijn de bij de geformuleerde doelen behorende prestatiegegevens geformuleerd. Belangrijk onderdeel daarbij is de wijze waarop deze prestatiegegevens worden verkregen (het zogenoemde bronnenboekje). Op basis daarvan zullen de eventuele gevolgen voor de beleidsinformatiesystemen in kaart worden gebracht. De vaststelling van de prestatiegegevens vindt plaats in het eerste kwartaal 2001.

Naar aanleiding van het onderzoek van de AR inzake de organisatie van de evaluatiefunctie is toegezegd een en ander nader te zullen bezien in het kader van het VBTB-traject. Conform de toezegging is – met inachtneming van de rijksbrede regelgeving en het sturingsmodel van BZK – de inrichting van de evaluatiefunctie (op hoofdlijnen), alsmede de verantwoordelijkheidsverdeling daarbij in het vierde kwartaal 2000 door het AC vastgesteld. De nadere uitwerking en implementatie vindt plaats in het traject van de begrotingsvoorbereiding 2002 in relatie tot eerdergenoemde prestatiegegevens.

De nieuwe opzet van de begroting (nieuwe artikel- en budgetstructuur) heeft tot gevolg dat de verzameling van de bijbehorende financiële informatie met behulp van het begrotingsadministratiesysteem van BZK dient te worden aangepast. Tegelijkertijd moet aanpassing plaatsvinden ten gevolge van de invoering van de euro. Voor beide aanpassingen is één plan van aanpak opgesteld, dat in 2001 ten uitvoer zal worden gebracht.

Uitvoering geplande acties 2000/2001
ToezeggingRealisatie
Opstellen begroting volgens VBTB-stijlVastgesteld 3e kwartaal 2000
Vaststellen prestatiegegevensVastgesteld januari 2001
Opstellen model financiële informatievoorzieningVastgesteld 4e kwartaal 2000
Database euro/VBTB gereedmakenGereed 4e kwartaal 2000
Uitvoeren test euroconversieGereed december 2000
Artikel- en budgetstructuur ingevoerdGepland 2e kwartaal 2001
Budgetten 2002 ingevoerdGepland oktober 2001
Conversie naar euro en VBTB-structuurGepland december 2001

Personele activiteiten

Zoals hiervoor gememoreerd is het financieel beheer van BZK fors verzwaard. Daarbij komen de inspanningen, die geleverd moeten worden voor rijksbrede ontwikkelingen als VBTB, invoering euro en straks het baten-/lastenstelsel (BLS). Aandacht is derhalve geboden voor kwaliteit en capaciteit van het personeel.

Ter verbetering van de kwaliteit en de verbreiding van de kennis omtrent de begrotingscyclus en het financieel beheer is een breed opleidingsprogramma opgezet in de vorm van workshops. De belangstelling voor deelname aan de workshops is groot; de uitvoering van het programma is dan ook direct gestart. De kwalitatieve verbetering van de financiële functie is daarmede structureel ingebed.

Daarnaast is echter ook aandacht nodig voor de personele capaciteit. Het verloop binnen de financiële functie is groot en gelet op de schaarste op de arbeidsmarkt is het niet eenvoudig tijdig te voorzien in een kwantitatieve invulling. Besloten is derhalve tot een centrale wervingsactie voor de financiële functie ter opvulling van bestaande vacatures, alsmede de vorming van een projectenpool op centraal niveau. Vanuit deze centrale pool kunnen rijksbrede onderwerpen (zoals euro, VBTB en straks BLS) worden begeleid, dan wel ondersteuning worden geboden bij knelpunten in de bedrijfsvoering.

Prestatiegegevens/kengetallen (Van Zijl)

Het in 1999 bij BZK gestarte traject om te komen tot een meer resultaatgerichte begroting en verantwoording, voorzien van prestatiegegevens heeft in het afgelopen begrotingsjaar geresulteerd in de formulering van de strategische en operationele beleidsdoelstellingen voor de begroting 2002. In aansluiting daarop is door het ministerie veel energie gestoken in het definiëren van meetbare prestatie-indicatoren en de daarbij behorende basis- en streefwaarden. Daarbij is ook aandacht geschonken aan het opbouwen van een bestand, het zogenaamde bronnenboekje, waarin per prestatie-indicator gegevens betreffende de herkomst en betrouwbaarheid worden vastgelegd. Dit bronnenboekje zal een belangrijke rol gaan spelen bij de oordeelsvorming over, de controle op en evaluatie van de gemeten prestaties.

Prestatiegegevens zijn een belangrijk hulpmiddel voor de Staten-Generaal bij de oordeelsvorming over de budgettaire gegevens in de begroting en verantwoording. In onderstaande tabel wordt een beeld gegeven van de mate waarin – per beleidsterrein – de verantwoording over het jaar 2000 is afgedekt met ramings- en doelmatigheidskengetallen.kst-27700-14-1.gif

Totaal toegelicht met ramings- en doelmatigheidskengetallen
Hoofdbeleidsterrein:geraamdtoegelicht realisatietoegelicht 
 OW 2000OW 2000%20002000%
Algemeen186 63890 06548147 36591 06062
Openbaar Bestuur (DGOB)351 04087 61025714 682*88 82612
Integratie Minderheden272 071245 99590349 669281 21580
Openbare Orde en Veiligheid (DGOOV)6 232 5225 602 390906 760 1345 529 72182
Binnenlandse Veiligheidsdienst (BVD)98 25563 69765110 61563 73658
Management en Personeelsbeleid (DGMP)365 681247 67168296 621213 28872
Informatievoorziening en Automatisering28 23148 840
Algemene Bestuursdienst (ABD)6 0325 075846 0195 69895
Constitutionele Zaken en Koninkrijksrelaties (DGCZK)18 53213 3817224 23615 67465
Totaal hoofdstuk VII7 559 0026 355 884848 458 1816 289 21874

* De afwijking tussen de oorspronkelijke raming en de realisatie wordt met name veroorzaakt door de bijdrage wederopbouw Enschede (270 mln) en door overboekingen van OCW in verband met taallessen oudkomers en realiseren digitale trapveldjes.

Op initiatief van de werkgroep Financiële Verantwoordingen van de Tweede Kamer (werkgroep van Zijl/van Walsem) zijn eind 1998 voor de beleidsterreinen van BZK een tweetal beleidsprioriteiten aangewezen: Politiesterkte en GSB. De Tweede Kamer heeft verzocht óók in het jaarverslag over 2000 over deze zelfde onderwerpen te rapporteren. Onderstaand voldoe ik aan dit verzoek.

Politiesterkte. In het regeerakkoord is opgenomen dat voor versterking en uitbreiding van politie en justitie extra middelen beschikbaar worden gesteld, die voor de politie moeten resulteren in 3000 extra surveillanten en agenten. In het Convenant politie 1999 zijn de (budgettaire) randvoorwaarden geschapen om onder meer de sterkte van de politie uit te breiden met 3400 fte's (inclusief 400 fte's herbezetting in verband met de invoering van de 36-urige werkweek). Deze extra middelen zijn of worden in de jaren 1999 tot en met 2002 beschikbaar gesteld aan de politiekorpsen. De sterktegroei dient per 1 juli 2002 te resulteren in een totale feitelijke sterkte van 43 622 fte's.

Twee maal per jaar wordt de Kamer op de hoogte gesteld van de feitelijke sterkteontwikkeling van de Nederlandse politie en of deze in de pas loopt met de geprognosticeerde ontwikkeling zoals opgenomen in het Convenant politie 1999. Daarnaast is de Kamer reeds geïnformeerd over de sterkteontwikkeling in de financiële verantwoording over 1999. Deze prestatiegegevens zullen eveneens worden opgenomen in de financiële verantwoording over 2001. Zoals bij brief van 20 augustus 1999 (kamerstukken II, 1998/1999, 26 345, nr. 18), evenals bij het nota-overleg van 22 november 2000 (kamerstukken II, 2000/2001, 27 400 VII, nr. 32) is meegedeeld, wordt de Kamer alleen geïnformeerd over de sterkteontwikkeling van de Nederlandse politie in haar geheel. De korpsen bepalen zelf, gegeven de regionale omstandigheden, in welke mate zij hun budgetten omzetten in mensen. Meer recentelijk is de Kamer op de hoogte gesteld van de feitelijke sterkte van de Nederlandse politie in de brief van 9 november 2000 (kamerstukken II, 2000/2001, 27 400 VII, nr. 19). De feitelijke sterkte op 1 juli 2000 bedraagt 42 000 fte's, tegenover een prognose van 42 072 fte's. De realisatie van de sterktegroei op 1 juli 2000 ligt hiermee vrijwel op het niveau van de prognose zoals opgenomen in het Convenant politie 1999. De ontwikkeling van de sterkte van medio 1999 tot medio 2000 laat bovendien een positief beeld zien. De sterkte per 1 juli is met ruim 1000 fte's gestegen ten opzichte van 1 juli 1999.

Op het moment van samenstelling van deze verantwoording zijn de definitieve cijfers over de sterkteontwikkeling per ultimo 2000 nog niet te geven. De verwachting is dat in april/mei 2001 nadere informatie kan worden gegeven.

In het regeerakkoord is de doelstelling opgenomen dat de regionale politiekorpsen in deze kabinetsperiode landelijk circa 2000 arbeidsjaren omzetten ten behoeve van het directe en indirecte executieve politiewerk. Over het realiseren van deze doelstelling bent u laatstelijk geïnformeerd in de brief van 9 november 2000 (kamerstukken II, 2000/2001, 27 400 VII, nr. 19).

Uit een onderzoek (Doelmatigheidsonderzoek Nederlandse politie) is gebleken dat de reeds deels gerealiseerde en nog te realiseren structurele doelmatigheidswinst (na aftrek van de structurele lasten) 1656 fte's bedraagt. In het nota-overleg van 22 november 2000 (kamerstukken II, 2000/2001, 27 400 VII, nr. 32) is meegedeeld, dat deze doelmatigheidsstudie de komende jaren zal leiden tot een aanzienlijk effectievere inzet van de politie, met name voor de zaken waar zij als eerst geroepene haar werkzaamheden moet doen. Het perspectief voor de uiteindelijke realisatie van 2000 fte's in 2002 is, mede in het licht van nog te verwachten ontwikkelingen en reeds getroffen doelmatigheidsmaatregelen, gunstig te noemen. Zodra hier meer zicht op is, zult u hieromtrent worden bericht.

GSB. De wens bestaat om inzicht te hebben in de doelmatigheid en doelbereiking van de steden gerelateerd aan de budgetten die in het kader van het GSB aan de steden ter beschikking zijn en worden gesteld. Voor wat betreft budgetten op artikel 02.12 gaat het om enkele regelingen uit de eerste convenantsperiode en om enkele regelingen uit de huidige, tweede, convenantsperiode. De annuïteitenregelingen leefbaarheid, veiligheid en stadseconomie hebben betrekking op de eerste convenantsperiode; de Bijdrageregeling sociale integratie en veiligheid G25 (waarin het budget leefbaarheid is opgenomen) heeft betrekking op de tweede convenantsperiode.

Ten aanzien van alle regelingen waarvan het budget ten laste van artikel 02.12 komt, geldt dat de aan de betrokken steden een budget voor een gehele project- of programmaperiode is toegekend en dat de afrekening na afloop daarvan plaatsvindt. Dit hangt samen met het feit dat doelbereiking bij het GSB een kwestie van lange adem is. Reële evaluatie van de doelbereiking kan dan ook pas plaatsvinden na enige jaren. Relevant in dit verband is ook dat de uitvoering van deze regelingen gekoppeld is aan de uitvoering van de convenanten die tussen Rijk en steden zijn gesloten. Het geheel van het GSB wordt gevolgd aan de hand van een GSB-monitor. Recent heeft de AR in haar rapport over het GSB positief geoordeeld over de gestructureerde wijze waarop de beleidsinformatie een plaats heeft gekregen in het beleid.

Over de eerste convenantsperiode, en daarmee over de budgetten die betrekking hebben op die periode, heeft nog geen afrondende evaluatie plaatsgevonden. Begin 2002 zal een Tussenstand over het GSB aan de Tweede Kamer worden aangeboden waarin conclusies over de eerste convenantsperiode zullen worden opgenomen. Hoewel er nog geen afrondend oordeel over de eerste convenantsperiode beschikbaar is, komt uit het jaarboek 1999 overigens al wel een trend naar voren. De door de onderzoekers van de Erasmus Universiteit geconstateerde trend is dat er grofweg voor de helft van de kernindicatoren sprake is van doelbereiking. Geconstateerd wordt dat de werkloosheid in de achterstandswijken voor het overgrote deel sneller daalt dan de werkloosheid in de gehele stad. Voorts is het eindniveau van leerlingen in het basisonderwijs in de achterstandswijken toegenomen en – hoewel dat helaas niet geldt voor de geweldsdelicten – is het aantal slachtoffers van verschillende andere delicten (met name autodelicten en fietsendiefstallen) in de achterstandswijken afgenomen.

Ten aanzien van de budgetten uit de tweede convenantsperiode geldt dat afrekening na afloop van de huidige programmaperiode plaatsvindt. Wel geldt hiervoor dat de eerdergenoemde begin 2002 te verschijnen Tussenstand onder meer een beeld geeft van de kwalitatieve en kwantitatieve ontwikkeling aan de hand van een aantal thema's en de trendmatige gegevens uit de GSB-monitor, alsmede over het proces van uitvoering van de huidige meerjarige ontwikkelingsprogramma's bij de steden.

Voorts vraagt de Kamer in welke mate steden buiten de G25 gebruik maken van het budget leefbaarheid. Dit betreft de partiële GSB-steden. Het budget voor deze steden bedraagt in het jaar 2000 f 2,5 mln.

Aanbesteding- en inkoopbeleid

In het afgelopen jaar is veel aandacht besteed aan de implementatie van het inkoopbeleid door facilitering en ondersteuning bij Europese aanbestedingen. Daarnaast is in september jl. het inkoopplatform opgericht, waarin de verschillende directies (en ook KLPD, Binnenlandse Veiligheidsdienst (BVD), CAS en DZVO) zijn vertegenwoordigd. Hiermede is enerzijds een solide basis gelegd voor de verdere ontwikkeling van de toolkit inkopen, met als uiteindelijk doel de efficiëncy en effectiviteit van het inkoopproces (waaronder de naleving van de Europese aanbestedingsregels en het contractbeheer) door middel van overdracht van kennis, ervaring, good practices en instrumenten te optimaliseren. Anderzijds vormt dit gremium de basis voor het in 2001 afsluiten van een aantal mantelcontracten, waarmede het knelpunt van de vraagaggregatie kan worden ondervangen. Als voorbereiding daarop zal in 2001 een inkoopdiagnose worden uitgevoerd.

2.4. Planning & Controlcyclus

Mede in het kader van de VBTB-operatie zijn in 2000 een groot aantal verbeteracties in gang gezet. In de voorgaande paragraaf heb ik u daar een overzicht van gegeven. Deze verbeteracties hebben tot gevolg dat de interne planning & controlcyclus aan herziening toe is. Meer dan voorheen zal de nadruk komen te liggen op een systematische monitoring en rapportage per DG over zowel beleid als beheer. Hiermede wordt ook tegemoet gekomen aan de aanbevelingen van de AD. Een eerste opzet van de planning & controlcyclus treft u in onderstaand schema aan. Als rode draad loopt door de interne planning & controlcyclus de begrotingscyclus (cursief gedrukt in schema).kst-27700-14-2.gif

In bovenvermelde planning & controlcyclus vervult de managementrapportage per DG een sleutelrol in de sturing tussen de DG en de onder hem ressorterende directies en diensten. Deze managementrapportage vormt tevens de basis voor het maandelijkse begrotingsoverleg (monitoring voorgang/uitvoering) tussen de directie FEZ en de decentrale financiële afdelingen (FEA's). Tevens vindt tweewekelijks een overleg plaats tussen de hoofden FEA en de directeur FEZ, waarin de algemene beheerszaken aan de orde komen. Daarnaast is er tenminste viermaal per jaar een overleg tussen de AO-functionarissen inzake het onderhoud van de administratieve organisatie. Door de AD wordt de opzet en werking van beheersmaatregelen gemonitord door middel van de halfjaarlijkse rapportages (inclusief agentschappen) in de vorm van managementletters respectievelijk het rapport bij de jaarlijkse verantwoording, alsmede door het uitvoeren van specifieke audits. Het resultaat van de monitoring door de directies FEZ en AD wordt gerapporteerd aan de bestuursraad (inzake kaderstelling en beleid) dan wel het AC (met name beheersaangelegenheden). Vervolgens worden de bewindslieden geïnformeerd. Dit laat onverlet dat voor wat betreft de voortgang en uitvoering van beleid uiteraard ook een rechtstreekse lijn is tussen de directies en DG's met de bewindslieden.

2.5. Euro

Het afgelopen jaar is veel tijd en energie geïnvesteerd in het daadwerkelijk voorbereiden van en/of het aanpassen van systemen, wet- en regelgeving en bedrijfsvoeringsonderdelen die noodzakelijk zijn om de overgang van de gulden naar de euro vlot te laten verlopen. Daarnaast is gestart met de BZK-brede voorlichting over de invoering van de euro. Deze inspanningen hebben geleid tot het grotendeels afronden van de interdepartementaal vastgestelde realisatiefase per 1 januari 2001. Dit is van belang voor het verdere invoeringstraject. Teneinde de voortgang en de kwaliteit hiervan te waarborgen is tussentijds een audit op de voortgang binnen het domein automatisering uitgevoerd door de AD samen met een externe auditor. Daarnaast is een onderzoek uitgevoerd naar de ketenproblematiek in het politieveld. De aanbevelingen van beide audits zijn meegenomen in de aanpak hiervan. In de interdepartementale voortgangsrapportage van Financiën eind 2000 wordt op 4 van de 5 domeinen voldoende voortgang geconstateerd (groenlicht gegeven): de voortgangsrapportage vraagt extra aandacht voor het domein automatisering. Hierin is voorzien door oprichting van een centraal euro test team om de DG's/BVD/CS-blok te ondersteunen en faciliteren in de testfase.

In onderstaande tabel is de raming en realisatie van de euro-uitgaven opgenomen. Voor het kerndepartement is tevens de 50% cofinanciering opgenomen. Bij de agentschappen/derden is dit niet het geval.

(bedragen x f 1 000)
 Raming 2000Realisatie 2000
Deel A. Kerndepartement  
CS2 7681 680
DGOB264217
DGOOV736664
DGMP, incl. BVD3 4702 520
DGCZK466421
Totaal7 7045 502
   
Deel B. Agentschappen/derden14 55414 530

3. De begroting in één oogopslag

N.B. Aandachtspunt bij het onderling vergelijken van de grafieken is de schaalverdeling van de Y-as. Deze is bij iedere grafiek anders. Het is technisch niet mogelijk dit te verhelpen.

Totaal uitgaven (x f 1 mln)kst-27700-14-3.gif

Gedurende 2000 hebben zich een aantal belangrijke ontwikkelingen voorgedaan die met name ten grondslag liggen aan de mutaties tussen de oorspronkelijke begroting en de uiteindelijke realisatie:

• per 1 januari 2000 is het KLPD overgekomen van Justitie naar BZK;

• voor de uitgaven inzake de vuurwerkramp in Enschede zijn door het kabinet extra middelen verstrekt;

• met de versnelde beschikbaarheid van regeerakkoord middelen is op verschillende onderwerpen binnen het terrein van openbare orde en veiligheid een extra stimulans gegeven;

• de zogenaamde vervolgschade wateroverlast 1998 en de daarmee samenhangende bezwaarschriften zijn verder afgewikkeld.

Hoofdbeleidsterrein 01 «Algemeen» (x f 1 mln)kst-27700-14-4.gif

Op dit hoofdbeleidsterrein worden ondermeer de personele en materiële uitgaven van de Centrale Stafdiensten geraamd en verantwoord en de uitgaven inzake de vervreemding aandelen PinkRoccade. De uitschieter bij eerste suppletore begroting 2000 houdt verband met de uitdeling van loon- en prijsbijstelling.

Hoofdbeleidsterrein 02 «Openbaar Bestuur» (x f 1 mln)kst-27700-14-5.gif

De voornaamste componenten in dit hoofdbeleidsterrein vormen het paspoortbeleid en de impuls GSB.

De stijging van de raming bij tweede suppletore begroting wordt met name veroorzaakt door de bijdrage wederopbouw Enschede (f 270 mln). Voorts zijn in 2000 gelden toegevoegd voor de internetcentra in achterstandswijken (digitale trapveldjes), voor de taallessen oudkomers en voor het project voortijdig schoolverlaten.

Hoofdbeleidsterrein 03 «Integratiebeleid minderheden» (x f 1 mln)kst-27700-14-6.gif

Doelstelling van het integratiebeleid is het bevorderen van een volwaardige deelname van leden van minderheidsgroepen in alle onderdelen en op alle niveaus van het maatschappelijk leven. Belangrijke onderwerpen zijn de inburgering, het project Criminaliteit in relatie tot de Integratie van Etnische Minderheden (CRIEM), het remigratiebeleid, het project Kansen krijgen, kansen pakken (KKKP).

De grootste component in dit hoofdbeleidsterrein vormt de Zorgwet VVTV (circa 60%). De verhoging houdt met name verband met een groep VVTV-ers die in bezwaar en beroep is gegaan tegen hun intrekking van de VVTV-status.

Hoofdbeleidsterrein 05 «Openbare Orde en Veiligheid» (x f 1 mln)kst-27700-14-7.gif

De grootste component in dit hoofdbeleidsterrein vormt de bijdrage aan de politieregio's (83%). De raming voor de algemene en bijzondere bijdrage tezamen tot en met de tweede suppletore begroting bedroeg f 5,6 mld. Voorts worden op dit hoofdbeleidsterrein de uitgaven geraamd voor de organisatie van de brandweer en de rampenbestrijding.

De verhoging van de raming 2000 is met name beïnvloed door de overkomst van het KLPD, de vuurwerkramp, de bommenregeling en de versnelling regeerakkoordgelden.

Hoofdbeleidsterrein 06 «Binnenlandse Veiligheidsdienst» (x f 1 mln)kst-27700-14-8.gif

Belangrijke aandachtsgebieden van de BVD zijn de bestrijding van de georganiseerde criminaliteit en het waken voor de integriteit van de samenleving.

De verhoging van de raming 2000 houdt met name verband met het huisvestingsprobleem ontstaan door de overkomst van het Nationaal Bureau Verbindingsbeveiliging en de toedeling/verdeling loon- en prijsbijstelling.

Hoofdbeleidsterrein 07 «Management en Personeelsbeleid» (x f 1 mln)kst-27700-14-9.gif

Hier worden uitgaven geraamd met betrekking tot het onderwerp personeel en management zowel vanuit de coördinerende verantwoordelijkheid voor de acht sectoren van overheidspersoneel als vanuit de verantwoordelijkheid voor de interne organisatie van de rijksdienst. Daarnaast worden uitgaven geraamd samenhangend met rechtspositionele regelingen van actief en post-actief personeel.

De mutaties in de raming gedurende 2000 houden met name verband met de invoering ZW/WW en de arbeidsvoorwaarden.

Hoofdbeleidsterrein 08 «Informatievoorziening en Automatiseringsbeleid» (x f 1 mln)kst-27700-14-10.gif

Op dit hoofdbeleidsterrein vormt met name het algemene informatievoorzieningsbeleid de kernactiviteit (47%). De mutaties in de raming hangen met name samen met de start van de stichting ICT-Uitvoeringsorganisatie (ICTU) en de stimuleringsregeling gemeentelijke productencatalogus op internet. Daarnaast heeft een desaldering met de ontvangsten plaatsgehad voor verschillende informatievoorzieningsprojecten die mede worden gefinancierd uit ontvangsten van derden.

Hoofdbeleidsterrein 09 «Algemene Bestuursdienst» (x f 1 mln)kst-27700-14-11.gif

Hoofdbeleidsterrein 10 «Constitutionele Zaken en Koninkrijksrelaties» (x f 1 mln)kst-27700-14-12.gif

Op dit hoofdbeleidsterrein worden de personele en materiële uitgaven van DGCZK en van de Vertegenwoordigingen Nederlandse Antillen en Aruba geraamd en verantwoord. De mutaties in de raming hangen met name samen met de referendumwet en de aan- en verkoop van dienstwoningen.

Totaal ontvangsten (x f 1 mln)kst-27700-14-13.gif

De verhoging van de raming wordt met name veroorzaakt door:

• conversie agentschapvermogen KLPD;

• de verkoop door de Staat van de 2e tranche van de aandelen van PinkRoccade;

• extra ontvangsten in verband met de afrekening van voorschotten.

4. Aansluittabel tussen stand Voorlopige Rekening en de definitieve cijfers

In aansluiting op de Voorlopige Rekening ontstaat het volgende beeld (bedragen x f 1 mln):

 UitgavenOntvangsten
1. Reeds gemeld in de Voorlopige Rekening 2000 (kamerstukken II, 2000/2001, 27 621, nr. 1)8 955,11 531,5
2. Nadere wijzigingen (t.o.v. Voorlopige Rekening)11,80,7
Totaal8 966,91 532,2

ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING

Leeswijzer

Ieder begrotingsartikel begint met een staatje waarin de raming van de uitgaven in de ontwerp-begroting, de realisatie 2000 en de realisatie 1999 is vermeld, zo nodig op artikelonderdeelniveau. Van een presentatie van de verplichtingenbedragen is, omwille van de eenvoud en inzichtelijkheid, afgezien.

Hierop aansluitend is zo mogelijk een staatje met volume- en/of prestatiegegevens opgenomen. Hierbij wordt opmerkt dat als gevolg van het meerdere keren afronden de uitkomst (het toegelichte bedrag) inzake de gemiddelde bezetting niet steeds sluit op de aantallen vermenigvuldigd met het gemiddelde. Vervolgens worden de beleidsvoornemens en activiteiten, zoals deze in de ontwerp-begroting en suppletore begrotingen zijn voorgesteld, toegelicht. Wanneer op een artikel het beleid conform de ontwerp-begroting/suppletore begrotingen is uitgevoerd, wordt volstaan met de gegevens in de staatjes.

Indien voor een goed begrip van het gevoerde beleid op een artikel een toelichting op verplichtingenniveau is vereist, wordt de toelichting op het artikel beëindigd met een passage over de verplichtingen.

Uitgaven/verplichtingen

01. Algemeen

Artikel 01.01. Personeel en materieel Algemeen

De geraamde en gerealiseerde uitgaven onderverdeeld naar artikelonderdeel (x f 1 000)
U01.01/Artikelonderdeel 20001999
 Ontwerp- begrotingRealisatieRealisatie
22 Ambtelijk personeel39 22039 75336 666
23 Overig personeel6 1119 1119 129
24 Post-actieven23 83416 98718 973
25 Materieel53 11457 28255 731
26 Buitenland uitgaven
Totaal122 279123 133120 499

Artikelonderdeel 22

In 2000 werd in de formatie van het ambtelijk personeel van de centrale stafdiensten een verdere afslanking voorzien als gevolg van de regeerakkoord taakstelling en een uitbreiding als gevolg van de overkomst van het KLPD en uitbreiding trainees.

In 2000 zijn er verdere stappen gezet in de kwaliteitsprogramma's op het terrein van de financiële, de personele en de documentaire functies.

Artikelonderdeel 23

In 2000 bestonden de hier verantwoorde uitgaven voor de overige (niet gedecentraliseerde) personeelsuitgaven voor geheel BZK voornamelijk uit de posten Management Development, een bijdrage aan het personeelsfonds en de decentrale opleidingskosten.

Artikelonderdeel 24

Op dit artikelonderdeel worden de decentrale en centrale wachtgelden verantwoord. De lagere realisatie wordt verklaard door een lager aantal uitkeringsgerechtigden.

Artikelonderdeel 25

In 2000 is er extra ingezet op de verbouwing van het bedrijfsrestaurant en de beveiliging van de toegang/entree van BZK.

De ramingskengetallen (bedragen x f 1 000)
U01.01/Artikelonderdeel20001999
 Ontwerp-begrotingRealisatieRealisatie
 aantalbedragaantalbedragaantalbedrag
22 Gemiddelde bezetting ambtelijk personeel379 374 384 
Gemiddelde salariskosten 101,0 106 95,6
Toegelicht begrotingsbedrag 38 279 39 753 36 666
23 Aantal medewerkers dat een opleiding uit het centrale opleidingsprogramma volgt350 279 508 
Gemiddelde kosten per deelnemer aan centrale opleidingsprogramma 6,3 10,6 4,2
Toegelicht begrotingsbedrag 2 215 2 948 2 149
24* Aantal uitkeringsgerechtigden uitkeringsregelingen post-actieven569 442 486 
Gemiddelde uitkeringskosten uitkeringsregelingen post-actieven 36,9 38,4 37,6
Toegelicht begrotingsbedrag 20 996 16 987 18 287
25 Gemiddelde bezetting pand Schedeldoekshaven in fte's1 039 1 145 1 112 
Huuruitgaven pand Schedeldoekshaven per fte's 11,45 11,46  
Exploitatie-uitgaven huisvesting per fte**[9]4,9[8]4,3[12]4,3
Bewaking en beveiligingskosten per fte***[36]0,6[32]1,2[37]1,0
Uitgaven catering per fte[2]1,5[2]1,3[2]0,6
Automatisering (inrichting & onderhoud standaard werkplek) per fte****[30,8]6,5[30]5,5[31,5]7,2
Toegelicht begrotingsbedrag 26 941 30 052 15 677
Totaal toegelicht begrotingsbedrag 88 431 89 739 72 779

* Exclusief de op artikelonderdeel 24 geraamde exploitatielasten Stichting USZO.

** Tussen [ ] staat het aantal interne fte's weergegeven dat aan het budget is gerelateerd.

*** Hierin zijn tevens de fte's voor het pand Schedeldoekshaven van Justitie verwerkt.

**** Kengetal is alleen gebaseerd op het pand Schedeldoekshaven. Opleidingskosten en specifiek binnen een onderdeel gebruikte systemen zijn niet meegenomen.

Artikel 01.03. Loonbijstelling

De geraamde en gerealiseerde uitgaven (x f 1 000)
U01.0320001999
 Ontwerp-begrotingRealisatieRealisatie
Totaal7 642NihilNihil

Artikel 01.04. Prijsbijstelling

De geraamde en gerealiseerde uitgaven (x f 1 000)
U01.0420001999
 Ontwerp-begrotingRealisatieRealisatie
Totaal30 051NihilNihil

Artikel 01.05. Onvoorzien

De geraamde en gerealiseerde uitgaven (x f 1 000)
U01.0520001999
 Ontwerp-begrotingRealisatieRealisatie
Totaal19NihilNihil

Artikel 01.07. Subsidies en onderzoeken

De geraamde en gerealiseerde uitgaven onderverdeeld naar artikelonderdeel (x f 1 000)
U01.07/Artikelonderdeel20001999
 Ontwerp-begrotingRealisatieRealisatie
03 Subsidies en bijdragen aan de Stichting Koninklijk Paleis te Amsterdam355315355
12 Subsidies aan de Oorlogsgravenstichting4 2524 3224 177
14 Overige subsidies en bijdragen3669190
15 Subsidies aan internationale organisaties
16 Strategievormend onderzoek1 9012 0141 321
Totaal6 5446 7206 043

Artikel 01.09. Functionele kosten Koninklijk Huis

De geraamde en gerealiseerde uitgaven onderverdeeld naar artikelonderdeel (x f 1 000)
U01.09/Artikelonderdeel20001999
 Ontwerp- begrotingRealisatieRealisatie
01 Personeel13 24313 72312 294
02 Non-activiteitswedden, wachtgelden en vervroegd uittreden596596596
03 Materieel3 0993 2203 154
Totaal16 93817 53916 044

Artikel 01.14. Vervreemding aandelen PinkRoccade NV

De geraamde en gerealiseerde uitgaven (x f 1 000)
U01.1420001999
 Ontwerp-begrotingRealisatieRealisatie
TotaalMemorie2 4055 503

De realisatie heeft met name betrekking op de met de beursgang verbonden kosten ten behoeve van de vervreemding van de aandelen Roccade.

Artikel 01.15. Adviesraden

De geraamde en gerealiseerde uitgaven onderverdeeld naar artikelonderdeel(x f 1 000)
U01.15/Artikelonderdeel20001999
 Ontwerp-begrotingRealisatieRealisatie
01 Raad voor het openbaar bestuur/Raad voor de financiële verhoudingen3 0602 2881 962
03 Kiesraad105149141
Totaal3 1652 4372 103

Artikelonderdeel 01

In 2000 is minder externe deskundigheid ingehuurd dan geraamd. Deze middelen zijn in 2000 teruggestort in het gemeentefonds.

Artikelonderdeel 03

De kosten voor ambtelijk personeel bedragen f 123 000 en de exploitatie-uitgaven bedragen f 26 000 (reiskosten en vacatiegelden).

De ramingskengetallen (bedragen x f 1 000)
U01.15/Artikelonderdeel 0120001999
 Ontwerp-begrotingRealisatieRealisatie
 aantalbedragaantalbedragaantalbedrag
Gemiddelde bezetting ambtelijk personeel12,5 11,9 11,5 
Gemiddelde salariskosten 130,7 110,6 111,4
Toegelicht begrotingsbedrag 1 634 1 321 1 281

02. Openbaar Bestuur

Artikel 02.01. Schadeloosstelling, uitkering en pensioen leden Europees Parlement

De geraamde en gerealiseerde uitgaven (x f 1 000)
U02.0120001999
 Ontwerp-begrotingRealisatieRealisatie
Totaal6 1256 8065 809
De ramingskengetallen (bedragen x f 1 000)
U02.0120001999
 Ontwerp-begrotingRealisatieRealisatie
 aantalbedragaantalbedragaantalbedrag
– Schadeloosstelling31 31 31 
Gemiddeld uitkeringsbedrag 145 149 142
Toegelicht begrotingsbedrag 4 495 4 618 4 392
– Wachtgelden11 14 19 
Gemiddeld uitkeringsbedrag 94 97 48
Toegelicht begrotingsbedrag 1 034 1 460 920
– Pensioenen26 26 23 
Gemiddeld uitkeringsbedrag 22 25 21
Toegelicht begrotingsbedrag 572 648 485
– Uitvoeringskosten Stichting USZO 24 79 12
Totaal 6 125 6 806 5 809

Het aantal uitkeringsgerechtigden is niet het gehele jaar gelijk. De afwijking ten opzichte van de ontwerp-begroting wordt met name veroorzaakt door hogere gemiddelde uitkeringsbedragen.

Artikel 02.02. Uitkering gewezen ministers

De geraamde en gerealiseerde uitgaven (x f 1 000)
U02.0220001999
 Ontwerp-begrotingRealisatieRealisatie
Totaal7 7066 6286 922

Er zijn zowel bij de uitkeringen als bij de pensioenen minder aanspraken ontvangen dan geraamd. Met name de uitkeringen veroorzaken de bijgestelde kasraming (geen kabinetswisseling).

De ramingskengetallen (bedragen x f 1 000)
U02.0220001999
 Ontwerp-begrotingRealisatieRealisatie
 aantalbedragaantalbedragaantalbedrag
Aantal personen:      
– dat een uitkering ontvangt35 17 25 
– dat een pensioen ontvangt187 178 184 
Bedrag per persoon:      
– uitkeringen 42,38 48,90 42
– pensioenen 31,34 31 30
Toegelicht begrotingsbedrag 7 344 6 362 6 633
Uitvoeringskosten 362 266 289

Artikel 02.03. Diverse vergoedingen openbare ambtsdragers en herindelingswachtgelden

De geraamde en gerealiseerde uitgaven onderverdeeld naar artikelonderdeel(x f 1 000)
U02.03/Artikelonderdeel20001999
 Ontwerp-begrotingRealisatieRealisatie
07 Verplichtingen verband houdende met opheffing van gemeenten en met voormalige drostambten, alsmede uitkeringen en onderstanden aan overige gerechtigden1 6811 3471 031
08 Wachtgelden in verband met herschikking gemeenschappelijke regelingen330282292
11 Wachtgelden burgemeesters3 4502 7092 879
12 Kosten functioneren burgemeesters1 122846509
Totaal6 5835 1844 711

De onderuitputting (f 1,4 mln) wordt met name veroorzaakt door een kasvertraging in de voor 2000 geraamde uitgaven wegens nabetalingen uit hoofde van AOW/AWW/ANW-compensatie voor een deel van de wachtgelden; het beperken van het aantal burgemeesters dat in 2000 daadwerkelijk beroep heeft gedaan op een wachtgelduitkering door zoveel mogelijk gebruik te maken van de mogelijkheid van benoeming tot (tijdelijk) waarnemend burgemeester in andere gemeenten en door vertraging in een tweetal actiepunten met betrekking tot het personeelsbeleid burgemeesters.

De ramingskengetallen (bedragen x f 1 000)
U02.03/Artikelonderdeel20001999
 Ontwerp-begrotingRealisatieRealisatie
 aantalbedragaantalbedragaantalbedrag
07 Ambtenaren/wethouders42 38 47 
Gemiddeld uitkeringsbedrag 40 36 20
Toegelicht begrotingsbedrag 1 681 1 347 946
08 Ambtenaren6 6 6 
Gemiddeld uitkeringsbedrag 55 47 49
Toegelicht begrotingsbedrag 330 282 292
11 Burgemeesters36 37 26 
Gemiddeld uitkeringsbedrag 89 70 107
Toegelicht begrotingsbedrag 3 225 2 576 2 788
Uitvoeringskosten Stichting USZO 225 133 176
Totaal 5 461 4 338 4 202

Artikel 02.04. Diverse bijdragen aan provincies en gemeenten

De geraamde en gerealiseerde uitgaven onderverdeeld naar artikelonderdeel(x f 1 000)
U02.04/Artikelonderdeel20001999
 Ontwerp-begrotingRealisatieRealisatie
10 Incidentele bijdragen aan gemeenten65 00049 54156 470
11 Uitvoeringskosten diverse regelingen123163
Totaal65 00049 66456 633

Artikelonderdeel 10

Dit artikelonderdeel kan als volgt worden gespecificeerd (bedragen x f 1 000):

U02.0420001999
 Ontwerp-begrotingRealisatieRealisatie
a. werkgelegenheidsimpuls 199450 00049 44649 446
b. Melkert-banen15 000957 024
Totaal65 00049 54156 470

In 2000 is de raming neerwaarts bijgesteld omdat afrekening van in voorgaande jaren verstrekte voorschotten in verband met de Regeling Extra werkgelegenheid langdurig werklozen (zogenaamde Melkert-banen) nauwelijks tot nabetalingen heeft geleid.

Artikel 02.05. Bevordering doelmatig bestuur

De geraamde en gerealiseerde uitgaven (x f 1 000)
U02.0520001999
 Ontwerp-begrotingRealisatieRealisatie
Totaal5 3286 5465 168

De onderverdeling naar verschillende activiteiten (bedragen x f 1 000):

U02.0520001999
 Ontwerp-begrotingRealisatieRealisatie
• Bestuurlijke organisatie2 2002 02951
• Organisatie en kwaliteit rijksdienst425396295
• Trendnota Openbaar Bestuur40031227
• Staatscommissie dualisme en lokale democratie 1 0821 072
• Bestuurlijke en financiële organisatie 6342 577
• Overige activiteiten (w.o. regiocontracten)2 3032 374946
Totaal begrotingsbedrag5 3286 5465 168

De overschrijding wordt met name veroorzaakt door uitgaven voor de Staatscommissie dualisme en democratie. Doel van deze stuurgroep is te komen tot een rapportage omtrent de slagkracht en het bestuurlijke vermogen van gemeenten en de betreffende regio in zijn geheel.

Artikel 02.06. Bevordering werking politiek systeem

De geraamde en gerealiseerde uitgaven onderverdeeld naar artikelonderdeel(x f 1 000)
U02.06/Artikelonderdeel20001999
 Ontwerp-begrotingRealisatieRealisatie
01 Subsidies aan politiek-wetenschappelijke instituten 161 946
02 Subsidies aan vormingsactiviteiten politieke partijen 11 861
03 Emancipatiesubsidies200233275
04 Bilaterale hulp politieke partijen Midden- en Oost-Europa  2 067
05 Jongerenorganisaties  852
06 Subsidiëring politieke partijen9 4529 5703 210
Totaal9 6529 82010 211
De ramingskengetallen (bedragen x f 1 000)
U02.06/Artikelonderdeel20001999
 Ontwerp-begrotingRealisatieRealisatie
 aantalbedragaantalbedragaantalbedrag
01   16 1 946
02   1 1 861
03   233 0
04     2 067
05     852
06: algemene subsidie: partijen à basisbedrag f 75 000*10750    
per kamerzetel à f 24 000**1513 624    
subsidie politiek-wetenschappelijke instituten à f 160 000101 600    
per kamerzetel à f 120001511 812    
subsidie jongerenorganisaties: beschikbaar subsidiebedrag 1 450    
Totaal artikelonderdeel 06 9 236 9 570 3 210
Beschikbaar voor nabetalingen op grond van afrekeningen van subsidievoorschotten over voorgaande jaren 216    
Toegelicht begrotingsbedrag 9 452 9 820 9 936

* Betreft 9 partijen in de Tweede Kamer + 1 partij in de Eerste Kamer die niet in de Tweede Kamer is vertegenwoordigd.

** Betreft 150 zetels van de Tweede Kamer + 1 zetel in de Eerste Kamer die niet in de Tweede Kamer is vertegenwoordigd.

Artikel 02.07. Paspoortbeleid

De geraamde en gerealiseerde uitgaven onderverdeeld naar artikelonderdeel(x f 1 000)
U02.07/Artikelonderdeel20001999
 Ontwerp-begrotingRealisatieRealisatie
01 Productie- en distributiekosten32 03332 64535 797
02 Project (nieuwe generatie) reisdocumenten5 0005 3473 893
03 Bijdragen aan het agentschap BPR1 77310 6231 702
Totaal38 80648 61541 392

De (bij suppletore begroting goedgekeurde) intensivering van circa f 9,8 mln wordt met name veroorzaakt door vertraging in de aanbestedingsprocedure en de verschuiving van de invoeringsdatum van de Nieuwe Generatie Reisdocumenten (NGR).

Tevens zijn in 2000 uitgaven voor BPR gedaan die in 1999 waren gepland, maar in 2000 pas tot betaling leidden.

De kengetallen (bedragen x f 1 000)
U02.0720001999
 Ontwerp-begrotingRealisatieRealisatie
RAMINGSKENGETALLENaantalbedragaantalbedragaantalbedrag
Productie/distributie:      
Vaste kosten 9 682 9 890 9 682
Variabele kosten:      
paspoorten à f 9,351,57714 7451,91818 0731,715 895
Europese identiteitskaarten à f 5,020,9454 7440,8003 8931,15 522
Met ramingskengetallen toegelicht begrotingsbedrag 19 489 21 966 21 417
       
Diverse kosten:      
NGR      
Overige kosten 362 789 4 698
Bijdrage agentschap BPR      
Bijdrage uit meeropbrengsten 2 500    
Totaal 32 033 32 645 35 797
DOELMATIGHEIDSKENGETALLENaantalbedragaantalbedragaantalbedrag
Aantal reisdocumenten2,522 2,718 2,8 
Gemiddelde kosten per reisdocument 11,57 11,72 11,11
Totale productie/distributiekosten 29 171 31 856 31 099

Artikel 02.10. Personeel en materieel Openbaar Bestuur

De geraamde en gerealiseerde uitgaven onderverdeeld naar artikelonderdeel(x f 1 000)
U02.10/Artikelonderdeel20001999
 Ontwerp-begrotingRealisatieRealisatie
01 Ambtelijk personeel27 38729 19726 220
02 Overig personeel4922 5481 274
03 Post-actieven993910756
04 Materieel2 9453 8343 296
Totaal31 81736 48931 546

De (bij suppletore begroting goedgekeurde) intensivering van circa f 4,7 mln wordt voornamelijk veroorzaakt door reallocaties vanuit projectbudgetten ten behoeve van een juiste verantwoording van personele uitgaven, door extra uitgaven ten behoeve van de documentaire informatievoorziening binnen DGOB en de uitvoering van de Nota KKKP.

De ramingskengetallen (bedragen x f 1 000)
U02.10/Artikelonderdeel20001999
 Ontwerp-begrotingRealisatieRealisatie
 aantalbedragaantalbedragaantalbedrag
01 Gemiddelde bezetting ambtelijk personeel230,9 245,0 227,0 
Gemiddelde salariskosten ambtelijk personeel 118,13 119,17 115,51
Toegelicht begrotingsbedrag 27 278 29 197 26 220
03 Aantal wachtgeldgerechtigden15 15 14 
Gemiddeld uitkeringsbedrag 51 61 54
Toegelicht begrotingsbedrag 765 910 756
Reservering ten behoeve van toekomstige wachtgelders 228    
Totaal 28 271 30 107 26 976

De stijging van kosten van het ambtelijk personeel wordt veroorzaakt door extra inzet van tijdelijk personeel in het kader van de nota KKKP, de nota Elektronische Overheid, de nota Contract met de toekomst, de gemeentelijke herindeling Haaglanden en het project Grensoverschrijdende Samenwerking en de regio convenanten.

Artikel 02.11. Waarde-overdracht pensioenen politieke ambtsdragers

De geraamde en gerealiseerde uitgaven (x f 1 000)
U02.1120001999
 Ontwerp-begrotingRealisatieRealisatie
Totaal2 263NihilNihil

De besluitvorming met betrekking tot het ingediende wetsvoorstel is dit jaar niet afgerond. Als gevolg hiervan zijn geen aanspraken gedaan.

De ramingskengetallen (bedragen x f 1 000)
U02.1120001999
 Ontwerp-begrotingRealisatieRealisatie
 aantalbedragaantalbedragaantalbedrag
Aantal personen dat een uitkering ontvangt7    
Bedrag per persoon 323,3   
Toegelicht begrotingsbedrag 2 263 Nihil 

Artikel 02.12. Grotestedenbeleid

De geraamde en gerealiseerde uitgaven onderverdeeld naar artikelonderdeel(x f 1 000)
U02.12/Artikelonderdeel20001999
 Ontwerp-begrotingRealisatieRealisatie
01 Bijdragen aan grote steden171 760538 29342 488
02 Uitvoeringskosten diverse regelingen6 0006 7833 481
Totaal177 760545 07645 969

De (bij suppletore begroting goedgekeurde) intensivering wordt met name veroorzaakt door een bijdrage voor de wederopbouw Enschede (f 270 mln), een amendement van der Hoek voor de G25 (f 6 mln), een overboeking van OCW voor taallessen voor oudkomers (f 19,6 mln) en het realiseren van de digitale trapveldjes (f 20 mln).

03. Integratiebeleid minderheden

Artikel 03.01. Algemeen integratiebeleid minderheden

De geraamde en gerealiseerde uitgaven onderverdeeld naar artikelonderdeel(x f 1 000)
U03.01/Artikelonderdeel20001999
 Ontwerp-begrotingRealisatieRealisatie
01 Wetenschappelijk onderzoek minderhedenbeleid1 5961 5461 350
02 Inspraak minderheden4 2194 3164 421
05 Specifiek minderhedenbeleid87113 1567 693
06 Inburgering18 34048 3906 137
Totaal25 02667 40819 601

De (bij suppletore begroting goedgekeurde) intensivering wordt met name veroorzaakt door de inburgering oudkomers voor 13 nieuwe gemeenten (f 15 mln), extra middelen voor pilots CRIEM (f 6 mln), de uitvoering van de nota KKKP (f 2,9 mln), de actie Samen voor de Molukken (f 3 mln) en een extra impuls voor gemeenten met een lange wachtlijst (f 5 mln), taallessen oudkomers (f 8,4 mln).

Artikel 03.03. Wet Rietkerk-uitkering

De geraamde en gerealiseerde uitgaven (x f 1 000)
U03.0320001999
 Ontwerp-begrotingRealisatieRealisatie
Totaal6 0005 9436 273
De ramingskengetallen (bedragen x f 1 000)
U03.0320001999
 Ontwerp-begrotingRealisatieRealisatie
 aantalbedragaantalbedragaantalbedrag
Netto-uitkeringen f 20001 9503 9001 9803 9602 0304 060
Netto-uitkeringen f 1 0001 0501 050908908997997
Toegelicht begrotingsbedrag 4 950 4 868 5 057
Fiscale afdrachten 1 050 1 075 1 216
Totaal 6 000 5 943 6 273

Artikel 03.04. Zorgwet VVTV

De geraamde en gerealiseerde uitgaven onderverdeeld naar artikelonderdeel(x f 1 000)
U03.04/Artikelonderdeel20001999
 Ontwerp-begrotingRealisatieRealisatie
01 Uitkeringen aan gemeenten164 000219 322187 015
02 Uitvoeringskosten Zorgwet VVTV382782971
Totaal164 382220 104187 986

De (bij suppletore begroting goedgekeurde) intensivering van circa f 55 mln wordt veroorzaakt doordat het aantal VVTV-ers dat gebruik maakt van de Zorgwet hoger is dan oorspronkelijk was verwacht. Dit is een gevolg van de intrekkingen van VVTV-statussen conform het landenbeleid. Tegen de beslissing om statussen in te trekken staat namelijk bezwaar en beroep open. Gedurende de afhandeling van het bezwaar en beroep blijft het recht op zorg bestaan. Daardoor stagneert de uitstroom uit de Zorgwet en zijn daarmee de uitgaven voor de zorg hoger dan verwacht.

De kengetallen (bedragen x f 1 000)
U03.0420001999
 Ontwerp-begrotingRealisatieRealisatie
RAMINGSKENGETALLENaantalbedragaantalbedragaantalbedrag
Aantal VVTV-ers12 854 17 135 14 610 
Gemiddeld bedrag per VVTV-er 12,8 12,8 12,8
Toegelicht begrotingsbedrag 164 000 219 322 187 015
DOELMATIGHEIDSKENGETALLENaantalbedragaantalbedragaantalbedrag
Aantal VVTV-ers12 854 17 135 14 610 
Uitvoeringskosten per VVTV-er 0,07 0,05 0,07
Totaal Uitvoeringskosten 382 782 971

Artikel 03.05. Remigratiebeleid

De geraamde en gerealiseerde uitgaven onderverdeeld naar artikelonderdeel(x f 1 000)
U03.05/Artikelonderdeel20001999
 Ontwerp-begrotingRealisatieRealisatie
01 Uitkeringen aan belanghebbenden71 94852 00061 900
02 Uitvoeringskosten remigratieregelingen2 6181 9552 600
03 Voorlichtingskosten remigratieregelingen2 0972 2602 156
Totaal76 66356 21566 656

De Nieuwe Remigratiewet is per 1 april 2000 ingevoerd. De realisatie van het aantal personen dat daadwerkelijk wil terugkeren naar het land van herkomst vindt daardoor voornamelijk begin 2001 plaats.

De kengetallen (bedragen x f 1 000)
U03.0520001999
 Ontwerp-begrotingRealisatieRealisatie
RAMINGSKENGETALLENaantalbedragaantalbedragaantalbedrag
Aantallen in het Remigratiebestand6 482 4 433 4 600 
Aantallen BasisRemigratieregeling70 54 45 
Bedrag per eenheid inclusief voorlichtings- en uitvoeringskosten 11,70 10,40  
Toegelicht begrotingsbedrag 76 663 46 665 66 656
DOELMATIGHEIDSKENGETALLENaantalbedragaantalbedragaantalbedrag
Aantal uitkeringen6 552 4 487 4 645 
Gemiddelde uitvoerings- en voorlichtingskosten per uitkering 0,72 0 94 1,02
Toegelicht begrotingsbedrag 4 715 4 215 4 756

De kengetallen zijn berekend op basis van de voorlopige cijfers van de Sociale Verzekeringsbank (SVB) over het jaar 2000. De definitieve jaarrekening van de SVB moet nog worden vastgesteld. Het bedrag per eenheid is bepaald op basis van de gemiddeld toegekende uitkering.

De realisatie 2000 (ad f 52 mln) betreft een bevoorschotting op basis van de cijfers van de SVB.

Openbare Orde en Veiligheid

Artikel 05.09. Dienst Geneeskundige Verzorging Politie

De geraamde en gerealiseerde uitgaven (x f 1 000)
U05.0920001999
 Ontwerp-begrotingRealisatieRealisatie
Totaal325 365315 328294 180

De Dienst Geneeskundige Verzorging Politie (DGVP) fungeert als een verplichte ziektekostenverzekeraar voor de personeelsleden van de 25 regionale politiekorpsen, het KLPD, het Landelijk Selectie- en Opleidingsinstituut Politie (LSOP), het agentschap ITO en post-actief politiepersoneel alsmede hun nagelaten betrekkingen. De op dit artikel verantwoorde uitgaven hebben een directe relatie met de ontvangsten van de DGVP. Deze worden verantwoord op het ontvangstenartikel 05.01. Tezamen geven zij het exploitatiesaldo van de DGVP. Over de jaren heen dienen uitgaven en ontvangsten van de DGVP per saldo gelijk te zijn.

In 2000 waren de uitgaven ongeveer f 10 mln lager dan geraamd. De ontvangsten waren f 7,3 mln lager dan geraamd. Dit positieve saldo van f 2,7 mln zal met nog openstaande positieve saldi uit voorgaande jaren via bijstellingen van de GVP-premies worden verrekend.

De ramingskengetallen (bedragen x f 1 000)
U05.0920001999
 Ontwerp-begrotingRealisatieRealisatie
 aantalbedragaantalbedragaantalbedrag
Aantal rechthebbenden140 000 140 623 138 372 
Gemiddeld uitkeringsbedrag per rechthebbende 2,325 2,242 2,126
Toegelicht begrotingsbedrag 325 365 315 328 294 180

Artikel 05.15. Financiële rechtspositie rampenbestrijding

De geraamde en gerealiseerde uitgaven (x f 1 000)
U05.1520001999
 Ontwerp-begrotingRealisatieRealisatie
Totaal3 4693 0783 124
De ramingskengetallen (bedragen x f 1 000)
U05.1520001999
 Ontwerp-begrotingRealisatieRealisatie
 aantalbedragaantalbedragaantalbedrag
Aantal uitkeringsgerechtigden61 51 63 
Bedrag per eenheid 41 34 28
Toegelicht begrotingsbedrag 2 500 1 731 1 786

In 2000 is het gemiddeld aantal uitkeringsgerechtigden gedaald tot 51. Het verschil tussen het toegelichte begrotingsbedrag en de stand ontwerp-begroting 2000 betreft het werkgeversaandeel in de ziektekostenvoorziening van voormalige noodwachtambtenaren. De uitgaven over de maanden november en december 1999 zijn ten laste gekomen van het jaar 2000 en de maand december 2000 zal ten laste komen van het jaar 2001. Hoewel de uitgaven een periode van dertien maanden bestrijken is door de afname van het aantal uitkeringsgerechtigden minder uitgegeven dan geraamd.

Artikel 05.20. Bijdragen LSOP

De geraamde en gerealiseerde uitgaven (x f 1 000)
U05.2020001999
 Ontwerp-begrotingRealisatieRealisatie
Totaal105 957297 659156 656

De overschrijding van de bijgestelde kasraming (f 280,2 mln) wordt ten eerste veroorzaakt door een extra betaling in het kader van de balanssanering van het LSOP. Ten tweede is een deel van de bijzondere bijdragen, geraamd op artikel 05.24, vanwege transparantie verantwoord op het onderhavige artikel. In de bijgestelde kasraming is het aandeel van Justitie in de financiering van het LSOP 2000 (f 39,5 mln) begrepen. Dit is middels desaldering met het ontvangstenartikel 05.09 aan het onderhavige artikel toegevoegd.

De bijdragen aan het LSOP bestaan uit een algemene bijdrage en bijzondere bijdragen. De algemene bijdrage wordt verstrekt voor het realiseren van de aangewezen onderwijsproductie. In 2000 is als gevolg van de meerproductie onderwijs ter realisering van de in het Regeerakkoord vastgelegde extra instroom van 3000 agenten, in totaal f 150,5 mln aan algemene bijdrage verstrekt.

De bijzondere bijdrage wordt verstrekt voor projecten, opdrachten en taken van het LSOP die niet direct samenhangen met de standaard onderwijsproductie. Voorbeelden van onderwerpen in dit verband zijn het project Politieonderwijs 2002, herziening van het toekomstige examineringstelsel, voorschakelklassen voor allochtone kandidaten, opleidingen Pepperspray, het onderzoeksprogramma Commissie Politie en Wetenschap alsmede ME-opleidingen EK2000. In 2000 is circa f 147,1 mln aan bijzondere bijdragen aan het LSOP verstrekt. De belangrijkste bijzondere bijdrage qua financiële omvang is de in 2000 gedeeltelijk gerealiseerde balanssanering. Ter verdere toelichting daarop nog het volgende.

In 1999 heeft de commissie Koopmans in opdracht van Justitie en BZK onderzoek gedaan naar een alternatief financieringsstelsel voor het LSOP. Gelet op de hierbij gekozen uitgangspunten en gehanteerde systematiek, alsmede de hieraan verbonden consequenties, is besloten tot een second opinion op het voorstel van de commissie Koopmans op dit punt. Een van de conclusies van het second opinion onderzoek is dat een deugdelijke financiële uitgangspositie noodzakelijk is voor de invoering van een nieuw bekostigingsstelsel. Het vermogenstekort is ultimo 1999 vastgesteld op f 156,8 mln, bestaande uit f 59,1 mln voor vaste activa en f 97,7 mln voor benodigde liquiditeit.

In 2000 is een totaal van f 102,9 mln als bijzondere bijdrage verstrekt, als eerste deel van de balanssanering LSOP. Dit betreft een bijdrage voor het liquiditeitstekort, de rentelasten, de financiële afwikkeling van de jaarrekening 1999 alsmede de compensatie in verband met de tijdswaarde van het geld.

Verplichtingen

De voorgenomen (en in de raming opgenomen) goedkeuring van de van het LSOP ontvangen begroting 2001 heeft niet plaatsgevonden. Hierdoor vindt een onderschrijding plaats op verplichtingenniveau ter grootte van ruim f 106 mln.

De ramingskengetallen
U05.20     
Aantal cursistenBezetting per 1-1-2000InstroomUitstroom geslaagdenOntslagBezetting per 31-12-2000
Agenten2 1522 2991 458 2 993
Surveillanten169371181 359
Vrijwillige Politie12880103 105
Agenten/surveillanten/vrijwillige politie   176– 176
Officieren2616231 292
Totaal2 7102 8121 7731763 573

Artikel 05.21. Openbare Veiligheid

De geraamde en gerealiseerde uitgaven onderverdeeld naar artikelonderdeel(x f 1 000)
U05.21/Artikelonderdeel20001999
 Ontwerp-begrotingRealisatieRealisatie
01 Crisisbeheersing125
02 Specifieke uitgaven rampenbestrijding89 716104 65277 577
03 Investeringen rampenbestrijding6 26511 91329 437
04 Brandweerzorg3 23768 142485 463
05 Opsporing en ruiming explosieven10 00946 550 
Totaal109 352231 257592 477

Artikelonderdeel 02 en 03. Specificatie:

(bedragen x f 1 mln)
U05.2120001999
 Ontwerp-begrotingRealisatieRealisatie
Artikelonderdeel 02:89,7  
• uitkering aan partners rampenbestrijding72,284,950,0
• exploitatie rampenbestrijdingsorganisatie12,712,012,1
• beleidsontwikkeling en voorlichting2,85,113,9
• opleiding en oefening1,01,60,6
• rechtspositionele voorzieningen rampbestrijders1,01,01,0
Artikelonderdeel 03:6,3  
• uitrusting2,68,413,1
• infrastructuur (1999: inclusief waarschuwingsstelsel (WAS))3,73,616,3
Totaal budget rampenbestrijding96,0116,6107,0

Uitkeringen aan partners rampenbestrijding

Aan de regionale brandweren en de gezondheidsdiensten is een structurele bijdrage voor de rampenbestrijding van f 66,8 mln en een incidentele bijdrage van f 11,9 mln verstrekt. Deze incidentele bijdrage is gekoppeld aan de door de regio's in 2000 en 2001 uit te voeren intensiveringslag voorbereiding rampenbestrijding. Deze betreft onder andere de volgende terreinen (zie tevens kamerstukken II, 1999/2000, 26 956, nr. 2):

• afstemmen territoriale gebiedsindelingen f 3,4 mln;

• grensoverschrijdende samenwerking f 1,2 mln;

• opleiding en oefenbeleid f 1,5 mln;

• opstellen regionale risicoanalyse f 1,7 mln;

• pro-actie en preventiebeleid f 1 mln;

• versnelling multidisciplinaire aanpak rampenbestrijding, f 3,1 mln.

De overige uitgaven (f 1,9 mln) betreffen met name een bijdrage Nationaal Plan voor de kernongevallenbestrijding aan een viertal regio's, veiligheidsprojecten op het gebied van grote infrastructurele projecten en de voorbereiding op het EK2000.

Beleidsontwikkeling en voorlichting

In 2000 is als gevolg van de ramp in Enschede het voorgenomen jaarlijkse proefalarm van het landelijke WAS niet gehouden en het daarbij behorende voorlichtingsmateriaal niet aangeschaft. Voorts is de nieuwe huisstijl voor de brandweer niet ingevoerd.

De onderstaande, niet geraamde, uitgaven zijn wel in 2000 verricht:

• het ontwikkelen en de introductie van een leidraad Maatramp;

• de projecten capaciteitsbepaling Geneeskundige Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen (GHOR);

• de herijking opleidingen GHOR

• de bijdrage aan het Nederlandse Instituut voor Urgentiegeneeskunde voor het organiseren van congressen;

• de organisatie van themabijeenkomsten;

• ontwikkelkosten voor de bestuurlijke rapportage rampenbestrijding;

• het rapport over de knelpunten in de grensoverschrijdende spoedeisende medische hulpverlening België-Duitsland-Nederland.

Uitrusting

De technische hulpverleningsuitrusting is geheel gemodificeerd in plaats van vervangen. De projecten striping van rijksmaterieel voor de regionale brandweren, de aflevering van slangopneemsystemen en modificatie van bijbehorend transportmaterieel zijn afgerond. Deze projecten waren niet geraamd.

Infrastructuur

De noodzakelijke uitbreidingen van bliksemaarding van alle geplaatste sireneposten van het WAS heeft niet in 2000 plaatsgevonden. De verdichting van het WAS, bijplaatsen van sirenes in risicogebieden, is met tenminste een halfjaar vertraagd. Dit komt onder andere door het aanmerkelijk later beschikbaar komen van gegevens van sirenelocaties door de brandweerregio's. Voorts is het project Alarmering Doven en Slechthorenden niet geïmplementeerd. Het daarbij behorende semafonie systeem wordt nog slechts 5 jaar door de (enige) aanbieder in Nederland gegarandeerd. Er is gezocht naar een andere alarmeringsinfrastructuur. Inmiddels is het in theorie mogelijk om met behulp van SMS-berichten uit de GSM-toepassingen de alarmering van bedoelde doelgroep te regelen.

Artikelonderdeel 04

De uitgaven voor Enschede worden hier verantwoord en omvatten onder andere:

• een voorschot aan de gemeente Enschede (artikel 25 van de Wet rampen en zware ongevallen) f 23,3 mln;

• een uitkering (voor particulieren) aan het Nationaal Rampenfonds f 6,2 mln;

• rijksdeel in de kosten van de onderzoekscommissie vuurwerkramp (commissie Oosting) f 1,7 mln;

• de kosten van het onderzoek van de Inspectie Brandweer en Rampenbestrijding f 0,8 mln;

• overige kosten f 0,4 mln.

Er is circa f 3,4 mln nog niet tot betaling gekomen. De werkzaamheden van de onderzoekscommissie vuurwerkramp vergen tijd, waardoor de uitgaven in de tijd meer gespreid zijn. Daarnaast is de declaratie bijstandskosten brandweer nog niet afgehandeld.

Tevens zijn in 2000 uitgaven gedaan met betrekking tot de wateroverlast 1998. Deze uitgaven omvatten:

• uitkeringen op grond van de wet tegemoetkoming schade bij ongevallen en rampen f 14,1 mln en bijbehorende uitvoeringskosten f 17,6 mln;

• uitkeringen op grond van artikel 25 van de Wet rampen en zware ongevallen f 0,6 mln

• uitkeringen op grond van artikel 11 van de Brandweerwet f 0,5 mln;

• overige uitgaven f 0,2 mln.

Artikelonderdeel 05

Volgens het bijdragebesluit kosten ruiming explosieven Tweede Wereldoorlog 1999 kunnen gemeenten een bijdrage ontvangen tot maximaal 90% van bepaalde kosten die samenhangen met de opsporing en ruiming van explosieven uit de Tweede Wereldoorlog. Het aantal aanvragen is aanmerkelijk hoger geweest dan oorspronkelijk werd verwacht. In 2000 is f 46,6 mln uitgekeerd aan 31 gemeenten, waaronder Zandvoort.

De ramingskengetallen (bedragen x f 1 000)
U05.2120001999
 Ontwerp-begrotingRealisatieRealisatie
 aantalbedragaantalbedragaantalbedrag
Aantallen regionale brandweer37   39 
Gemiddelde normbijdrage personeel per regio 348   643
Gemiddelde normbijdrage materieel per regio 125   122
Gemiddelde normbijdrage oefenen 74   73
Toegelicht begrotingsbedrag 20 283   32 674
Aantallen GGD'en40   38 
Gemiddelde normbijdrage personeel 55   58
Gemiddelde normbijdrage materieel 124   129
Gemiddelde normbijdrage oefenen 18   18
Toegelicht begrotingsbedrag 7 875   7 824

In 2000 is voor een andere methodiek van bijdragen gekozen. Hierdoor is het niet meer mogelijk de vermelde indeling naar normbijdragen in te vullen. Een landelijke monitor Brandweer en Rampenbestrijding gaat in ontwikkeling en daaruit zullen kengetallen in relatie tot de nieuwe financieringsmethodiek kunnen worden ontleend.

Artikel 05.22. Nationaal Coördinatiecentrum

De geraamde en gerealiseerde uitgaven (x f 1 000)
U05.2220001999
 Ontwerp-begrotingRealisatieRealisatie
Totaal1 5591 4711 127

Het Nationaal Coördinatiecentrum (NCC) heeft in het kader van de voorbereiding op het EK2000 facilitaire aanpassingen en logistieke voorzieningen uitgevoerd alsmede in het voorjaar een oefening voor de meest betrokken bewindslieden georganiseerd. De kosten van de oefening zijn ten laste van het budget van het centrum EK2000 gebracht. Daarnaast heeft het NCC meerdere malen als coördinerend aanspreekpunt gefungeerd, onder andere bij de vuurwerkramp te Enschede.

Artikel 05.23. Bijdragen regionale politie

De geraamde en gerealiseerde uitgaven (x f 1 000)
U05.2320001999
 Ontwerp-begrotingRealisatieRealisatie
Totaal5 193 2195 185 8755 011 737

Op dit artikel worden de algemene bijdrage en een aantal bijzondere bijdragen aan de regiokorpsen verantwoord. De overschrijding (f 20 mln) van de bijgestelde kasraming wordt met name veroorzaakt door de betaling aan de DGVP van een deel van de premie 2000 van de GVP-gepensioneerden.

De ramingskengetallen (bedragen x f 1 000)
U05.2320001999
 Ontwerp-begrotingRealisatieRealisatie
 aantalbedragaantalbedragaantalbedrag
Algemene bijdrage      
Aantal regiokorpsen25 25 25 
Normbedrag (voorlopig) 110 900 112 953 110 035
Convenant BVE's44 757 44 184 43 922 
Asieldossier1 322 1 155 1 078 
Totaal (in BVE's)46 079 45 339 45 0004 951 575
Nabetalingen over voorgaande jaren     3 729
Toegelicht begrotingsbedrag 5 110 161 5 121 176 4 955 304
       
Bijzondere bijdrage      
Werkgeversbijdrage GVP Aantallen post-actieven (premie 1999)  16 717 16 800 
Gemiddeld premiebedrag   1 590 1 651
Toegelicht begrotingsbedrag (afr. '99 en deel '00)   20 138 32 579
Artikel 3 BFRP (knelpunten) Aantallen regiokorpsen  2 2 
Gemiddelde bijdrage   2 608 2 390
Toegelicht begrotingsbedrag 8 280 5 215 4 781
Artikel 4 BFRP Aantallen regiokorpsen  4 4 
Gemiddelde bijdrage   3 420 3 700
Toegelicht begrotingsbedrag 5 420 13 720 14 802
Unit synthetische drugs(USD) Aantallen regiokorpsen  1 1 
Gemiddelde bijdrage   4 329 4 271
Toegelicht begrotingsbedrag 4 331 4 329 4 271

Algemene bijdrage

De algemene bijdrage per regio vloeit voort uit de Politiewet 1993 en het Convenant politie 1999. Het convenant regelt onder meer de sterktegroei, ICT en de vermogensverevening van de politieregio's.

Het normbedrag per BVE is bijgesteld van f 110 900 naar f 112 953 voor met name premiebijstellingen, diversiteit en vrijwillige politie. Conform het Convenant politie 1999 is het aantal BVE's toebedeeld.

Voor de herziening van de kernteamregeling is per 1 januari 2000 het equivalent van 414 BVE's naar artikel 05.24 gerealloceerd.

Asiel. In 2000 zijn in totaal 1 155 BVE's toegekend. Deze BVE's hebben betrekking op 2000 en op een nabetaling 1999. Conform de afspraak met Financiën over de financiering van de politie-inzet voor asiel zal per saldo een bedrag f 7 mln terugvloeien naar Financiën.

Bijzondere bijdragen

Werkgeversbijdrage DGVP. Het werkgeversaandeel van de premie sociale lasten GVP in 2000 voor niet-actief politiepersoneel (gepensioneerden) betreft de afrekening over het jaar 1999 en een deel van de premies 2000. In totaal is f 20,1 miljoen bijgedragen. In 2001 vindt de afrekening plaats over het jaar 2000.

Bijdrage artikel 3 Besluit financiën regionale politiekorpsen (BFRP). In 2000 is aan de politieregio's Friesland (huisvesting en inzet waddeneilanden) en Drenthe (reorganisatie) een bijzondere bijdrage toegekend.

Bijdrage artikel 4 BFRP. In 2000 is aan de politieregio's Groningen (personeel), Drenthe (huisvesting), Noord-Oost Gelderland (afbouw boventalligheid) en Noord-Holland-Noord (evenwichtige bedrijfsvoering) een aanvullende bijdrage toegekend.

USD. In 2000 heeft er een tussenevaluatie van de USD plaatsgevonden. De USD blijkt een duidelijke meerwaarde te hebben voor de bestrijding van de productie en verspreiding van synthetische drugs. De minister van Justitie heeft besloten naar aanleiding van de tussenevaluatie tot voortzetting van de USD. In 2002 vindt de eindevaluatie plaats.

Verplichtingen

De onderschrijding van de bijgestelde verplichtingenraming wordt met name veroorzaakt door:

• het niet toekennen van de artikel 4 BFRP-status aan een regionaal politiekorps (ca f 8 mln)

• de per abuis in de 1e suppletore begroting dubbel opgenomen mutatie voor de toekenning van een deel van de in het RA toegekende sterkte van 3000 agenten/surveillanten (circa f 44,5 mln)

Artikel 05.24. Overige uitgaven regionale politie

De geraamde en gerealiseerde uitgaven onderverdeeld naar artikelonderdeel(x f 1 000)
U05.24/Artikelonderdeel20001999
 Ontwerp-begrotingRealisatieRealisatie
01 Regionaal beleid168 780333 835143 957
02 Centraal beleid78 751113 647172 077
Totaal247 531447 482316 034

De onderschrijding van de bijgestelde kasraming (f 459,8 mln) houdt met name verband met het compenseren van uitgaven teneinde de overschrijding op artikel 05.20, 05.23 en 05.29 (deels) te kunnen compenseren. Zie voor nadere toelichting tevens artikel 05.20.

Artikelonderdelen 01 en 02

Het onderscheid tussen regionale en centrale uitgaven kenmerkt zich door:

• het aan het regionale beleid gekoppelde budget betreft een rechtstreekse geld- of goederenstroom aan de regionale politiekorpsen;

• het aan het centrale beleid gekoppelde budget betreft een geldstroom aan derden, niet zijnde regionale politiekorpsen.

(bedragen x f 1 mln)
U05.2420001999
 Ontwerp-begrotingRealisatieRealisatie
– internationale samenwerking4,45,04,1
– EK2000 40,2 
– veiligheidsbeleid42,955,9109,4
– bovenregionale teams52,2104,648,6
– materiële voorzieningen2,014,95,0
– diversiteitsplan4,02,54,9
– politiële bedrijfsvoering2,4107,924,8
– rechtspositie92,661,762,0
– ziektekostenvergoeding23,023,223,1
– onderwijs/loopbaanbeleid11,213,110,3
– arbeidsmarkt- en opleidingsprojecten10,512,519,6
– overig2,35,94,2
Totaal247,5447,5316,0

Hieronder wordt per onderwerp nader ingegaan op de realisatie en de bijzonderheden die zich daarbij hebben voorgedaan.

EK2000

De Nederlandse overheidsinspanningen en de samenwerking met Belgische autoriteiten rond het EK2000 zijn succesvol geweest. Het project EK2000 is een goed voorbeeld van internationale politiesamenwerking. Per 1 oktober 2000 is het project afgerond. Het project EK2000 is binnen de begroting gebleven.

Veiligheidsbeleid

Naar aanleiding van het Beleidsplan Nederlandse Politie (BNP) 1999–2002 is de commissie Brinkman ingesteld. Het doel van de commissie is de bevordering van de samenwerking tussen de regionale politiekorpsen onderling en met het KLPD. De commissie Brinkman heeft aanbevelingen geformuleerd voor een meer slagvaardige en transparante structuur met betrekking tot deze samenwerking. Dit dient te leiden tot een versterking van de doelmatigheid en effectiviteit bij de uitvoering van taken op diverse terreinen, zoals het ICT-beleid en de aanpak van (georganiseerde) criminaliteit.

Ter intensivering van het bestaand beleid is, conform de regeling Eenmalige intensiveringsbijdrage jeugd en veiligheid, voor de jaren 2000 en 2001 een bijdrage verstrekt van jaarlijks f 15 mln. Dit verklaart de ongeveer f 15 mln overschrijding op bovenstaand realisatiecijfer met betrekking tot het aspect veiligheidsbeleid.

Het gaat om steden die buiten het grote stedenbeleid (G25) vallen en een omvang van > 50 000 inwoners en tenminste 7% allochtone inwoners hebben. Na afloop van de bijdrageperiode zal in een gezamenlijk onderzoek het effect van de bijdrage worden geëvalueerd. De resultaten zullen inzet zijn voor het formuleren van het integrale veiligheidsbeleid en voor een vervolg en een verdieping van het veiligheidsbeleid.

Een convenant is gesloten tussen overheid, politie en partners betreffende het Politiekeurmerk Veilig Wonen. De handboeken en de regeling voor certificatie zijn in 2000 gereed gekomen.

Het uitdragen van het Integraal Veiligheidsbeleid vindt plaats langs verschillende wegen. Zo is bijvoorbeeld ter ondersteuning van een landelijke campagne tegen geweld f 1,5 mln subsidie toegekend aan het Platform tegen Geweld op Straat.

Bovenregionale teams

De bovenregionale teams betreffen de Unit Mensensmokkel (UMS), Fraudeteams, het Landelijk Rechercheteam (LRT), de Kernteams ter bestrijding van de georganiseerde misdaad, en de Grensoverschrijdende Observatieteams. Een bovenregionaal team is ondergebracht bij een politieregio. Aan de desbetreffende politieregio's wordt hiervoor een bijdrage verstrekt. Voor de herziening van de kernteamregeling is in 2000 het equivalent van 414 BVE's (circa 46 mln) van artikel 05.23 gerealloceerd naar artikel 05.24.

Materiële voorzieningen

Het Korps Amsterdam-Amstelland heeft voor het (nog niet volledig) afgerond medisch onderzoek vliegramp Bijlmermeer f 10,4 mln ontvangen.

Politiële bedrijfsvoering en Vermogensproblematiek

De Stuurgroep Implementatie Modernisering Politiezorg (STIMP) heeft bepaald wat voor elk korps de relatief genormeerde vermogenspositie zou moeten zijn. Hierdoor werd inzichtelijk welke korpsen een relatief hoog dan wel een relatief laag eigen vermogen hebben. In de periode 2000 tot en met 2002 zullen de politieregio's via een vermogensverevening in een meer gelijkwaardige financiële positie gebracht worden. Een deel van het totale vermogenstekort, f 97,8 mln, is aan de betreffende politieregio's gecompenseerd. Daarnaast is in het kader van de invoering van de euro een bijdrage aan de politiekorpsen verstrekt van f 5,1 mln. Verder zijn voor politiële bedrijfsvoering onder meer f 1,2 mln aan het regionaal politiekorps Utrecht verstrekt voor het Centraal Informatiepunt Voetbalvandalisme, f 1,0 mln aan het Nederlands Politie Instituut (NPI) voor de implementatie van GIDS en f 1,8 mln voor onderzoek. Dit betreft onder andere onderzoeken naar de bekostiging LSOP, regionaal specifiek, doelmatigheid, monitor bedrijven en instellingen en STIMP. Zie tevens hieronder.

Rechtspositie

Aan de regionale politiekorpsen is een voorschot voor FLO-kosten verstrekt voor het jaar 2000 en heeft tevens afrekening/nabetaling over 1998 en 1999 plaatsgevonden. Het betreft hier een totaalbedrag van f 28,7 mln. Aan de Stichting ABP is aan programmakosten en voor de uitvoering van de FLO/FPU een bedrag van f 21,2 mln betaald. Daarnaast is voor de tijdelijke ouderenregeling (TOR) f 4,8 mln beschikbaar gesteld. Voor de implementatie van de AFUP-regeling is een deel van de kosten groot f 7 mln beschikbaar gesteld. De f 30 mln onderschrijding op dit deel van het budget is incidenteel aangewend voor het vermogenstekort politieregio's om rentekosten te voorkomen (zie ook politiële bedrijfsvoering). De f 30 mln betreft AFUP-gelden.

Onderwijs en loopbaanbeleid

Politieonderwijs 2002. De voortgang van het project Politieonderwijs 2002 verloopt volgens planning. De beroepsprofielen zijn ter accordering aan de ministers van Justitie en BZK voorgelegd. De lesprogramma's worden in samenwerking met de korpsen, onderwijskundigen en de LSOP-docenten ontwikkeld. Tevens zal nauw contact worden gehouden met het deelproject Korpsimplementatie. Over de wijze waarop het toezicht op het onderwijs en de examinering vorm moet gaan krijgen wordt regelmatig overleg gevoerd met OCW. Een en ander zal worden geformaliseerd in het Voorstel van Wet op het Politieonderwijs. Dit voorstel gaat eind januari 2001 naar de Ministerraad.

Project Personeelsvoorziening Politie (PPP). De in het Regeerakkoord opgenomen doelstelling om de personeelssterkte bij de politie met 3 000 mensen uit te breiden lijkt te worden gehaald. Extra inspanningen blijven op dit gebied noodzakelijk bij zowel de korpsen als op landelijk niveau. In 2000 is een extra impuls gegeven op het gebied van de werving en het behoud van diversiteitsgroepen bij de politiekorpsen. In het verlengde hiervan zijn in de werving en selectie tevens extra impulsen gericht op het binnenhalen van allochtone groepen door een cultuurfaire taaltest en extra capaciteit in de zogenaamde voorschakelklassen, die beide door het LSOP worden uitgevoerd. Het PPP is in 2000 geëvalueerd door middel van een audit en als gevolg hiervan heeft er een capaciteitsuitbreiding plaatsgevonden.

Artikel 05.26. Bijdragen Nederlands Instituut voor Brandweer en Rampenbestrijding

De geraamde en gerealiseerde uitgaven (x f 1 000)
U05.2620001999
 Ontwerp-begrotingRealisatieRealisatie
Totaal6 8759 0007 014
De ramingskengetallen (bedragen x f 1 000)
U05.2620001999
 Ontwerp-begrotingRealisatieRealisatie
 aantalbedragaantalbedragaantalbedrag
Aantal AHBM-studenten27 23 18 
Gemiddelde bijdrage 166 196 230
Toegelicht begrotingsbedrag 4 482 4 501 4 138

De verstrekte bijdragen zijn gebaseerd op de begroting 2000 van het Nederlands Instituut voor Brandweer en Rampenbestrijding (NIBRA). De daadwerkelijke (hogere) bijdrage over 2000 wordt aan de hand van de jaarrekening 2000 van het NIBRA vastgesteld. De bijdrage kan wijzigen als gevolg van de daadwerkelijke personele uitgaven voor de AHBM (Adjunct-hoofdbrandmeester)-ers, HBM (Hoofdbrandmeester)-ers in opleiding, het werkelijke aantal deelnemers van de voltijd-deeltijd opleiding AHBM en HBM, de commandeursopleiding en de leergang Master of Firemanagement, de bijdrage aan het Bureau CCRB en de Visitatiecommissie oefenen rampenbestrijding. Voor de leerstoel brandweer en rampenbestrijding zijn in 2000 geen uitgaven gedaan.

Artikel 05.27. Informatiebeleid Openbare Orde en Veiligheid

De geraamde en gerealiseerde uitgaven (x f 1 000)
U05.27/Artikelonderdeel20001999
 Ontwerp-begrotingRealisatieRealisatie
01 Uitgaven IBOOV algemeen59 78289 36362 758
02 Groot project C2000130 301125 14974 573
Totaal190 083214 512137 331

Artikelonderdeel 01

In het kader van het Informatiebeleid Openbare Orde en Veiligheid zijn activiteiten gefinancierd op het gebied van standaardisatie, beveiliging, uitwerking Masterplan Regieraad ICT Politie, Geïntegreerd Meldkamersysteem (GMS), Landelijk Toegangsnummer Politie en Beheer Landelijke Systemen. In 2000 zijn voor de hiermee samenhangende extra uitgaven gelden toegevoegd.

In 2000 is een nieuwe versie 1.5.0 van GMS gereedgekomen en geïnstalleerd in 5 monodisciplinaire meldkamers. Met 4 regio's zijn convenanten afgesloten ten behoeve van de ingebruikneming van GMS in multidisciplinaire meldkamers. Daarnaast is gewerkt aan de koppeling van GMS aan andere in de meldkamer gebruikte systemen zoals telefonie, Mobipol, Geografisch informatiesysteem (GIS) en Openbaar Meldsysteem (OMS). Ook is de functionaliteit uitgewerkt van de koppeling met C2000.

Naast het project GMS zijn de in de begroting 2000 weergegeven voornemens zowel beleidsmatig als in budgettaire zin gerealiseerd. Zo is vermeldenswaard dat het project Landelijk Toegangsnummer Politie tijdig binnen de gestelde planning kon worden gerealiseerd en is een aanzet gegeven aan de nadere concretisering van het Masterplan ICT Politie.

Artikelonderdeel 02

In 2000 is het test- en referentiesysteem C2000 opgeleverd. Ook is het radionetwerk (19 opstelpunten en schakelapparatuur inclusief het antennenetwerk op de luchthaven Schiphol) in de Startregio Amsterdam-Amstelland gereedgekomen. Voorts zijn uitgaven verricht ten behoeve van de zogenaamde Proef in de Proef.

Artikel 05.28. Personeel en materieel Openbare Orde en Veiligheid

De geraamde en gerealiseerde uitgaven onderverdeeld naar artikelonderdeel(x f 1 000)
U05.28/Artikelonderdeel20001999
 Ontwerp-begrotingRealisatieRealisatie
01 Ambtelijk personeel36 22642 34739 725
02 Overig personeel3 3093 9702 661
03 Post-actieven664874210
04 Materieel8 9137 4614 058
Totaal49 11254 65246 654

In 2000 is de raming incidenteel bijgesteld in verband met de kosten van de in uitvoering zijnde reorganisatie van het DG, het EK2000, bovenformatief personeel in verband met de projecten GMS en C2000, de overkomst van het KLPD en de personele versterking van het project rampenbestrijding. De realisatie is binnen het bijgestelde kader gebleven.

De ramingskengetallen (bedragen x f 1 000)
U05.2820001999
 Ontwerp-begrotingRealisatieRealisatie
 aantalbedragaantalbedragaantalbedrag
Gemiddelde bezetting ambtelijk personeel314 357 334 
Gemiddeld aantal post-actief8 13 3,5 
Gemiddelde salariskosten ambtelijk personeel 115 119 119
Gemiddelde salariskosten post-actief 92 65 60
Toegelicht begrotingsbedrag 36 846 43 583 39 762

Artikel 05.29. Bijdrage Korps landelijke politiediensten

De geraamde en gerealiseerde uitgaven (x f 1 000)
U05.2920001999
 Ontwerp-begrotingRealisatieRealisatie
Totaal 503 722 

De bijdrage aan het KLPD is volledig gerealiseerd. Er zijn extra gelden zijn verstrekt voor de vuurwerkramp te Enschede, voor de invoering van de euro, voor compensatie van de effecten van de CAO 1999–2000, en de exploitatie van de 112-centrale voor mobiele telefonie. Daarnaast zijn kosten vergoed voor aanschaffingen in het kader van de pilot Pepperspray.

06. Binnenlandse Veiligheidsdienst

Artikel 06.01. Personeel en materieel Binnenlandse Veiligheidsdienst

De geraamde en gerealiseerde uitgaven onderverdeeld naar artikelonderdeel(x f 1 000)
U06.01/Artikelonderdeel20001999
 Ontwerp-begrotingRealisatieRealisatie
01 Personeel67 29766 23660 820
02 Materieel26 68940 10933 992
03 Post-actieven19014433
Totaal94 176106 35995 245

Artikelonderdeel 02

In 2000 is de begroting incidenteel opgehoogd voor bekostiging van de herhuisvesting als gevolg van de inhuizing van het Nationaal Bureau Verbindingsbeveiliging. Voorts zijn in de begrotingsuitvoering middelen vrijgemaakt voor noodzakelijk investeringen op ICT-terrein.

Voor een nadere beleidsinhoudelijke toelichting wordt verwezen naar het jaarverslag BVD 2000 dat in het voorjaar van 2001 wordt gepubliceerd.

De ramingskengetallen (bedragen x f 1 000)
U06.01/Artikelonderdeel 0120001999
 Ontwerp-begrotingRealisatieRealisatie
 aantalbedragaantalbedragaantalbedrag
Aantallen594 583 551 
Bedrag per eenheid 107,2 109,3 104,4
Toegelicht begrotingsbedrag 63 697 63 724 57 520
Overige personele uitgaven 3 600 2 512 3 300

Artikel 06.03. Geheime uitgaven

De geraamde en gerealiseerde uitgaven (x f 1 000)
U06.0320001999
 Ontwerp-begrotingRealisatieRealisatie
Totaal4 0794 1614 055

07. Management en Personeelsbeleid

Artikel 07.02. Vormings- en opleidingsbeleid

De geraamde en gerealiseerde uitgaven onderverdeeld naar artikelonderdeel(x f 1 000)
U07.02/Artikelonderdeel20001999
 Ontwerp-begrotingRealisatieRealisatie
07 Uitgaven in het kader van vormings- en opleidingsactiviteiten16 09616 64816 026
09 Subsidies aan de Stichting Europees Instituut Bestuurskunde (EIB)512512512
13 Jongerenproject11 9542 3772 222
Totaal28 56219 53718 760

Artikelonderdeel 13

In 2000 heeft de overheveling plaatsgevonden van de 3e tranche financiering van de loonkosten trainees naar de deelnemende departementen. De verantwoording van de in voorgaande jaren uitgedeelde financiering loonkosten 1e en 2e tranche resteerde in een positief saldo (circa f 2,0 mln). Dit bedrag is verrekend met de te verdelen bedragen 3e tranche.

Door een geringer aantal trainees is de raming voor bovendepartementale activiteiten niet gerealiseerd (circa f 1 mln).

Artikel 07.03. Onderzoek en analyse van de arbeidsmarkt en personeelsmanagement bij de overheid

De geraamde en gerealiseerde uitgaven onderverdeeld naar artikelonderdeel(x f 1 000)
U07.03/Artikelonderdeel20001999
 Ontwerp-begrotingRealisatieRealisatie
05 Arbeidszaken overheid2 4043 1042 532
06 Personeelsmanagement in de sector Rijk3 0065 8013 796
07 Financiering invoeringsuitgaven ZW/WW40 00019 936
Totaal45 4108 90526 264

Artikelonderdeel 05

Beoogde publicaties zoals de Arbeidsmarktrapportage Overheid en de Trendnota Arbeidszaken Overheid zijn uitgebracht. De uitvoering van de voorgenomen intensiveringen is door personele ondercapaciteit getemporiseerd. De uitvoering van activiteiten (zoals onderzoek, gegevensverzameling) voor de Interdepartementale werkgroep aanpak arbeidsmarktknelpunten collectieve sector heeft daarentegen prioriteit gekregen.

Op het beschikbare budget voor de Raad voor het Overheidspersoneel is geen beroep gedaan. Voorts is de besluitvorming rondom de door de Commissie Gelijke Behandeling uit te voeren extra werkzaamheden dit jaar opnieuw niet afgerond en heeft aldus niet tot uitgaven geleid.

Artikelonderdeel 06

De voorgenomen activiteiten zijn allen gerealiseerd. Daarnaast zijn in 2000 uitgaven gedaan, conform het plan van aanpak, voor Investeren in Leren. Tevens zijn uitgaven gedaan voor de in 2000 ontwikkelde werkplannen voor Arbeidsmarktcommunicatie, Professionalisering P-functie en Leeftijdsbewust personeelsbeleid.

Artikelonderdeel 07

Het wetsvoorstel met betrekking tot de invoering WW/ZW is aangenomen. Daardoor verviel de noodzaak tot voorfinanciering.

Artikel 07.05. Beheer rechtspositie

De geraamde en gerealiseerde uitgaven (x f 1 000)
U07.0520001999
 Ontwerp-begrotingRealisatieRealisatie
Totaal263121124
De ramingskengetallen (bedragen x f 1 000)
U07.0520001999
 Ontwerp-begrotingRealisatieRealisatie
RAMINGSKENGETALLENaantalbedragaantalbedragaantalbedrag
Aantal personen dat een uitkering ontvangt6 5 6 
Bedrag per persoon 18,73 23,5 18,3
Toegelicht begrotingsbedrag 112 109 110
DOELMATIGHEIDSKENGETALLENaantalbedragaantalbedragaantalbedrag
Aantal personen dat een uitkering ontvangt6 5 6 
Uitvoeringskosten per persoon 2,7 2,4 2,3
Toegelicht begrotingsbedrag 16 12 14

Het volumerealisatiecijfer betreft het aantal personen, dat in 2000 een uitkering heeft ontvangen. Bedoeld cijfer is ontleend aan gegevens van de Stichting USZO.

Artikel 07.10. Financiële rechtspositie actieven en post-actieven

De geraamde en gerealiseerde uitgaven onderverdeeld naar artikelonderdeel(x f 1 000)
U07.10/Artikelonderdeel20001999
 Ontwerp-begrotingRealisatieRealisatie
05 WWV-vervangende uitkeringen608377368
06 Pensioenen aan gewezen overheidsdienaren van Suriname194137130
07 Overtocht van en naar Suriname en de Nederlandse Antillen
08 Wachtgelden, uitkeringen en overige uitgaven200166195
Totaal1 002680693
De ramingskengetallen (bedragen x f 1 000)
U07.1020001999
 Ontwerp-begrotingRealisatieRealisatie
RAMINGSKENGETALLENaantalbedragaantalbedragaantalbedrag
Aantal personen dat een uitkering ontvangt54 35 31 
Bedrag per persoon 17,29 17,7 22,4
Toegelicht begrotingsbedrag 933 617 693
DOELMATIGHEIDSKENGETALLENaantalbedragaantalbedragaantalbedrag
Aantal personen dat een uitkering ontvangt54 35   
Uitvoeringskosten per persoon 1,27 1,8  
Toegelicht begrotingsbedrag 69 63  

De aantallen zijn ontleend aan gegevens van de stichtingen USZO en ABP. Weergegeven is het gemiddelde aantal en het gemiddeld bedrag.

Artikel 07.16. Garanties

De geraamde en gerealiseerde uitgaven onderverdeeld naar artikelonderdeel(x f 1 000)
U07.16/Artikelonderdeel20001999
 Ontwerp-begrotingRealisatieRealisatie
01 Garantie van rente en aflossing
05 Overige garanties
TotaalMemorieNihilNihil
Overzicht risico-ontwikkeling met betrekking tot garantie-overeenkomsten van het Rijk (x f 1 000)
U07.16/Artikelonderdeel 0120001999
 Ontwerp-begrotingRekeningRekening
Garantieplafond uitstaand risico per 1 januari9 7009 70010 600
Vervallen garanties– 500– 2 300– 900
Verleende garantiesMemorie0480
Uitstaand risico per 31 december9 2007 40010 180

Voor een volledig overzicht van de door BZK verleende garanties wordt verwezen naar de toelichting op de saldibalans, ad 11. Openstaande verplichtingen.

Het garantieplafond bedraagt per 31-12-2000 f 7,4 mln. Opgemerkt wordt dat dit aan de veilige kant is: er zijn nog geen gegevens van de hypotheekverstrekkers beschikbaar op basis waarvan de gedane aflossingen in 2000 kunnen worden gewaardeerd.

Artikelonderdeel 05

Op 29 november 1999 is een overnameovereenkomst getekend tussen de aandeelhouders van AMG (Arbo Management Groep) B.V. en de GAK Holding B.V. Hierbij is een deel van de aandelen verkocht aan voornoemde B.V. De Staat, een van de aandeelhouders, staat garant voor maximaal 48% van f 1 mln voor vermogensschade. De garantie vervalt drie jaar na transactiedatum.

Artikel 07.17. Bijdragen ten behoeve van werknemersorganisaties in verband met arbeidsverhoudingen in de overheidssector

De geraamde en gerealiseerde uitgaven onderverdeeld naar artikelonderdeel(x f 1 000)
U07.17/Artikelonderdeel20001999
 Ontwerp-begrotingRealisatieRealisatie
01 Vakbondsfaciliteiten4 0944 2534 133
02 Bijdragen aan de Stichting CAOP4 5154 6914 540
Totaal8 6098 9448 673

Artikel 07.18. Werkgeversbijdrage aan het overlegstelsel overheidspersoneel

De geraamde en gerealiseerde uitgaven (x f 1 000)
U07.1820001999
 Ontwerp-begrotingRealisatieRealisatie
Totaal4 5154 9164 540

De geraamde bijdrage is uitgekeerd. Daarnaast zijn uitgaven gedaan voor de Commissie Veiligheidsonderzoeken en het secretariaat SOR.

Artikel 07.20. Ziektekostenvoorziening Overheidspersoneel sector Rijk

De geraamde en gerealiseerde uitgaven onderverdeeld naar artikelonderdeel(x f 1 000)
U07.20/Artikelonderdeel20001999
 Ontwerp-begrotingRealisatieRealisatie
01 Programma-uitgaven80 50257 88663 627
02 Uitvoeringskosten4 2114 4403 304
Totaal84 71362 32666 931

Artikelonderdeel 01

In 2000 is een deel van dit budget (f 32,2 mln) beschikbaar gesteld voor de arbeidsvoorwaardenruimte. Van het dan resterende budget is circa f 10 mln niet tot betaling gekomen doordat het aantal te betalen aanspraken minder was dan geraamd.

De kengetallen (bedragen x f 1 000)
U07.2020001999
 Ontwerp-begrotingRealisatieRealisatie
RAMINGSKENGETALLENaantalbedragaantalbedragaantalbedrag
Aantal gehonoreerde aanvragen26 717     
Aantal verstrekte uitkeringen  20 768 22 326 
Gemiddelde uitkering incl. Aansprakenbelasting   2,788 2,849
Bedrag per beschikking (excl. Aansprakenbelasting) 2,099 2,064 2,102
Aansprakenbelasting 24 414 15 034 16 698
Toegelicht begrotingsbedrag 80 502 57 886 63 627
DOELMATIGHEIDSKENGETALLENaantalbedragaantalbedragaantalbedrag
Aantal aanvragen29 450 21 904   
Aantal uitkeringen   20 76827 600 
Uitvoeringskosten per aanvraag 0,143 0,203  
Uitvoeringskosten per uitkering   0,214 0,119
Toegelicht begrotingsbedrag 4 211 4 440 3 304

De gegevens zijn ontleend aan de door ZVO ingediende declaraties.

Artikel 07.21. Personeel en materieel Management en Personeelsbeleid

De geraamde en gerealiseerde uitgaven onderverdeeld naar artikelonderdeel(x f 1 000)
U07.21/Artikelonderdeel20001999
 Ontwerp-begrotingRealisatieRealisatie
01 Ambtelijk personeel28 78427 55725 966
02 Overig personeel2 1063 0231 791
03 Post-actieven4 8866 2685 970
04 Materieel19 62118 05215 044
Totaal55 39754 90048 771

In 2000 is voor de DZVO extra personeel ingehuurd in verband met piekwerkzaamheden en er zijn externe adviseurs ingehuurd hangende het sporenonderzoek (spoor 1: reorganisatie, spoor 2: overname door derden). Daarnaast is er een hoger aantal wachtgeldaanspraken ontvangen dan geraamd.

Een lagere reguliere personele bezetting vanwege vacatures en de geëxtensiveerde investeringen in vaste activa, IT e.d. bij de DZVO hangende het sporenonderzoek resulteren in een uiteindelijk lagere realisatie op dit artikel.

De ramingskengetallen (bedragen x f 1 000)
U07.2120001999
 Ontwerp-begrotingRealisatieRealisatie
 aantalbedragaantalbedragaantalbedrag
Gemiddelde bezetting ambtelijk personeel293,5 247,5 266,5 
Gemiddelde loonkosten 98,07 111,3 95,01
Toegelicht begrotingsbedrag 28 784 27 557 25 324

De gegevens zijn ontleend aan de Personeelsadministratie.

Artikel 07.22. Rechtspositie post-actieven (voormalige) overzeese gebiedsdelen

De geraamde en gerealiseerde uitgaven onderverdeeld naar artikelonderdeel(x f 1 000)
U07.22/Artikelonderdeel20001999
 Ontwerp-begrotingRealisatieRealisatie
01 Rechtspositie post-actieven Suriname en Nederlandse Antillen7 6747 3857 522
02 Rechtspositie post-actieven Nederlands en West Nieuw-Guinea19 77821 17521 565
03 Rechtspositie post-actieven Indonesië108 953106 499115 645
04 Rechtspositie post-actieven bijzondere voorzieningen205165190
05 Uitkeringswet twee- tot vijfjarige diensttijd veteranen60097260
Totaal137 210136 196144 982
De ramingskengetallen (bedragen x f 1 000)
U07.2220001999
 Ontwerp-begrotingRealisatieRealisatie
 aantal*bedragaantalbedragaantalbedrag
Artikelonderdeel 0143117,8068910,765511,5
Artikelonderdeel 0290221,931 44114,71 47214,7
Artikelonderdeel 037 51014,036 73113,97 37413,8
Artikelonderdeel 041910,7915111810,6
Toegelicht begrotingsbedrag 133 044 122 608 131 394

* Het gemiddelde bedrag per uitkering is gemeld. Opgenomen is de bestandsomvang zoals weergegeven in de 3e kwartaalrapportage 2000 Stichting Administratie Indonesische Pensioenen (SAIP).

08. Informatievoorziening en Automatiseringsbeleid

Artikel 08.01. Bevordering informatievoorziening overheid

De geraamde en gerealiseerde uitgaven onderverdeeld naar artikelonderdeel(x f 1 000)
U08.01/Artikelonderdeel20001999
 Ontwerp-begrotingRealisatieRealisatie
01 Specifieke uitgaven overheidsinformatievoorziening en organisatie van de rijksdienst6 77227 33032 803
06 Samenwerkingsverband informatiebeveiliging1 196959
07 Bijdragen aan het agentschap BPR5 3016 18612 173
Totaal13 26933 51645 935

De bijgestelde kasraming van circa f 20 mln wordt veroorzaakt door de medefinanciering van de programmabureaus vanuit de Nationaal Actieprogramma Elektronische Snelwegen (NAP), de voorbereidingskosten en startbijdrage voor de stichting ICTU en de stimuleringsregeling gemeentelijke productencatalogus op het Internet.

Artikel 08.04. Personeel en materieel Centrale Archiefselectiedienst

De geraamde en gerealiseerde uitgaven onderverdeeld naar artikelonderdeel(x f 1 000)
U08.04/Artikelonderdeel20001999
 Ontwerp-begrotingRealisatieRealisatie
10 Bijdragen aan het agentschap CAS10 30010 65210 114
11 Incidentele investeringsbijdrage
Totaal10 30010 65210 114

Artikel 08.06. Integratie van personeels- en salarisadministraties

De geraamde en gerealiseerde uitgaven (x f 1 000)
U08.0620001999
 Ontwerp-begrotingRealisatieRealisatie
Totaal4 6624 6734 154

09. Algemene Bestuursdienst

Artikel 09.01. Personeel en materieel Algemene Bestuursdienst

De geraamde en gerealiseerde uitgaven onderverdeeld naar artikelonderdeel(x f 1 000)
U09.01/Artikelonderdeel20001999
 Ontwerp-begrotingRealisatieRealisatie
03 Materieel384326298
04 Ambtelijk personeel4 2093 4502 869
05 Overig personeel12530080
06 Post-actieven
Totaal4 7184 0763 247

Artikelonderdeel 04

De instroom van nieuw personeel in Bureau ABD vindt gefaseerd plaats om het gevoelige primaire proces niet te zwaar te belasten en de kwaliteit van het personeel te waarborgen. Dit heeft geleid tot een lagere bezetting per 31-12-2000 (28,1 fte's).

Artikelonderdeel 05

Er is met name aandacht besteed aan de verdere professionalisering van het personeel van Bureau ABD.

De kengetallen (bedragen x f 1 000)
U09.0120001999
 Ontwerp-begrotingRealisatieRealisatie
RAMINGSKENGETALLENaantalbedragaantalbedragaantalbedrag
Gemiddelde bezetting ambtelijk personeel34,5 24,3 23,3 
Gemiddelde salariskosten 111 142 123
Toegelicht begrotingsbedrag 3 829 3 450 2 869
DOELMATIGHEIDSKENGETALLENaantalbedragaantalbedragaantalbedrag
Aantal vervulde vacatures per jaar66 144 57 
Kosten per vacature* 18,9 15,6 18,9
Toegelicht begrotingsbedrag 1 247 2 248 1 077

* Door de uitbreiding met de vacatures in schaal 16 en de toename van het aantal vacatures in de schalen daarboven is het aantal benoemingen gestegen, waardoor de kosten per vacature zijn gedaald.

Artikel 09.02. Personeelsbeleid Algemene Bestuursdienst

De geraamde en gerealiseerde uitgaven (x f 1 000)
U09.0220001999
 Ontwerp-begrotingRealisatieRealisatie
Totaal1 3141 9441 445

Naast de reguliere uitgaven op dit artikel zijn tevens uitgaven gedaan voor de implementatie van de uitbreiding van de ABD met managers in schaal 16, het ontwikkelen van nieuwe loopbaaninstrumenten (competenties), het onderzoek topambtenaren, opleiding en coaching voor ABD-leden; het ABD-congres 2000 en het formatieonderzoek Bureau ABD.

10. Constitutionele Zaken en Koninkrijksrelaties

Artikel 10.01. Personeel en materieel Constitutionele Zaken en Koninkrijksrelaties

De geraamde en gerealiseerde uitgaven onderverdeeld naar artikelonderdeel(x f 1 000)
U10.01/Artikelonderdeel20001999
 Ontwerp-begrotingRealisatieRealisatie
01 Ambtelijk personeel9 69811 18610 314
02 Overig personeel380645524
03 Post-actieven331366157
04 Materieel3 5295 9143 679
05 Buitenland uitgaven110135114
Totaal14 04818 24614 788

Artikelonderdeel 01

De overschrijding wordt met name veroorzaakt doordat:

• er in 2000 invulling is gegeven aan het toenemend belang om de Europese beleids- en besluitvorming nauwgezet te volgen en te beïnvloeden door een formatie-uitbreiding;

• voor het project Antilliaanse Jongeren een aparte projectorganisatie is opgezet;

• invoering van het correctief referendum extra taken met zich brengt, in het kader van de voorbereiding voor de invoering en het geven van voorlichting;

• de loonmaatregelen van de CAO 2000–2001 in september 2000 van kracht zijn geworden

Artikelonderdeel 02

De overschrijding wordt veroorzaakt doordat:

• vacatures van ambtelijk personeel tijdelijk zijn opgevuld door uitzendkrachten;

• er in 2000 extra aandacht is besteed aan opleidingen, met name op het terrein van de samenwerking met de Nederlandse Antillen en Aruba.

Artikelonderdeel 04

De overschrijding wordt met name veroorzaakt doordat:

• in het kader van de verdere professionalisering van de vertegenwoordiging in de Nederlandse Antillen is met het oog op de representatieve functie van de vertegenwoordiger een nieuwe dienstwoning aangekocht;

• de invoering van het correctief referendum extra kosten met zich brengt. Het betreft kosten verbonden aan de voorbereiding voor de invoering en het geven van voorlichting;

• de aanleg van verbindingen met de West, alsmede de kosten verbonden aan het opstellen van een haalbaarheidsonderzoek hiervoor en het opstellen van een plan van aanpak;

• de uitbreiding van de formatie (Antilliaanse Jongeren en Europese beleid) extra materiële uitgaven tot gevolg heeft.

Voorts zijn de wervingskosten voor personeel hoger uitgevallen dan verwacht, mede gelet op het grote aantal te vervullen vacatures in de loop van 2000. Voor de administratie Rechterlijke Macht heeft een inhaalslag plaatsgevonden ten aanzien van de nog openstaande voorschotten tropentoeslag.

De ramingskengetallen (bedragen x f 1 000)
U10.01/Artikelonderdeel20001999
 Ontwerp-begrotingRealisatieRealisatie
 aantalbedragaantalbedragaantalbedrag
01 Gemiddelde bezetting ambtelijke personeel84 91,6 88,5 
Gemiddelde salariskosten 115 123 117
Toegelicht begrotingsbedrag 9 698 11 186 10 314
03 Aantal uitkeringsgerechtigden uitkeringsregelingen post-actieven3 4 2 
Gemiddeld uit te keren bedrag 110 92 79
Toegelicht begrotingsbedrag 331 366 157

Artikel 10.02. Personeel en materieel Vertegenwoordigingen Nederlandse Antillen en Aruba

De geraamde en gerealiseerde uitgaven onderverdeeld naar artikelonderdeel(x f 1 000)
U10.02/Artikelonderdeel20001999
 Ontwerp-begrotingRealisatieRealisatie
01 Ambtelijk personeel3 2924 0143 298
02 Overig personeel407633
03 Post-actieven604270
04 Materieel1 0921 8491 374
Totaal4 4845 9814 775

De overschrijding op dit artikel wordt met name veroorzaakt door:

• de door hogere toelagen op salarissen. Met name betreft dit de hoge duurtecorrectiepercentages (DC) in de buitenlandtoelage. Ten opzichte van 1999 is de DC in 2000 met circa 36% gestegen. Deze stijging is voornamelijk het gevolg van de hoge dollarkoers in 2000.

• een eerste aanzet tot reparatie van de pensioenbreuk voor lokaal personeel;

• de nadelige koersverschillen met betrekking tot de koersgevoelige personele en materiële uitgaven van de kantoren overzee (f 0,953 mln).

De ramingskengetallen (bedragen x f 1 000)
U10.02/Artikelonderdeel20001999
 Ontwerp-begrotingRealisatieRealisatie
 aantalbedragaantalbedragaantalbedrag
01 Gemiddelde bezetting ambtelijke personeel22 22,6 21 
Gemiddelde salariskosten 150 177 157
Toegelicht begrotingsbedrag 3 292 4 014 3 298
03 Aantal uitkeringsgerechtigden uitkeringsregelingen post-actieven1 1 1 
Gemiddeld uit te keren bedrag 60 42 69
Toegelicht begrotingsbedrag 60 42 70

Ontvangsten

01. Algemeen

Artikel 01.06. Ontvangsten A&O subsidies

De geraamde en gerealiseerde ontvangsten (x f 1 000)
O01.0620001999
 Ontwerp-begrotingRealisatieRealisatie
TotaalNihil610330

Artikel 01.08. Overige ontvangsten

De geraamde en gerealiseerde ontvangsten onderverdeeld naar artikelonderdeel (x f 1 000)
01.08/Artikelonderdeel20001999
 Ontwerp-begrotingRealisatieRealisatie
01 Inhouding op salarissen voor dienstverlening4594
02 Bijdragen van belanghebbenden voor inkoop van diensttijd voor pensioen452422
03 Ontvangsten Hoge Raad van Adel2075
05 Diverse ontvangsten1 6625 6401 499
06 ZVO-doorberekening aan ministeries
07 Dividendontvangsten7 5008 40020 654
Totaal9 68614 07122 184

De hogere ontvangsten zijn met name een gevolg van de gezamenlijke projecten bedrijfsrestaurant, toegang/entree van BZK en Justitie. BZK voert in deze projecten uit, waarvoor Justitie bijdragen stort.

Artikel 01.09. Ontvangsten vervreemding aandelen PinkRoccade NV

De geraamde en gerealiseerde ontvangsten (x f 1 000)
O01.0920001999
 Ontwerp-begrotingRealisatieRealisatie
TotaalMemorie667 174247 840

De realisatie heeft betrekking op de verkoop van de 2e tranche van het aandelenpakket van PinkRoccade.

02. Openbaar Bestuur

Artikel 02.01. Inhoudingen voor pensioenen van de leden van het Europees Parlement of hun betrekkingen

De geraamde en gerealiseerde ontvangsten (x f 1 000)
O02.0120001999
 Ontwerp-begrotingRealisatieRealisatie
Totaal390201200

Artikel 02.02. Werking politiek systeem

De geraamde en gerealiseerde ontvangsten (x f 1 000)
O02.0220001999
 Ontwerp-begrotingRealisatieRealisatie
TotaalMemorie3102

Artikel 02.03. Diverse ontvangsten

De geraamde en gerealiseerde ontvangsten (x f 1 000)
O02.0320001999
 Ontwerp-begrotingRealisatieRealisatie
Totaal91 301121 49257 674

De hogere realisatie komt voornamelijk doordat de afrekening van aan gemeenten in voorgaande jaren verstrekte voorschotten in het kader van de EWLW-regeling (Melkert banen) in 2000 heeft geleid tot extra terugvorderingen.

Artikel 02.04. Paspoortleges

De geraamde en gerealiseerde ontvangsten (x f 1 000)
O02.0420001999
 Ontwerp-begrotingRealisatieRealisatie
Totaal108 978111 41695 635
De ramingskengetallen (bedragen x f 1 000)
O02.0420001999
 Ontwerp-begrotingRealisatieRealisatie
 aantalbedragaantalbedragaantalbedrag
paspoorten à f 54,90    1,44 mln79 056
paspoorten à f 55,301,668 mln92 287    
paspoorten à f 56,55  1,580 mln89 349  
Europese identiteitskaarten à f 15,85    0,94 mln14 899
Europese identiteitskaarten à f 16,001,043 mln16 690    
Europese identiteitskaarten à f 16,30  1,260 mln20 538  
Overige ontvangsten reisdocumenten   1 529 1 680
Totaal 108 977 111 416 95 635

Artikel 02.05. Ontvangsten sociale vernieuwing

De geraamde en gerealiseerde ontvangsten (x f 1 000)
O02.0520001999
 Ontwerp-begrotingRealisatieRealisatie
TotaalMemorieVervallenNihil

Artikel 02.06. Ontvangsten in verband met aansluiting mede-overheden bij de Nationale ombudsman

De geraamde en gerealiseerde ontvangsten (x f 1 000)
O02.0620001999
 Ontwerp-begrotingRealisatieRealisatie
TotaalMemorie238157

Bij het opstellen van de begroting 2000 kon geen schatting worden gemaakt van de verwachte ontvangsten van de mede-overheden bij aansluiting bij de competentie van de Nationale ombudsman. Het restant 1999 is in 2000 gerealiseerd.

03. Integratiebeleid minderheden

Artikel 03.01. Ontvangsten remigratiebeleid

De geraamde en gerealiseerde ontvangsten onderverdeeld naar artikelonderdeel (x f 1 000)
03.01/Artikelonderdeel20001999
 Ontwerp-begrotingRealisatieRealisatie
01 Algemeen Werkloosheidsfonds3 5006 5831 085
02 Retributies (R)emigratie
03 Diverse ontvangsten migratie
Totaal3 5006 5831 085

De afwijking ten opzichte van de ontwerp-begroting is voornamelijk veroorzaakt door terugontvangsten op grond van afrekening van in voorgaande jaren verstrekte voorschotten voor remigratiebijdragen.

05. Openbare Orde en Veiligheid

Artikel 05.01. Ontvangsten Dienst Geneeskundige Verzorging Politie

De geraamde en gerealiseerde ontvangsten (x f 1 000)
O05.0120001999
 Ontwerp-begrotingRealisatieRealisatie
Totaal325 365310 489312 367

In 2000 is f 7,5 mln onttrokken aan het schommelfonds (afbouw). Voorts is in 2000 voor f 7,4 mln minder aan ontvangsten gerealiseerd. Voor een nadere toelichting over de ontvangsten van de DGVP in relatie tot de uitgaven van de DGVP wordt verwezen naar uitgavenartikel 05.09.

Artikel 05.05. Ontvangsten Brandweerzorg

De geraamde en gerealiseerde ontvangsten onderverdeeld naar artikelonderdeel (x f 1 000)
O05.05/Artikelonderdeel20001999
 Ontwerp-begrotingRealisatieRealisatie
01 Retributies voor bewezen diensten169131
02 Keuringen (Beproevingsstation)3295
03 Diverse ontvangsten8810857
Totaal88309283

De ontvangsten betreffen voornamelijk de doorberekende kosten van de door de directie Brandweer en Rampenbestrijding verstrekte publicaties.

Artikel 05.07. Ontvangsten Rampenbestrijding en hulpverlening

De geraamde en gerealiseerde ontvangsten (x f 1 000)
O05.0720001999
 Ontwerp-begrotingRealisatieRealisatie
TotaalMemorie1 521775

De ontvangsten betreffen onder andere de gelden die worden teruggevorderd uit de afrekening van de voorschotten van de bijdragen aan de regio's en de ontvangsten van de roerende zaken die via Domeinen zijn verkocht.

Artikel 05.09. Ontvangsten Politie

De geraamde en gerealiseerde ontvangsten (x f 1 000)
O05.0920001999
 Ontwerp-begrotingRealisatieRealisatie
Totaal48 806224 68749 444

De hogere realisatie (f 10 mln ) ten opzichte van de bijgestelde kasraming heeft met name betrekking op de extra ontvangsten van Justitie voor de bijdrage 2000 LSOP (f 6 mln) alsmede een ontvangst voor het Rabat GMS (f 3 mln). Daarnaast zijn uit afrekeningen van voorschotten ontvangsten gerealiseerd.

06. Binnenlandse Veiligheidsdienst

Artikel 06.01. Diverse ontvangsten

De geraamde en gerealiseerde ontvangsten (x f 1 000)
O06.0120001999
 Ontwerp-begrotingRealisatieRealisatie
Totaal1003 149247

In 2000 heeft een desaldering plaatsgevonden voor de ontvangsten in verband met het Lockerbieproces.

07. Management en Personeelsbeleid

Artikel 07.06. Diverse ontvangsten

De geraamde en gerealiseerde ontvangsten onderverdeeld naar artikelonderdeel (x f 1 000)
07.06/Artikelonderdeel20001999
 Ontwerp-begrotingRealisatieRealisatie
01 Diverse ontvangsten1 34719 6148 998
04 Doorberekening uitvoeringskosten DZVO15 45514 97812 675
05 Ontvangsten aflossing leningen4 100322297
06 Ontvangsten verrekening voorfinanciering invoeringsuitgaven ZW/WW70 00019 936 
Totaal90 90254 85021 970

De lagere gerealiseerde ontvangsten (f 36,1 mln) worden met name verklaard door de volgende mutaties:

• ontvangst door de niet geraamde afrekening van het in 1998 aan de SAIP ineens verstrekte voorschot voor de uitvoering van de uitkeringsregeling UKB (Uitkering KNIL Beroepsmilitairen). Door een lager beroep op de uitkeringen is circa f 14,8 mln teruggestort;

• ontvangst van OCW (f 1,6 mln) inzake de afhandeling restproblematiek openstaande debiteuren 1998 Stichting USZO;

• minder ontvangst lening AMG (f 4,1 mln) in verband met de inmiddels gewijzigde overeenkomst is in 2000 geen aflossing ontvangen;

• minder ontvangst door de bekrachtiging van het wetsvoorstel inzake de invoering WW/ZW waardoor de noodzaak tot voorfinanciering is vervallen. Deze mutatie bedraagt per saldo f 50 mln (zie ook uitgavenartikel 07.03).

08. Informatievoorziening en Automatiseringsbeleid

Artikel 08.02. Diverse ontvangsten

De geraamde en gerealiseerde ontvangsten (x f 1 000)
O08.0220001999
 Ontwerp-begrotingRealisatieRealisatie
Totaal1 00011 4514 240

De op dit artikel verantwoorde ontvangsten bestaan voornamelijk uit bijdragen van andere ministeries ter medefinanciering van verschillende overheidsinformatie voorzieningsprojecten.

Artikel 08.05. Ontvangsten Centrale Archiefselectiedienst

De geraamde en gerealiseerde ontvangsten (x f 1 000)
O08.0520001999
 Ontwerp-begrotingRealisatieRealisatie
Totaal2 8603 049Nihil

10. Constitutionele Zaken en Koninkrijksrelaties

Artikel 10.01. Diverse ontvangsten

De geraamde en gerealiseerde ontvangsten (x f 1 000)
O10.0120001999
 Ontwerp-begrotingRealisatieRealisatie
Totaal150945453

De meeropbrengst wordt voornamelijk veroorzaakt door de verkoop van twee dienstwoningen op Aruba.

Agentschappen

Agentschap ITO

1. Algemeen

1.1. Doel en taken agentschap ITO

ITO is per 1 mei 1998 agentschap van BZK. ITO verleent diensten op het gebied van informatie- en communicatietechnologie (ICT) ten behoeve van de politie, brandweer en rampenbestrijdingsorganisaties, de strafrechtelijke keten (Justitie) en andere opsporings- en hulpverleningsorganisaties.

Leidende gedachte daarbij is, dat samenwerking op het gebied van informatie- en communicatietechnologie bijdraagt aan het doelmatig beheer en de (besloten en) bedrijfszekere exploitatie van systemen en diensten. Het agentschap draagt hiermee bij aan de kwaliteit van de handhaving van de openbare orde, veiligheid en rechtsorde.

ITO heeft de volgende taken:

• het ontwikkelen en beheren van infrastructuren;

• het ontwikkelen en beheren van informatiesystemen;

• kenniscentrum voor ondersteuning van opdrachtgevers met advies en conceptuele beleidsontwikkeling;

• het ontwikkelen en beheren van (technische) standaards en procedures.

1.2. Organisatie en aansturing

In het afgelopen jaar heeft de organisatieaanpassing verder gestalte gekregen. De operationele afdelingen zijn geherstructureerd naar het front/back office model en de aanpassing van de stafdiensten en TSI staat in het begin van 2001 gepland.

In de nieuwe organisatie is de algemeen directeur verantwoordelijkheid voor de algemene sturing van de organisatie. Daarnaast heeft hij als belangrijk aandachtspunt de vormgeving van de externe betrekkingen met klanten en opdrachtgevers. Binnen deze externe betrekkingen wordt de relatie met de klanten inhoud gegeven via de Klanten Raad en vormt de ITO Raad het platform waarbinnen strategisch/beleidsmatige aspecten van de bedrijfsvoering aan de orde komen.

De operationele afdelingen worden door de Operationeel Directeur aangestuurd. Dit zijn de front office, de back office infrastructuren, de back office applicaties en een service management bureau. De front office is het directe aanspreekpunt voor de relaties. De daadwerkelijke operationele taken worden door de back office uitgevoerd. De afdelingsoverstijgende processen worden vanuit het service management bureau gecoördineerd en ondersteund.

Vanwege vergelijkingsdoeleinden zijn in de financiële verantwoording de oude afdelingsnamen gehanteerd.

In het verslagjaar is het project GMS, dat tot doel heeft de ontwikkeling van een nieuw geïntegreerd meldkamersysteem te ontwikkelen, overgenomen van Siemens. De eerste periode van dit jaar is de project-organisatie als een zelfstandige eenheid binnen de organisatie gepositioneerd. Aan het einde van het jaar is het project in lijn met de organisatieaanpassing ingevoegd in de operationele structuur. Hierdoor is de projectleiding thans verantwoording verschuldigd aan de Operationeel Directeur.

In de loop van het jaar werd de aansturing van het project C2000 op een andere wijze inhoud gegeven. De functie van Directeur C2000 werd opgeheven en in plaats daarvan werd de functie Programmamanager C2000 geïntroduceerd. De Programmamanager neemt deel aan de besluitvorming op directie niveau en legt rechtstreeks verantwoording af aan de Algemeen Directeur. Daarmee is een directe betrokkenheid tussen ITO en het project C2000 gewaarborgd.

1.3. Verbeterprogramma

In de rapportage van de accountant inzake de controle van de jaarrekening 1999 werd een groot aantal tekortkomingen geconstateerd. Deze rapportage was voor de directie aanleiding om een intensief verbeterprogramma te starten.

De diverse verbetermaatregelen werden gewogen op haalbaarheid, doelmatigheid en prioriteit. Omstreeks mei werd op grond van deze interne analyse het programma voor het lopende jaar gepresenteerd in het vierhoeksoverleg. Dit overleg, bestaande uit vertegenwoordigers van DGOOV, DFEZ en AD van BZK en de directie van ITO, is ingesteld ten behoeve van de begeleiding van het verbeterproces. Later in het jaar zijn vertegenwoordigers van Financiën tot dit overleg toegetreden.

Het voorstel van ITO werd door het overleg overgenomen en omstreeks juni werd, met hulp van tijdelijk management de uitvoering ter hand genomen.

De analyse wees uit dat de diverse verbeteracties terug te voeren zijn op vier speerpunten:

• verbetering van het facturatieproces;

• verbetering van de incasso van debiteuren;

• verbetering betrouwbaarheid van de activa administratie;

• verbetering van het inzicht in de kosten en baten per product.

Naast deze activiteiten is de verhoging van de tijdigheid en betrouwbaarheid van de (interne) management rapportage een belangrijke doelstelling van het verbeterprogramma.

Over de voortgang van het verbeterprogramma werd teruggemeld in het vijfhoeksoverleg.

Per ultimo juni 2000 werd de administratie tussentijds afgesloten en werd een volledig balansdossier opgeleverd. Vóór 1 september werd een tussentijdse jaarrekening gepresenteerd. Door de AD werd het proces van afsluiten en de kwaliteit van het aan de afsluiting ten grondslag liggende balansdossier beoordeeld. In de daarover uitgebrachte rapportage werd geconstateerd dat er al wel maatregelen waren genomen echter dat de situatie nog niet zodanig was dat van een stabiele omgeving kon worden gesproken. Er werden voorstellen ter verbetering gedaan. Deze voorstellen zijn in de 2e helft van het jaar in concrete maatregelen omgezet en geëffectueerd.

Ten aanzien van de overige rapportages werd de overeengekomen Planning & Control systematiek gevolgd en werden rapportages en het jaarplan op de vastgestelde tijdstippen aangeleverd.

Aan het einde van het jaar kan worden geconstateerd dat het verbeterprogramma succesvol en nagenoeg volgens planning is verlopen. Slechts een klein deel van de verbeteracties loopt enigszins achter bij de planning. De belangrijkste oorzaak daarvan is dat ITO voor de afronding van deze activiteiten afhankelijk is van de reactie van derden. De verwachting is dat deze activiteiten voor het grootste deel aan het eind van het eerste kwartaal zijn afgerond.

De tweede fase van de ontwikkeling van het kostenmodel is begin 2001 in opdracht gegeven. De verdere uitbouw van de in gang gezette processen zal in 2001 ter hand worden genomen.

1.4. Uitgevoerde activiteiten

1.4.1. Verbeterprogramma dienstverlening

In het verlengde van de organisatie aanpassing is een groot deel van de procesgang van de primaire processen aangescherpt en zijn betere hulpmiddelen ontwikkeld. Voor het merendeel van de producten en diensten zijn gestandaardiseerde product/dienstbeschrijvingen, Service Level Agreements en Service Level Reports opgesteld. De klant-opdrachtgever relatie is daarmee binnen de organisatie gestandaardiseerd en geprofessionaliseerd.

1.4.2. Infrastructuren

Kenniscentrum. Op het vlak van de ICT-beveiliging is een eerste stap gezet in de richting van een Public Key Infrastructure. Over de uitbouw van het bovenregionale PolitieNet naar een nutsvoorziening tot op locatieniveau vindt overleg plaats met een tweetal clusters van korpsen. Als de opdracht wordt verstrekt kan ITO binnen afzienbare tijd deze functionaliteit leveren. De contouren van een Politie IntraNet (PIN) zijn in kaart gebracht en de voorbereiding voor de technische implementatie is gestart. Via de ICT-taakorganisatie is in voorkomende gevallen de Regieraad ICT Politie geadviseerd bij technische onderwerpen. ITO is actief betrokken bij de invoering van Tetra als Europese digitale mobiele communicatiestandaard voor politie, hulpverlening en rampenbestrijding door deelname aan het 12 landenoverleg en de 3-landen pilot. De organisatie maakt deel uit van het Tetra MoU Board.

Politienetwerken. Met het vaststellen en de start van de implementatie van het 3-domeinen model is een belangrijke stap gezet in de beveiliging van de informatiestromen tussen de politie-organisaties, haar ketenpartners en het publieke domein. Voor de implementatie van kwaliteitsgaranties (Quality of Service) in de datatransportdienst is in opdracht van BZK na een onderzoeksfase een proeftraject gestart.

Telefonie. In opdracht van het NPI wordt naast het tactisch beheer voor 1-1-2 nu ook het tactisch beheer over het Landelijke Telefoonnummer Politie (0900–8844) gevoerd. De leverancier en operationeel beheerder KPN wordt door ITO aangestuurd.

Justitienetwerken. De omvang van JustitieNet is wederom sterk gegroeid. Aan het eind van het jaar is door Justitie opdracht gegeven voor de ontwikkeling van een beveiligingslaag voor het JustitieNet.

Rekencentrum. De dienstverlening van het rekencentrum is verder geprofessionaliseerd, enerzijds door technische vernieuwing, anderzijds door het beter implementeren van processen. Hiervoor is een kwaliteitssysteem ontwikkeld op basis van ISO-9002. Op 18 juli is het ISO-9002 certificaat verleend.

1.4.3. Applicaties

Internationale systemen. In het verslagjaar zijn de 5 noordse staten geïntegreerd in het Schengen Informatie Systeem (SIS). Het gevolg daarvan was dat ook het Nederlandse NSIS moest worden aangepast. Voor de migratie van het SIS van X.25 naar het IP protocol hebben de Schengenlanden een Europese aanbesteding gedaan. Onder Zweeds voorzitterschap van de Europese Unie zal de migratie vermoedelijk een aanvang nemen. In nauwe samenwerking met de Immigratie en Naturalisatie Dienst (IND) en de Duitse BKA wordt een project ten behoeve van de voorbereiding van het Tsjechische NSIS uitgevoerd.

Landelijke systemen. Alle landelijke politie-informatiesystemen zijn overgezet van het X.25 communicatieprotocol naar het marktgestandaardiseerde TCP/IP protocol. Aangezien binnen de regio's nog applicaties in gebruik zijn die functioneren op basis van het X25 protocol wordt, op verzoek van diverse korpsen, binnen PolitieNet dit protocol nog wel ondersteund. In de applicaties LIST en NSIS zijn de aanbevelingen gerealiseerd van de AR en Registratiekamer ten aanzien van logging, beveiliging, autorisatie en beheer. De systemen rond de landelijke opsporingsregisters zijn veelal meer dan 10 jaar oud en vragen relatief veel inspanning voor correctief en adaptief onderhoud. In het verslagjaar is een aanvang gemaakt met een grondige opknapbeurt. Er is geëxperimenteerd met de ontsluiting van de landelijke registers via het WAP-protocol op GSM voor de gebiedsgebonden politiezorg in Gelderland Midden.

Korpsondersteunende systemen. ITO beheert en onderhoudt diverse korpsgebonden systemen. Ook in het afgelopen jaar is op basis van gebruikerswensen een groot aantal nieuwe releases opgeleverd. Mobipol is van een mobiel bevragingssysteem voor de landelijke registers uitgebouwd tot een systeem met mogelijkheden om ook de korpsgebonden registraties te bevragen. Daarmee ontstaat een integraal mobiel bevragingssysteem. De huidige radioverbindingen voor Mobipol zullen op termijn vervangen worden door C2000. Het systeem SmartStream is succesvol ingevoerd in de regio's Utrecht, Hollands Midden en Kennemerland.

1.4.4. ICT-ondersteuning bedrijfsvoering

In 2000 is de succesvolle implementatie van ITSM in de bedrijfsprocessen doorgezet. Service Level Management en Service Level Reporting vindt voor alle infrastructurele diensten plaats vanuit ITSM.

Ook voor de andere producten en diensten wordt ITSM in toenemende mate ingezet.

1.4.5. Grote projecten

C2000. Het test- en referentiesysteem van C2000 wordt veelvuldig bezocht door binnen- en buitenlandse gasten. De levering van de netwerkapparatuur in de startregio Amsterdam en omstreken heeft in het afgelopen jaar plaatsgevonden. Binnen de startregio vindt een proef plaats waarvan de resultaten van invloed zijn op de landelijke implementatie van C2000. De inspanningen van ITO waren onder andere gericht op het inrichten van de beheerorganisatie C2000.

GMS. In de loop van het afgelopen jaar is de systeemontwikkeling van het geïntegreerd meldkamersysteem (GMS) overgenomen van Siemens. In de tweede helft van het jaar is gestart met de implementatie van GMS in zes demonstratieregio's. Deze regio's gaan het grootstedelijk, multidisciplinair werken met GMS beproeven in de loop van 2001.

Een groot deel van de activiteiten is op deze beide OOV-keten brede projecten gericht geweest. Over de inhoudelijke voortgang van deze projecten zal door DGOOV worden gerapporteerd.

1.4.6. Bijzondere activiteiten

ITO heeft voor het EK2000 meegewerkt aan de realisatie van de (inter)nationale ICT-veiligheidsvoorzieningen. Voor de speelperiode is een specifiek 24-uurs ICT-crisismanagementteam ingericht. Ten behoeve van het politievoetbalinlichtingensysteem FIMEXS is een tijdelijke hoogbeschikbare datacommunicatievoorziening tussen de politie, het OM en de Belgische Rijkswacht ingericht.

Voor de radio ondersteuning zijn belangrijke uitbreidingen op de regionale radionetwerken gerealiseerd.

De knelpunten met betrekking tot de invoering van de euro in de bedrijfsvoering zijn geïnventariseerd. De feitelijke realisatie van de aanpassingen zal in het eerste kwartaal van 2001 plaatsvinden.

1.5. Financieel beheer

Mede door de uitgevoerde verbetermaatregelen is het financieel beheer in 2000 aanzienlijk versterkt. De positieve gevolgen daarvan zijn terug te vinden in de tijdige aanlevering van rapportages en verantwoordingsstukken. De betrouwbaarheid van de informatie is aanmerkelijk vergroot.

Een groot deel van de werkzaamheden wordt op basis van projecten uitgevoerd. De registratie van de voortgang van de projecten vindt plaats binnen de financiële administratie. In de loop van het jaar werd vastgesteld dat de koppeling tussen de financiële- en projectadministratie niet optimaal verliep. Gevolg daarvan was dat de presentatie van betrouwbare cijfers slechts met een grote inspanning tot stand kon worden gebracht. Op grond van deze constatering werd besloten tot een herinrichting van de financiële en projectadministratie. De herinrichting is per 1 januari 2001 gerealiseerd. Doordat beiden nu beter op elkaar zijn afgestemd is het aanleveren van betrouwbare cijfers aanzienlijk versneld.

Gelijktijdig werd het administratieve systeem zodanig ingericht dat aansluiting kan worden verkregen met het in ontwikkeling zijnde kostenmodel. Een belangrijk voordeel daarvan is dat vanaf medio 2001 een goed inzicht kan worden geleverd in de baten en lasten van de te leveren producten. Als vergelijkingsmaatstaf geldt het jaarplan 2001 dat ook al op product en projectbasis is ingedeeld.

2. Financiële verantwoording ITO 2000

2.1. Balans van het agentschap ITO per 31 december 2000

 31-12-200001-01-200031-12-1999
 f 1 000€ 1 000f 1 000€ 1 000f 1 000€ 1 000
Activa      
Materiële vaste activa12 2835 57316 1327 32016 1327 320
Meubilair en Stoffering1 3506131 6677561 667756
• Technische installaties551250330150330150
• Gebouwen/verbouwingen389177743337743337
• Voertuigen9754421 4836731 483673
• Telefoon- e.a. verbindingsapparatuur1 3236001 5647101 564710
• Automatiseringsapparatuur en software3 4451 5624 0031 8164 0031 816
• Overige apparatuur, installaties, etc.184831 7818081 781808
• Activa bij derden4 0451 8364 1891 9014 1891 901
• Materiële vaste activa in bestelling2110372169372169
Debiteuren16 1067 30920 9909 52520 9909 525
Overige vorderingen en overlopende activa13 4266 0925 2372 3765 2372 376
Liquide middelen95 38043 28250 53722 93350 53722 933
Totaal activa137 19562 25692 89642 15492 89642 154
       
Passiva      
Agentschapvermogen9 1054 1318 0223 64042 14619 125
algemene reserve20 7819 430
• bestemmingsreserve16 1327 320
• exploitatiereserve8 0223 6408 0223 640
• saldo exploitatie boekjaar1 0834915 2332 375
Langlopende schulden12 4375 64416 1327 320
Crediteuren60 42327 41919 2528 73619 2528 736
Kortlopende schuld BZK en derden12 4145 63317 9928 165
Saldo projecten vooruitontvangen37 55617 04222 27610 10822 27610 108
Overige kortlopende schulden en overlopende passiva5 2602 3879 2224 1859 2224 185
Totaal passiva137 19562 25692 89642 15492 89642 154

De vermogensconversie (zie paragraaf 2.2.6 en 2.2.7) is in de balans per 1 januari 2000 verwerkt. In afwijking van 1999 zijn de ontvangen maar nog niet in de subadministratie geregistreerde facturen opgenomen onder de crediteuren in plaats van de kortlopende schulden en overlopende passiva. De presentatie in de balans per 31 december 1999 is voor de vergelijkbaarheid aangepast.

2.2. Toelichting op de balans per 31 december 2000

Als gevolg van het afronden op veelvouden van f 1000 kunnen in onderstaande toelichting afrondingsverschillen voorkomen.

2.2.1. Toegepaste waarderingsgrondslagen in de jaarrekening

Algemeen:

• voor zover niet anders vermeld, worden activa en passiva gewaardeerd tegen nominale waarde;

• de materiële vaste activa worden gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs of vervaardigingsprijs, verminderd met afschrijvingen; de afschrijvingen op materiële vaste activa zijn gebaseerd op de geschatte economische levensduur, rekening houdend met een eventuele restwaarde;

• onderhanden werk wordt opgenomen tegen directe materiaal- en arbeidskosten met een opslag voor indirecte kosten. Betalingen voor geleverde diensten worden in mindering gebracht op het onderhanden werk. Indien verliezen voorzienbaar zijn wordt hiermee reeds rekening gehouden. Voor zover sprake is van winst, wordt deze verantwoord in het jaar waarin het project wordt afgesloten c.q. de prestatie volledig heeft plaatsgevonden. Voor meerjarige (structurele) activiteiten wordt jaarlijks het financiële resultaat bepaald.

• voor zover ontvangen bedragen voor projecten, de bestede directe materiaal- en arbeidskosten overtreffen, is het meerdere als saldo projecten vooruitontvangen in de balans opgenomen.

Specifiek met betrekking tot project C2000 en GMS:

• gelet op de recentelijk met DGOOV gemaakte nadere verantwoordingsafspraken is voor wat betreft C2000 en GMS geen rekening gehouden met projectfaseresultaten.

2.2.2. Materiële vaste activa

De afschrijvingen zijn gebaseerd op de geschatte economische levensduur, rekening houdend met een eventuele restwaarde.

De afschrijvingstermijnen zijn voor de verschillende categorieën:

• Meubilair en stoffering 5–10 jaar

• Technische installaties 5–10 jaar

• Gebouwen/verbouwingen 10 jaar

• Voertuigen 5 jaar

• Telefoon- e.a., verbindingsapparatuur 5–10 jaar

• Automatiseringsapparatuur en software 3–5 jaar

• Overige apparatuur, installaties, etc. 5–10 jaar.

Het verloop in de materiële vaste activa is in de volgende verloopstaten weergegeven (bedragen x f 1 000):

Verloopstaat materiële vaste activa
 Boekwaarde 31-12-1999Investeringen 2000Correctie Aanschafw. vorg. boekjr.Correctie Afschrijv. voorg. boekjr.Afschrijvingen 2000Desinvesteringen aanschafw.Desinvesteringen afschrijv.Boekwaarde 31-12-2000
Meubilair en Stoffering1 667208129– 20538388221 350
Technische installaties3302329971172551
Gebouwen/verbouwingen743128– 358– 8837389
Voertuigen1 483418– 33586601818741975
Telefoon- e.a. verbindingsapp.1 5649295– 21832710101 323
Automatiseringsapp. en software4 0032 970356– 1 0192 8475255073 445
Overige apparatuur, installaties etc.1 78122– 1 988745374288285184
Activa bij derden4 1891 557– 1981151 6174 045
Activa in bestelling372– 351   21
 16 1324 984– 1 800– 5126 3571 7301 56612 283
Verloopstaat cumulatieve activa totalen
 Cumulatieve aanschafw. voor correctie 31-12-2000Correctie Aanschafw. voorgaande boekjarenCumulatieve aanschafwaarden 31-12-2000Cumulatieve afschrijv. voor correctie 31-12-2000Correctie afschrijv. voorgaande boekjarenCumulatieve afschrijvingen 31-12-2000Boekwaarde 31-12-2000
Meubilair en Stoffering3 2581293 3871 832– 2052 0371 350
Technische installaties9322991 23175171680551
Gebouwen/verbouwingen803– 358445– 31– 8856389
Voertuigen2 494– 3352 1591 270861 184975
Telefoon- e.a. verbindingsapp.2 3752952 6701 129– 2181 3471 323
Automatiseringsapp. en software22 62335622 97818 514– 1 01919 5333 445
Overige apparatuur, installaties etc.5 737– 1 9883 7494 3107453 565184
Activa bij derden6 547– 1986 3482 4181152 3044 045
Activa in bestelling2121 21
 44 788– 1 80042 98830 193– 51230 70512 283

In de balans is onder de post materiële activa een aanpassing doorgevoerd die verband houdt met een te hoge activaverantwoording per begin 1999, met name veroorzaakt door een niet correcte conversie van de activastand bij de overgang op een nieuw administratiepakket. De hiermee samenhangende correctie bedroeg totaal f 2,3 mln. De activa situatie per 31 december 2000 is aan een omvangrijke inventarisatie onderworpen. De activa bij derden omvatten voornamelijk automatiseringsapparatuur en overige apparatuur.

2.2.3. Debiteuren

De post debiteuren betreft de gefactureerde, nog te ontvangen bedragen voor verrichte diensten en leveringen. Op deze vorderingen wordt een voorziening voor mogelijke oninbaarheid in aftrek gebracht. De voorziening bedraagt per 31 december 2000 f 0,8 mln.

De debiteurenpost is ten opzichte van voorgaand jaareinde aanzienlijk afgenomen. Enerzijds door een aanscherping van het debiteurenbeleid, anderzijds door een kwalitatieve verbetering van het facturatieproces.

De ouderdomsanalyse geeft aan dat het saldo debiteuren tot 30 dagen circa f 11,2 mln bedraagt. Het saldo ouder dan 90 dagen bedraagt f 2,6 mln.

(bedragen x f 1 000)
Debiteuren31-12-200031-12-1999
Debiteuren16 92422 758
Af: voorziening dubieuze vorderingen– 818– 1 768
Totaal16 10620 990

In afwijking van 1999 is de voorziening dynamisch bepaald op basis van een vast percentage (2%) van de openstaande debiteurenvorderingen, verhoogd met het bedrag van de buiten invordering gestelde debiteuren. Indien deze systematiek wordt toegepast op de cijfers van 1999 zou de voorziening per 31 december 1999 op f 919 000 zijn uitgekomen.

Het verloop van de voorziening dubieuze vorderingen luidt als volgt (bedragen x f 1 000):

Verloop voorziening dubieuze vorderingen2000
Saldo begin boekjaar1 768
Af: vrijval– 950
Saldo per einde boekjaar818

De vrijval van de voorziening is grotendeels een gevolg van de gunstige afloop van de debiteurenvorderingen.

2.2.4. Overige vorderingen en overlopende activa

Onder de overige vorderingen en overlopende activa worden voorschotten personeel, nog te factureren omzet en vooruitbetaalde kosten verantwoord. De specificatie luidt als volgt (bedragen x f 1 000):

Overige vorderingen en overlopende activa
 31-12-200031-12-1999
Voorschotten personeel279515
Nog te factureren omzet7 9883 286
Vooruitbetaalde onderhoudskosten C20004 3810
Vooruitbetaalde onderhoudskosten GMS2460
Vooruitbetaalde huur4150
Vooruitbetaalde kosten1171 436
Totaal13 4265 237

De post nog te factureren omzet is te specificeren naar de volgende afdelingen (bedragen x f 1 000):

Nog te factureren
 31-12-200031-12-1999
C2000/PIP1 046483
Applicaties584200
Productie2 5652 182
TSI10
RI3 724100
Staf59321
Totaal7 9883 286

De nog te factureren post C2000/PIP betreft de bij BZK in rekening te brengen kosten voor PIP.

Bij de afdeling RI is de overeenkomst met betrekking tot de beveiligingslaag Justitie ultimo 2000 tot stand gekomen, waardoor pas in januari 2001 een bedrag van f 2,6 mln gefactureerd kon worden.

2.2.5. Liquide middelen

Dit betreft de tegoeden bij de Rijkshoofdboekhouding (RHB) en de aanwezige kasgelden.

(bedragen x f 1 000)
Liquide middelen31–12–200031-12-1999
RHB95 37550 534
Kas53
Totaal95 38050 537

Het hogere saldo van de RHB-rekening ten opzichte van ultimo 1999 is voornamelijk het gevolg van de aan het einde van het jaar ontvangen bedragen voor het project C2000. Doordat de noodzakelijke nadere overeenkomst niet tijdig tot stand is gekomen, konden de voorziene betalingen niet meer in 2000 geëffectueerd worden.

2.2.6. Agentschapvermogen (bedragen x f 1 000)

Algemene reserve

Met ingang van 1 januari 2000 is het niet langer toegestaan om als agentschap meer dan 5% van de gemiddeld gerealiseerde opbrengst over de afgelopen 3 jaar als exploitatiereserve, voorheen algemene en bestemmingsreserve aan te houden.

De aanwending van de per 31-12-1999 bestaande algemene reserve is als volgt verwerkt (bedragen x f 1 000):

Algemene reserve
 2000
Saldo per 31-12-199920 781
Bij : toevoeging saldo van baten en lasten 19995 233
Af : maximale toegestane exploitatiereserve per 01-01-2000– 8 022
Af: te restitueren aan afnemers (Rabatregeling)– 17 992
Saldo per 31-12-20000

Bestemmingsreserve

Het verloop in de bestemmingsreserve is als volgt weer te geven (bedragen x f 1 000):

Bestemmingsreserve
 2000
Saldo per 31-12-199916 132
Af : omzetting per 01-01-2000 in langlopende lening BZK– 16 132
Saldo per 31-12-20000

Exploitatiereserve

Aangezien het agentschap pas in 1998 is opgericht is overeengekomen de exploitatiereserve per 1 januari 2000 te baseren op 5% van de opbrengsten over 1999.

(bedragen x f 1 000)
Exploitatiereserve2000
Saldo per 31-12-19990
Omzetting uit algemene reserve per 01-01-20008 022
Saldo per 31-12-20008 022

Saldo exploitatie boekjaar

Het verloop is als volgt (bedragen x f 1 000):

Verloop saldo exploitatie boekjaar
 2000
Saldo per 31-12-1999
Bij : saldo van baten en lasten over 20001 083
Saldo per 31-12-20001 083

Het saldo van de exploitatiereserve, verhoogd met het saldo exploitatie boekjaar 2000, bedraagt per 31 december 2000 totaal f 9,1 mln. De maximale toegestane exploitatiereserve bedraagt f 9,6 mln. Deze positie is bepaald op basis van 5% van de gemiddelde opbrengst van 1999 en 2000, exclusief rentebaten en bijzondere baten. Uit dien hoofde is geen restitutie aan afnemers verschuldigd over boekjaar 2000 (rabatregeling).

2.2.7. Langlopende Schulden

De in 2000 ontstane langlopende schuld houdt verband met de conversie van het agentschapvermogen in vreemd vermogen. Ten eerste is een lening aangegaan voor de financiering van de overname van de activa per 1 januari 2001. Op dit bedrag is in de loop van 2000 een correctie toegepast in verband met de afwaardering van de vaste activa.Ten tweede is een langlopende schuld opgenomen voor het na de conversie resterende deel van het te restitueren bovenmatige agentschapvermogen op basis van de rabatregeling. Hiervoor is een afzonderlijke leningconvenant met Financiën afgesloten.

Tenslotte heeft ITO gebruik gemaakt van de mogelijkheid tot het verkrijgen van financieringen voor de investeringen ter grootte van f 4,7 mln, waarvoor een beroep op de leenfaciliteit is gedaan.

Het verloop is als volgt weer te geven (bedragen x f 1 000):

Lening in verband met conversie 
Saldo per 31-12-1999
Bij: lening i.v.m. vermogensconversie16 132
Af: reguliere aflossing in boekjaar 2000– 6 000
Af: extra aflossing in boekjaar 2000 i.v.m. afwaardering activa– 2 469
Af: aflossingsdeel 2001 naar kortlopende schuld BZK– 6 000
Saldo per 31-12-20001 663
  
Rabatregeling te restitueren aan afnemers (Rabatregeling) 
Saldo per 31-12-1999
Bij: te restitueren bedrag17 992
Af: betalingen restitutie 2000– 3 090
Af: correctie extra aflossing– 2 470
Af: nog verschuldigde restitutie 2000– 909
Af: restitutie 2001 naar kortlopende schuld BZK en derden– 4 000
Saldo per 31-12-20007 522
  
Leenfaciliteit investeringen 
Saldo per 31-12-1999
Bij: lening 2000–01 (rente 5,03%)2 182
Bij: lening 2000–02 (rente 4,70%)2 575
Af: aflossingsdeel 2001 naar kortlopende schuld BZK en derden– 1 505
Saldo per 31-12-20003 252
  
Totaal langlopende schulden per 31-12-200012 437
Aflossingsschema langlopende schulden (bedragen x f 1 000)
 2002200320042005
Lening in verband met conversie1 663
Te restitueren aan afnemers (Rabatregeling)7 522 
Lening 2000–01480480480262
Lening 2000–021 025525
Totaal10 6901 005480262

2.2.8. Crediteuren

Dit betreft de verplichtingen aan leveranciers voortvloeiend uit de bedrijfsactiviteiten, die betrekking hebben op de periode voor 31 december 2000 en zijn als volgt weer te geven (bedragen x f 1 000):

Crediteuren31-12-200031-12-1999
Crediteuren18 89319 252
Crediteuren TetraNed in verband met C200041 5300
Saldo per 31-12-200060 42319 252

De aanzienlijke toename hangt samen met een tweetal openstaande nota's van TetraNed (ten behoeve van C2000) voor een totaalbedrag van f 41,5 mln. De betaling van dit bedrag is uitgesteld vanwege de vertraagde ondertekening van de nadere overeenkomst tussen TetraNed en de Staat der Nederlanden.

Ten opzichte van de verantwoording 1999 is de post crediteuren per 31-12-1999 verhoogd met f 12,6 mln. Deze post werd in 1999 ten onrechte gepresenteerd onder de post overige kortlopende schulden en overlopende passiva.

2.2.9. Kortlopende schuld BZK en derden

Deze post is als volgt opgebouwd (bedragen x f 1 000):

Kortlopende schuld BZK en derden31-12-2000
Aflossingsdeel 2001 lening in verband met conversie6 000
Aflossingsdeel leenfaciliteit investeringen1 505
Restitutie afnemers vermogensconversie 01-01-2000 (Rabatregeling)4 909
Saldo per 31-12-200012 414

2.2.10. Saldo projecten vooruitontvangen

Voor zover ontvangen bedragen voor projecten, de bestede directe materiaal- en arbeidskosten overtreffen, is het meerdere als saldo projecten vooruitontvangen in de balans opgenomen.

(bedragen x f 1 000)
Saldo projecten vooruitontvangen31-12-200031-12-1999
Projecten Millennium/Politienet1 952
Project LIC1 1291 835
euro project36
Project C200023 28410 061
Voorziening PITD726
Project GMS8 6066 426
Project Capaciteitsuitbreiding Politienet638
Vooruitgefactureerde bedragen410
Overige vooruitontvangsten3 1371 592
Totaal37 55622 276

De posten betreffen deelbedragen voor lopende projecten die voor balansdatum zijn ontvangen, maar bij ITO nog niet volledig tot prestaties hebben geleid (onderhanden werken). De belangrijkste posten zijn C2000 totaal f 23,3 mln en GMS totaal f 8,6 mln.

De post voor C2000 zal naar verwachting in het eerste halfjaar 2001 ter besteding komen en betreft bestedingen in netwerkbeheertools, de kosten van de opbouw van de netwerkbeheerorganisatie, investeringen ten behoeve van de startregio's, opstelpunten en special coverage locations.

Voor GMS is in 2000 reeds f 6,5 mln ontvangen voor de versnelde uitvoering van het projectplan 2001.

2.2.11. Overige kortlopende schulden en overlopende passiva

Onder de post overige kortlopende schulden en overlopende passiva worden verplichtingen verantwoord inzake te betalen vakantiegeld en nog te ontvangen inkoopfacturen waarvoor per balansdatum nog geen facturen zijn ontvangen casu quo in de administratie zijn verantwoord. Uit de posten nog te betalen personele en materiële kosten per 31-12-1999 is een bedrag van f 12,6 mln gepresenteerd onder de crediteuren.

(bedragen x f 1 000)
Overige kortlopende schulden en overlopende passiva31-12-200031-12-1999
Te betalen vakantiegelden1 1491 044
Te betalen vakantiedagen1 162886
   
Nog te betalen personele kosten (inhuur personeel)1 6214 515
Nog te betalen materiële kosten (huurlijnen en overigen)1 32815 396
Herrubricering naar post crediteuren– 12 619
Totaal5 2609 222

2.2.12. Niet uit de balans blijkende verplichtingen

Belangrijke financiële verplichtingen

Huurverplichtingen. Het jaarlijks bedrag van met derden aangegane huurverplichtingen van onroerende zaken bedraagt in totaal f 8,3 mln. gulden. Het betreft de panden in Odijk en Driebergen. De contracten lopen tot respectievelijk 31-3-2002 en 31-1-2003.

IJsselland. ITO heeft in opdracht van en in nauwe samenspraak met het LOBO in 1998 het korps IJsselland bij brief verzocht om, ten behoeve van het onderhoud van korpsgebonden applicaties, een aantal werkplekken ter beschikking te stellen in de nieuwbouw van de regiopolitie IJsselland. De rol van zowel het LOBO als ITO en daarmee de behoefte aan ruimte is inmiddels gewijzigd. De mogelijke financiële consequenties van de afwikkeling hiervan worden in de verantwoording 2001 verwerkt.

2.3. Baten-lastenoverzicht 2000: confrontatie ontwerp-begroting met de realisatie

 (1)(2)(3)=(2)-(1)
OmschrijvingOorspronkelijk vastgestelde begrotingRealisatieVerschil realisatie en oorspronkelijk vastgestelde begroting
 f 1 000€ 1 000f 1 000€ 1 000f 1 000€ 1 000
Baten      
opbrengst moederministerie155 92370 755161 04073 0775 1172 322
opbrengst overige ministeries32 81314 89029 57313 420– 3 240– 1 470
opbrengst derden29 10013 20530 25813 7301 158525
opbrengst overige  1 7577971 757797
rentebaten  1 2065471 206547
buitengewone baten  00
Totaal baten217 83698 850223 834101 5715 9982 721
       
Lasten      
apparaatskosten      
* personele kosten71 60632 49387 79539 84016 1897 347
* materiële kosten136 84062 095127 74357 967– 9 097– 4 128
rentelasten69531685638816172
afschrijvingskosten      
* materieel12 7605 7906 3572 885– 6 403– 2 905
dotaties voorzieningen70031800– 700– 318
buitengewone lasten  0000
Totaal lasten222 601101 012222 751101 08015068
Saldo van baten en lasten– 4 765– 2 1621 0834915 8482 653

2.3.1. Baten

Opbrengsten moederministerie. De totale opbrengsten moederministerie zijn ten opzichte van de begroting toegenomen met ruim f 5,7 mln. Enerzijds stegen de reguliere BZK activiteiten en anderzijds bleef C2000 onder de begrote opbrengst met een bedrag van f 18,9 mln. De stijging van de BZK opbrengst, exclusief C2000, is met name een gevolg van de toerekening van de opbrengst (projecten) applicaties aan afnemer BZK, terwijl in de begroting 1999 een bedrag van f 8,4 mln is opgenomen onder de politieregio's. C2000 is achtergebleven door de vertraagde ondertekening van een nadere overeenkomst waardoor een deel van het begrote budget 2000 niet aan de exploitatie kon worden toegerekend.

Opbrengst moederministerie met betrekking tot C2000. Gelet op de met het DGOOV gemaakte nadere verantwoordingsafspraken behoeft geen rekening te worden gehouden met projectfaseresultaten. In verband met deze afspraken en de te volgen consistente gedragslijn is het in 1999 ten laste van het agentschapvermogen van ITO genomen verlies C2000 teruggedraaid.

Opbrengsten overige ministeries. Onder deze categorie is de opbrengst van Justitie opgenomen. Deze opbrengst bedroeg over 2000 f 29,5 mln. In de opbrengst van 2000 is een bedrag van f 5,2 mln opgenomen voor het in 2000 opgestarte project Beveiligingslaag Justitie, die als zodanig niet in de begroting was opgenomen. De opbrengstontwikkeling 2000 is ten opzichte van de begroting 2000 achtergebleven.

Opbrengst derden. Binnen deze categorie zijn de opbrengsten van de politieregio's, KLPD, KMAR en overige verwerkt. De projectopbrengst applicaties ten behoeve van de politieregio's is gepresenteerd onder applicatie opbrengst BZK.

Opbrengst overige. Deze opbrengst omvat de ontvangen rentecompensatie over 2000 van f 0,807 mln en de vrijval van de voorziening dubieuze vorderingen ter grootte van f 0,95 mln. De onderstaande tabellen geven een overzicht van de opbrengsten naar afnemer en product en een vergelijking van begrote versus gerealiseerde opbrengsten naar afnemersgroep.

Opbrengsten verdeeld naar afnemer en product
 DatacommunicatieBeheer (incl. itsm)Mobiele communicatieConsultancyApplicatiesC2000OverigeTotaal
BZK6 71810 16620 6993 10716 43757 127
BZK C2000103 913103 913
overige dep.15 44412 826– 21791 12629 573
politieregio's4 3327004 054715469 703
KLPD– 22 4041813802 963
KMAR761 167178– 601 361
overige4 5014 91844596 385– 2716 231
totaal31 06932 18125 5553 36624 814103 913– 27220 871

De opbrengst van GMS is opgenomen onder de opbrengst BZK (productgroep mobiele communicatie) voor een bedrag van totaal f 14 mln.

Begroting en realisatie per afnemersgroep
 Begroting 2000Realisatie 2000Afwijking
BZK32 44757 12724 680
BZK C2000122 846103 913– 18 933
overige dep.32 82529 573– 3 252
politieregio's23 2899 703– 13 586
KLPD1 2952 9631 668
KMAR5061 361855
overige3 99816 23112 233
totaal217 206220 8713 665

Rentebaten. De rentebaten zijn als volgt weer te geven:

 20001999
Rente rekening-courant RHB1 206582
Totaal Rentebaten1 206582

De rentecompensatie ter grootte van f 0,807 mln is opgenomen onder de post opbrengst overige.

2.3.2. Lasten

Personele kosten

De personeelskosten zijn circa f 16,2 mln hoger dan begroot. Deze overschrijding wordt met name veroorzaakt door een stijging van de kosten externe inhuur met f 15,8 mln, tot een totaal bedrag van circa f 53,8 mln. Deze toename is met name toe te schrijven aan het project GMS, dat in 2000 is opgestart en voornamelijk door externen wordt uitgevoerd. Voor kosten externe inhuur werd over 2000 aan GMS een bedrag besteed van f 8,2 mln.

In de begroting is een verhouding intern/extern aangehouden van circa 25/75. De realisatie uitgedrukt naar de situatie per 31 december 2000 kent een verhouding van 38/62. De gerealiseerde verhouding, exclusief C2000 en GMS, komt overeen met de begroting. De verhouding extern/intern komt bij genoemde projecten uit op respectievelijk 56/64 en 82/18. De oorzaak voor de afwijkende verhoudingen ligt ondermeer in de krapte op de huidige arbeidsmarkt.

De kosten van de algemeen directeur en directeur C2000 zijn in 2000 nog door BZK betaald en zijn niet in de kosten van ITO opgenomen (inclusief werkgeverslasten circa f 0,35 mln over 2000).

Onderstaand opstelling geeft een overzicht van de onderverdeling van de interne en externe medewerkers naar de situatie per 31 december 2000 respectievelijk 31 december 1999.

Overzicht personele bezetting
 intern/extern per 31-12-2000intern/extern per 31-12-1999
 internexterntotaal% externinternexterntotaal% extern
TSI17.85.823.624.616.46.823.229.3
RI27.820.448.242.326.017.443.440.1
APPL64.127.191.229.765.414.479.818.0
PROD99.928.2128.122.086.817.6104.416.9
STAF46.411.357.719.637.321.158.436.1
subtotaal256.092.8348.826.6231.977.3309.225.0
C200037.647.885.456.040.740.681.349.9
GMS8.641.349.982.8    
totaal302.2181.9484.137.6272.6117.9390.530.2
personeelskosten in mln345488 303565 
per fte (x f 1 000 per jaar)113297182 110297166 

Materiële kosten

De ontwikkeling van de materiële kosten is ten opzichte van de begroting 2000 is als volgt weer te geven (bedragen x f 1 000):

Materiële kosten
 begroting 2000realisatie 2000
Projectkosten100 84580 241
Automatiseringskosten22 22238 725
Huisvestingskosten5 5275 894
Verbindingskosten4 339
Kosten operationele activiteiten2 6842 403
Kosten voertuigen839480
Kosten technische installaties384
Totaal materiële kosten136 840127 743
Verdeling
ITO exclusief C200036 64556 401
C2000100 19571 342
Totaal materiële kosten136 840127 743

De materiële kosten lagen in 2000 op een bedrag van f 127,7 mln, hetgeen circa f 9,1 mln lager is dan begroot. Het project C2000 omvat aan materiële kosten f 71,3 mln, inclusief f 1,0 mln PIP (begroot f 100,2 mln) en de overige afdelingen f 56,4 mln (begroot f 36,6 mln). Onder de materiële kosten van C2000 zijn de verwervingskosten van grond opgenomen ten behoeve van opstelpunten. De verbindingskosten over 2000 zijn opgenomen onder de automatiseringskosten. Onder de huisvestingskosten is de bijdrage van de rijksgebouwendienst verwerkt ter grootte van f 619 000; deze vergoeding is in het jaar 1999 ten gunste van de opbrengsten gekomen.

Rentelasten (bedragen x f 1 000)

 20001999
Rentelasten over lening in verband met conversie807
Overige rentelasten49
Totaal Rentelasten856

Afschrijvingskosten

De afschrijvingskosten zijn ten opzichte van de begroting als volgt weer te geven (bedragen x f 1 000):

 begroting 2000realisatie 2000
• Meubilair en Stoffering800383
• Technische installaties200172
• Gebouwen/verbouwingen1037
• Voertuigen800601
• Telefoon- e.a. verbindingsapparatuur600327
• Automatiseringsapparatuur en software9 7502 847
• Overige apparatuur, installaties, etc. 600374
• Activa bij derden1 617
Totaal12 7606 357

De lagere afschrijvingskosten vloeien voort uit het aanzienlijk lagere investeringsniveau in 2000 en daarmee de afschrijvingslast over het boekjaar 2000. Bovendien is bij de opstelling van de begroting de begrote afschrijvingspost ingeschat op de activasituatie voor correcties. De begrote afschrijvingen van de categorie activa bij derden is met name opgenomen onder de categorie automatiseringsapparatuur en software.

Voorzieningen

In de begroting is een bedrag van f 0,7 mln opgenomen inzake een dotatie aan de voorziening reorganisatiekosten. De feitelijke dotatie heeft niet plaatsgevonden.

3. Kasstroomoverzicht 2000: confrontatie ontwerp-begroting met de realisatie

Het verloop in de rekening-courant van de RHB is als volgt weer te geven:

   (1)(2)(3)=(2)-(1) 
OmschrijvingOorspronkelijk vastgestelde begrotingRealisatieVerschil realisatie en oorspronkelijk vastgestelde begrotingVerloop rekening RHB 1999
   f 1 000€ 1 000f 1 000€ 1 000f 1 000€ 1 000f 1 000
1. Rekening courant RHB 1 januari36 80016 69950 53422 93113 7346 23240 955
          
2. Totaal operationele kasstroom69531551 06123 17050 36622 85518 880
          
 3a.-/-totaal investeringen– 16 000– 7 260– 4 984– 2 26211 0164 998– 9 301
 3b. +/+totaal boekwaarde desinvesteringen  2 4761 1242 4761 124 
3. Totaal investeringskasstroom– 16 000– 7 260– 2 508– 1 13813 4926 122– 9 301
          
 4a. -/-eenmalige uitkering aan moederministerie– 15 760– 7 152– 34 125– 15 486– 18 365– 8 334pm
 4b. +/+eenmalige storting door moederministerie  17 9938 16517 9938 165pm
 4c. -/-aflossingen op leningen– 12 760– 5 790– 8 469– 3 8434 2911 947pm
 4d. +/+beroep op leenfaciliteit31 76014 41220 8899 479– 10 871– 4 933pm
4. Totaal financieringskasstroom3 2401 470– 3 712– 1 685– 6 952– 3 1550
          
5. Rekening courant RHB 31 december (=1+2+3+4) (maximale roodstand f 1 mln)24 73511 22495 37543 27870 64032 05450 534

De mutatie in het saldo van de RHB bedraagt ongeveer f 45 mln. Deze mutatie is met name het gevolg van een toename van het saldo projecten vooruitontvangen (voornamelijk C2000) en het feit dat eerder gemelde crediteurenposities niet konden worden afgewikkeld.

De negatieve financieringskasstroom is een gevolg van de restitutie op het overtollige agentschapvermogen en de eerste aflossing op de langlopende schuld aan Financiën in verband met de vermogensconversie.

4. Overzicht vermogensontwikkeling 1996–2000

  19961997199819992000 begroot2000 realisatie
    f 1 000€ 1 000f 1 000€ 1 000f 1 000€ 1 000f 1 000€ 1 000
Agentschapvermogen per 1/1anvtnvt  39 39217 87542 14619 1258 0223 640
            
* saldo van baten en lastenb    5 2332 375– 4 765– 2 1621 083491
* directe mutaties in het eigen vermogen:       
– uitkering aan moederministeriec      – 34 125– 15 485
– storting door moederministeried      17 9938 165
– overige mutatiese    – 2 479– 1 125
            
Agentschapvermogen per 31/12a+b+c+d+e  39 39217 87542 14619 12521 2499 6439 1054 131

5. Kengetallen exploitatie

In de begroting wordt een aantal kengetallen genoemd zoals het aantal declarabele uren.

 begrotingrealisatie 
TSI 33 676 
RI 44 106 
APPL 97 799 
PROD 103 408 
C2000 105 710 
GMS 46 580 
totaal410 000431 279105%

In de begroting 2000 is geen onderverdeling van de declarabele uren opgenomen.

Agentschap KLPD

1. Inleiding

Met ingang van 1 januari 2000 is het KLPD beheersmatig ondergebracht bij BZK.

Dit is het derde jaar dat het agentschap verantwoording aflegt volgens het stelsel van baten en lasten. In de loop van 2000 heeft het KLPD twee maal een tussentijds verslag opgeleverd in de vorm van een Management Rapportage (Marap).

In vervolg op het boekjaar 1999, heeft het KLPD getracht het financieel beheer verder te verbeteren, waarbij rekening moest worden gehouden met een drietal ontwikkelingen, namelijk:

• de wijziging van de financieringsstructuur van agentschappen, waardoor onder andere de financiering van activa, door middel van leningen gerealiseerd wordt;

• het onderbrengen van de Spoorwegpolitie bij het KLPD met ingang van 1 januari 2000;

• organisatorische knelpunten die zijn gaan ontstaan door een te groot verloop van personeel bij de beheersdiensten.

Dat verdere verbetering noodzakelijk is blijkt ook uit de interim controle van de AD van BZK. Uit deze interimcontrole 2000 blijkt dat er kritische opmerkingen zijn geplaatst over de kwaliteit van de bedrijfsvoering bij het KLPD. De rapportage richt zich primair op het financieel-economisch beheer, maar raakt eveneens de overige aspecten van de bedrijfsvoering.

De noodzaak van verbetering van de bedrijfsvoering is reeds eerder onderkend en vormt thans onderdeel van de totale reorganisatie van het KLPD. Daar waar deze reorganisatie onder meer de organisatorische voorwaarden voor een effectieve en efficiënte bedrijfsvoering moet scheppen, zal tegelijkertijd geïnvesteerd moeten worden in een kwalitatieve verbetering van de bedrijfsvoering. Een dergelijke reorganisatie gaat gepaard met extra kosten. Een voorlopige berekening leidt tot een bedrag van f 30 mln voor de frictiekosten die gemaakt zullen worden om de reorganisatie effectief tot een goed einde te kunnen brengen.

Het streven is om medio maart de hoofdlijnen van een meerjarig actieplan gereed te hebben, waarin de reikwijdte is aangegeven van de kwaliteitsverbetering, een beschrijving van de uitgangssituatie, de kwalitatieve en kwantitatieve ambities, de aanpak en de procesbegeleiding. Dit plan zal vervolgens per 1 mei 2001 vertaald zijn in een operationeel plan waarbij de normen en criteria voor verbeterplannen van de AR als leidraad zullen gelden.

Het actieplan heeft tot doel het KLPD beter in staat te stellen de organisatie te beheersen, hetgeen moet leiden tot het efficiënt en effectief bereiken van de door ons gestelde doelen. Daar het KLPD een zeer kapitaal en arbeidsintensief politiebedrijf is, raakt dit actieplan alle functies van de bedrijfsvoering. De volgende aandachtsvelden kunnen hierbij worden genoemd: financieel-economisch, personeel & organisatie, facilitaire dienstverlening, informatisering en control.

• In de verbetering van de financieel economische functie zal onder meer aandacht besteed worden aan die facetten die in de eerder genoemde interimcontrole zijn aangegeven zoals, de beschikbare capaciteit, het uniform beschrijven van de administratieve organisatie, de toepassing van interne controlemaatregelen, maar ook de financiële en bestuurlijke informatievoorziening.

• Bij de personele en organisatie functie zal onder meer geïnvesteerd worden in een eenduidig beleidskader voor het gehele KLPD, in de personele informatievoorziening, in een efficiënte personeelsplanning en een uniforme rechtspositie.

• Bij de facilitaire functie zal vooral aandacht geschonken moeten worden aan de opbouw van een centrale inkoopfunctie, efficiënt management van de huisvesting, het contractbeheer en het proces rond de Europese aanbestedingen.

• In de informatiseringsfunctie dient het KLPD aansluiting te krijgen bij de nationale politiestandaarden en -organisatie, gebaseerd op een masterplan ICT en een moderne korpsbrede ICT-infrastructuur.

• Tot slot zal bij de control functie de informatie en verantwoordingscyclus opnieuw worden ingericht, uitgaande van integraal management als besturingsfilosofie binnen het KLPD.

Duidelijk is dat een dergelijk scala van activiteiten niet op korte termijn kan worden afgerond. De eerste stap is door een reorganisatie de bedrijfsvoeringsfuncties op centraal en decentraal niveau te verankeren en daarbij een gemeenschappelijke visie op de bedrijfsvoering te creëren. De herinrichting, standaardisatie en uiteindelijke decentralisatie van de bedrijfsvoeringsfuncties, verwachten we in een tweede stap later in 2001 goeddeels af te ronden. Aan de hand van een meerjarig en integraal actieplan wordt vervolgens de kwalitatieve verbeteringsslag ingezet, waarvan de implementatie eind 2003 gereed moet zijn. Het KLPD zal dan gereed moeten zijn en haar beheersinstrumenten kunnen inzetten om het agentschap te gaan leiden naar de gestelde doelen. Een nieuwe fase in verbetering van de bedrijfsvoering zal dan kunnen worden ingezet.

1.1. Algemene beschouwing

Europese Aanbesteding. Voor wat betreft de aanbestedingen heeft het KLPD de regels en procedures voor de Europese aanbesteding te volgen. Getracht is zo veel mogelijk aan de regels voor Europese aanbesteding te voldoen. In 2000 zijn aanbestedingen in gang gezet en gegund voor grote aanschaffingen alsmede voor meubilair, kopieerapparatuur, drukwerk, ICT-deskundigheid en schoonmaak. Daarnaast zijn in 2000 aanbestedingen opgestart die in 2001 tot gunning zullen leiden voor computer hardware, dienstverlening, energie en wagenparkbeheer. Het afsluiten van Europese mantelcontracten voor alle relevante goederen en diensten is dermate arbeidsintensief, dat de realisatie hiervan slechts met behulp van additionele capaciteit kan worden bereikt. Voor deze additionele capaciteit is geld vrijgemaakt, zodat dit knelpunt kan worden weggenomen. Bovendien wordt bij het afsluiten van dergelijke grote contracten vaak extra voordeel gezocht door samenwerking met regionale politiekorpsen. Hierdoor neemt de doorlooptijd echter iets toe.

Helikoptervloot. Dit jaar is de Europese aanbesteding afgerond voor de aanschaf van acht helikopters van het type M.D. Douglas 902. Deze nieuwe helikopters vervangen zes helikopters, vier Bolkow's van het type B0105, twee Ecureuil's van het type AS350 alsmede twee vliegtuigen van het type Islander BN2T. De totale aanschaf prijs bedraagt circa f 131 mln, waarvan de keuze medio februari 2000 heeft plaatsgevonden. In het jaar 2000 heeft dit nog niet geresulteerd in contractondertekening. Nu wordt verwacht dat het contract eind februari/begin maart 2001 ondertekend wordt. De verplichting die hieruit voortvloeit zal worden geëffectueerd in de jaren 2001 en 2002.

1.2. Presentatie cijfermateriaal

Met ingang van 1 januari 2000 is de Spoorwegpolitie ondergebracht bij het KLPD en maakt derhalve deel uit van de in deze jaarrekening gepresenteerde cijfers.

Ook de structurele extra bijdrage van f 20 mln, ter gedeeltelijke dekking van het financieringstekort, werkt door in de resultaten voor het jaar 2000. Vergelijkbaarheid tussen de jaren 1999 en 2000 is derhalve niet goed mogelijk. Presentatietechnisch is dit wel opgenomen, en voor zover van materieel belang nader toegelicht.

In de cijfers van de balans per 31 december 1999 is de conversie van het vermogen naar de leenfaciliteit verwerkt. Het vermogen en de leenfaciliteit zijn hierdoor gepresenteerd naar de situatie van 1 januari 2000.

1.3. Lening Financiën

In de Miljoenennota 2000 is de wijziging van de financiering van de agentschappen beschreven (paragraaf 5.5). Deze wijziging is vastgelegd in de Regeling Vermogensvoorschriften Agentschappen 2000. Deze is voor het dienstjaar 2000 van kracht geworden. De conversielening ad f 152 mln is per 1 januari aan het KLPD verstrekt. Aanvullend is een lening verkregen voor de financiering van de balanswaarde van de materiële vaste activa van de Spoorwegpolitie per 31 december 1999 ter grootte van f 1,8 mln.

1.4. Verplichting verlofdagen en overwerk

In tegenstelling tot voorgaande jaren is een schuldpositie op de balans opgenomen voor de uitstaande rechten op verlofdagen en overwerk. Daar dit een correctie uit voorgaande boekjaren betreft en niet direct gerelateerd kan worden aan het resultaat van dit jaar, vindt een éénmalige verlaging van het agentschapvermogen plaats ad f 20,7 mln.

2. Waarderingsgrondslagen

Algemeen

Voorzover niet anders vermeld zijn activa en passiva opgenomen voor de nominale waarde. De opgenomen begrotingscijfers zijn gebaseerd op de primaire begroting 2000 van Justitie.

Materiële vaste activa

De waardering van de materiële vaste activa geschiedt tegen historische kostprijs inclusief BTW. Voor de materiële vaste activa van de divisie Logistiek geschiedt de waardering tegen historische kostprijs exclusief BTW. Afschrijvingen vinden plaats op lineaire basis en houden rekening met de geschatte levensduur.

Bij de luchtvloot en de vaartuigen wordt rekening gehouden met een restwaarde. Bij grote vaartuigen wordt tien jaar na aanschafdatum besloten of vervanging zal plaatsvinden of dat tot een midlife conversion wordt overgegaan. In geval van midlife conversion worden de kosten hiervan geactiveerd en in tien jaar afgeschreven.

Bij de waardering is rekening gehouden met waardevermindering indien deze van duurzame aard is. Dit betekent dat, indien de directe opbrengstwaarde van een actief op een bepaald moment structureel lager is dan de boekwaarde, gewaardeerd wordt tegen de lagere opbrengstwaarde.

Voor wat betreft de investeringen die gedaan zijn in het Alex-90 netwerk (circa f 30 mln), heeft geen activering plaatsgevonden, omdat vervanging door het C2000 netwerk wordt gefinancierd door BZK.

Levensduren materiële vaste activa

Voor de waardevermindering van de vaste activa worden de volgende levensduren gehanteerd:

Activa groepenEconomische Levensduren in jaren
Instructiemiddelen*10
Huisvesting20
Voertuigen10,4,5
Vliegtuigen10
Vaartuigen10,7
Verbindingsmiddelen10,4,5
Automatisering3,5
Automatisering Havank/QCS5
Wapens & uitrusting10,5
Operationele middelen10,5

* Politie Luchtvaart Dienst, Dienst Levende Have.

Voorraden

De onder dit hoofd opgenomen voorraden hebben alleen betrekking op de voorraden van de divisie Logistiek. De voorraden zijn gewaardeerd tegen vaste verrekenprijs, waarop de niet gerealiseerde voordelige prijsverschillen in mindering zijn gebracht. Tevens is een voorziening voor incourantheid berekend. Hiermee is de waarde van de voorraad verminderd. De hantering van de VVP is mede gebaseerd op de technische mogelijkheden in het SAP-systeem.

Debiteuren

De debiteuren zijn gewaardeerd tegen nominale waarde, onder aftrek van een voorziening van oninbaarheid. De voorziening is statisch bepaald.

Agentschapvermogen

Het agentschapvermogen is naar aanleiding van de conversie naar de leenfaciliteit per 1 januari 2000 aangepast. Agentschappen is het toegestaan vanaf het jaar 2000 een exploitatiereserve te hebben van maximaal 5% van de gemiddelde omzet, berekend over de drie afgelopen jaren. Tot de omzet wordt de gehele inkomende geldstroom gerekend exclusief de buitengewone baten en rentebaten. Op 1 januari 2000 is door de invoering van de leenfaciliteit bij het KLPD sprake van een negatieve exploitatiereserve.

Voorzieningen

Voorzieningen worden gevormd voor specifieke risico's die zijn verbonden aan bepaalde activa en passiva of aan de activiteiten van het agentschap. De risico's moeten op balansdatum bekend zijn en voortvloeien uit gebeurtenissen die voor balansdatum hebben plaatsgevonden. Voor algemene (bedrijfs)risico's wordt geen voorziening gevormd. De algemene risico's worden gedekt door de exploitatie reserve.

De voorzieningen voor onderhoud worden gevormd voor de luchtvloot en de vaartuigen. De berekeningen zijn gebaseerd op de onderhoudsschema's en de daarbij te hanteren bedragen en houden rekening met de te reserveren bedragen op het einde van het boekjaar. Vanuit de Rekening van Baten- en Lasten vindt deze mutatie jaarlijks plaats. De werkelijke uitgaven van het groot onderhoud worden ten laste van deze voorziening gebracht.

Toerekening van baten en lasten

De baten en lasten zijn toegerekend aan de periode waarop zij betrekking hebben, uitgaande van de historische kosten. De dotaties aan voorzieningen zijn in de Rekening van Baten- en Lasten opgenomen op basis van een zo goed mogelijke raming van toekomstige kosten of verplichtingen.

3. Jaarrekening

De jaarrekening omvat de balans en de resultatenrekening en een toelichting hierop. Tenslotte zijn de productie cijfers van het KLPD toegevoegd in Hoofdstuk 5.

3.1. Balans van het agentschap KLPD per 31 december 2000

 31-12-200001-01-2000
 f 1 000€ 1 000f 1 000€ 1 000
Activa    
Materiële vaste activa    
Instructiemiddelen614279486221
Huisvesting26 58612 06423 59810 708
Vervoermiddelen75 41534 22273 73533 459
Verbindingen6 5812 9865 9802 714
Automatisering22 14610 05027 16912 329
Geweldsmiddelen en uitrusting1 7497941 379626
Operationele middelen18 0168 17514 0726 386
Activa in bestelling47 30121 46425 74311 682
Totaal materiële vaste activa198 40890 034172 16278 125
Balanswaarde Dienst Bijzondere Recherche Zaken (DBRZ)5 2882 4003 5891 629
Totaal financiële vaste activa5 2882 4003 5891 629
Vlottende activa    
Voorraden Logistiek15 3786 97811 4605 200
Vorderingen    
* Debiteuren15 4837 02610 4024 720
* Voorschotten3 4381 5604 1661 890
* Overlopende activa10 2124 63410 0394 555
Totaal vorderingen29 13313 22024 60711 165
Liquide middelen55 42225 14933 43115 170
Totaal vlottende activa99 93345 34769 49831 535
Totaal Activa303 629137 781245 249111 289
     
Passiva    
Agentschapvermogen    
Exploitatie reserve(20 960)(9 511)(260)(118)
Saldo Exploitatie boekjaar11 7185 317  
Totaal Agentschapvermogen(9 242)(4 194)(260)(118)
Tegenwaarde Balanswaarde DBRZ5 2882 4003 5891 629
Voorzieningen8 2173 72910 1994 628
Leningen    
Leningen Financiën129 72258 865154 01569 889
Financieringsfaciliteit RGD6 3392 8775 6692 572
Totaal leningen136 06161 742159 68472 461
Vlottende passiva    
Lening Financiën (aflossing 2001)49 46022 444  
Crediteuren14 5346 59521 5389 774
Schulden aan Personeel35 54916 13111 3765 162
Projecten17 8668 10714 2836 481
Overlopende passiva45 89620 82724 84011 272
Totaal vlottende passiva163 30574 10472 03732 689
Totaal Passiva303 629137 781245 249111 289

3.2. Toelichting op de balans

3.2.1. Materiële vaste activa

In het volgende verloopoverzicht zijn de mutaties, die van invloed zijn op de omvang van de materiële vaste activa, opgenomen. De boekwaarde van de post vaste activa is toegenomen met f 26 mln. Deze stijging wordt veroorzaakt door de activa in bestelling. In de activa in bestelling zijn opgenomen een 11-tal grote en een 2-tal kleine vaartuigen, die momenteel in aanbouw zijn. De vaartuigen in bestelling en de aanbetalingen hierop zijn in een aparte tabel weergegeven.

(bedragen x f 1 000)
 20001999
Aanschafprijs377 063342 793
Cumulatieve afschrijvingen(204 901)(201 431)
Boekwaarde 1/1172 162141 362
Mutaties boekjaar  
Consolidatie Spoorwegpolitie (aanschafwaarde)4 108 
Consolidatie Spoorwegpolitie (afschrijvingen)(2 161) 
Investeringen (aanschafwaarde)70 92277 224
Afschrijvingen(41 105)(41 037)
Desinvesteringen (aanschafwaarde)(31 637)(42 954)
Desinvesteringen (afschrijvingen)26 11937 567
Totaal mutaties26 24630 800
Aanschafprijs ultimo boekjaar420 456377 063
Cumulatieve afschrijvingen(222 048)(204 901)
Boekwaarde 31/12198 408172 162

Met ingang van 1 januari van 2000 zijn de materiële vaste activa van de Spoorwegpolitie opgenomen voor een boekwaarde f 1,9 mln. In de boekwaarde is f 8,07 mln van activa van derden begrepen. De tegenwaarde van dit bedrag is vermeld onder de rekening tegenwaarde vaste activa.

De niet meer aan de bedrijfsuitoefening dienstbare middelen hebben een aanschafwaarde van f 7,8 mln en een boekwaarde van f 0,8 mln.

Overzicht van het investeringsplan versus de realisatie van investeringen (bedragen x f 1 000):

 InvesteringsbegrotingRealisatieAfwijkingen
Instructiemiddelen13235(222)
Huisvesting1 9665 743(3 777)
Voertuigen13 18610 6352 551
Varend materieel14 28335 094(20 811)
Vliegend materieel27 01839226 626
Verbindingen2 0802 201(121)
Automatisering18 7858 9889 797
Geweldsmiddelen en uitrusting219938(719)
Operationele middelen9 7506 6963 054
Totaal87 30070 92216 378

In verband met onzekerheden in de bedrijfsvoering en de lange termijn financiering van de activa is in 2000 een tijdelijke investeringsstop van kracht geweest.

Uit bovenstaande tabel is een aantal conclusies te trekken, deze zijn:

– er is een toename in de huisvesting als gevolg van de nieuwbouw op de locatie Driebergen;

– de investeringen in voertuigen, automatisering en operationele middelen blijven achter als gevolg van de investeringsstop;

– de investeringen in vaartuigen hebben een hogere prioriteit gekregen ten koste van het vliegend materieel als gevolg van de vertraging in de aanbestedingsprocedure voor de helikopters.

Materiële vaste activa naar hoofdgroepen (bedragen x f 1 000):

 Aanschafwaarde ultimo 2000Cumulatieve afschrijvingenBoekwaarde ultimo 2000Boekwaarde ultimo 1999
Instructiemiddelen904290614486
Installaties en inventaris48 56621 98026 58623 598
Voertuigen62 03730 39531 64231 807
Varend Materieel56 91423 40833 50630 238
Vliegend Materieel24 96614 69810 26811 690
Verbindingen24 20217 6226 5805 980
Automatisering94 68772 54222 14527 169
Geweldsmiddelen en uitrusting7 2195 4701 7491 379
Operationele middelen53 66035 64318 01714 072
Totaal activa in bedrijf373 155222 048151 107146 419
Activa in bestelling47 301047 30125 743
Totaal generaal420 456222 048198 408172 162

De waarde van de voorraden onderdelen voor vliegend materieel is voor een bedrag van rond f 1,5 mln opgenomen. Bij de verkoop van de oude activa is een boekverlies van rond f 0,7 mln ontstaan. In onderstaande tabel zijn de vaartuigen in bestelling weergegeven. Deze vaartuigen in bestelling vormen circa 90% van het totaal van de activa in bestelling.

(bedragen x f 1 000)
 AantalAanneemsomBetalingenNog verschuldigd
Kleine vaartuigen2488195293
Grote vaartuigen1141 58412 00429 580
Totaal Eindstand1342 07212 19929 873

3.2.2. Financiële vaste activa

(bedragen x f 1 000)
 20001999
Balanswaarde Dienst Bijzondere Recherchezaken DBRZ5 2883 589

Voor de Minister van Justitie is onder de divisie Recherche een bijzondere dienst ingesteld, welk afzonderlijk beheer voert van haar operationele activiteiten. Gezien dit karakter worden deze gegevens in de geconsolideerde financiële administratie verwerkt maar wordt volstaan ,met het opnemen van de vermogenspositie van deze dienst. Deze post is van aard een financieel vast actief. De waarde ervan wordt geneutraliseerd door de opname in de balans van een tegenwaarde omdat de vermogenscomponenten niet aan het KLPD toebehoren.

3.2.3. Voorraden Logistiek

In deze post is alleen de voorraad van de divisie Logistiek begrepen. De voorraden kunnen als volgt worden gespecificeerd (bedragen x f 1 000):

 20001999
Kleding en uitrusting10 0207 830
Wapens en munitie5 6843 876
Voorziening incourant(326)(246)
Totaal voorraden Logistiek15 37811 460

De toename van de voorraad heeft enerzijds te maken met een algehele toename van de verkopen, waardoor een grotere voorraad is aangehouden en anderzijds met de leveringsmomenten van de aankopen. Recentelijk is een voorraad kleding ten behoeve van de ME aangeschaft ad f 578 000 en een voorraad munitie voor f 1,8 mln.

3.2.4. Debiteuren

De post debiteuren omvat naast de saldi van de debiteuren ook andere aan de debiteuren gerelateerde posten. Voor de dubieuze debiteuren is een voorziening gevormd van f 382 000. De voorziening is statisch bepaald. De vorderingen zijn volledig als kortlopend aan te merken. De debiteurenpost is met rond f 5 mln gestegen.

(bedragen x f 1 000)
 20001999
Debiteuren16 72916 266
Rekening courant Regiokorpsen(1 097)(5 139)
Voorziening dubieuze debiteuren(382)(59)
Nog te factureren236106
Te verwerken bedragen girodagafschriften(3)(772)
Totaal debiteuren15 48310 402

De ouderdom van de vorderingen is in onderstaande tabel weergegeven (bedragen x f 1 000):

Ouderdomsanalyse van het debiteurensaldo2000
Bedragen nog binnen de betalingstermijn10 532
Uitstaande bedragen langer dan de betalingstermijn: 
Korter dan 30 dagen1 881
Van 30 tot en met 60568
Van 61 tot en met 90365
Van 91 tot en met 1201 362
Vanaf 121 dagen2 021
Totaal16 729

In deze openstaande posten is een tweetal oude vorderingen opgenomen, één op BZK inzake het project Pepperspray ad f 288 000 alsmede een vordering op Defensie inzake de levering van ME helmen voor een bedrag van circa f 1 mln.

3.2.5. Voorschotten

Het totaal van de voorschotten is gedaald van f 4,2 mln naar f 3,4 mln. De gestegen salarisvoorschotten zijn een gevolg van de problemen bij de uitbetaling van salarissen van het personeel van de spoorwegpolitie. De voorschotten met betrekking tot PC privé worden in beginsel ingehouden op de salarisbetaling.

De voorschotten kunnen als volgt worden gespecificeerd (bedragen x f 1 000):

 20001999
Reisvoorschotten341443
Salarisvoorschotten717308
Doorlopende voorschotten325321
Voorschotten verhuiskosten160
Overige voorschotten8181 070
Voorschotten PC Privé1 2212 024
Totaal voorschotten3 4384 166

3.2.6. Overlopende Activa

In 2000 is een vordering onder Nog te ontvangen bedragen opgenomen op BZK van f 2,3 mln voor de RST, voorheen DRSNAUA. Deze vordering zal in de komende vier jaar verrekend worden met extra bijdrage voor deze dienst. De aflossing verloopt conform taakstelling. De overlopende activa kunnen als volgt worden gespecificeerd (bedragen x f 1 000):

 20001999
Vordering ITO02 108
Vooruit betaalde bedragen5 3753 943
Nog te ontvangen bedragen2 252568
Landelijke Milieugroep1 4080
BZK inzake servicekosten RGD2460
Overige vorderingen4814
Te ontvangen bijdragen derden672 321
Te verrekenen bedragen6691 056
Kruisposten14729
Totaal overige nog te ontvangen bedragen10 21210 039

* In 2001 dient alsnog de rentecompensatie ad f 90 000 over 2000 te worden toegekend over de conversie lening van de spoorwegpolitie. Dit bedrag is niet als vordering opgenomen.

3.2.7. Liquide middelen

De post liquide middelen is met circa f 22 mln toegenomen. Voor een toelichting wordt verwezen naar het kasstroomoverzicht. De liquide middelen kunnen als volgt worden gespecificeerd (bedragen x f 1 000):

 20001999
Kassaldi255195
Banksaldi628712
Rekening Courant Financiën RHB62 45634 646
Betalingen onderweg(7 917)(2 122)
Totaal Liquide middelen55 42233 431

3.2.8. Agentschapvermogen

In 2000 is het agentschapvermogen onderhevig geweest aan een viertal veranderingen:

• als gevolg van de overdracht van het beheer over het KLPD van de Minister van Justitie naar de Minister van BZK heeft harmonisatie plaatsgevonden van de waarderingsgrondslagen inzake de uitstaande schuld op verlofdagen. Deze harmonisatie is voor de regiokorpsen verplicht gesteld. Voor het KLPD betekent de opname van deze post een éénmalige verlaging van het agentschapvermogen van f 20,7 mln;

• de conversielening van Financiën is in de administratie verwerkt. Dit leidt tot een afname van het agentschapvermogen van f 152 mln;

• het vermogen van het bedrijf Spoorwegpolitie is in de stand opgenomen;

• in verband met de overname van de spoorwegpolitie is een aanvullende conversielening bepaald en tegelijkertijd weer onttrokken aan het agentschapvermogen.

Het verloop van het agentschapvermogen is in onderstaande tabel weergegeven (bedragen x f 1 000):

 2000
Agentschapvermogen 31-12-1999153 697
Mutatie in verband met verstrekking lening Financiën(152 218)
Consolidatie vermogen Spoorwegpolitie58
Mutatie in verband met verstrekking lening Financiën (Spoorwegpolitie)(1 797)
Stand Agentschapvermogen 1-1-2000(260)
Opname schuld voor verlofdagen en overwerk(20 700)
Voordelig resultaat 200011 718
Eindstand Agentschapvermogen 31-12-2000(9 242)

3.2.9. Tegenwaarde balanswaarde DBRZ

(bedragen x f 1 000)
 20001999
Tegenwaarde Balanswaarde Dienst Bijzondere Recherchezaken5 2883 589

Zie toelichting 3.2.2.

3.2.10. Voorzieningen

Onderstaande tabel geeft het overzicht van de voorzieningen (bedragen x f 1 000):

 Stand 1-1-2000BijAfStand 31-12-2000
Juridische kosten49104910
Vorming divisie Recherche25002500
Voorziening Schade02500250
Voorziening Parka's1 6500750900
TOR-regeling367483216634
Varend materieel4 2262 4763 2723 430
Vliegend materieel3 21502123 003
Totaal voorzieningen10 1993 2095 1918 217

• De voorziening juridische kosten en voorziening vorming divisie Recherche zijn in de loop van 2000 afgewikkeld.

• In 2000 is een voorziening schade gevormd. Voor een toelichting hierop wordt verwezen naar de toelichting op de buitengewone lasten.

• Eind 1999 is een voorziening voor Parka's gevormd bij de divisie Logistiek. Ook hiervoor wordt verwezen naar de toelichting op de buitengewone baten.

• De voorziening voor het varend materieel is gebaseerd op het houden van hellingbeurten en andere vormen van gepland onderhoud.

• De voorziening voor het vliegend materieel is gebaseerd op het onderhoudsschema, zoals dit aangehouden moet worden om het materieel luchtwaardig te houden. Voor de helikopters die in de komende jaren vervangen zullen worden, zijn alleen die onderhoudselementen in de voorziening overgebleven, die vóór de vervanging nog in het onderhoudsschema zullen worden gerealiseerd.

3.2.11. Leningen Financiën

In 2000 is door Financiën de conversielening verstrekt die samenhangt met de conversie van het agentschapvermogen naar de langlopende schulden. Voor de investeringen in het lopende boekjaar is een bedrag van f 67,4 mln verstrekt, terwijl ultimo december 2000 de eerste aflossing op de conversielening heeft plaats gevonden.

(bedragen x f 1 000)
Leningen Financiën2000
Conversielening (inclusief Spoorwegpolitie)154 015
Leningen 200067 359
Aflossing(42 192)
Omzetting aflossing 2001 naar kortlopende schulden(49 460)
Totaal Leningen Financiën129 722

De leenfaciliteit bestaat uit een conversie van het beginvermogen van het agentschap en aanvullende leningen op basis van de investeringsplanning. De volgende leningen zijn door het KLPD aangegaan in 2000. Tevens is leningnummer en looptijd vermeld.

(bedragen x f 1 000)
Leningen FinanciënLooptijdHoofdsomAfgelostRestschuld
Conversielening10154 01542 192111 823
Lening 2000–01–226233 065 3 065
Lening 2000–02–2262426 523 26 523
Lening 2000–03–2262513 936 13 936
Lening 2000–04/06–226273 507 3 507
Lening 2000–05/07g1–22621011 047 11 047
Lening 2000–07g2–2262112 531 2 531
Lening 2000–07g3/07g4–2262126 750 6 750
Aflossing op 31-12-2001   (49 460)
Totaal Leningen van Financiën 221 37442 192129 722

Omdat bij de leenfaciliteit geen sprake is van een vast stramien van aflossen, is hieronder het aflossing- en renteschema opgenomen (bedragen x f 1 000):

 AflossingRente
Kalenderjaar 2001 (zie bovenstaande tabel f 49 460) 9 157
Kalenderjaar 200239 6536 654
Kalenderjaar 200329 7584 641
Kalenderjaar 200422 2153 118
Kalenderjaar 200512 2351 974
Kalenderjaar 20067 9181 345
Kalenderjaar 20076 512939
Kalenderjaar 20084 784603
Kalenderjaar 20093 011356
Kalenderjaar 20102 033197
Kalenderjaar 201192887
Kalenderjaar 201267536
Totalen aflossing- en renteschema129 72229 107

3.2.12. Financieringsfaciliteit RGD

In 1999 heeft de RGD de financiering van een aantal investeringen voor de gebruiker van de nieuwbouw in Driebergen voor haar rekening genomen. Het betreft investeringen in grootkeukens, beveiligingsapparatuur, vloerbedekking en telefooncentrales. Daar het economisch eigendom berust bij het KLPD zijn de betreffende investeringen in de vaste activa administratie opgenomen en wordt hierop afgeschreven (korter of gelijk aan 10 jaar). Tegenover deze activa staat de nominale schuld, die verhoogd met rente en andere door de RGD gehanteerde opslagen, via de beheersvergoeding in 15 jaar wordt afgewikkeld.

In 2000 is de financieringsfaciliteit wederom verhoogd met een bedrag van f 943 000, in verband met de investering van de grootkeuken. De aflossing is berekend op een annuïteit van 15 jaar en een rentepercentage van 5,75%. De gehanteerde grootheden zijn aannames.

(bedragen x f 1 000)
 20001999
Beginstand5 6690
Bijboeking grootkeuken9435 669
Aflossing(273)0
Totaal Financieringsfaciliteit RGD6 3395 669

3.2.13. Crediteuren

De post crediteuren is als volgt te specificeren (bedragen x f 1 000):

 20001999
Crediteuren13 53318 713
Nog te ontvangen facturen1 0012 817
Te verwerken bedragen girodagafschriften08
Totaal Crediteuren14 53421 538

3.2.14. Schulden aan personeel

De schulden aan personeel zijn als volgt te specificeren (bedragen x f 1 000):

 20001999
Verlofdagen/overwerk20 7000
Vakantiegeld12 86210 026
Overwerkvergoeding periode 12 en 13 (betaalbaar gesteld)1 7301 107
Tegemoetkoming bijzondere kleding257243
Totaal schulden aan personeel35 54911 376

In het kader van de harmonisatie van de waarderingsgrondslagen voor agentschappen ressorterend onder BZK is de schuld voor verlofdagen/overwerk opgenomen. Het hierin begrepen overwerk betreft het nog niet betaalbaar gestelde gedeelte. De schuld is gebaseerd op de gegevens ontleend aan het uren registratiesysteem PCS en het gemiddelde uurtarief voor het KLPD van rond f 51.

De schuld voor vakantiegeld is gestegen doordat in 1999 de Spoorwegpolitie nog niet in het KLPD was opgenomen.

3.2.15. Projecten

De post projecten omvat de volgende posten. Een beperkt aantal projec-ten wordt in een derde tabel toegelicht. Hieronder eerst de samenvatting (bedragen x f 1 000):

Projecten20001999
Te ontvangen gelden EU-project(292)(146)
Te besteden bijdragen3 0370
Tegenwaarde vaste activa derden8 0706 343
Projecten van derden t.b.v. uitgaven7 0518 086
Totaal projecten17 86614 283

De te besteden bijdragen omvat een aantal projecten van ministeries (bedragen x f 1 000):

 2000
IAM/UMS654
GRIP57
ICTY417
IOT/AIV213
Te besteden bijdragen Justitie1 341
Convenants42
Landelijke Milieugroep1 408
BZK inzake servicekosten RGD246
Totaal te besteden derden3 037

In bovenstaande tabel zijn bijdragen opgenomen die niet in 2000 in de rekening van baten en lasten zijn verantwoord, maar als schuld zijn opgenomen. Over het niet bestede deel van de projecten van Justitie zal overleg plaatsvinden. Dit bedrag zal verrekend worden met de toezeggingen voor het jaar 2001. Naast een klein bedrag voor verplichtingen voor convenants is nog onzekerheid blijven bestaan over een tweetal vorderingen op BZK. Derhalve zijn de bijdragen ook niet in de rekening van baten en lasten verantwoord.

In onderstaande tabel is de tegenwaarde weergegeven van de activa die worden gefinancierd door derden. In een beperkt aantal gevallen is sprake van herschikking. De bij-mutaties hebben betrekking op investeringen en de af-mutaties op afschrijvingen en desinvesteringen.

(bedragen x f 1 000)
Tegenwaarde vaste activaStand boekwaarde 1-1-2000BijAfStand boekwaarde 31-12-2000
BVOM A9/A12219950178
BVOM KLIM GVT03875382
BVOM KLIM VROS02667259
BVOM KLIM ICT0716
LTP02197212
WIM.NL079178
Samen werken aan bereikbaarheid2 1401776821 635
Rijkswaterstaat2 10005391 561
Raad voor de Transportveiligheid84210
Spoorwegpolitie14801480
BBE01 59801 598
RST (voorheen DRSNAUA)85107844
Tapcentrum KLPD87743001 307
Totaal Tegenwaarde vaste activa6 3433 1761 4498 070

In onderstaande tabel zijn de verschuldigde bedragen voor projecten van derden opgenomen (bedragen x f 1 000):

 Stand 1-1-2000BijAfMutaties in boekwaardeStand 31-12-2000
112-Centrale03 7003 2750425
WIM-NL0702433(78)191
SWAB-wachtgeld1 3641 091002 455
SWAB-exploitatie219 80612 796505(2 464)
BVOM/A9/A1201 2081 249410
BVOM/KLIM/GVT09085(382)521
BVOM/KLIM/VROS01 5981 162(259)177
BVOM/KLIM/ICT060(6)0
LTP01 004373(212)419
RVTV0720(2)70
BBE1 1171 6231 142(1 598)0
Tapkamers1 8202 000196(430)3 194
Infrastructuur030000300
LRT (BOP-gelden)1 04101 2580(217)
Korpsstaf/NPI/SAOP3530317036
Blom/Harm065000650
CRI-projecten1 58201 0480534
Beveiligingsproject DKDB5320220510
Meldkamer DKDB250000250
Overige projecten60600
Totaal projecten voor derden8 08624 66823 282(2 421)7 051

Overige Projecten

Voor Justitie, V&W, het NPI, de Raad voor de Verkeersveiligheid en vele andere betrokkenen worden projecten uitgevoerd, die worden gefinancierd op basis van doeluitkeringen. De kosten en de investeringen worden ten laste van deze projectgelden gebracht en voor investeringen worden tegenwaarden vaste activa gevormd. Deze middelen moeten beschikbaar blijven voor de financiers en kunnen niet voor andere doeleinden worden benut.

3.2.16. Overlopende passiva

In de overlopende passiva is een post opgenomen van f 29,9 mln voor investeringen, die in 1999 en 2000 zijn aanbesteed en waarop deelbetalingen zijn verricht.

(bedragen x f 1 000)
 20001999
Belastingen95(328)
Nog te betalen op activa in bestelling*29 87311 924
Overige nog te betalen bedragen6 7328 923
Vooruit ontvangen bijdragen Spoorwegpolitie9 0253 996
Vooruit ontvangen bedragen**9847
Tussenrekeningen(53)198
Tussenrekening CPV12680
Totaal overlopende passiva45 89624 840

* Voor een nadere toelichting wordt verwezen naar paragraaf 3.2.1.

** In de Vooruit ontvangen bedragen is een correctiepost opgenomen in verband met de conversie van de vermogenspositie per 1 januari 2000 van de Spoorwegpolitie.

3.2.16.1. Vooruit ontvangen bijdragen Spoorwegpolitie

(bedragen x f 1 000)
 1-1-2000BijAf31-12-2000
Bijdrage inpassing Spoorwegpolitie3 9966 0002 5257 471
Bijdrage Kwaliteit Spoorwegpolitie01 9003461 554
Totaal vooruit ontvangen bedragen Spoorwegpolitie3 9967 9002 8719 025

Bijdrage inpassing Spoorwegpolitie. In 2000 heeft het KLPD een bijdrage van f 5 mln van V&W verkregen. Aan deze bijdrage is eveneens toegevoegd de in 2000 verkregen bijdrage van de NS van f 1 mln. Hieraan is een bedrag van f 2,5 mln onttrokken, waarvan f 1,4 mln ter dekking van het hogere kopbedrag. Voor de Spoorwegpolitie is een kopbedrag van f 88 654. Dit bedrag is inclusief een eenmalige uitkering voor de EK2000 van f 0,3 mln. Gerealiseerd is een kopbedrag van f 91 734. Op basis van de werkelijke sterkte ontstond een nadelig prijs verschil van f 1,4 mln. Dit verschil is aan het budget van de Spoorwegpolitie toegevoegd. Er is eveneens een bedrag van f 1 mln aan de NS vergoed voor de overeengekomen afkoopregeling, die aan het personeel is uitbetaald.

Bijdrage Kwaliteit Spoorwegpolitie. Deze bijdrage van f 1,9 mln die door de NS is gedoteerd voor het jaar 2000 zal worden benut voor het verbeteren van de kwaliteit van de Spoorwegpolitie.

3.2.17. Niet uit de balans blijkende verplichtingen

Het KLPD heeft uit hoofde van diverse wachtgeld- en uitkeringsregelingen de verplichting tot het doen van betalingen aan ex-werknemers. Hier staat een vergoeding tegenover van het kerndepartement, die jaarlijks bij het opstellen van de begroting wordt bepaald. De verplichting tot het doen van betalingen aan ex-werknemers is geschat op f 7 mln per jaar. De verwachte vergoeding is van vergelijkbare omvang.

(bedragen x f 1 000)
 2000
FLO en wachtgeldgebruik (gemiddeld per jaar)7 000
Contract Korps Netwerk2 700
Contracten hard- en software4 000
Contract Helikopteronderhoud Schreiner400
Rente leningen Financiën29 100
Aanschaffingen helikopters131 000
TOR-verplichtingen (maximaal 415 personen)45 000
Huurverplichting tot en met 2005 /Gebruiksvergoeding RGD167 200
Verlofrechten [met ingang van 2000 als schuld opgenomen]0
Leaseverplichtingen auto's LRT restant contractduur1 100
Leaseverplichtingen Spoorwegpolitie2 300
Aanbesteding ARBI-centrale1 800
Aanbesteding Mobiele bureau's3 300
Totaal Niet uit de balans blijkende verplichtingen394 900

In bovenstaande tabel zijn de aanschaffingen voor de acht helikopters opgenomen. Weliswaar is het contract voor levering nog niet formele ondertekend, maar er ligt een zeer duidelijke aankoopintentie, waarop in 2001 zeker betalingen gedaan zullen worden, zodat opname als niet uit de balans blijkende verplichting noodzakelijk was.

Zoals in de inleiding reeds is aangegeven, zijn de te verwachten frictiekosten voor het reorganisatieproces geraamd op circa f 30 mln. Hiervoor zijn nog geen verplichtingen aangegaan.

4. Baten-lastenoverzicht 2000: confrontatie ontwerp-begroting met de realisatie

 (1)(2)(3)=(2)-(1)
OmschrijvingOorspronkelijk vastgestelde begrotingRealisatieVerschil realisatie en oorspronkelijk vastgestelde begroting
 f 1 000€ 1 000f 1 000€ 1 000f 1 000€ 1 000
Baten      
Bijdrage moederministerie  526 632238 975526 632238 975
Waarvan doeluitkeringen  (1 383)(627)(1 383)(627)
Netto bijdrage moederministerie  525 249238 348525 249238 348
Bijdrage overige ministeries  37 71717 11537 71717 115
Opbrengsten overige derden  2 5311 1492 5311 149
Verkopen Logistiek  48 01121 78648 01121 786
Rentebaten  1 6157321 615732
Buitengewone baten  4 8432 1984 8432 198
Exploitatiebijdrage      
Totaal Baten  619 966281 328619 966281 328
       
Lasten      
Apparaatskosten      
Personeelskosten  383 478174 015383 478174 015
Exploitatiekosten  97 44544 21997 44544 219
Gebruikersvergoeding  28 89113 11028 89113 110
Rentelasten  8 6483 9248 6483 924
Afschrijvingskosten  40 98518 59840 98518 598
Kostprijs verkopen Logistiek  43 62019 79443 62019 794
Buitengewone lasten  5 1812 3515 1812 351
Efficiencytaakstelling Logistiek  0000
Totaal Lasten  608 248276 011608 248276 011
Resultaat  11 7185 31711 7185 317

4.1. Toelichting op de Rekening van Baten en Lasten

4.1.1. Specificatie bijdrage moederministerie

(bedragen x f 1 000)
Opbouw bijdrage BZK2000
Primaire begroting Justitie439 263
Mutaties 2 suppletore wet Justitie5 608
Doeluitkering Justitie in verband met overheveling(17 498)
Doeluitkering Justitie in verband met euro153
Begrotingsstand 1 januari 2000427 526
1e suppletore wet57 637
Tussenstand485 163
2e suppletore wet15 605
Stand na 2e suppletore begroting500 768
bijdrage Pepperspray829
CAO2 370
servicekosten RGD, niet betaald in 2000(246)
Realisatie artikel U05.29503 722
Bijdrage voor LRT, EK2000, Bolkestein; betaald uit artikel U05.2411 800
Bijdrage RST; betaald uit artikel 02.13 HIV10 520
Eindstand begroting ultimo 2000526 042
(bedragen x f 1 000)
Aansluiting bijdrage moederministerie2000
Bijdrage moederministerie (opbouw ministerie)526 042
Betaling aan Logistiek inzake Pepperspray(829)
Bij: Toerekening bijdrage Spoorwegpolitie1 419
Totaal verantwoorde bijdrage moederministerie*526 632

* In 2001 toe te kennen rentecompensatie Spoorwegpolitie en servicekosten RGD respectievelijk ad f 90 000 en f 246 000.

4.1.2. Doeluitkeringen

Justitie financiert de tapkamers met een doeluitkering van f 1,1 mln. Door het KLPD wordt uit het reguliere budget f 0,9 mln toegevoegd. Over deze uitgaven wordt rechtstreeks aan de Minister van Justitie verantwoording afgelegd. Het totaal wordt aan de projectenrekening toegevoegd.

In het dienstjaar 2000 is de bijdrage van rechtstreeks aan de TOR voor-ziening toegevoegd. Op basis van het gebruik van de TOR-regeling wordt een vaste vergoeding aan de diensten verstrekt, ter dekking van een beperkt deel van de kosten. De systematiek komt overeen met die van de regiokorpsen.

(bedragen x f 1 000)
Doeluitkeringen ten laste van BZK2000
Financiering Tapkamers900
Doeluitkering TOR483
Totaal Doeluitkeringen1 383

Door BZK zijn doeluitkeringen verstrekt die diende ter bestrijding van de kosten met betrekking tot de vuurwerkramp in Enschede alsmede ten behoeve van de extra kosten die gepaard gingen met de organisatie van het voetbalkampioenschap EK2000.

Vuurwerkramp Enschede

De kosten en de vergoeding van de vuurwerkramp in Enschede zijn in onderstaande tabel opgenomen(bedragen x f 1 000):

 PersoneelExploitatieTotaal
Mobiliteit56965
Logistiek011
Ondersteuning127380507
Recherche9011101
Spoorwegpolitie101
Totaal-generaal Kosten274400674
Totaal dekking244356600
Verschil– 30– 44– 74

EK2000

De kosten en de vergoeding voor het Europese voetbalkampioenschap zijn in onderstaande tabel opgenomen (bedragen x f 1 000):

 PersoneelExploitatieTotaal
Mobiliteit757212969
Ondersteuning120360480
Recherche21159180
KDB3275107
Korpsstaf2446448
Spoorwegpolitie305552857
Totaal-generaal Kosten1 2371 8043 041
Totaal dekking1 2371 7633 000
Verschil0– 41– 41

4.1.3. Bijdragen overige ministeries

Voor het jaar 2000 was een bedrag van f 22,6 mln opbrengsten overige ministeries begroot. De realisatie is uitgekomen op f 37,7 mln. Dit is als volgt opgebouwd:

(bedragen x f 1 000)
 Realisatie 2000
Bijdragen Justitie 
LRT4 115
BBE1 623
ICTY-DKDB2 160
GRIP972
IAM/UMS1 144
ZWACRI-CRI4 197
ZWACRI-DTOO1 975
IOT/AIV1 531
DTOO/Infrastructuur (toegevoegd aan doeluitkering)0
DTOO/TNO320
HARM 
PIDS796
BVOM A9/A121 249
BVOM/KLIMT/VROS1 352
BVOM/VCOM3 100
Totaal bijdragen Justitie24 534
Bijdragen V&W 
SWAB11 602
WIM.NL432
Kwaliteitsbudget Spoorwegpolitie346
Incidenteelbudget Spoorwegpolitie0
Totaal bijdragen V&W12 380
Bijdragen NPI 
LTP803
Totaal bijdragen NPI803
Totaal bijdragen overige ministeries37 717

4.1.4. Opbrengsten overige derden

De opbrengsten overige derden zijn als volgt te specificeren (bedragen x f 1 000):

 Realisatie 2000*Realisatie 1999
Gedetacheerd personeel5202 896
Overige opbrengsten2 011365
Totaal overige opbrengsten derden2 5313 261

* In de primaire begroting was een opbrengst geraamd van f 19,4 mln. Deze is niet gerealiseerd, doordat het KLPD is overgegaan van Justitie naar BZK en dit een presentatiewijziging tot gevolg had. Daarnaast is de extra ontvangst van de opbrengst verkopen van de divisie Logistiek niet gerealiseerd.

4.1.5. Verkopen Logistiek

De verkopen van de divisie Logistiek zijn ten opzichte van 1999 met f 10 mln toegenomen.

De marge is echter iets achtergebleven. De kostprijs van de verkopen is echter in 2000 negatief beïnvloed door een dotatie aan de voorziening dubieuze debiteuren van f 309 000.

(bedragen x f 1 000)
 Realisatie 2000Realisatie 1999*
Kleding en Uitrusting34 84825 872
Wapens en munitie13 16312 423
Opbrengst verkopen48 01138 295
Kostprijs verkopen43 62034 599
Marge van de verkopen4 3913 696
Marge in % van de kostprijs verkopen10,07%10,68%

* De vergelijkende cijfers over het dienstjaar 1999 zijn aangepast, omdat in 2000 de doorberekende uren van de wapenherstellers zijn opgenomen als opbrengsten overige derden.

4.1.6. Rentebaten

Door de hogere stand van de liquide middelen en de hogere marktrente is de rentebate gestegen ten opzichte van voorgaand jaar. Bij de berekeningen van rentebaten is uitgaan van 2,75% terwijl feitelijk bijna 3,5% is ontvangen.

(bedragen x f 1 000)
 20001999
Rentebaten1 615556
Totaal rentebaten1 615556

4.1.7. Buitengewone Baten

Onderstaande tabel geeft een overzicht van de buitengewone baten (bedragen x f 1 000):

 2000
Vrijval ARBO-voorzieningen schepen635
Vrijval voorziening parka's516
Restitutie DBRZ1 197
Vrijval winstreserve LRT608
Vrijval FLO-schuld831
Vrijval voorziening juridische kosten491
Vrijval schadegeval565
Totaal Buitengewone Baten4 843

Vrijval opbouw ARBO-voorzieningen schepen. In 2000 is de opbouw van een drietal ARBO-voorzieningen vrijgevallen omdat besloten is tot afstoot en nieuwbouw. De gelden voor deze ARBO-aanpassingen zijn hierdoor vrijgevallen. De post is afkomstig uit de openingsbalans van het agentschap.

Vrijval voorziening parka's. Eind 1999 is naar aanleiding van de brandbaarheid van door de divisie Logistiek geleverde parka's besloten om klanten bij inruil een restitutie te geven bij de aanschaf van een nieuwe parka. De afwikkeling van de voorziening en betere prognoses over de mogelijke inruil hebben geleid tot een afboeking van de voorziening met het hier gemelde bedrag.

Restitutie DBRZ. Bij de divisie CRI is inzicht verkregen in de financiële positie van de DBRZ-afdeling. De vermogenspositie heeft aanleiding gegeven tot het terugstorten van een deel van het vermogen. De verwerking van deze eenmalige bate moet nog worden gevolgd door de terugstorting van de bijbehorende liquiditeit.

Vrijval reservering LRT. In de afgelopen jaren heeft het LRT de voordelige exploitatiesaldi gereserveerd. In 2000 heeft het LRT een nadelig exploitatiesaldo. Besloten is om de reservering in te zetten ter gedeeltelijk dekking van dit nadelige exploitatiesaldo.

Vrijval FLO-reservering. Eind 1999 is per abuis op basis van gegevens uit de CAO 1999–2001 een voorziening voor de kosten van FLO gemaakt. Deze bijdrage die in de CAO-toekenning van 1999 was echter bestemd voor de dekking van de gestegen kosten pensioenpremies. De reservering is in 2000 vrijgevallen.

Vrijval voorziening juridische kosten. Bij de openingsbalans is een voorziening voor juridische kosten gevormd. De voorziening is nu vervangen door het opnemen van geschatte bedragen voor individuele claims tegen het KLPD. De noodzaak van de algemene voorziening is hierdoor komen te vervallen en daarom afgeboekt.

Vrijval schadegeval. In de loop van 2000 is gebleken dat een schadegeval uit 1999, waarvoor een schuld was opgenomen, toch kon worden afgewikkeld op een verzekering. Derhalve is de vrijval geboekt.

4.2. Personeelskosten

De personeelskosten zijn in de volgende tabel toegelicht (bedragen x f 1 000):

 Oorspronkelijk vast-gestelde begroting*Realisatie 2000Realisatie 1999*
Salarissen 264 303223 646
Toelagen 19 71514 656
Sociale lasten 41 71633 511
Post-actieven 7 1647 248
Uitzendkrachten 11 9494 630
Overige personeelskosten 26 97425 397
Inhuur externe deskundigen 18 65520 064
Doorbelasting personeel (intern en derden) (6 998)(5 946)
Totaal personeelskosten320 620383 478323 206

* Exclusief de Spoorwegpolitie.

Ontwikkeling kopbedrag

De ontwikkeling van het kopbedrag is onderstaande tabel opgenomen. In de derde kolom is de realisatie van 2000 afgezet tegen de realisatie van 1999 en de afwijking uitgedrukt in een percentage.

(bedragen x f 1 000)
 Realisatie 2000Realisatie 1999Percentage
Salarissen264 303223 646 
Toelagen19 71514 656 
Pensioenpremies21 93117 053 
Overige sociale lasten19 78516 458 
Totaal loonsom325 734271 813 
Gemiddeld aantal fte's in het KLPD3 4092 920 
Salarissen77 53176 5911,2%
Toelagen5 7835 01915,2%
te beïnvloeden factoren83 31481 6102,1%
Pensioenpremies6 4335 84010,2%
Overige sociale lasten5 8045 6363,0%
 95 55193 0872,6%

De salarissen zijn gemiddeld met 1,2% gestegen, terwijl de loonsverhoging in februari 2000 1,8% bedroeg. Dit betekent, dat door een wijziging in de personeelssamenstelling het kopbedrag gedaald is. Daarentegen zijn de toelagen sterker gestegen. Hierdoor wordt het hierboven verkregen voordeel in de salarissen weer teniet gedaan.

Voor het KLPD als geheel is vastgesteld dat de budgettaire ruimte, die in 2000 ten opzichte van de bijdragen van het moederdepartement en van derden in de personeelskosten is ontstaan, is besteed aan inhuur van externe deskundigen. De kosten voor de inhuur van uitzendkrachten en externe deskundigen zijn evenals in 1999, hoog geweest.

De Spoorwegpolitie heeft in 2000 eveneens een aanzienlijke onderbezetting gekend. De stijging van het gemiddelde kopbedrag heeft echter een groot deel van dit voordeel te niet gedaan. Voor de jaren 2000 tot en met 2005 is echter een bedrag beschikbaar ter dekking van dit verschil. Bij een volledige bezetting van deze dienst is de financiering niet meer geheel dekkend voor de kosten.

In onderstaande tabel wordt het effect de Spoorwegpolitie geneutraliseerd door in 1999 en 2000 eenzelfde aantal koppen en fte's op te nemen. De verschillen die bij de divisie Recherche en Ondersteuning zijn vermeld worden veroorzaakt door de overgang van de dienstonderdelen tussen deze divisies.

PersoneelsstatistiekStand in koppen perVerschilStand in fte's perVerschil
 31-12-200031-12-1999 31-12-200031-12-1999 
Korpsstaf11410591091027
Mobiliteit1 3601 295651 3131 24865
Recherche i.o.949721228911688223
Ondersteuning413611(198)373589(216)
KDB180189(9)178186(8)
Logistiek9991895878
Spoorwegpolitie45345304424420
Totaal3 5683 4651033 4213 34279

4.3. Exploitatiekosten

De exploitatiekosten zijn te verbijzonderen naar de volgende hoofdgroepen (bedragen x f 1 000):

 Oorspronkelijk vastgestelde begroting*Realisatie 2000Realisatie 1999*
Opleiding en vorming 6 9956 814
Huisvesting (minus gebruikersvergoeding)** 18 76236 760
Vervoermiddelen 22 21718 452
Verbindingen 8 0775 585
Automatisering 13 44411 884
Geweldsmiddelen en uitrusting 2 9561 982
Operationele activiteiten 23 48418 943
Saldo van Baten en Lasten vorig boekjaar 1 510 
Totaal exploitatiekosten83 93897 445100 420

* Exclusief de Spoorwegpolitie. Het saldo van baten en lasten vorig boekjaar omvat alle posten die qua bedrijfsvoering niet op 2000 betrekking hebben en veroorzaakt worden door de afwijking tussen raming en realisatie bij het afsluiten van de verantwoording over 1999.

** Gebruikersvergoeding RGD. De gebruikersvergoeding wordt door de RGD aan het KLPD in rekening gebracht voor de huisvesting van het KLPD. De gebruikersvergoeding kan als volgt worden toegelicht:

 Oorspronkelijk vastgestelde begroting*Realisatie 2000Realisatie 1999*
Driebergen 9 5397 524
Overige locaties 19 35218 751
Totaal Gebruikersvergoeding RGD28 50628 89126 275

* Exclusief de Spoorwegpolitie

4.3.1. Rentelasten

De rentelasten hebben voornamelijk betrekking op de leningen van Financiën. Voor het afsluiten van de lening wordt door het betreffende ministerie een afsluitprovisie in rekening gebracht. Bij een omvangrijke nabetaling van bepaalde salarisemolumenten is de wettelijke rente betaald.

De rentelasten zijn als volgt te verbijzonderen (bedragen x f 1 000):

 Oorspronkelijk vastgestelde begrotingRealisatie 2000
Rentelast leningen Financiën 7 993
Betaalde wettelijke rente 171
Afsluitprovisie leningen Financiën 54
Rentelast Financieringsfaciliteit RGD 430
Totaal Rentelasten7 6668 648

Voor de rentelast van Financiën is f 7,6 mln als rentecompensatie verkregen.

4.4. Afschrijvingskosten

In onderstaande tabel zijn opgenomen de afschrijvingen, zoals deze in de vaste activa administratie worden berekend en worden verwerkt in de financiële administratie. Deze sluiten dus aan bij het overzicht Materiële vaste activa (zie hoofdstuk 3.2.1).

Daarnaast zijn ook de boekverliezen opgenomen die gerealiseerd zijn bij de verkoop van de vaste activa.

(bedragen x f 1 000)
 Oorspronkelijk vastgestelde begroting*Realisatie 2000Realisatie 1999*
Instructiemiddelen 7564
Huisvesting 4 1743 172
Vervoermiddelen 14 89413 997
Verbindingen 1 6761 659
Automatisering 14 09214 788
Geweldsmiddelen en uitrusting 538436
Operationele middelen 5 6565 421
Totaal afschrijvingskosten 41 10539 537
Resultaten verkopen activa:   
Instructiemiddelen  2
Huisvesting 369505
Vervoermiddelen 13718
Verbindingen 6256
Automatisering 146311
Geweldsmiddelen en uitrusting – 28
Operationele middelen 30164
Totaal resultaten verkopen activa 7421 064
Vergoeding afschrijvingskosten derden:   
Huisvesting (11)(7)
Vervoermiddelen (270)(1 005)
Verbindingen (10)(26)
Automatisering 333– 71
Geweldsmiddelen en uitrusting (4)(12)
Operationele middelen (900)(452)
Totaal ontvangen vergoedingen (862)(1 573)
Totaal generaal46 73040 98539 028

* Exclusief de Spoorwegpolitie

Tenslotte worden in bovenstaand overzicht de vergoedingen voor afschrijvingskosten op de afschrijvingen in mindering gebracht. Deze hebben betrekking op materiële vaste activa die door derden worden gefinancierd. Door deze boeking worden de kosten in projecten van derden, die eveneens in de jaarrekening zijn samengevoegd, geneutraliseerd.

4.5. Buitengewone lasten

(bedragen x f 1 000)
 2000
Naheffingen BTW3 732
Afboeking geautomatiseerde systemen in aanbouw706
Voorziening schade250
Afboeking verlies vaste activa bij verhuizing LRT/Zeist493
Totaal Buitengewone Lasten5 181

4.5.1. Naheffingen BTW

Bij een onderzoek van de Belastingdienst is gebleken dat bij de Walter P5 herziening de BTW niet is doorberekend aan BZK, die opdrachtgever was voor dit project. Daarnaast heeft de Belastingdienst een correctievoorstel gedaan met betrekking tot de teruggave op de kosten van overhead. Na controle bij de divisie Ondersteuning op de juiste toepassing van de afdracht van BTW bij invoer van goederen of diensten uit het buitenland is eveneens een aanslag opgelegd. Door onduidelijkheden is een deel van de afdracht in de voorgaande jaren niet correct verricht.

4.5.2. Afboeking geautomatiseerde systemen in aanbouw

Bij een divisie is een tweetal systemen niet in gebruik genomen. De hiervoor gemaakte kosten zijn afgeboekt, en gezien het karakter van de afboeking hier vermeld.

4.5.3. Voorziening schade

In dit boekjaar is bij het KLPD een schadeclaim ingediend voor een schade die veroorzaakt zou zijn bij de ondersteuning van een KLPD dienst aan een regiokorps. De aansprakelijkheid voor deze schade is niet af te wikkelen via de verzekering van de regio en het KLPD is voor dergelijke gevallen niet verzekerd. De omvang van de schade en de schuldvraag zijn nog niet definitief vastgesteld.

4.5.4. Afboeking activa wegens verhuizing LRT

Bij de verhuizing van het LRT van Zeist naar Driebergen is noodgedwongen een aantal activa-items, zoals vloerbedekking, raamdecoratie en beveiliging achtergebleven en moest daarom worden afgeboekt. Het LRT-pand was extra beveiligd.

5. Kasstroomoverzicht 2000: confrontatie ontwerp-begroting met de realisatie

   (1)(2)(3)=(2)-(1)
Omschrijving Oorspronkelijk vastgestelde begrotingRealisatieVerschil realisatie en oorspronkelijk vastgestelde begroting
   f 1 000€ 1 000f 1 000€ 1 000f 1 000€ 1 000
1. Rekening courant RHB 1 januari  34 64615 72234 64615 722
         
2. Totaal operationele kasstroom  69 99431 76269 99431 762
         
 3a. -/-totaal investeringen  – 72 869–33 067– 72 869– 33 067
 3b. +/+totaal boekwaarde desinvesteringen  5 5182 5045 5182 504
3. Totaal investeringskasstroom  – 67 351– 30 563– 67 351– 30 563
         
 4a. -/-eenmalige uitkering aan moederministerie  – 154 015– 69 889– 154 015– 69 889
 4b. +/+eenmalige storting door moederministerie  0000
 4c. -/-aflossingen op leningen  – 42 192– 19 146– 42 19219 146
 4d. +/+beroep op leenfaciliteit  221 374100 455221 374100 455
4. Totaal financieringskasstroom  25 16711 42025 16711 420
         
5. Rekening courant RHB 31 december (=1+2+3+4)  62 45628 34162 45628 341
  (maximale roodstand f 1 mln)      

6. Overzicht vermogensontwikkeling 1996–2000

  1996 n.v.t.1997 n.v.t.1998 n.v.t.1999n.v.t.2000 begroot2000 realisatie
       f 1000€ 1000
Agentschapvermogen per 1/1a     – 260– 118
         
* saldo van baten en lastenb     11 7185 317
* directe mutaties in het eigen vermogen:        
– uitkering aan moederministeriec       
– storting door moederministeried       
– overige mutatiese     – 20 700– 9 393
         
Agentschapvermogen per 31/12a+b+c+d+e     – 9 242– 4 194

7. Productiecijfers 1999–2000

CategorieOmschrijvingBasisafspraak Activiteiten/ResultatenRealisatie Activiteiten/ResultatenDivisie**
  AantalEenheid19992000 
1Verkeer (vervoer), lucht/water/land     
 Snelheidscontroles, kenteken300 000pv's407 113398 094Mob
 Snelheidscontroles, staande houding25 000pv's26 19024 435Mob
 Snelheidscontroles, Gericht Verkeers Toezicht475 000pv's504 211476 628Mob
 Autogordel30 000pv's22 83420 498Mob
 Rijgedrag, ergernis top 107 500pv's10 13812 911Mob
 Techniek (algemeen)5 000pv's5 9316 455Mob
 Controles beroepsvaart, vaar- en rusttijden4 500controles4 2363 352Mob
 Combi-controle recreatievaartuigen + snelle motorboten4 000controles4 0104 924Mob
       
2Openbare Orde     
 Inzet beredenen bij groot- en kleinschalig optreden36 920manuren37 38125 736Ond
 Techn.en fac. onderst. bij grootschalige politie-act.7 000manuren5 2356 326Ond
       
3Hulpverlening (rampenbestrijding)     
       
4Bijzondere wetten     
       
5Criminaliteit     
 Crim. bestr. transp. en log., projecten.2projecten21Ond
 Crim.bestr. transp. en log., voorbereiding projecten2aantal85Ond
 Nachtsurveillance35 000manuren35 20035 136Mob
 Rech. advies en ontw. dmv programma's en projecten121 685manuren132 208107 631Cri
 Ber.behandeling, Bemiddeling Interpol/Schengen73 493manuren73 16462 239Cri
 Identificatie, mbv Havank39 758manuren42 54455 967Cri
 Rech.info., Int.inlichtingen uitwisseling73 493manuren74 62430 354Cri
 Rech.info., Info-verstrekking op Nat.niveau73 493manuren69 669118 266Cri
 Rech.informatie, inzet op meldpunten49 397manuren46 377101 898Cri
 Inzet beredenen vee & paardenhouderij/Voork. Misdrijven3 120manuren1020Ond
       
6Milieu     
 Surveillance en gerichte controle beredenen3 120manuren1 423531Ond
 Controle geluidsemissie luchtverkeer400manuren1 000669Mob
       
7Vreemdelingenzorg     
 Voorselectie Identificatie Quick check13 253manuren13 450opm. 1)Cri
       
8Persoonsbeveiliging     
 Koninklijke beveiliging, Totaal100 150manuren107 96174 170Dkdb
 Diplomatieke beveiliging, Totaal38 650manuren103 76266 895Dkdb
       
9Politie Operationele Ondersteuning     
 Gekwalificeerde techn.onderst. aan operaties50 000manuren95 72967 118Ond
 Sto-inzet nav convenant18 000manuren15 3918 685Ond
 Ontw./verbetering techn.hulpmiddelen30 000manuren21 80227 548Ond
 Elektr. veiligheidsonderzoek + toetsing11 000manuren16 80021 646Ond
 Bijzondere recherche zaken71 083manurenopm. 1)Cri
 Vlieguren tbv politie-regio's, KLPD en Luchtfotografie3 820vlieguren3 9183 608Ond
 Vlieguren tbv kustwacht1 950vlieguren1 6981 409Ond
 Stand-by ivm levensreddend en spoedeisende inzet8 760uren8 7608 760Ond
 Inzet beredenen bij cer. en repr. taken3 120manuren2 0201 165Ond
 Inzet speurhonden en geleiders7 620manuren6 7647 976Ond
 Opl./tr./cert. van speurhonden tbv regio's, douane en KMAR6 780manuren10 5749 805Ond
 Keuring en cert. van surveillancehonden tbv regio's1 500manuren8331 490Ond
 Controle veiligheid watersport (ondersteuning tbv regio's)25 000manuren31 00030 000Mob
10Logistieke dienstverlening     
 Omzet kleding, uitrusting, vuurwapens en munitie34 000 000f37 994 00047 938 437Log
 Wapens (levering)370leveringen765699Log
 Munitie (levering)6 000 000stuks10 153 71010 446 074Log
 Wapeninspecties-/reparaties23 000inspecties21 92718 893Log
 Beheer Gerechtelijke Wapens11 000aantal11 20312 679Log
 Beheer munitie5 380aantal6 83423 694Log

** Divisies Mobiliteit, Ondersteuning, Centrale Recherche Informatie, Koninklijke en Diplomatieke Beveiliging en Logistiek.

1 Opm: Deze activiteit is niet apart geregistreerd.

Agentschap BPR

1. Algemene toelichting

1.1. Doelen en taken van het agentschap BPR

Voor BPR is de volgende missie geformuleerd: BPR bevordert dat de identiteit van de burger zorgvuldig wordt vastgesteld, vastgelegd en verstrekt ten behoeve van publieke dienstverlening.

De doelstellingen van BPR hebben betrekking op de uitvoering van de Wet GBA en de Paspoortwet. De taken van het BPR worden uitgevoerd namens de Minister van BZK en laten zich als volgt omschrijven:

– de voorbereiding van de wet- en regelgeving ten aanzien van de GBA en reisdocumenten;

– de ontwikkeling en uitvoering van het beleid inzake de GBA en reisdocumenten;

– het voorbereiden van beleid en het uitoefenen van controle ten aanzien van de ontwikkeling, productie en distributie van reisdocumenten;

– het operationele, tactische en strategische beheer van het GBA-netwerk;

– het geven van voorlichting en ondersteuning ten aanzien van de GBA en reisdocumenten aan gemeenten, gebruikers van de GBA en paspoortuitgevende instanties;

– het bijhouden van een signaleringsregister paspoorten;

– de schouwing en toetsing van de GBA-systemen;

– het zorg dragen voor de inning van de paspoortleges.

1.2. Aansturing

BPR is een hybride organisatie. De activiteiten ten behoeve van het beheer van het GBA-stelsel worden uitgevoerd ten behoeve van en betaald door de gebruikers van de GBA. Vanuit BZK gezien is de financiering hiervan volledig kostendekkend. De activiteiten op het gebied van de productie en distributie van reisdocumenten worden daarentegen nog volledig betaald door BZK. Tegenover deze kosten staan overigens wel de legesopbrengsten. De activiteiten ten behoeve van beleidsontwikkeling en wet- en regelgeving, zowel voor de GBA als voor reisdocumenten, zijn volledig geïntegreerd in het agentschap.

Het agentschap wordt aangestuurd door de DGOB. De DGOB stuurt op basis van vooraf gemaakte afspraken over door het agentschap te leveren producten en diensten. Hiertoe heeft het agentschap haar producten en diensten gedefinieerd en wordt door gebruik te maken van kengetallen tevens zicht verkregen op de doelmatigheid van de organisatie.

Het zichtbaar maken van de agentschapkosten en het toerekenen van deze kosten aan de te leveren producten en diensten moet leiden tot een meer transparant bedrijfsproces. Om dit te realiseren zijn/worden verschillende instrumenten ontwikkeld:

– een besluit sturingsrelaties BPR en een daarbij horend informatieprotocol. In dit laatste zijn de afspraken over de informatievoorziening vastgelegd;

– een verantwoordingssysteem met een driemaandelijkse rapportage aan DGOB op basis van de begroting en het jaarplan van BPR;

– het aanbrengen van administratief onderscheid tussen verschillende hoofdproducten van BPR, die ieder hun eigen systematiek voor de verrekening met gebruikers of BZK kennen;

– een doorberekeningsmodel, waarmee kosten worden toegerekend aan de verschillende hoofdproducten;

– de nadere invulling van de kengetallen, zoals die in het protocol zijn vastgelegd, en de periodieke rapportage hierover aan DGOB.

1.3. Hoofdproducten

BPR berekent al zijn kosten door aan gebruikers en opdrachtgevers. In dit verband worden vier hoofdproducten onderscheiden:

* Het beheer van het GBA-stelsel ten behoeve van de gebruikers

Dit hoofdproduct omvat alle activiteiten die worden verricht ten behoeve van de gebruikers van het GBA-stelsel. De kosten, de door BPR te betalen berichtkosten en de beheerkosten van BPR, worden conform het financieringsmodel GBA doorberekend aan de gebruikers, die daarmee een kostendekkende prijs per bericht betalen.

* Beleidsontwikkeling en wet- en regelgeving GBA

Deze activiteiten vloeien voort uit de verantwoordelijkheid van BZK voor het GBA-stelsel als geheel. De bijbehorende kosten worden door BZK vergoed aan BPR.

* De zorg voor de reisdocumentenketen, inclusief beleidsontwikkeling en wet- en regelgeving

Dit betreft de activiteiten en kosten voor de productie en distributie van reisdocumenten, voor het instandhouden en verbeteren van de dienstverlening, voor beleidsontwikkeling en voor het wijzigen en onderhouden van de wet- en regelgeving op het gebied van reisdocumenten. BPR krijgt ook voor deze kosten een vergoeding van BZK.

* Ondersteunende activiteiten ten behoeve van het project NGR

De activiteiten ten behoeve van de ontwikkeling van NGR zijn ondergebracht in een apart project onder verantwoordelijkheid van BZK, NGR genaamd. Dit project maakt geen deel uit van de BPR-organisatie. Deze verleent wel personele en materiële ondersteuning aan het project. De kosten hiervan worden doorbelast aan de opdrachtgever voor het project, BZK (projectbudget NGR).

De wijze van financiële verrekening verschilt dus per hoofdproduct. Voor GBA-beheer geldt een sluitend kostendekkend systeem. De andere drie hoofdproducten worden betaald door BZK. Alle kosten van BPR worden toegerekend aan één van de hoofdproducten, direct of via een daartoe geëigende verdeelsleutel. Voor 2000 is dit voor het eerst volledig gerealiseerd.

Voor het inzicht in het resultaat per hoofdproduct is in de toelichting een aparte subparagraaf van de baten en lasten opgenomen.

1.4. Financieel beheer

BPR draagt zorg voor een correcte uitvoering van het financieringsmodel GBA. Het in 1998 geïntroduceerde model is nu op alle gebruikers van toepassing. De kosten voor beleidsontwikkeling en wet- en regelgeving GBA, in de begroting 2000 terug te vinden als niet door te belasten kosten BZK/GBA, worden niet verrekend via dit financieringsmodel, maar betaald door BZK.

Voor de activiteiten op het gebied van reisdocumenten vergoedt BZK de werkelijk gemaakte kosten ten behoeve van de reisdocumentenketen. De inkomsten voor reisdocumenten, de rijksleges, worden, los van de kosten, geadministreerd en geïncasseerd. BZK draagt de inkomsten af aan Financiën. De administratie van deze geldstroom wordt gevoerd door het stafbureau openbaar bestuur (SOB). BPR bereidt de incasso van rijksleges voor, die door BZK worden geïnd. Op het gebied van reisdocumenten is dus nog geen sprake van een kostendekkend stelsel voor reisdocumenten, maar van twee, in principe gescheiden, diensten aan BZK. De sturing op deze beide geldstromen verloopt via afzonderlijke trajecten, hetgeen de sturing op kostenneutraliteit compliceert.

1.5. Toegepaste grondslagen

In deze jaarverantwoording worden de volgende grondslagen toegepast:

– de baten en lasten worden toegerekend aan het boekjaar waarop ze betrekking hebben;

– voor zover niet anders vermeld worden activa en passiva verantwoord tegen nominale waarde;

– materiële vaste activa worden gewaardeerd tegen aanschaffingsprijs (inclusief BTW) onder aftrek van afschrijvingen;

– op materiële vaste activa wordt afgeschreven op basis van de aanschaffingsprijs: afschrijvingen vinden plaats op basis van de geschatte gebruiksduur en een restwaarde van 5%;

– de vorderingen worden opgenomen tegen nominale waarde; onder aftrek van de eventuele te treffen voorziening voor mogelijk oninbaarheid die statisch wordt bepaald;

– BPR is niet BTW-plichtig.

1.6. Verbetering doelmatigheid

Resultaatgericht werken brengt mee dat men moet kunnen beschikken over ondermeer prestatie-indicatoren waaronder kengetallen. In 1999 is derhalve een eerste aanzet gegeven. In 2000 zijn de kengetallen verder verfijnd en terug te vinden in de financiële administratie, als ook in de jaarverantwoording over 2000. Daarnaast wordt bezien in hoeverre over de formele voorwaarden waaraan moet worden voldaan (ondermeer als uitvloeisel van de invoering VBTB) nog een verfijningslag kan worden gelegd om het management in staat te stellen nog nauwkeuriger te sturen. Met behulp van deze kengetallen zal inzicht kunnen worden verkregen in de effectiviteit van de ingezette middelen.

De planning & controlcyclus zal begin 2001 worden aangepast om beter en tijdiger inzicht te krijgen in de besteding van toegekende budgetten.

2. Balans van het agentschap BPR per 31 december 2000

 31-12-200001-01-2000
 f 1€ 1f 1€ 1
Activa    
Materiële vaste activa1 070 556485 7971 023 174464 296
* automatiseringsapparatuur760 668345 176661 438300 147
* inventaris309 888140 621361 736164 149
Materiële vaste activa in bestelling0000
* automatiseringsapparatuur0000
* Vorderingen4 605 3592 089 8213 758 9251 705 726
* debiteuren3 613 6501 639 8033 095 2011 404 541
* overlopende activa991 709450 018663 724301 185
Liquide middelen9 519 6064 319 80914 989 4616 801 921
Totaal activa15 195 5216 895 42719 771 5608 971 943
     
Passiva    
Agentschapvermogen2 280 6681 034 9222 462 7091 117 529
* exploitatiereserve2 462 7091 117 5292 462  7091 117 529
* saldo exploitatie lopend boekjaar– 182 041– 82 60700
Langlopende schulden846 167383 974707 167320 898
* schommelfonds773 821351 145634 821288 069
* leenfaciliteit RHB72 34632 82972 34632 829
Kortlopende schulden12 068 6865 476 53116 601 6847 533 516
* crediteuren4 565 5872 071 7732 673 8881 213 357
* leenfaciliteit RHB339 2352 249 571950 8283 919 201
* te verrekenen saldo gebruikers netwerk 19980153 9381 489 624431 467
* te verrekenen saldo gebruikers netwerk 19992 031 63801 998 542675 962
* te verrekenen saldo gebruikers netwerk 2000174 825921 9170906 899
* te verrekenen saldo prod/distr. reisdoc079 332852 0200
* overlopende passiva4 957 40108 636 782386 630
Totaal passiva15 195 5216 895 42719 771 5608 971 943

2.1. Toelichting op de balans van het agentschap BPR

Activa

Materiële vaste activa

Afschrijving vindt plaats op basis van een geschatte economische levensduur van 3 jaar voor automatiseringsapparatuur en 5 jaar voor inventaris met een restwaarde van 5% van de aanschafwaarde.

2000 is voor BPR het tweede volledige verslagjaar.

Het verloop van de materiële vaste activa gedurende het boekjaar is in het volgende overzicht weergegeven (bedragen x f 1):

 AutomatiseringInventarisTotaal
Stand per 1 januari 1999   
Aanschaffingsprijs1 475 355732 9302 208 285
Cumulatieve afschrijvingen813 917371 1941 185 111
Boekwaarde per 31-12-1999661 438361 7361 023 174
    
Mutaties gedurende 2000   
Investeringen516 03074 900590 930
Afschrijvingen416 800126 748543 548
Totaal mutaties 200099 230– 51 84847 382
    
Stand per 31 december 2000   
Aanschaffingsprijs1 991 385807 8302 799 215
Cumulatieve afschrijvingen1 230 717497 9421 728 659
Boekwaarde 31-12-2000760 668309 8881 070 556
Afschrijving percentage per jaar31,67%19% 

Vorderingen

Debiteuren. De debiteuren zijn gewaardeerd op hun nominale waarde zonder dat hierop een aftrek wegens oninbaarheid is toegepast. De verdeling over rijksafnemers, gemeenten en overigen is als volgt (bedragen x f 1):

Gemeenten244 322
Rijksafnemers1 606 762
Overigen1 762 566
Stand 31-12-20003 613 650

Overlopende activa. De vooruit betaalde kosten en nog te ontvangen bedragen kunnen als volgt worden gespecificeerd (bedragen x f 1):

OB2000293 750
Roccade137 563
Voorschot kleine kas750
Parkeerkosten1 125
Onderhoudscontracten9 965
Bijdrage Landelijk Instituut Sociale Verzekeringen (LISV) 2000548 556
Stand 31-12-2000991 709

De facturen inzake de inzet voor wat betreft Roccade worden door BPR betaald en daarna in rekening gebracht bij BZK.

Van het LISV moet nog een bijdrage in de kosten die in 2000 plaats hebben gevonden in verband met de pilot Sociale Zekerheden en Elektronische Identificatie worden ontvangen.

Het bedrag voor OB2000 heeft betrekking op het traject OB2000 en zal medio 2001 zijn afronding vinden.

Liquide middelen

BPR beschikt per 31 december 2000 over f 9 mln aan liquide middelen.

(bedragen x f 1)
Kas750
RHB10 980 406
Betaling onderweg– 1 461 550
Saldo 31-12-20009 519 606

Passiva

Agentschapvermogen

Het agentschapvermogen bedraagt f 2 280 668. Op basis van de Regeling Vermogensvoorschriften Agentschappen 2000 is in 2000 f 1 023 174 omgezet in een lening.

Het is BPR toegestaan om in 2000 maximaal een exploitatiereserve te hebben van 5% van de omzet over 1999. Deze norm wordt niet overschreden.

Exploitatie reserve. De exploitatie reserve is als volgt opgebouwd (bedragen x f 1):

Exploitatie reserve Balans
Stand 31-12-1999 (algemene reserve + bestemmingsreserve) 3 974 673
Verrekening saldo berichten 1999–/–488 790
Vermogensconversie–/–1 023 174
Stand 01-01-2000 2 462 709

Saldo exploitatie lopend boekjaar.Voorgesteld wordt om het negatieve exploitatieresultaat van f 182 041 ten laste van de reserve te brengen. Voor een nadere toelichting wordt verwezen naar paragraaf 3.4.

Langlopende schulden

Schommelfonds. Het Schommelfonds heeft het kenmerk van een niet direct opeisbare schuld aan GBA afnemers. Deze buffer dient om incidentele schommelingen in de berichtprijs tegen te gaan. In 2000 is f 139 000 aan de buffer toegevoegd (zie paragraaf 3.2.). Er was gezien de geleidelijk dalende berichtprijs geen aanleiding om geld aan de buffer te onttrekken.

Leenfaciliteit RHB. Conform de voorschriften van de vermogensconversie is er een lening verkregen van f 1 023 174. De 1e aflossing heeft op 31 december 2000 plaats gevonden. Er resteert nog een bedrag van f 411 581 waarvan f 72 346 een langlopend karakter (aflossing 2002) heeft en f 339 235 kortlopend (aflossing 2001).

Kortlopende schulden

Crediteuren. Dit betreft de schuld per balansdatum aan leveranciers van goederen en diensten. Het saldo wordt met name verklaard door een drietal posten, te weten: netwerkleverancier GEIS voor het GBA-berichtenverkeer in december, Enschede SDU voor productie en ontwikkelkosten in december en BZK inzake de loonkosten in december.

(bedragen x f 1)
GEIS722 912
BZK585 652
ES2 706 773
Overige Crediteuren550 250
Stand 31-12-20004 565 587

Te verrekenen saldi gebruikers netwerk GBA. Dit betreft de saldi voor het berichtenverkeer die nog moeten worden verrekend met de gebruikers. Het saldo over 1998 is volledig verrekend via het tarief voor 2000, evenals een beperkt deel van het saldo over 1999. De resterende saldi over 1999 en 2000 zullen worden verrekend in de tarieven voor 2001 en 2002.

Overlopende passiva. Dit betreft de vooruit ontvangen en nog te betalen bedragen. Deze kunnen als volgt worden gespecificeerd (bedragen x f 1):

Vooruitontvangen: 
RDB huisvesting 2001548 886
Persoonsinformatievoorziening Nederlandse Antillen (PIVA)195 750
  
Nog te betalen: 
Huur + huisvesting 1998/1999/2000630 076
Vakantiegeld/Interim235 000
Acceptatie OB2000100 000
Audit 20001 005 108
Forfaitaire bijdragen(schuld aan BZK)800 000
Claim Trionet519 900
Verrekening met BZK inzake LO3641 075
Diversen281 606
Stand 31-12-20004 957 401

De vooruit ontvangen bedragen hebben betrekking op activiteiten waarvoor nog geen kosten zijn gemaakt.

In de jaarrekening 1999 was onder paragraaf 2.2.1 een nog te betalen bedrag verrekening BZK inzake Kieswet ad f 998 886 opgenomen. Inmiddels is met BZK afgesproken dat dit bedrag mag worden aangewend voor huisvesting van RDB medewerkers: f 450 000 in 2000 en het restant f 548 886 in 2001. Vanaf 2002 worden deze kosten verwerkt in de kostprijs voor Reisdocumenten.

De nog te betalen bedragen hebben betrekking op activiteiten in 2000, waarvoor nog geen factuur is ontvangen.

Voor huur + huisvesting staan nog bedragen uit 1998, 1999 en 2000 open inzake service en inhousemanagement die contractueel overeengekomen zijn maar waarvoor nog geen factuur is ontvangen.

In 2000 zijn met een groot aantal gemeenten afspraken gemaakt over de uit te voeren audit. Na ontvangst van de rapportage wordt de vergoeding aan de gemeenten overgemaakt.

In de rapportage 1999 is de claim van Trionet onder niet uit de balans blijkende verplichtingen opgenomen. Na onderhandelingen met Trionet is de claim vastgesteld op f 519 900.

Voor de verrekening BZK inzake LO3 wordt verwezen naar 2.2.

2.2. Niet uit de balans blijkende verplichtingen en vordering

In het jaar 2001 zal nog een deel van de verrekening van de financiering van de kosten van L.O-3.0 plaatsvinden aan BZK.

Dit bedrag wordt door een toeslag op het berichtentarief aan de afnemers in rekening gebracht. Tegenover deze verplichting aan BZK staan voor hetzelfde bedrag vorderingen op de afnemers van de GBA.

1999f 6 800 000voorfinanciering
2000f   641 075terugbetaling aan BZK
saldof 6 158 925 

In 2001 en 2002 zal het resterende bedrag bij de gebruikers van de GBA in rekening gebracht worden via de opslag van 6 cent op het berichttarief. Voor 2001 is een bedrag van f 3,4 mln geraamd. Het resterende bedrag zal in 2002 worden verrekend.

3. Baten-lastenoverzicht 2000: confrontatie ontwerp-begroting met de realisatie

 (1)(2)(3)=(2)-(1)
OmschrijvingOorspronkelijk vastgestelde begrotingRealisatieVerschil realisatie en oorspronkelijk vastgestelde begroting
 f 1 000€ 1 000f 1 000€ 1 000f 1 000€ 1 000
Baten      
opbrengst moederministerie      
* beheer GBA2 04592800– 2 045– 928
* beleid GBA3 2931 4946 1862 8072 8931 313
* reisdocumenten33 76915 32444 15820 03810 3894 714
* doorberekening54324654324600
opbrengst overige ministeries  11 8415 37311 8415 373
opbrengst derden14 2956 48716 9037 6702 6081 183
opbrengst LO-33 7331 6943 5541 613– 179– 81
rentebaten  500227500227
buitengewone baten  0000
exploitatietoevoeging gebruikers1 1004991 457661357162
exploitatietoevoeging materieel45020400– 450– 204
exploitatiebijdrage  0000
Totaal baten59 22826 87685 14238 63525 91411 759
       
Lasten      
apparaatskosten      
* personele kosten6 4752 9386 5092 9543416
* materiële kosten1 8088202 132967324147
berichtkosten9 7004 40210 6734 843973441
GBA-beheer1 6977701 87385017680
GBA-beleid2 3961 0874 8752 2122 4791 125
reisdocumenten productie29 17113 23732 28914 6523 1181 415
overige kosten reisdocumenten1 3686213 4791 5792 111958
extra kosten reisdocumenten2 5001 1347 5003 4035 0002 269
kosten LO-3pmpm14 6456 64614 6456 646
rentelasten52245123– 1– 1
afschrijving583265544247– 39– 18
dotatie schommelfonds139631396300
forfaitaire bijdragen650295440200– 210– 95
dotaties voorzieningen  0000
buitengewone lasten  0000
Totaal lasten56 53925 65685 14938 63928 61012 983
       
Verwacht resultaat2 6891 220– 7– 4– 2 696– 1 224
nog te verrekenen GBA 2000  – 175– 79  
Resultaat  – 182– 83  

3.1. Toelichting op de staat van baten en lasten over 2000

Baten

Opbrengst moederdepartement

Bijdrage ten behoeve van GBA-beheer. De bijdrage van BZK ten behoeve van activiteiten voor het GBA-beheer hebben betrekking op de berichten van de CBS. Deze berichten worden verantwoord onder GBA-beleid omdat de verantwoordelijkheid bij BPR ligt.

Bijdrage ten behoeve van GBA-beleid. De bijdrage van BZK ten behoeve van activiteiten die voortvloeien uit de verantwoordelijkheid van BZK voor het GBA-stelsel.

Bijdrage ten behoeve van reisdocumenten. De bijdrage van BZK ten behoeve van reisdocumenten, volgens de primaire begroting 2000 f 33,769 mln, in de loop van 2000 aangevuld tot f 44,158 mln. Dit betreft onder andere de volgende wijzigingen:

– een toename met f 0,7 mln voor extra uitgaven voor productie en distributie;

– bijdrage van f 3,8 mln in verband met activiteiten die in 1999 niet hebben plaats gevonden maar doorgeschoven zijn naar 2000;

– een toename met f 5 mln uit de meeropbrengsten inzake reisdocumenten ten behoeve van ontwikkelkosten in verband met de invoering van NGR;

Vergoeding personeel en materieel. De vergoeding voor personele en materiële kosten ten behoeve van reisdocumenten bedroeg, inclusief looncompensatie (f 54 000 ), f 1 827 000.

Doorberekening. In de begroting is een doorberekening van f 543 000 aan het project NGR geraamd, deze doorbelasting heeft ook plaats gevonden.

Opbrengst overige ministeries

De door de overige ministeries betaalde bijdrage van f 11 mln aan LO-3 is hieronder verantwoord. Tevens is de bijdrage inzake NAP gelden (f 0,8 mln) die ontvangen is van Economische Zaken hierop geboekt.

Opbrengst derden

De aan de gebruikers van de GBA in rekening gebrachte berichten worden hierop verantwoord. Door de hogere aantallen berichten dan geraamd is ook de opbrengst hoger dan de geraamde.

Opbrengst LO3

De aan de gebruikers van de GBA in rekening gebrachte opslag van 6 cent wordt hierop verantwoord.

Rentebaten

Voor 2000 is geen rente geraamd, maar wel recht op rente ontstaan. Het bedrag van f 499 784 zal begin 2001 worden ontvangen. Het bedrag is verdeeld over de hoofdproducten naar rato van de beschikbare budgetten.

Exploitatietoevoeging gebruikers

In het tarief wordt rekening gehouden met de verrekening van het voorgaande jaar. Door het hogere aantal berichten is ook deze bijdrage hoger dan geraamd.

Exploitatietoevoeging materieel

De exploitatietoevoeging materieel was begroot onder deze post. Door de bijdrage van het moederministerie voor deze kosten is deze post hier komen te vervallen.

Lasten

Apparaatskosten

Personele kosten. De personele kosten zijn bijna gelijk aan het geraamde bedrag.

Materiële kosten. Zowel deHuur/huisvestingskosten als de kantoorkosten zijn hoger dan begroot. Dit is het gevolg van de komst van de projecten KOA en NGR naar BPR, waardoor er extra huisvestingskosten moesten worden gemaakt, deze kosten zijn aan de betrokken projecten doorbelast.

Berichtkosten GBA-stelsel

De toename van de berichtkosten hangt samen met de toename van het aantal berichten.

GBA-beheer

De GBA-beheer kosten zijn bijna gelijk aan het geraamde bedrag.

GBA-beleid

De kosten ten behoeve van het hoofdproduct beleidsontwikkeling en wet- en regelgeving GBA, die niet worden doorbelast aan de gebruikers van de GBA, zijn hoger dan begroot.

De toename van de kosten voor GBA-beleid zijn gelijk aan het bedrag dat is toegekend bij 1e suppletore begroting 2000. Dit betreft activiteiten die oorspronkelijk in 1999 zouden worden uitgevoerd maar daadwerkelijk in 2000 hebben plaats gevonden.

Productie reisdocumenten

In 2000 is een extra productieopdracht ten bedrage van f 4,8 mln gegeven.

Overige kosten reisdocumenten

De overige kosten reisdocumenten zijn toegenomen met het bedrag dat is geconcretiseerd bij 1e suppletore begroting 2000. Dit betreft onder andere activiteiten die oorspronkelijk in 1999 zouden worden uitgevoerd maar daadwerkelijk in 2000 hebben plaats gevonden.

Extra kosten reisdocumenten

Medio 4e kwartaal 2000 is de inschatting dat de verkoop van reisdocumenten hoger zou zijn dan geraamd, uit deze geraamde meeropbrengsten is een bedrag van f 5 mln toegevoegd aan de BPR begroting (2e suppletore begroting).

Kosten L.O. versie 3

In 2000 is aan de gemeenten een bedrag van f 14 mln betaald als compensatie voor kosten voor systeemwijzigingen ten gevolge van de wijziging van het logisch ontwerp GBA. Dit is 60% van de vergoeding. Tevens is er een bedrag van f 0,6 mln terug betaald aan BZK in verband met de voorfinanciering.

Afschrijvingskosten

De afschrijvingskosten zijn gebaseerd op een geschatte economische levensduur van 3 jaar (voor automatiseringsprogrammatuur/apparatuur), respectievelijk 5 jaar (voor inventaris) met een restwaarde van 5% van de aanschafwaarde.

Toevoeging schommelfonds

Conform de begroting heeft een toevoeging van f 139 000 aan de buffer (in de begroting nog aangeduid als egalisatievoorziening) plaatsgevonden.

Forfaitaire bijdragen

De forfaitaire bijdrage is aangepast naar f 440 000. Deze aanpassing is doorgevoerd in de begroting 2001 en verder.

3.2. Baten-lastenoverzicht 2000 gespecificeerd naar hoofdproduct

 (1)(2)(3)=(2)-(1)
OmschrijvingOorspronkelijk vastgestelde begrotingRealisatieVerschil realisatie en oorspronkelijk vastgestelde begroting
   GBA BeheerGBA BeleidReisdocumentenProject NGR
 f 1 000€ 1 000f 1 000€ 1 000f 1 000€ 1 000f 1 000€ 1 000f 1 000€ 1 000f 1 000€ 1 000
Baten            
opbrengst moederministerie            
* beheer GBA2 04592800000000– 2 045– 928
* beleid GBA3 2931 494006 1862 80700002 8931 313
* reisdocumenten33 76915 324000044 15820 0380010 3894 714
* doorberekening54324600000054324600
opbrengst overige ministeries0011 0915 033007503400011 8415 373
opbrengst derden14 2956 48716 9037 6700000002 6081 183
opbrengst LO-33 7331 6943 5541 613000000– 179– 81
rentebaten0018082251129013252500227
buitengewone baten000000000000
exploitatietoevoeging gebruikers1 1004991 457661000000357162
exploitatietoevoeging materieel45020400000000– 450– 204
exploitatiebijdrage000000000000
Totaal baten59 22826 87633 18515 0596 2112 81845 19820 51054824825 91411 759
             
Lasten            
apparaatskosten            
* personele kosten6 4752 9383 8161 7327253291 5507034181903416
* materiële kosten1 8088201 025465224102467212416189324147
berichtkosten9 7004 40210 6734 843000000973439
GBA-beheer1 6977701 87385000000017680
GBA-beleid2 3961 087004 8752 21200002 4791 125
reisdocumenten productie29 17113 237000032 28914 652003 1181 415
overige kosten reisdocumenten1 36862100003 4791 579002 111958
extra kosten reisdocumenten2 5001 13400007 5003 403005 0002 269
kosten LO-3pmpm14 6456 64600000014 6456 646
rentelasten522418821301410– 10
afschrijving58326538117333151305900– 39– 18
dotatie schommelfonds139631396300000000
forfaitaire bijdragen650295440200000000– 210– 95
dotaties voorzieningen  0000000000
buitengewone lasten  0000000000
Totaal lasten56 53925 65633 01014 9805 8592 65945 44520 62283537928 61012 982
             
Verwacht resultaat2 6891 22017579352159– 247– 112– 287– 1312 6961 223
nog te verrekenen GBA 2000  – 175– 79      00
Resultaat2 6891 22000352159– 247– 112– 287– 1312 6961 223

3.3. Saldo van baten en lasten per hoofdproduct

In paragraaf 3.2. zijn de baten en lasten in 2000 uitgesplitst naar hoofdproduct. De wijze van toerekenen van het resultaat verschilt per hoofdproduct. In deze subparagraaf wordt dit per hoofdproduct uitgewerkt:

Het beheer van het GBA-stelsel ten behoeve van de gebruikers. Hogere baten en lagere lasten leiden tot een positief saldo van f 174 825. Dit bedrag zal volgens de regels van het financieringsmodel GBA in het tarief voor 2001 worden verrekend met de gebruikers.

Beleidsontwikkeling en wet- en regelgeving GBA.De uitgaven voor dit hoofdproduct konden uit het beschikbare budget worden gedekt. Door verschuiving van beleidsactiviteiten is dit bedrag ingezet voor beleidsintensivering inzake de zorg voor het reisdocumentenketen. Voorgesteld wordt om het restant van het positieve exploitatieresultaat van f 104 915 toe te voegen aan de exploitatiereserve.

De zorg voor de reisdocumentenketen. Het negatieve saldo van baten en lasten voor het hoofdproduct reisdocumenten is met name het gevolg van een beleidsintensivering. Deze verschuiving wordt gedekt uit het beschikbare budget door beleidsextensivering bij Beleidsontwikkeling en wet-/regelgeving GBA.

Ondersteunende activiteiten ten behoeve van het project NGR. De uitgaven voor dit hoofdproduct konden worden gedekt uit het aan het project NGR doorberekende bedrag van f 543 000. Voorgesteld wordt om het negatieve exploitatie resultaat van f 286 956 ten laste te brengen van het exploitatiereserve.

3.4. Resumé

Voorgesteld wordt om het volgende bedrag te verrekenen: – f 174 825 als schuld aan de gebruikers van de GBA.

Voorgesteld wordt om het uiteindelijke negatieve exploitatieresultaat in totaal f 182 041 ten laste laten komen van de exploitatiereserve.

4. Kasstroomoverzicht 2000: confrontatie ontwerp-begroting met de realisatie

   (1)(2)(3)=(2)-(1)
Omschrijving Oorspronkelijk vastgestelde begrotingRealisatieVerschil realisatie en oorspronkelijk vastgestelde begroting
   f 1 000€ 1 000f 1 000€ 1 000f 1 000€ 1 000
1. Rekening courant RHB 1 januari6 5352 96513 5416 1457 0063 180
         
2. Totaal operationele kasstroom– 1 422– 645– 1 358– 6166429
         
 3a. -/-totaal investeringen– 583– 265– 591– 268– 8– 3
 3b. +/+totaal boekwaarde desinvesteringen 00000
3. Totaal investeringskasstroom– 583– 265– 591– 268– 8– 3
         
 4a. -/-eenmalige uitkering aan moederministerie– 1 301– 590– 1 023– 464278125
 4b. +/+eenmalige storting door moederministerie  0000
 4c. -/-aflossingen op leningen– 583– 265– 612– 278– 29– 13
 4d. +/+beroep op leenfaciliteit1 8848551 023464– 861– 391
4. Totaal financieringskasstroom00– 612– 278– 612– 279
         
5. Rekening courant RHB 31 december (=1+2+3+4)4 5302 05510 9804 9836 4502 927
  (maximale roodstand f 1 mln)      

Wijzigingen in het kader van eerste en tweede suppletore begroting 2000 leiden niet tot wijzigingen in het kasstroomoverzicht.

5. Overzicht vermogensontwikkeling 1996–2000

  19961997199819992000 Begroot2000 Realisatie
     f 1 000€ 1 000f 1 000€ 1 000f 1 000€ 1 000
Agentschapvermogen per 1/1a   4 9752 2582 4631 1182 4631 118
           
* saldo van baten en lastenb   – 489– 22200– 182– 83
* directe mutaties in het eigen vermogen:          
– uitkering aan moederministeriec   – 1 000– 4540000
– storting door moederministeried   000000
– overige mutatiese         
           
Agentschapvermogen per 31/12a+b+c+d+e   3 4861 5822 4631 1182 2811 035

Per 1 januari 1999 zijn de taken van het voormalige agentschap GBA en van de voormalige afdeling Reisdocumenten en Bevolkingsadministratie, beiden onderdelen van BZK, samengevoegd in het agentschap BPR.

6. Kengetallen BPR

 1999 Realisatie2000 Begroot2000 Realisatie2001 Begroot
GBA-stelsel    
a. Netwerkbeheer    
* berichtentarief (excl. te verrekenen saldi en LO3)f 0,30f 0,29f 0,29f 0,31
* berichtenvolume57,4 mln60,0 mln63,4 mln63,5 mln
b. Kosten    
* kosten GBA18,8 mln20,7 mln25,0 mln29,2 mln
* kosten door te belasten aan gebruikers15,4 mln17,4 mln19,0 mln21,0 mln
* beheerkosten GBA5,4 mln5,9 mln5,9 mln5,8 mln
c. Aansluiting afnemers    
* doorlooptijd aansluiten9 mnd9 mnd9 mnd9 mnd
* aantal aansluitingen afnemers365450493603
* aantal gemeenten aangesloten als afnemer(gaba)157250163162
d. Ondersteuning    
* aantal vragen infodesk3 4603 1304 3564 000
* aantal vragen netwerk service deskpmpm5 000
* aantal schouwingen en toetsingen:274120243120
– waarvan regulier52243120
– waarvan millennium gerelateerd222
     
Reisdocumenten    
a. Aantal afgegeven reisdocumenten (okt 99-nov 2000)    
* Nationale Paspoorten1,463 mln1,489 mln1,521 mln1,636 mln
* Europese identiteitskaarten0,944 mln0,972 mln1,260 mln0,989 mln
b. Aantal reisdocumenten voor incasso rijksleges gemeenten    
* Nationale Paspoorten1,436 mln1,668 mln1,574 mln1,526 mln
* Europese identiteitskaarten0,926 mln1,043 mln1,260 mln0,987 mln
c. Geïncasseerde Rijksleges gemeenten94,3 mln109 mln109,8 mln108 mln
d. Aantal verzoeken om signalering (exclusief handhavingen)4901 5005851 000
Totaal aantal signaleringen1 8573 0001 8082000
e. Ondersteuning    
* aantal vragen infodesk3 0392 9003 4394 000

6.1. Toelichting bij de kengetallen

GBA-stelsel

Netwerkbeheer. De opgenomen berichtprijzen zijn de tarieven exclusief de verrekeningen van saldi en specifieke opslagen. Het tarief voor 2000 was conform de begroting. Het tarief inclusief saldiverrekeningen en LO3 bedroeg 0,33. Voor 2001 is een tarief berekend van 0,31 exclusief en 0,34 inclusief. Het berichtenvolume nam behoorlijk toe. Dit wordt vooral veroorzaakt door het grotere aantal gebruikers. De ontwikkeling van het berichtenvolume is nog moeilijk voorspelbaar. Vooralsnog wordt er van uitgegaan dat het zich in 2001 minimaal zal handhaven op het niveau van 2000.

Kosten. De beheerkosten GBA zijn conform de begroting.

Aansluiting afnemers. De doorlooptijd kon worden gehandhaafd op 9 maanden. Het aantal aansluitingen nam in 2000 toe tot 493. Voor 2001 wordt met een groei van 110 rekening gehouden. Het aantal gemeenten dat aangesloten is als afnemer nam in 2000 met 6 toe. Voor 2001 wordt een stijging met negen voorzien. Door gemeentelijke herindelingen verdwijnen per 1-1-2000 10 aansluitingen, zodat per saldo voor 2001 met 162 aansluitingen rekening wordt gehouden.

Ondersteuning. Het aantal vragen aan de infodesk is in 2000 fors gestegen. De stijging werd vooral veroorzaakt door extra vragen in verband met de invoering van LO3 per 1 februari 2001.

Reisdocumenten

Aantal afgegeven reisdocumenten en rijksleges.Ten aanzien van de aantallen reisdocumenten worden apart vermeld de aantallen in de periode oktober 1999–november 2000 aan alle verstrekkende instanties afgegeven reisdocumenten en de aantallen waarvoor in 2000 per incasso leges zijn geïnd.

Verzoeken om signalering. Het totaal aantal verzoeken om signaleringen is ver bij de raming achtergebleven. Oorzaak is dat de inwerkingtreding van artikel 24b van de Paspoortwet (nog) niet is gerealiseerd. Het totaal aantal signaleringen gaf een lichte daling te zien. In 2000 zijn er in verhouding meer signaleringen vervallen dan dat er nieuwe verzoeken zijn geplaatst. Veel van de vervallen signaleringen zijn verwijderd omdat de opnametermijn was overschreden.

Ondersteuning. Het aantal vragen nam ten opzichte van 1999 toe en is ook aanmerkelijk hoger dan de raming. Een en ander heeft te maken met de komende invoering van de NGR en de voorgenomen invoering van kostendekkende tarieven.

Agentschap CAS

1. Algemene toelichting

1.1. Kerntaak en werkwijze

Het agentschap CAS, ingesteld per 1 januari 1997, heeft als kerntaak het wegwerken van de achterstanden in de wettelijk verplichte bewerking en overbrenging van archieven van de Rijksoverheid (zie Koninklijk Besluit CAS van 12 december 1996). De archiefbewerkingsactiviteiten van de CAS vloeien enerzijds voort uit de wettelijke voorschriften ten aanzien van de door de overheid te betrachten archiefzorg ( Archiefwet 1995 ), anderzijds uit de bestuurlijke noodzaak van een efficiënt informatiebeheer. De dienst speelt een essentiële rol in de verantwoordelijkheidsketen zorgdrager (de ministeries) – CAS – Rijksarchiefdienst met betrekking tot het life-cycle management van overheidsinformatie.

Het in 1995 ingevoerde convenantensysteem is in de afgelopen jaren een geschikte methodiek gebleken om de kerntaak op adequate wijze uit te voeren. Binnen dit systeem hebben de ministeries en Hoge Colleges van Staat een trekkingsrecht op een bepaald deel van het budget dat op de Rijksbegroting voor de CAS is opgenomen. Per 1 januari 2000 is overgegaan op het een stelsel van flexibele convenanten, waarbij tevens de periode is verlengd tot 2011. Hierdoor kunnen de wettelijke zorgdragers op een doeltreffender wijze de beschikbare budgetten inzetten om de archiefproblematiek aan te pakken. Het nieuwe stelsel heeft het afgelopen jaar reeds bewezen dat een verhoging van de flexibiliteit de convenantspartners in staat stelt doeltreffender te anticiperen op nieuwe knelpunten.

De CAS richt zich naar de Aanwijzingen inzake het verrichten van marktactiviteiten door organisaties binnen de Rijksdienst. Dit betekent dat de CAS de werkzaamheden voor organisaties die niet behoren tot de rechtspersoon Staat in 2000 in goed overleg met opdrachtgevers verder heeft afgebouwd.

Organisatieontwikkeling

Vakinhoudelijke ontwikkelingen – zoals met name de opkomst van elektronische overheidsinformatie – en het toenemende accent op kwaliteit en kwaliteitssystemen, nopen de CAS tot het doen van substantiële investeringen in hard- en software en bovenal in kennis. De nieuwe organisatie inrichting waarmee de CAS eind 1999 is gestart heeft in 2000 veel energie gevraagd op het terrein van de ontwikkeling en uitvoering van opleidingen.

1.2. Resultaten

Het vierde agentschapsjaar wordt afgesloten met een positief saldo. Dit positief saldo is f 330 000 hoger uitgevallen dan begroot. De voornaamste reden hiervan is het feit dat er in 2000 meer gebruik is gemaakt van inhuurkrachten.

1.3. Convenantsverplichtingen

In 2000 is de achterstand in de openstaande convenantsverplichtingen (te lezen als capaciteitsinzet ten laste van CAS-budget afkomstig van het moederministerie) per 31 december 1999 nog niet weggewerkt. Dit hangt samen met de vraag naar CAS-diensten in aanvulling op de te verrichten diensten in het kader van het convenantensysteem.

1.4. Kengetallen en kwaliteitszorg

In 2000 is er verder gewerkt aan TQM programma's. Dit jaar lag de nadruk op de ontwikkeling en uitvoering van het opleidingsprogramma.

Het centrale kengetal van de CAS is het productierealisatiecijfer. Dit getal geeft de verhouding aan tussen het aantal meters archief dat volgens het raamconvenantensysteem moet worden bewerkt en het aantal uren dat volgens de begroting hieraan besteed had mogen worden. Het kengetal is van essentieel belang in de verantwoording op politiek niveau omdat het aangeeft in hoeverre de CAS erin slaagt de macrodoelstelling te realiseren: het wegwerken van archiefvolumes (meters) binnen de budgettaire kaders, uitgedrukt in uren. Tot en met 2000 heeft de CAS in 62% van de uren 58% van de meters weggewerkt.

Het aantal productieve uren per medewerker van het formatieve personeel is lager uitgevallen dan begroot. Belangrijke reden hiervoor is gelegen in de inspanning om te komen tot een kennisgerichte organisatie.

1.5. Conversie van eigen naar vreemd vermogen

Met ingang van begrotingsjaar 2000 is de wijziging van het beleid inzake de financiering en het vermogensbeheer van agentschappen van kracht geworden. Als gevolg daarvan is er een bedrag ter grootte van f 395 232 aan agentschapvermogen afgeroomd. Dit bedrag is door BZK weer ter beschikking gesteld voor het doen van investering die ten goede dienen te komen aan de uitvoering van de kerntaak i.c. de klanten. Van dit bedrag is in 2000 f 287 438 besteed en gepresenteerd in de verantwoording onder de overige opbrengsten.

Het resterende bedrag zal in 2001 worden besteed en maakt deel uit van de post Budgetverplichting CAS/BZK.

2. Balans en baten-lastenoverzicht agentschap CAS

2.1. Balans van het agentschap CAS per 31 december 2000

 per 31-12-2000per 01-01-2000
 f 1 000€ 1 000f 1 000€ 1 000
Activa    
Materiële vaste activa2 6441 2003 0551 386
* grond en gebouwen39184520
* installaties en inventaris1 0164601 086493
* automatisering1 2445651 440653
* inventaris345157484220
     
Onderhanden projecten– 1 353– 614– 685– 311
     
Vorderingen    
Debiteuren1 047475793360
     
Overlopende activa    
Nog te ontvangen bedragen21095228103
Vooruitbetaalde kosten1074913762
     
Liquide middelen    
Rekening-courant RHB2 8451 2912 6781 216
Kas1042
     
Totaal activa5 5012 4966 2102 818
     
Passiva    
     
Agentschapvermogen982446580263
* exploitatiereserve580264580263
* saldo exploitatie boekjaar402182  
     
Voorzieningen637634
     
Langlopende schuld    
Lening Financiën1 4406533 0491 384
     
Kortlopende schuld    
Lening Financiën (aflossingsdeel 2001)762346  
Crediteuren564256685311
     
Overlopende passiva    
Budgetverplichtingen CAS/BZK1 0514771 041473
Nog te betalen bedragen696315779353
     
Totaal passiva5 5012 4966 2102 818

2.2. Baten-lastenoverzicht 2000: confrontatie ontwerp-begroting met de realisatie

 (1)(2)(3)=(2)-(1)
OmschrijvingOorspronkelijk vastgestelde begrotingRealisatieVerschil realisatie en oorspronkelijk vastgestelde begroting
 f 1 000€ 1 000f 1 000€ 1 000f 1 000€ 1 000
Baten      
Opbrengst moederministerie ten behoeve van convenanten archiefbewerking9 1254 1409 6924 398567258
Opbrengst archiefbewerking ten behoeve van ministeries, niet zijnde convenanten  1 9198701 919870
Opbrengst archiefbewerking derden1 580717898408– 682– 309
Opbrengst opslag nieuwbouw771350721327– 50– 23
Overige opbrengsten  337153337153
Rentebaten  67306730
Exploitatiebijdrage1 0004541 17953517981
Totaal baten12 4765 66114 8136 7212 3371 060
       
Lasten      
Apparaatskosten      
* personele kosten      
– loonkosten8 0063 6338 7593 975753342
– fictieve wachtgeldverplichtingen352160313142– 39– 18
* materiële kosten      
– huisvestingskosten285129271123– 14– 6
– kantoorkosten24811325411562
– productiekosten36016352223716274
– marketingkosten63295625– 7– 4
– algemene kosten16374200913717
– gebruikersvergoeding huur gebouwen1 8568421 792813– 64– 29
– fictieve verzekeringspremie6027602700
Mut. Verwacht verlies op onderhanden werk  301137301137
Rentelasten11452152693817
Afschrijvingskosten8974079224182511
Overige toegerekende kosten aan projecten  809367809367
Totaal lasten12 4045 62914 4116 5392 007910
       
Saldo van baten en lasten7232402182330150

2.3. Toelichting op de balans en de rekening van baten en lasten

Waarderingsgrondslagen en wijze van resultaatbepaling

Voor zover niet anders vermeld worden activa en passiva tegen nominale waarde opgenomen.

Materiële vaste activa

De materiële vaste activa worden gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs of vervaardigingsprijs, verminderd met lineaire afschrijvingen.

De verkrijgingsprijs is voor alle activa, de factuurprijs inclusief BTW.

De afschrijvingen zijn gebaseerd op de geschatte economische levensduur, die per categorie als volgt is bepaald:

Gebouwen en terreinen (verbouwingen): 10 jaar

Machines en installaties: 10 jaar

Automatiseringsapparatuur en programmatuur: 3 jaar

Inventarissen: 5 jaar

Transportmiddelen: 4 jaar

Onderhanden projecten

De onderhanden projecten voor derden en uit hoofde van convenanten worden gewaardeerd tegen de bestede uren maal het bijbehorende externe tarief, vermeerderd met de toegerekende overige kosten.

De in rekening gebrachte (pro forma) termijnen worden op het bruto onderhanden werk in mindering gebracht.

Indien blijkt dat de voorcalculatie van een in bewerking zijnde project is, dan wel dreigt te worden overschreden wordt er door de manager bedrijfsprocessen een onderzoeksteam ingesteld om de oorzaken van de overschrijding te analyseren en wordt er op basis van de realisatiecijfers van het project en de nog te verrichten werkzaamheden met betrekking tot het project een berekening gemaakt van het te verwachten verlies.

Voor het te verwachten verlies wordt dan een voorziening gevormd, die in mindering wordt gebracht op de waarde van het onderhanden werk.

Debiteuren

De vorderingen op debiteuren zijn gewaardeerd tegen nominale waarde, onder aftrek van een voorziening voor oninbaarheid. Per balansdatum worden de vorderingen individueel beoordeeld op het risico van oninbaarheid.

Uitgangspunt voor de bepaling van een voorziening is dat het verschil tussen het nominale bedrag en de voorziening naar redelijke verwachting het daadwerkelijk te ontvangen bedrag benadert.

Opbrengst moederministerie ten behoeve van convenanten archiefbewerking, opbrengst archiefbewerking ten behoeve van ministeries, niet zijnde convenanten en opbrengst archiefbewerking derden.

In de opbrengsten archiefbewerking zijn tevens de in geld uitgedrukte uren en overige kosten inzake nog niet afgesloten projecten begrepen (mutatie onderhanden werk).

Balans per 31 december 2000

Per post van de balans wordt onderstaand een nadere toelichting gegeven (bedragen in f 1 000).

Materiële vaste activa. Het verloop van de materiële vaste activa in 2000 kan als volgt worden samengevat:

 Gebouwen/ terreinenMachines en installatiesAutoma- tiseringsapparatuur en programmatuurInventarissenTransportmiddelenTotaal
Boekwaarde per 31 december 1999451 0861 4404843 055
Investeringen 20005843518511
Desinvesteringen 2000
Afschrijvingen 20006128631157922
Boekwaarde per 31 december 2000391 0161 2443452 644
       
Aanschaffingswaarde per 31 december 2000502 2433 6581 9827 933
Cumulatieve afschr. tot en met 31 december 2000111 2272 4141 6375 289
Boekwaarde per 31 december 2000391 0161 2443452 644
       
Afschrijvingspercentages101033 1/32025 

Onderhanden projecten. Als volgt samengesteld:

 31-12-200031-12-1999
Bestede uren13 8359 652
Directe kosten1 9961 399
 15 83111 051
Gefactureerde termijnen– 16 575– 11 428
Voorziening verwachte verliezen– 609– 308
 – 1 353– 685

Voorziening verwachte verliezen op onderhanden projecten. Voor te verwachten verliezen op onderhanden projecten is een voorziening gevormd. Het verloop van deze voorziening was als volgt:

Stand per 31 december 1999308
Bij: toevoeging ten laste van het resultaat 2000643
 951
Af: vrijgevallen in verband met afgesloten projecten in 2000342
Stand per 31 december 2000609

Debiteuren. Dit betreft de reeds gefactureerde, nog te ontvangen bedragen van derden wegens verrichte werkzaamheden.

Nog te ontvangen bedragen. Onder nog te ontvangen worden voorschotten en nog te factureren bedragen verantwoord.

 31-12-200031-12-1999
Als volgt samengesteld:  
Nog te ontvangen van leverancier94
Te ontvangen BTW3862
Voorraad trein- en taxikaarten503
Voorschotten personeel71
Nog te factureren105133
PC-prive project125
 210228

Vooruitbetaalde kosten. Voorzover betaald is een aantal facturen inzake contracten voor onderhoud en service die betrekking hebben op 2001 en later geboekt als vooruitbetaalde kosten.

Rekening courant RHB. Dit betreft het saldo van de rekening courant bij de RHB.

Kas. Dit betreft het aanwezige kasgeld per balansdatum.

Agentschapvermogen

Exploitatie reserve. De exploitatie reserve dient voor het opvangen van algemene bedrijfsrisico's.

Saldo exploitatie boekjaar. Het saldo van baten en lasten 2000 wordt in het overzicht van baten en lasten 2000 nader geanalyseerd.

Conversie eigen vermogen naar vreemd vermogen. Met ingang van het begrotingsjaar 2000 is een ingrijpende wijziging in het beleid inzake de financiering en het vermogensbeheer van agentschappen van kracht geworden.

De beleidswijziging bestaat uit de introductie van een leen- en depositofaciliteit voor agentschappen, het op agentschappen toepassen van de nieuwe beleidslijn inzake de overdracht van vermogensbestanddelen en het maximaliseren van het eigen vermogen van agentschappen ter grootte van 5% van de gemiddelde jaaromzet, berekend over de laatste 3 jaar.

De beleidswijziging is geformaliseerd in de Regeling Leen- en Depositofaciliteit Agentschappen 1999 en de Regeling Vermogensvoorschriften Agentschappen 2000.

Bovenstaande betekende dat op 1 januari 2000 de financiering van de boekwaarde van de vaste activa in de balans werd omgezet van financiering met eigen vermogen naar financiering met vreemd vermogen door een beroep te doen op de leenfaciliteit. Op de balans is per 1 januari 2000 een lening van Financiën opgenomen ter hoogte van de boekwaarde van de vaste activa verminderd met langlopende voorzieningen (> 1 jaar).

Als gevolg van het maximaliseren van het eigen vermogen ter grootte van 5% van de gemiddelde jaaromzet, berekend over de laatste 3 jaar, zal er een aanvullende verlaging van het eigen vermogen plaats kunnen vinden.

Bij 1e suppletore begroting 2000 heeft de definitieve afwikkeling plaatsgevonden op basis van de eindbalans over het begrotingsjaar 1999.

In de verantwoording 2000 zijn de mutaties in het vermogen per 1 januari 2000 verwerkt, zoals genoemd in de 1e suppletore begroting 2000.

Hieronder wordt de vermogensmutatie weergegeven:

Stand agentschapvermogen per 31 december 1999 4 025
Mutatie 1 januari 2000–/-3 445
Stand agentschapvermogen per 1 januari 2000 580
   
Lening Financiën:  
– Boekwaarde activa 311 299 3 055
– Langlopende voorziening–/-6
  3 049
Afroming vermogen als gevolg van de maximalisatie van het eigen vermogen 396
Mutatie 1 januari 2000 3 445

Opmerking: het afgeroomde bedrag van 396 is door BZK weer beschikbaar gesteld aan de CAS ten behoeve van het doen investeringen die een gunstig effect zullen hebben op de klanten en de bedrijfsvoering.

Het bedrag van 396 is per 1 januari 2001 verantwoord onder de post budgetverplichting CAS aan BZK.

Van dit bedrag is inmiddels 287 vrijgevallen ten gunste van het resultaat 2000, verantwoord onder de post buitengewone baten. Zie ook toelichting buitengewone baten.

Het resterende saldo van 109 (396–287) is per 31 december 2000 verantwoord onder de post Budgetverplichtingen CAS aan BZK. Voor dit bedrag is al wel een doelbestemming aangewezen, maar de uitvoering hiervan vindt plaats in 2001.

Voorzieningen

Hieronder wordt begrepen de voorzieningen, gebaseerd op het Besluit sociaal beleidskader rijksoverheid 1991, voor reiskostenvergoeding en vergoedingen voor belanghebbenden die bij herplaatsing moeten verhuizen en daardoor recht hebben gedurende een periode van maximaal 8 jaar op huurgewenningsbijdrage, indien er na verhuizing een hoger bedrag aan huur betaald moet worden.

Tevens wordt hieronder begrepen een suppletieregeling voor voormalige personeelsleden in het kader van de WAO en een voorziening afvloeiingsregeling voor voormalige personeelsleden.

De voorziening voor HAC-kosten loopt door tot in 2004.

Verder is er in 1999 een verplichting opgenomen betreffende een afvloeiingsregeling en wel een koopsom in verband met garantie ouderdomspensioen hetgeen in 2000 betaald diende te worden.

Van het totaal aan voorzieningen is per 31 december 2000 een bedrag van 4 langlopend (> 1 jaar).

Het verloop van de voorzieningen over 2000 is als volgt:

 Voorziening HAC-kostenVoorziening afvloeiingsregelingTotaal
Stand per 31 december 199986876
Bij: dotatie voorziening
Af: ten laste van de voorziening gebrachte kosten26870
onttrekking voorziening
Stand per 31 december 2000606

Lening Financiën

Als gevolg van de omzetting van de financiering met agentschapvermogen naar een financiering met vreemd vermogen is door Financiën ten behoeve van de financiering van de boekwaarde van de materiële vaste activa op 31 december 1999 verminderd met de langlopende voorzieningen per 31 december 1999 een lening beschikbaar gesteld.

De lening bedraagt 3 049 en heeft als looptijd 1 januari 2000 tot en met 31 december 2009. Het rentepercentage bedraagt 5%.

De jaarlijkse rentevervaldatum is 31 december en op 31 december vindt tevens de jaarlijkse aflossing plaats.

Per 31 december 2000 is 847 afgelost en 762 overgeboekt naar de kortlopende schuld.

De rentekosten voor 2000 bedroegen 152.

Lening Financiën – aflossingsdeel 2001

Gelet op de vervaldatum van de jaarlijkse aflossing wordt het aflossingsdeel 2001 als kortlopend verantwoord.

Crediteuren

De post crediteuren betreft de schuld per balansdatum aan leveranciers van goederen en diensten.

Budgetverplichting CAS aan BZK

CAS-budget:   
Ontwerp-begroting 200010 300  
1e suppletore begroting 200065  
2e suppletore begroting 2000287  
  10 652 
Ontvangen van BZK in 2000 – 10 652 
    
rentecompensatie, gedeelte opslaghal– 50  
huurbudget opslaghal (in tarief)– 275  
Liquiditeitsverpl. CAS aan BZK   
Als gevolg van opslaghal – 325 
Kosten ten laste van huur- en rentecomponent opslaghal 77 
    
Door BZK opnieuw ter beschikking gestelde middelen die in verband met de 5% -regeling dienden   
te worden afgestort – 396 
Kosten ten laste van de opnieuw beschikbaar gestelde middelen 287 
    
Te vorderen kosten als gevolg van wijziging huisstijl 4 
Liquiditeitstegoed CAS  – 353
    
Exploitatiebijdrage BZK:   
– begroting 2000 892 
– realisatie 2000 – 892 
Saldo verrekening exploitatiebijdrage BZK  0
    
Convenantsverplichtingen per 31-12-1999 – 645 
    
Ontwerp-begroting 2000– 8 018  
Loonbijstelling 1999– 312  
Prijsbijstelling 1999– 27  
Rentecompensatie, gedeelte hoofdgebouw– 102  
Huurbudget (opgenomen in tarief)– 581  
Huurbudget (verschil budgetgebruikersvergoeding)– 108  
Fictieve wachtgeldverplichting/verzekeringen– 390  
Correctie fictieve wachtgeldverplichting als gevolg van formatieve onderbezetting17  
Convenantsverplichtingen 2000 – 9 521 
Gerealiseerde convenantsverplichtingen 2000 9 468 
Saldo te verrichten convenantsverplichtingen  – 698
Totaal budgetegalisatierekening  – 1 051

Liquiditeitsverhouding CAS-BZK. Het betreft hier het saldo van vorderingen en schulden tussen het moederministerie en de CAS per balansdatum.

– Huur- en rentebudget nieuwbouw. Voor het opslag- en beheergebouw van de CAS is in de BZK-begroting 2000 (inclusief suppletore begrotingswijzigingen 2000) een huurderslast van 275 en een rentecomponent van 50 opgenomen. De lasten inzake de nieuwbouw worden evenwel reeds gedekt door de opbrengsten uit de opslag- en beheerprojecten. In principe wordt het totaalbedrag van 325 weer afgedragen aan BZK, maar vanuit het standpunt dat het CAS-gebondenbudget als doelbudget wordt gehandhaafd, dient de CAS jaarlijks aan BZK/DGOB een voorstel te doen voor de bestemming van het budget.

– Afbouw reserves. In 2000 heeft er een afbouw plaatsgevonden van 396 van het eigen vermogen als gevolg van de regelgeving, ingaande 1 januari 2000, inzake reservevorming tot een maximum van 5% van de gemiddelde jaaromzet. Na overleg tussen CAS en BZK/DGOB en vastgelegd in de 1e suppletore begroting 2000 is besloten dat de CAS over deze gelden kan beschikken voor het doen van investeringen die een gunstig effect zullen hebben op de klanten en de bedrijfsvoering.

Convenantsverplichtingen CAS. Het betreft hier de verplichting die de CAS heeft om in het kader van de convenanten archieven te bewerken voor de ministeries en Hoge Colleges van Staat.

Deze verplichting is gerelateerd aan het CAS-budget zoals genoemd in de rijksbegroting vermeerderd met de fictieve posten verzekeringspremie en wachtgeldverplichting.

Nog te betalen bedragen

Dit betreft met name de per balansdatum aanwezige financiële verplichtingen richting personeel (in de vorm van vakantiegeld, vakantiedagen en een interim uitkering) en schulden aan leveranciers uit hoofde van nog te ontvangen facturen. Als volgt samengesteld:

 31-12-200031-12-1999
Vooruit ontvangen op projecten12
Vakantiegeld254255
Vakantiedagen141115
Interimuitkering99114
Nog te ontvangen facturen149123
Te betalen declaraties51
Te betalen loonkosten48159
 696779

Baten (bedragen in f 1 000)

 Oorspronkelijk vastgestelde begrotingRealisatie
* opbrengst moederministerie ten behoeve van convenanten archiefbewerking9 1259 692
Het betreft hier opbrengsten in het kader van de convenantsverplichtingen, die BZK/CAS met de ministeries en Hoge Colleges van Staat is aangegaan.  
* opbrengst archiefbewerking ten behoeve van ministeries, niet zijnde convenanten 1 919
Het betreft hier opbrengsten van archiefbewerkingsprojecten die niet vallen onder de werkzaamheden in het kader  
van de meerjarige convenanten met de departementen.  
* opbrengst archiefbewerking derden1 580898
opbrengst opslag nieuwbouw771721
Het betreft hier opbrengsten inzake het beheer van archieven.  
* overige opbrengsten 337
Teruggave loonkosten door Stichting USZO in verband met WAO (oorsprong '99) 6
Voorheffing BTW 2000 30
Vrijval te betalen loonkosten (oorsprong '99) 11
Overige 3
Project handelingenbank 2000 118
Project Srebrenica 50
Aanschaf Zylab-machine + technische ondersteuning 119
De afbouw van de reserves, die op 1 januari 2000 heeft plaatsgevonden als gevolg van de maximalisatie van het eigen vermogen van totaal 396 is door het moederministeries aan het agentschap CAS weer beschikbaar gesteld voor het doen van investeringen/ontwikkelingsprojecten.  
Van het beschikbare bedrag van 396 is een tweetal projecten en de aanschaf van de Zylab-machine gefinancierd.  
Het resterende saldo van 109 is opgenomen in de balanspost Budgetverplichtingen CAS aan BZK.  
* rente baten 67

Lasten (bedragen in f 1)

Apparaatskosten

– personeel

* salariskosten. In 2000 kende de CAS een gemiddelde formatieve bezetting van 105 fte, waarvan 89 fte in de afdeling archiefbewerking. De gemiddelde onderbezetting ten opzichte van de begroting bedroeg 5 fte. In de afdeling archiefbewerking werden gemiddeld 11 fte aan inhuurkrachten ingezet. De gemiddelde personele kosten over 2000 bedroegen:

– formatief personeel 75 000

– inhuurkrachten 86 000

Het verschil in loonkosten van 753 000 wordt grotendeels verklaard door de inzet van uitzendkrachten.

* fictieve wachtgeldverplichting. Dat de post fictieve wachtgeldverplichting lager uitvalt dan begroot heeft te maken met het feit dat er bij de begroting is uitgegaan van een bedrag van 3 200 per fte, terwijl in de realisatie, conform handleiding DAR-Tarieven 2000, een bedrag van 2 995 is verwerkt.

– materieel

* productiekosten. De overschrijding van 162 wordt grotendeels verklaart door de aanschaf van de Zylab-machine.

* gebruikersvergoeding huur gebouwen. Het verschil van 64 000 wordt verklaart doordat er bij de begroting vanuit is gegaan dat de gebruikersvergoeding RGD gelijk zou zijn aan het huisvestingsbudget van 1 856 000.

Rentelasten

De hogere rentelasten van 38 000 worden verklaart doordat bij de begroting met een rentepercentage van 4% is gerekend, en de boekwaarde materiële vaste activa per 31 december 1999 is geschat op 2 860 000.

De werkelijke boekwaarde materiële vaste activa per 31 december 1999 bedroeg 3 055 240 en het rentepercentage bedroeg 5%.

Mutatie verwacht verlies op onderhanden werk

Het betreft hier per saldo een ophoging van de voorziening projecten voor een bedrag van 301 000.

Overige toegerekende kosten aan projecten

Dit zijn kosten die direct aan projecten zijn toegerekend en die in rekening worden gebracht bij de desbetreffende klanten.

3. Kasstroomoverzicht 2000: confrontatie ontwerp-begroting met de realisatie

   (1)(2)(3)=(2)-(1)
Omschrijving Oorspronkelijk vastgestelde begrotingRealisatieVerschil realisatie en oorspronkelijk vastgestelde begroting
   f 1 000€ 1 000f 1 000€ 1 000f 1 000€ 1 000
         
1. Rekening courant RHB 1 januari2 9751 3502 6781 215– 297– 135
         
2. Totaal operationele kasstroom9694401 525692556252
         
 3a. -/-totaal investeringen– 264– 120– 511– 232– 247– 112
 3b. +/+totaal boekwaarde desinvesteringen      
3. Totaal investeringskasstroom– 264– 120– 511– 232– 247– 112
         
 4a. -/-Eenmalige uitkering aan moederministerie– 2 860– 1 298– 3 445– 1 564– 585– 266
 4b. +/+eenmalige storting door moederministerie  396180396180
 4c. -/-aflossingen op leningen– 897– 407– 847– 3845023
 4d. +/+beroep op leenfaciliteit3 1241 4183 0491 384– 75– 34
4. Totaal financieringskasstroom– 633– 287– 847– 384– 214– 97
         
5. Rekening courant RHB 31 december (=1+2+3+4)3 0471 3832 8451 291– 202– 92
  (maximale roodstand f 1 mln)      

De afwijking van de gerealiseerde financieringskasstroom ten opzichte van hetgeen was geraamd heeft te maken met het feit dat bovenstaande overzicht aansluit met de balans per 1 januari 2000, (balans na conversie), zie ook hetgeen staat vermeld bij de toelichting over het agentschapvermogen.

4. Overzicht vermogensontwikkeling 1996–2000

   1997199819992000 Begroot2000 Realisatie
  f 1 000€ 1 000f 1 000€ 1 000f 1 000€ 1 000f 1 000€ 1 000f 1 000€ 1 000
Agentschapvermogen per 1/1a1 4016362 8501 2933 3901 538580263580263
            
* saldo van baten en lastenb8493855402456352887233402183
* directe mutaties in het eigen vermogen:           
– uitkering aan moederministeriec           
– storting door moederministeried 600272        
– overige mutatiese          
            
Agentschapvermogen per 31/12a+b+c+d+e2 8501 2933 3901 5384 0251 826652296982446

5. Kengetallen

 BegrootRealisatie
1. Tarieven per uur (in f 1)  
eenvoudig tot normaal archiefbewerking8179
normaal tot moeilijk archiefbewerking8894
specialistisch werk140129
uitlening archieven7571
   
2. Aantal productieve uren per medewerker per jaar (in uren)1 3661 331
Het lagere aantal productieve uren in 2000 is het gevolg van meer opleidingen, hoog ziekteverzuim, en meer overleg niet project gebonden activiteiten.  
3. Brutomarge (bedragen in f 1)0– 404 030
   
4. Dekkingsresultaat (bedragen in f 1)28 750385 591
De kengetallen brutomarge en dekkingsresultaat zijn niet rechtstreeks te herleiden uit het baten- en lastenoverzicht zoals in deze verantwoording is opgenomen. Wel zullen deze getallen zijn te herleiden uit het baten- en lastenoverzicht wat de CAS presenteert in haar eigen jaarverslag.  
   
5. Productierealisatie convenanten uren/meter in procenten60/6062/58
   
6. Omzet productgroepen Archiefbewerking, uitlening en advisering ministeries incl. IND en Hoge Colleges9 1259 692
derden1 5802 817
opslag771721

Agentschap IVOP

1. Inleiding

1.1. Algemeen

Het agentschap IVOP heeft een uitvoerende taak voor het Samenwerkingsverband IPA-salarissysteem, zowel op het gebied van onderhoud en beheer, als op het gebied van exploitatie van verschillende systemen. Daarbij staat steeds voorop dat de economisch meest gunstige oplossing wordt gezocht voor de leden van het Samenwerkingsverband. De kosten van onderhoud en beheer worden door IVOP integraal in rekening gebracht bij de gebruikers van de systemen.

Deze wijze van doorberekening maakt dat er drie efficiencyverhogende mechanismen actief zijn:

• De deelnemers kunnen een directe relatie leggen tussen de (onderhouds)opdrachten en de kosten daarvoor: er is een expliciet door de Algemene Vergadering van Deelnemers (AVD) goedgekeurde tariefstelling voor het basisonderhoud en IVOP brengt een offerte uit voor specifiek onderhoud.

• Voor niet-gemeenschappelijke vormen van onderhoud betalen alleen die gebruikers die belang hebben bij dat specifieke onderhoud.

• Als gevolg van inkoopbundeling kunnen de exploitatiekosten worden gedrukt.

Daar IVOP een agentschap is, betekent dit, dat het financiële beheer en de financiële verantwoording aan de voorschriften voor agentschappen dienen te voldoen.

1.2. Resultaat

De resultatenrekening laat een negatief resultaat van f 0,373 mln zien.

Het resultaat valt gunstiger uit dan het geraamde negatieve resultaat (f 0,774 mln) uit het jaarplan 2000. Het verschil is als volgt te verklaren:

Omdat vaststaat dat het onderhoud en beheer van de systemen door IVOP binnen afzienbare tijd zal worden stopgezet (2003) en in het verleden slechts beperkt gebruik van de voorzieningen is gemaakt, is door de AVD in haar vergadering van 21 november 2000 besloten de voorzieningen in 2 jaar (2000 en 2001) te laten vrijvallen in de systeemresultaten. Dit was niet in het jaarplan 2000 voorzien.

De afwikkeling in 2000 van opdrachten betreffende het jaar 1999 heeft een per saldo positief resultaat laten zien.

De rentebaten zijn hoger dan geraamd door een gemiddeld hoger tegoed op de rekening courant van de RHB.

2. Balans van het agentschap IVOP per 31 december 2000

DEBET31-12-20001-1-2000 CREDIT31-12-20001-1-2000
 f 1 000€ 1 000f 1 000€ 1 000  f 1 000€ 1 000f 1 000€ 1 000
Vaste activa     Agentschapvermogen    
Systemen245111466211 Exploitatiereserve1 2065471 206547
Inventaris1030890 Uit te keren middelen1 4796711 479671
Kantoormach./app.59274822 Saldo exploitatie– 373– 16900
Hardware343156276125 Totaal Agentschapvermogen2 3121 0492 6851 218
Software153699543      
Vooruitbetaalde activa047040 Voorzieningen    
Totaal vaste activa903410974441 Voorz. ramingsverschillen16374375170
      Voorz. Staat-Raet544247400182
Vlottende activa     Voorz.assurantie eigen risico283128600272
Voorraden     Totaal Voorzieningen9904491 375624
Onderhanden werk5 1562 34015068      
Gefactureerde termijnen– 2– 100 Kortlopende schulden    
Netto OHW5 1542 33915068 Crediteuren5 0342 2851 046475
Totaal Voorraden5 1542 33915068 Overige schulden271123263119
      Overlopende passiva9 3004 2203 3331 512
Vorderingen     Totaal Kortlopende schulden14 6056 6284 6422 106
Debiteuren1 1085031 248566      
Voorziening dub. deb.– 50– 23– 100– 45      
Overlopende activa8093671 768802      
Totaal Vorderingen1 8678472 9161 323      
           
Liquide middelen          
Rekening courant RHB9 9834 5304 6622 116      
Totaal Liquide middelen9 9834 5304 6622 116      
           
Totaal Vlottende activa17 0047 7167 7283 507      
TOTAAL ACTIVA17 9078 1268 7023 948 TOTAAL PASSIVA17 9078 1268 7023 948

2.1. Toelichting op de balans

Als gevolg van het afronden op veelvouden van f 1000 kunnen in onderstaande toelichting afrondingsverschillen voorkomen.

Vaste activa

De waarderingsgrondslag voor de vaste activa is gebaseerd op de historische kostprijsmethode. De afschrijving is lineair bepaald rekening houdend met eventuele restwaarde.

Systemen/Bedrijfsmiddelen

Hieronder is van elk systeem en per categorie bedrijfsmiddelen aangegeven:

• de boekwaarde per 1 januari 2000,

• de investeringen in 2000,

• de ingebruikname in 2000,

• de afschrijvingen in 2000 en

• de boekwaarde per 31 december 2000.

De afschrijvingsbedragen worden berekend met ingang van de maand van ingebruikname.

Tabel 1 (bedragen x f 1 000)
Materiële vaste activaAfschrijvingspercentageBoekwaarde 1-1-2000Investering 2000Ingebruikname 2000Afschrijving 2000Boekwaarde 31-12-2000
Omschrijving      
Salarissysteem Kern incl. CBS33,300000
Standaard Interface33,300000
Decentrale invoer33,300000
IBIS33,300000
IBIS Individueel33,300000
IBIS-deel Prognose PC33,300000
SNIP-deel Prognose PC33,300000
SNIP naar Windows33,300000
VINK33,35000500
VINK-productie naar PC33,352002527
VALK naar Windows33,336400146218
VALK-IA33,300000
Totaal Salarissysteem en P/F-systemen 46600221245
Inventaris208951 37103
Technische installaties203838 2551
Kantoormachines20101 38
Hardware33,3276261 194343
Software33,395124 66153
Totaal Generaal 974475 546903

De investering in 2000 betrof met name de vervanging van PC's en kantoormeubilair en de aanschaf van nieuwe upgrades en extra licenties van softwarepakketten.

Vlottende activa

De vlottende activa zijn gewaardeerd tegen nominale waarde. Er is rekening gehouden met alle reeds bekende waardeverminderingen.

Voorraden/Onderhanden werk

Een deel van de opdrachten waaraan in 2000 is gewerkt, is nog niet afgerond. Tevens zijn er opdrachten uit het jaarplan 2001 reeds in 2000 gestart. Deze opdrachten zijn gewaardeerd tegen de som van de reeds voor deze opdrachten gemaakte kosten. Verwacht wordt dat deze kosten volledig worden gedekt door de uit deze opdrachten voortvloeiende baten.

Eind 2000 was de onderhanden werkpositie, in vergelijking met eind 1999, aanzienlijk hoger.

De hoge stand houdt voor een belangrijk deel verband met de geactiveerde kosten voor het project Toekomst Tweede Fase en het project CBO in oprichting, waarvoor in 2000 voor een bedrag van respectievelijk f 3,766 mln en f 0,384 mln aan activiteiten zijn uitgevoerd. De financieringsmodaliteiten voor deze projecten worden in de loop van 2001 vastgesteld.

Vorderingen

Debiteuren. Het saldo debiteuren ligt in vergelijking met de stand eind 1999 (f 1,248 mln) op een vergelijkbaar niveau.

Voorziening dubieuze debiteuren. Eind 1997 heeft deze voorziening het afgesproken maximum van f 0,1 mln (besluit AVD 1994) bereikt. In 2000 is geen beroep op deze voorziening gedaan. Omdat vaststaat dat het onderhoud en beheer van de systemen door IVOP binnen afzienbare tijd zal worden stopgezet (2003) en er in het verleden slechts een beperkt beroep op deze voorziening is gedaan, is door de AVD in haar vergadering van 21 november 2000 besloten de voorziening dubieuze debiteuren in 2 jaar (2000 en 2001) af te afbouwen en toe te rekenen aan de systeemresultaten.

Overlopende activa. Deze post heeft voor een bedrag van f 0,46 mln betrekking op nog te factureren termijnen betreffende opdrachten die ultimo 2000 zijn afgerond. Een bedrag van f 5 000 is IVOP ten onrechte in rekening gebracht en zal nog door de leveranciers worden gecrediteerd. Het resterende bedrag van f 0,344 mln betreft het zogenaamde millenniumtegoed van IVOP op Roccade. In 2001 zal IVOP in overleg met Roccade de bestemming van de betreffende gelden vaststellen.

Liquide middelen

Rekening-courant RHB. Alle tegoeden van IVOP staan op de rekening-courant met de RHB. Het saldo van deze rekening bedroeg ultimo 2000: f 9,983 mln.

Agentschapvermogen

Per 1 januari 2000 diende op grond van de Regeling Vermogensvoorschriften Agentschappen 2000 een eventueel positief saldo van de langlopende bezittingen en langlopende schulden (inclusief de voorzieningen) met het moederministerie te worden afgerekend (vermogensconversie). Dit voorschrift had voor IVOP geen gevolgen: de langlopende schuld (inclusief de voorzieningen) overtrof de boekwaarde van de materiële vaste activa in ruime mate.

Het eerder genoemde voorschrift stelt ook dat het een agentschap na 1 januari 2000 nog slechts is toegestaan om reserves tot een bedrag van 5% van de gemiddelde jaaromzet over de afgelopen 3 jaar aan te houden. In geval van IVOP werd deze norm per ultimo 1999 overschreden. Uitgaande van de nadere van Financiën ontvangen instemming mag deze zogenaamde aanvullende verlaging van de reserves worden gerealiseerd door een tijdelijke verlaging van de tarieven. In geval van IVOP geschiedt deze verlaging van de reservepositie door de huidige systematiek van meerjarig kostendekkende tarieven te handhaven. In onderstaand overzicht is de op- en afboeking van de afroming om zuiver boekhoudkundige redenen gepresenteerd (voorschrift Financiën).

Het agentschapvermogen is te rekenen vanaf het boekjaar 1999 als volgt opgebouwd (bedragen x f 1 000):

Algemene reserve878
Reserve investeringen1 634
Saldo exploitatie 1999173
Stand per 31 december 19992 685
Vermogensconversie
Aanvullende verlaging1 479
Exploitatiereserve1 206
Uit te keren middelen1 479
Stand per 1 januari 20002 685

Het agentschapvermogen is thans onderverdeeld in de volgende componenten:

Exploitatiereserve. De hoogte van deze reservepost mag maximaal 5% van de gemiddelde omzet over de voorafgaande drie jaar bedragen. Deze omzet bedroeg (bedragen x f 1 000):

over 199835 444
over 199920 975
over 200023 346
Gemiddeld26 588
5%1 329

Uit te keren middelen. Dit is het bedrag waarmee de reservepositie de toegestane reservepositie per 31 december 1999 overtrof; dit bedrag wordt in 2000 en 2001 via de tariefstelling met de deelnemers verrekend.

Saldo exploitatie. Dit betreft het saldo van de resultatenrekening. Dit resultaat zal ten laste van de post Uit te keren middelen worden gebracht.

Voorzieningen

Voorziening ramingsverschillen. Uitgangspunt is dat ieder jaar een opslag voor onvoorziene kosten in de tarieven wordt opgenomen, in de veronderstelling dat deze ieder jaar zal worden uitgeput. Als voor het betreffende systeem in het boekjaar geen beroep hoeft te worden gedaan op de middelen uit de opslag, worden deze toegevoegd aan de voorziening ramingsverschillen. In het daaropvolgend boekjaar zal dan voor het betreffende systeem geen opslag in het tarief worden opgenomen. De voorziening ramingsverschillen heeft in 1998 zijn afgesproken maximum van f 0,375 mln bereikt en er is in 2000 geen beroep gedaan op de voorziening.

Omdat vaststaat dat het onderhoud en beheer van de systemen door IVOP binnen afzienbare tijd zal worden stopgezet (2003) en er in het verleden slechts een beperkt beroep op de voorziening is gedaan, is door de AVD in haar vergadering van 21 november 2000 besloten de voorziening ramingsverschillen in 2 jaar (2000 en 2001) af te afbouwen en toe te rekenen aan de systeemresultaten.

1999 was het laatste jaar dat er sprake was van een operationeel systeem Decentrale Invoer. Omdat begin 2000 nog kosten werden verwacht in verband met het afsluiten en verwijderen van dit systeem is de voorziening per 31 december 1999 aangehouden. Nu alle financiële handelingen met betrekking tot het systeem zijn afgewikkeld is het saldo van de voorziening ramingsverschillen met betrekking tot het systeem decentrale invoer in 2000 ten gunste van het resultaat Salarissysteem kern geboekt.

(bedragen x f 1 000)
RamingsverschillenMaximumBeginsaldoDotatieVrijval/OnttrokkenEindsaldo
Salarissysteem2202200110110
Decentrale Invoer50500500
IBIS2525012,512,5
SNIP606003030
VINK1010055
Journalisering1010055
Totaal3753750212,5162,5

Voorziening Staat-RAET. Het stopzetten van de renovatie van het salarissysteem heeft geresulteerd in een juridisch geschil. Zowel de Staat der Nederlanden als RAET hebben een claim ingediend wegens geleden schade.

De AVD heeft besloten voor de kosten van juridisch advies casu quo bijstand een voorziening van oorspronkelijk f 0,4 mln op te nemen ter dekking van de toekomstige kosten verbonden aan het afwikkelen van de rechtszaak Staat-RAET.

In 2000 is f 0,173 mln aan kosten ten laste van de voorziening gebracht.

Conform het besluit in de AVD-vergadering van 21 november 2000 is de voorziening, gelet op de nog te realiseren advies- en proceskosten, met f 0,3 mln opgehoogd.

Voorziening assurantie eigen risico. De AVD heeft in 1994 besloten voorlopig geen verzekering af te sluiten voor eventuele schade veroorzaakt door onjuist handelen van IVOP. In de contracten tussen IVOP en haar opdrachtgevers heeft IVOP echter wel een, overigens beperkte, aansprakelijkheid voor directe schade opgenomen. De AVD heeft daarom besloten een voorziening voor dit eigen risico te treffen. Deze voorziening wordt opgebouwd door middel van een opslag in het tarief per systeem. De voorziening wordt opgebouwd tot een bedrag van maximaal f 0,6 mln.

De voorziening heeft in 1999 zijn afgesproken maximum bereikt.

Omdat vaststaat dat het onderhoud en beheer van de systemen door IVOP binnen afzienbare tijd zal worden stopgezet (2003) en er in het verleden slechts een beperkt beroep op de voorziening is gedaan, is door de AVD in haar vergadering van 21 november 2000 besloten het saldo van de voorziening assurantie eigen risico in 2 jaar (2000 en 2001) af te afbouwen.

(bedragen x f 1 000)
Assurantie eigen risicoMaximumBeginsaldoDotatieVrijval/OnttrokkenEindsaldo
Salarissysteem3943940197197
Decentrale Invoer34340340
IBIS444402222
SNIP7777038,538,5
VINK88044
Journalisering4343021,521,5
Totaal6006000317283

Kortlopende schulden

Crediteuren. Het hoge crediteurensaldo in vergelijking met de stand eind 1999 (f 1 046 000) wordt voornamelijk veroorzaakt door openstaande facturen van Roccade (f 3,015 mln) en facturen die betrekking hebben op de inhuur van diverse externe deskundigen in het kader van het project euro, Toekomst Tweede Fase en CBO i.o.

Overige schulden. Dit betreft het saldo van de in 2000 opgebouwde, maar nog niet betaalde vakantierechten en de waarde van het uitstaande totaal aan verlofdagen per 31 december 2000.

Overlopende passiva. Deze post heeft betrekking op nog te ontvangen facturen en vooruit ontvangen termijnen van klanten en is als volgt opgebouwd:

(bedragen x f 1 000)
* Nog te ontvangen facturen 2 592
– TPM-verklaring 200055 
– Servicekosten Den Haag 1999 en 2000114 
– Roccadekosten diverse opdrachten1 580 
– Externe deskundigen en overigen843 
* Vooruitontvangen termijnen 6 708
– het project euro6 708 
Totaal overlopende passiva 31 december 2000 9 300

Niet uit de balans blijkende verplichtingen:

• IVOP is langlopende verplichtingen aangegaan die niet uit de balans blijken. Het betreft de huurverplichtingen voor de panden Den Haag en Apeldoorn. De huur van het pand in Apeldoorn kan per jaar worden opgezegd.

• Het stopzetten van de renovatie van het salarissysteem heeft geresulteerd in een juridisch geschil. Zowel de Staat der Nederlanden als RAET hebben een claim ingediend wegens geleden schade.

Gebeurtenissen na balansdatum:

Er hebben zich na balansdatum geen zaken voorgedaan met belangrijke financiële gevolgen voor het agentschap IVOP.

D.d. 6 maart jl. hebben de partijen in het geschil Staat-RAET een regeling bereikt ter beëindiging van hun lopende geschil. Partijen dragen ieder de eigen kosten in het geschil. Daarnaast zal door de erfopvolger van RAET op een gezamenlijk met de Staat geselecteerde opdracht een korting groot f 1,5 miljoen worden verleend, of indien dit aanwijzen van een opdracht niet mocht lukken, het bedrag ineens uitkeren

2.2. Baten-lastenoverzicht 2000: confrontatie ontwerp-begroting met de realisatie

 (1)(2)(3)=(2)-(1)
OmschrijvingOorspronkelijk vastgestelde begrotingRealisatieVerschil realisatie en oorspronkelijk vastgestelde begroting
 f 1 000€ 1 000f 1 000€ 1 000f 1 000€ 1 000
Baten      
omzet moederministerie5222373 0171 2212 169984
omzet overige ministeries20 9379 50113 7517 687– 3 996– 1 814
omzet overigen10 7304 8696 5781 685– 7 016– 3 184
Totaal omzet32 18914 60723 34610 593– 8 843– 4 014
rentebaten001918719187
buitengewone baten000000
Totaal baten32 18914 60723 53710 680– 8 652– 3 927
       
Lasten      
kostprijs van de omzet      
kosten IVOP7 4583 3848 9854 0771 527693
kosten Roccade22 72810 31313 4806 117– 9 248– 4 196
Totaal kosten van de omzet30 18613 69722 46510 194– 7 721– 3 503
Dekkingsresultaat      
apparaatskosten      
* personele kosten5 9622 70510 3524 6984 3901 993
* materiële kosten1 9198712 5231 145604274
* afschrijvingskosten2169832514710949
Totaal apparaatskosten8 0973 67413 2005 9905 1032 316
Dekking door declarabele uren8 0973 67413 1295 9585 0322 284
Totaal dekkingsresultaat00– 71– 32– 71– 32
Totaal kostprijs van de omzet30 18613 69722 53610 226– 7 650– 3 471
directe kosten voor opdrachten1 4616631 416643– 45– 20
afschrijvingskosten systemen174792211004721
Dotaties aan voorzieningen      
dotatie voorziening assurantie eigen risico00– 317– 144– 317– 144
dotatie voorziening ramingsverschillen00– 213– 97– 213– 97
dotatie voorziening dubieuze debiteuren00– 50– 23– 50– 23
dotatie voorziening Staat-RAET400182317144– 83– 38
Totaal dotaties aan voorzieningen400182– 263– 120– 663– 302
rentelasten000000
buitengewone lasten000000
Totaal lasten32 22114 62123 91010 849– 8 311– 3 772
       
Netto Resultaat– 32– 14– 373– 169– 341– 155

2.3. Baten-lastenoverzicht 2000: confrontatie jaarplan met de realisatie

(bedragen x f 1 000)
  Realisatie 2000Jaarplan 2000Realisatie 1999
Baten    
     
Omzet 23 34633 31120 975
Rentebaten 1915092
Buitengewone baten 00180
Totaal BatenA23 53733 36121 247
     
Lasten    
     
Kostprijs van de omzet    
– Kosten IVOP 8 9858 5546 347
– Externe kosten 13 48023 87910 637
 B22 46532 43316 984
Apparaatskosten    
– Personeelskosten 10 3527 9416 290
– Materiële kosten 2 5231 8731 950
– Afschrijvingskosten IVOP 325238185
Totale apparaatskostenC13 20010 0528 425
Dekking d.m.v. declarabele urenD13 12910 0526 842
Totaal dekkingsresultaatE=D-C– 710– 1 583
     
Totaal kostprijs van de omzetF=B-E22 53632 43318 567
     
Overige kosten systemenG1 4161 4931 222
Afschrijvingskosten systemenH221209590
     
Dotaties aan voorzieningen    
– Dotatie voorz. assurantie eigen risico - 317018
– Dotatie voorz. ramingsverschillen - 21300
– Dotatie voorz. dubieuze debiteuren - 5000
– Dotatie voorz. proces Staat-RAET 3170400
Totaal dotaties aan voorzieningenI– 2630418
     
RentelastenJ000
Buitengewone lastenK00277
     
Totaal lastenL=F+G+H+I+J+K23 91034 13521 074
     
NETTO RESULTAATM=A-L– 373– 774173

2.3.1. Toelichting op de resultatenrekening

Als gevolg van het afronden op veelvouden van f 1 000 kunnen in onderstaande toelichting afrondingsverschillen voorkomen.

Baten

Omzet. De omzet is gelijk aan de som van de ontvangsten, de openstaande vorderingen en de nog te factureren bedragen van alle opdrachten die in 2000 zijn afgerond en nagecalculeerd. De omzet is bijna f 10 mln lager dan in het jaarplan is voorzien. Dit is het gevolg van:

• aanzienlijk lagere omzet bij het project euro;

• een stijging van de post onderhanden werk doordat eind 2000 in vergelijking met eind 1999 sprake was van een in aantal en omvang grotere portefeuille aan nog niet afgeronde opdrachten.

Rentebaten. Over het in 2000 aangehouden tegoed op de rekening-courant bij de RHB is rente ontvangen. De gemiddelde dagrente bedroeg in 2000 circa 2,7%.

Buitengewone baten. Er waren in 2000 geen buitengewone baten.

Lasten

Kostprijs van de omzet

Kosten van IVOP. Dit betreft de som van de direct aan de omzet toe te wijzen kosten van IVOP. De IVOP-kosten zijn opgebouwd uit het aantal declarabele uren op opdrachten vermenigvuldigd met de (specifieke) kostprijs per uur.

De realisatie is bijna 0,5 mln hoger ten opzichte van het jaarplan. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door een fors hogere inzet voor de projecten Toekomst Eerste Fase en euro die gedeeltelijk wordt gecompenseerd door een lagere inzet ten behoeve van de PF-systemen.

Externe kosten. Dit betreft voornamelijk Roccadekosten die zijn toe te wijzen aan de verschillende opdrachten.

De realisatie is ruim f 10 miljoen lager dan het jaarplan geraamd. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door lagere kosten voor het project euro, die gedeeltelijk wordt gecompenseerd door een hogere uitgaven op de centrale regelgeving in het kader van de werkzaamheden van de januari-release.

Apparaatskosten

Personeelskosten. De personeelskosten omvatten alle personele uitgaven inclusief de kosten van uitzendkrachten en inhuur van derden. De personeelskosten zijn aanzienlijk hoger doordat personeel is ingehuurd ten behoeve van het project Toekomst Eerste Fase, Toekomst Tweede Fase en project CBO i.o. Daarnaast zijn ter compensatie van de onderbezetting externe medewerkers ingehuurd teneinde de continuïteit van de huidige PF-systemen te kunnen garanderen.

Specificatie personeelskosten (bedragen x f 1 000):
 JaarplanRealisatie
IVOP-personeel4 7944 653
Uitzendkrachten50290
Externen2 9165 409
Totaal7 76010 352

Materiële kosten. Er is sprake van een stijging ten opzichte van het jaarplan. De stijging ten opzichte van de prognose wordt verklaard door de inzet van adviseurs ten behoeve van het project Kwaliteit en de stafafdeling.

Afschrijvingskosten IVOP. Het betreft hier de afschrijvingskosten inzake de eigen vaste activa van IVOP, exclusief de systemen. De specificatie hiervan is opgenomen in tabel 1. De hogere afschrijvingskosten ten opzichte van het jaarplan worden veroorzaakt doordat de vervanging van de PC's versneld is uitgevoerd. Daarnaast zijn er additionele werkplekken aangeschaft ten behoeve van medewerkers voor project Toekomst Tweede Fase en CBO i.o.

Dekking door middel van declarabele uren

Deze dekking bestaat uit de som van alle directe uren IVOP, gewaardeerd tegen de kostprijs per medewerker. Het gaat hierbij om de uren die als kosten zijn opgevoerd in de resultatenrekening en de uren die in de post onderhanden werk in de balans zijn opgenomen. De dekking door declarabele uren is ruim f 3 mln hoger dan begroot door de extra inzet van medewerkers in het kader van de projecten euro, Toekomst en CBO i.o.

Totaal dekkingsresultaat

Dit is het verschil tussen de totale apparaatskosten en de dekking door declarabele uren.

De stijging van de apparaatskosten zijn bijna volledig gecompenseerd door de stijging van de dekking door middel van declarabele uren waardoor het dekkingsresultaat gering negatief uitvalt (f 0,071 mln).

Totaal kostprijs van de omzet

Dit is de som van de kosten van IVOP, de externe kosten en het dekkingsresultaat.

Overige kosten systemen

Deze kosten bestaan uit de volgende componenten:

Deze kosten bestaan uit de volgende componenten (bedragen x f 1):

kosten van controle (EAP en uren IVOP)810 000
bestuurskosten (uren IVOP)599 000
overige advisering/opdrachtverlening7 000

De kosten van controle en overige advisering komen volledig ten laste van het Salarissysteem Kern. De bestuurskosten worden als volgt aan de diverse systemen toegerekend (bedragen x f 1 000):

Salarissysteem Kern80%479
SNIP6%36
IBIS6%36
VINK2%12
Journalisering6%36

De lagere realisatie van de totale overige kosten systemen wordt voornamelijk veroorzaakt door lagere kosten van overige advisering.

Afschrijvingskosten systemen

Deze post betreft de afschrijvingskosten van de geautomatiseerde systemen.

De specificatie hiervan is opgenomen in tabel 1.

Dotaties / vrijval voorzieningen

Vrijval voorziening assurantie eigen risico

Vrijval voorziening ramingsverschillen

Vrijval voorziening dubieuze debiteuren

Dotatie voorziening Staat-RAET

Voor toelichting op de gepresenteerde vrijval en de dotatie aan de voorziening Staat-RAET: zie de toelichting op de balans onder Voorzieningen.

Buitengewone lasten

Er waren in 2000 geen buitengewone lasten.

Totaal lasten

Dit bedrag is de som van de kostprijs van de omzet, de overige kosten systemen, de afschrijvingskosten van de systemen, de dotaties aan voorzieningen, de rentelasten en de buiten gewone lasten.

Netto resultaat

Het netto resultaat is in vergelijking met het jaarplan hoger. Dit is met name te verklaren door de vrijval van voorzieningen die in het jaarplan niet waren voorzien.

Bestemming van het resultaat

Het resultaat zal ten laste van de post Uit te keren middelen worden gebracht.

3. Kasstroomoverzicht 2000: confrontatie ontwerp-begroting met de realisatie

   (1)(2)(3)=(2)-(1)
Omschrijving Oorspronkelijk vastgestelde begrotingRealisatieVerschil realisatie en oorspronkelijk vastgestelde begroting
   f 1 000€ 1 000f 1 000€ 1 000f 1 000€ 1 000
1. Rekening courant RHB 1 januari10 0134 5444 6622 116– 5 351– 2 428
         
2. Totaal operationele kasstroom7583445 7962 6305 0382 286
         
 3a. -/-totaal investeringen– 390– 177– 475– 216– 85– 39
 3b. +/+totaal boekwaarde desinvesteringen000000
3. Totaal investeringskasstroom– 390– 177– 475– 216– 85– 39
         
 4a. -/-eenmalige uitkering aan moederministerie00– 1 479– 671– 1 479– 671
 4b. +/+eenmalige storting door moederministerie001 4796711 479671
 4c. -/-aflossingen op leningen000000
 4d. +/+beroep op leenfaciliteit000000
4. Totaal financieringskasstroom000000
         
5. Rekening courant RHB 31 december (=1+2+3+4)10 3814 7119834 530– 398– 181
  (maximale roodstand f 1 mln)      

4. Overzicht vermogensontwikkeling 1996–2000

  19961997199819992000 begroot2000 realisatie
  f 1 000€ 1 000f 1 000€ 1 000f 1 000€ 1 000f 1 000€ 1 000f 1 000€ 1 000f 1 000€ 1 000
Agentschapvermogen per 1/1a21 9259 94923 84110 81922 38510 1592 5111 1402 6851 2192 6851 219
              
saldo van baten en lastenb416189– 2 581– 1 171– 18 749– 8 50817479– 32– 15– 373– 169
directe mutaties in het eigen vermogen:             
– uitkering aan moederministeriec            
– storting door moederministeried            
overige mutatiese1 5006811 125511– 1 125– 511      
              
Agentschapvermogen per 31/12a+b+ c+d+e23 84110 81922 38510 1592 5111 1402 6851 2192 6531 2042 3121 050

5. Kengetallen

(x f 1 000)
Baten Realisatie 1997Realisatie 1998Realisatie 1999Realisatie 2000Verschil 2000–1999Prognose 2001
BasisonderhoudSalarissysteem Kern7 6256 4709 5839 90832510 071
 Decentrale Invoer1315140– 140
 Standaard Interface85115348214– 134296
Centrale regelgevingSalarissysteem Kern2 5661 0903781 4331 0551 534
 Decentrale Invoer7880000
Sectorale regelgevingSalarissysteem Kern71710917614– 1621 859
 Decentrale Invoer6200000
Individueel onderhoudSalarissysteem Kern6623 6241 483936– 547353
 Decentrale Invoer132252640– 2640
 Standaard Interface1132811923– 96165
 PRIMA545453
Subtotaal Salarissysteem 11 93411 68412 36512 58221714 331
Personeel-financiële systemen 3 3734 0494 0393 612– 4273 809
Personeelsinformatiesysteem 111470000
Beleidsinformatievoorziening 204225266123– 143160
Overige dienstverlening 32825132141291351
Subtotaal PF/PI 4 0164 5724 6264 147– 4794 320
TOTAAL IVOP 15 95016 25616 99116 729– 26218 651
(x f 1 000)
Kosten IVOP Realisatie 1997Realisatie 1998Realisatie 1999Realisatie 2000Verschil 2000–1999Prognose 2001
BasisonderhoudSalarissysteem Kern1 4601 8302 4122 481693 616
 Decentrale Invoer1230000
 Standaard Interface24383331– 242
Centrale regelgevingSalarissysteem Kern42230358300242340
 Decentrale Invoer080000
Sectorale regelgevingSalarissysteem Kern181316029– 31669
 Decentrale Invoer200000
Individueel onderhoudSalarissysteem Kern162293457168– 289181
 Decentrale Invoer777570– 570
 Standaard Interface9160– 624
 PRIMA29329324
Subtotaal Salarissysteem 2 2792 5843 0833 3022194 896
Personeel-financiële systemen 2 0122 0021 8872 5997123 013
Personeelsinformatiesysteem 50436616– 5031
Beleidsinformatievoorziening 110126138105– 33161
Overige dienstverlening 327274319239– 80253
Subtotaal PF/PI 2 4992 4452 4102 9595493 458
TOTAAL IVOP 4 7785 0295 4936 2617688 354
(x f 1 000)
Kosten Roccade Realisatie 1997Realisatie 1998Realisatie 1999Realisatie 2000Verschil 2000–1999Prognose 2001
BasisonderhoudSalarissysteem Kern3 8073 1474 4506 0941 6446 369
 Decentrale Invoer3356100– 100
 Standaard Interface37319137– 154180
Centrale regelgevingSalarissysteem Kern2 5265321341 9601 826863
 Decentrale Invoer12290000
Sectorale regelgevingSalarissysteem Kern3858711310– 1031 190
 Decentrale Invoer4700000
Individueel onderhoudSalarissysteem Kern4943 3271 059594– 465174
 Decentrale Invoer11431550– 1550
 Standaard Interface78231080– 108142
 PRIMA220
Subtotaal Salarissysteem 7 4207 3476 2208 6972 4778 918
Personeel-financiële systemen 9891 0491 021634– 387715
Personeelsinformatiesysteem 300000
Beleidsinformatievoorziening 781203116– 150
Overige dienstverlening 503037622582
Subtotaal PF/PI 1 1201 1991 089712– 377797
TOTAAL Roccade 8 5408 5467 3099 4092 1009 715

Toelichting op de kengetallen

Algemeen. Een eis die aan agentschappen wordt gesteld, is dat zij de efficiency-verbetering in hun bedrijfsvoering zichtbaar maken met behulp van kengetallen. Het doel hiervan is een in de tijd voortschrijdend inzicht te geven in de relatie tussen de noodzakelijke input en het genereren van een meetbare constante outputeenheid.

De meetbaarheid van de producten in termen van input en output wordt bemoeilijkt door het heterogene karakter van de producten en diensten van IVOP. De aard en omvang van de werkzaamheden wordt immers enerzijds bepaald door de wensen van de deelnemers en anderzijds door de ontwikkelingen in wet- en regelgeving en arbeidsvoorwaarden. Sturing vooraf of tussentijds op basis van eenduidige kengetallen is daarom slechts in beperkte mate mogelijk.

Financieel. De kengetallen geven een overzicht van de opbrengsten en de toegerekende kosten over de jaren 1997 tot en met 2000 en een prognose voor 2001. Teneinde de vergelijkbaarheid van de cijfers te verhogen, zijn in dit overzicht niet opgenomen de (eenmalige) baten en lasten van het millenniumbestendig maken van het IPA-salarissysteem en de projecten euro, toekomst en cbo i.o.

Baten. De hogere baten voor de Centrale regelgeving Salarissysteem Kern ten opzichte van 1999 worden veroorzaakt door een hoger tarief in verband met een aantal in het jaarplan voorziene noodzakelijke aanpassingen in het Salarissysteem als gevolg van gewijzigde wet- en regelgeving.

Kosten IVOP. De hogere kosten voor de Personeel-financiële systemen zijn met name het gevolg van het weer op peil brengen van het onderhoud en beheer na een periode van groot verloop onder de betreffende medewerkers.

Kosten Roccade. De hogere kosten Roccade voor het basisonderhoud Salarissysteem Kern ten opzichte van 1999 worden veroorzaakt door de in het jaar 2000 benodigde conversie vanwege de overgang naar WW en ZW en de daarmee samenhangende noodzakelijke uitbreiding van de databasevelden.

• De hogere kosten bij de Centrale regelgeving Salarissysteem Kern worden veroorzaakt door een aantal in het jaarplan voorziene noodzakelijke aanpassingen in het Salarissysteem als gevolg van gewijzigde wet- en regelgeving en de hoger dan verwacht uitgevallen kosten i.v.m. de januari-release.

Kwaliteit. De kwaliteit van de beheer- en onderhoudswerkzaamheden wordt permanent onderzocht en beoordeeld binnen IVOP. Deze beoordeling resulteert in een jaarrapportage. De EAP voert een audit uit op de interne controlewerkzaamheden en de jaarrapportage. Jaarlijks verstuurt IVOP de rapportage over de interne controle (inclusief het oordeel van de EAP) aan de deelnemers aan het Samenwerkingsverband en de overige gebruikers van het IPA-salarissysteem.

Saldibalans per 31 december 2000 met bijbehorende toelichting

  f 1 000€ 1 000   f 1 000€ 1 000
1)Uitgaven 2000 ten laste van de begroting8 966 8824 068 994 2)Ontvangsten 2000 ten gunste van de begroting1 532 238695 299
3)Liquide middelen874397     
4)Rekening-courant RHB   4a)Rekening-courant RHB7 437 4873 374 984
5)Uitgaven buiten begrotingsverband (= intra-comptabele vorderingen)12 7485 785 6)Ontvangsten buiten begrotingsverband (= intra-comptabele schulden)10 7794 891
7)Openstaande rechten00 7a)Tegenrekening openstaande rechten00
8)Extra-comptabele vorderingen9 0604 111 8a)Tegenrekening extra-comptabele vorderingen9 0604 111
9a)Tegenrekening extra- comptabele schulden00 9)Extra-comptabele schulden00
10)Voorschotten10 498 3484 763 943 10a)Tegenrekening voorschotten10 498 3484 763 943
11a)Tegenrekening garantieverplichtingen8 3803 803 11)Garantieverplichtingen8 3803 803
12a)Tegenrekening openstaande verplichtingen7 564 4843 432 613 12)Openstaande verplichtingen7 564 4843 432 613
13)Deelnemingen65 33429 647 13a)Tegenrekening deelnemingen65 33429 647
 TOTAAL27 126 11012 309 292  TOTAAL27 126 11012 309 292

Ad 1 en 2. Uitgaven en ontvangsten 2000

Bij de begrotingsuitgaven en -ontvangsten zijn de gerealiseerde uitgaven en ontvangsten opgenomen met betrekking tot het jaar waarvoor de Rijksrekening nog niet door de Tweede Kamer is goedgekeurd.

Ad 3. Liquide middelen

De post liquide middelen is opgebouwd uit het saldo bij de banken (gebaseerd op het laatste dagafschrift) en de contante gelden aanwezig in de kluis van de kasbeheerders.

Het totaalbedrag van f 874 432,36 is als volgt opgebouwd:

Binnenlandse Veiligheidsdienstf 234 935,93
Dienst Ziektekostenvoorziening Overheidspersoneelf  1 309,05
Vertegenwoordiging van Nederland in de Nederlandse Antillenf 173 918,74
Vertegenwoordiging van Nederland in Arubaf 464 268,64
Totaalf 874 432,36

Ad 4. Rekening-courant RHB

Op de Rekening-courant met de RHB is de financiële verhouding met Financiën weergegeven. Opgenomen is het bedrag overeenkomstig het saldobiljet van genoemd ministerie.

Ad 5. Uitgaven buiten begrotingsverband (intra-comptabele vorderingen)

Het bedrag van f 12 748 147,40 aan uitgaven buiten begrotingsverband is als volgt opgebouwd:

a. Vorderingen kasbeheerders Rijksdiensten: 
Binnenlandse Veiligheidsdienstf   239 219,77
Dienst Ziektekostenvoorziening Overheidspersoneelf  2 567 748,31
Vertegenwoordiging van Nederland in de Nederlandse Antillenf   218 193,40
Vertegenwoordiging van Nederland in Arubaf    83 024,09
b. Te vorderen van ministeries en derdenf  7 084 301,39
c. Intra-comptabele voorschottenf  2 042 732,22
d. Intra-comptabele debiteurenf   512 928,22
Totaalf 12 748 147,40

ad a. Vorderingen kasbeheerders Rijksdiensten

Het saldo van de BVD bestaat voornamelijk uit in het jaar 2000 op derden ontstane vorderingen die in 2001 en volgende jaren zullen worden geïnd. De vorderingen van de Dienst Ziektekostenvoorziening Overheidspersoneel bestaan uit in het jaar 2000 voorgeschoten programmakosten in het kader van de ZVO-regeling. Afwikkeling zal in het jaar 2001 plaatsvinden. De vorderingen van de Vertegenwoordiging van Nederland in de Nederlandse Antillen bestaan uit diverse vorderingen op ministeries en derden. Afwikkeling zal in 2001 plaatsvinden.

ad b. Te vorderen van ministeries en derden

Het saldo bestaat grotendeels uit door de directie Brandweer en Rampenbestrijding als gevolg van de vuurwerkramp in Enschede voorgeschoten bedragen (f 3,5 mln). Voorts staan vorderingen open op de Stichting Uitvoeringsinstelling Sociale Zekerheid voor Overheid en Onderwijs (f 0,7 mln). Afwikkeling zal vermoedelijk in 2001 plaatsvinden.

Ten behoeve van het Nederlands Bureau Brandweerexamens (f 0,2 mln), het NIBRA (f 1,6 mln), de Oorlogsgravenstichting (f 0,2 mln) en de Basisadministratie Persoonsgegevens en Reisdocumenten (f 0,6 mln) zijn salariskosten over 2000 voorgeschoten die in het eerste kwartaal van 2001 worden terugontvangen.

ad c. Intra-comptabele voorschotten

De intra-comptabele voorschotten bestaan voor f 0,8 mln uit in 2000 verstrekte voorschotten die in 2001 via inhouding op de salarisbetalingen worden verrekend en voor f 1,2 mln uit voorschotten aan de Stichting USZO die in januari 2001 worden verrekend.

ad d. Intra-comptabele debiteuren

De intra-comptabele debiteuren bestaan vrijwel geheel uit te veel ontvangen salaris. De terugvordering loopt via de salarisadministratie.

Ad 6. Ontvangsten buiten begrotingsverband (intra-comptabele schulden)

Het bedrag van f 10 779 572,71 aan ontvangsten buiten begrotingsverband is als volgt opgebouwd:

a. Schulden kasbeheerders Rijksdiensten: 
Binnenlandse Veiligheidsdienstf  2 729 589,43
Dienst Ziektekostenvoorziening Overheidspersoneelf   235 461,48
Vertegenwoordiging van Nederland in de Nederlandse Antillenf    8 033,80
Vertegenwoordiging van Nederland in Arubaf    2 482,69
b. Nog af te dragen loonheffing en sociale premiesf  7 363 206,04
c. Overige intra-comptabele schuldenf   440 799,27
Totaalf 10 779 572,71

ad a. Schulden kasbeheerders Rijksdiensten

Het betreft hoofdzakelijk de in de maand december 2000 ingehouden loonheffing en sociale premies van de Binnenlandse Veiligheidsdienst, die in 2001 aan de betreffende instanties worden doorbetaald.

ad b. Nog af te dragen loonheffing en sociale premies

Het betreft de in de maand december 2000 ingehouden loonheffing en sociale premies die in het eerste kwartaal van 2001 aan de betreffende instanties zijn doorbetaald.

ad c. Overige intra-comptabele schulden

Het saldo bestaat voornamelijk uit in december 2000 ten onrechte ontvangen bedragen die in 2001 zijn doorbetaald.

Ad 8. Extra-comptabele vorderingenAd 8a. Tegenrekening extra-comptabele vorderingen

Het saldo per 31 december 2000 wordt hieronder per departementsonderdeel per jaar gespecificeerd:

Bedragen in guldens
 CentraleDGOBDGMPDGCZKDGOOV
     Directie PolitieDirectie Brandweer
tot en met '96 738,3826 984,3335 261,42  
'97 66 354,0012,00   
'98 53 795,001 303,6021 154,494 000,00 
'99 91 456,006 835 033,99 174 270,0020,00
'00142 700,54472 853,03301 816,263 397,59791 883,8437 358,33
Totaal142 700,54685 196,417 165 150,1859 813,50970 153,8437 378,33

Centrale Stafdiensten (inclusief BVD)

Het saldo bestaat voor een groot gedeelte uit nog te ontvangen A&O fonds subsidiegelden.

DGOB

De vorderingen tot en met 1999 bestaan grotendeels uit vorderingen waartegen momenteel beroepsprocedures lopen. Het saldo uit 2000 bestaat voornamelijk uit vorderingen op provincies, waterschappen en gemeenten inzake de vergoeding voor de klachtenvoorziening van de Nationale Ombudsman (f 0,2 mln) en de Stichting Christiaanse (f 0,1 mln) betreffende terug te vorderen loonkosten voor een door BZK gedetacheerde medewerker. Deze vorderingen zullen in 2001 worden geïnd.

DGMP

De vorderingen tot en met 1996 bestaan uit vier hypotheekgaranties. Momenteel wordt nog onderhandeld om tot een financiële oplossing te komen.

Het saldo uit 1999 bestaat uit vorderingen op het GAK en de NWO. Het GAK heeft de oude vorderingen op het AMG van f 5,35 mln overgenomen. Het GAK zal in 2001 de AMG overnemen, waarbij deze vordering gelijktijdig zal worden ingelost.

De voorbereiding en invoering van de WAO is in 1998 afgerond. In de brief van de Minister aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal is hier van melding gemaakt. In de brief is onder meer aangegeven dat BZK de vorderingen van de Stichting USZO op NWO overneemt. Nadat het dossieronderzoek is afgerond kan de vordering naar alle waarschijnlijkheid in 2001 worden afgewikkeld.

Het saldo uit 2000 betreft onder meer een vordering op het A&O fonds en nog te ontvangen abonnementsgelden voor de Mobiliteitsbank.

DGCZK

Het saldo tot en met 1996 bestaat uit 1 post uit 1993 waarvan de afwikkeling via de Landsadvocaat loopt. Het is nog niet bekend wanneer de vordering afgewikkeld kan worden. De overige vorderingen zijn diverse kleine vorderingen die naar verwachting in 2001 worden afgewikkeld.

DGOOV

Betreffende de directie Politie:

De vorderingen uit 1998, 1999 en 2000 hebben met name betrekking op afrekeningen van voorschotbijdragen aan politieregio's, die conform de afspraak met de betrokken regio's verrekend gaan worden met de in latere jaren verstrekte voorschotten. Op basis van de door de regio's ingediende verantwoording van deze voorschotten zal bij de vaststelling van de definitieve bijdrage het te vorderen bedrag in mindering worden gebracht.

De afwikkeling hiervan zal naar verwachting in 2001 plaatsvinden.

Betreffende de directie Brandweer:

Het saldo van de vorderingen bestaat uit diverse kleine vorderingen ingesteld naar aanleiding van verkoop van boekwerken aan derden en een creditnota van het NCC. De afwikkeling van deze posten vindt in 2001 plaats.

Ad. 10. Openstaande voorschottenAd. 10a. Tegenrekening openstaande voorschotten

De saldi van de per 31 december 2000 openstaande voorschotten en van de in 2000 afgerekende voorschotten worden hieronder per departementsonderdeel per jaar gespecificeerd:

Stand openstaande voorschotten per 31 december 2000 Bedragen in guldens
 Centrale StafdienstenDGOBDGMPDGCZKDGOOV
Directie PolitieDirectie Brandweer
tot en met '966 800,00181 602 548,701 375 699,00 31 971 394,454 990 741,13
'97400 650,0072 436 505,007 745 363,94 52 141 681,236 385 540,00
'983 209 335,21129 503 730,1429 962 337,82 121 653 253,99101 824 019,47
'9919 070 891,54194 432 298,40109 788 808,83336 961,001 972 418 990,50519 665 912,34
'0036 466 743,97674 082 824,21114 093 729,191 384 878,615 987 480 880,36123 915 253,93
 59 154 420,721 252 057 906,45262 965 938,781 721 839,618 165 666 200,53756 781 466,87
Overzicht afgerekende voorschotten in 2000 Bedragen in guldens
 Centrale StafdienstenDGOBDGMPDGCZKDGOOV
     Directie PolitieDirectie Brandweer
tot en met '96200 000,0023 017 641,505 440 000,00049 697 458,76428 070,00
'97250 400,001 569 180,001 390 600,00050 568 571,55547 967,34
'98262 374,23825 545 864,5014 702 386,9402 323 029 797,272 096 665,20
'9918 802 262,40202 488 327,4419 732 474,601 010 233,443 498 728 116,618 481 212,64
'00817 922,701 261 366,55777 811,87771 255,95379 664 912,8310 735 182,55
Totaal20 332 959,331 053 882 379,9942 043 273,411 781 489,396 301 688 857,0222 289 097,73

Centrale Stafdiensten (inclusief BVD)

De openstaande voorschotten tot en met 2000 bestaan grotendeels uit de volgende voorschotten:

Omschrijving1997199819992000
Kinderopvang0,4 mln0,6 mln0,9 mln1,2 mln
FLO uitkeringen 2,0 mln1,9 mln1,4 mln
Functionele kosten Koninklijk Huis  16,0 mln16,9 mln
Stichting USZO programma uitgaven   12,9 mln
Totaal0,4 mln2,6 mln18,8 mln32,4 mln

Bovengenoemde voorschotten kunnen na ontvangst van een verantwoording met een (goedkeurende) accountantsverklaring worden afgewikkeld.

DGOB

De voorschotten tot en met 1996 hebben betrekking op de volgende posten:

Een in 1989 (f 4,0 mln) verstrekt voorschot aan de gemeente Egmond. Dit voorschot zal vermoedelijk in 2001 kunnen worden afgerekend, nadat de provincie Noord-Holland de onbebouwde delen van Noordlob heeft aangekocht. De voorschotten werkgelegenheidsimpuls 1994 (f 48,9 mln), 1995 (f 46,8 mln) en 1996 (f 49,1 mln) en GSB, regeling bevordering stadseconomie 1995 (f 3,2 mln) en 1996 (f 20,0 mln) worden evenals een éénmalige GSB-uitkering aan de zogenaamde G6 na afronding van de betreffende investeringsprojecten op basis van een (goedkeurende) accountantsverklaring afgerekend.

Het bedrag vermeld voor 1997 bestaat voornamelijk uit voorschotten in het kader van:

werkgelegenheidsimpulsf 49,5 mln
Urban -investeringsimpulsf 20,0 mln
Totaalf 69,5 mln

Het bedrag vermeld voor 1998 bestaat voornamelijk uit voorschotten in het kader van:

werkgelegenheidsimpulsf  49,5 mln
Urban -investeringsimpulsf  20,0 mln
remigratie uitkeringenf  52,8 mln
Totaalf 122,3 mln

Het bedrag vermeld voor 1999 bestaat voornamelijk uit voorschotten in het kader van:

werkgelegenheidsimpulsf  49,5 mln
remigratie-uitkeringenf  64,4 mln
agentschap BPR t.b.v. productiekosten reisdocumentenf  19,4 mln
Fonds sociale integratie en veiligheidf  19,5 mln
subsidiëring politieke partijenf  7,6 mln
Millenniumplatform t.b.v. publiekscampagnesf  11,1 mln
Totaalf 171,5 mln

Het bedrag vermeld voor 2000 bestaat voornamelijk uit voorschotten in het kader van:

werkgelegenheidsimpulsf  49,5 mln
Fonds sociale integratie en veiligheidf 223,8 mln
Zorgwet VVTVf 220,0 mln
remigratie-uitkeringenf  54,0 mln
inburgering oudkomersf  46,0 mln
digitale trapveldjesf  19,0 mln
subsidiëring politieke partijenf  6,8 mln
Totaalf 619,1 mln

De voorschotten uit 1997 tot en met 2000 zullen in de komende jaren worden afgerekend na afronding van de betreffende projecten en na ontvangst van de verantwoordingen over de wijze van besteding van de verstrekte bijdragen.

DGMP

Het saldo tot en met 1996 bestaat grotendeels uit voorschotten ten behoeve van Wor-gelden (f 1,3 mln) uit 1995. Het voorschot zal na afloop van het dossieronderzoek afgerekend worden.

Het bedrag vermeld voor 1997 bestaat grotendeels uit voorschotten aan:

Stichting ABP APPAf 7,1 mln
EIB subsidief 0,5 mln
Totaalf 7,6 mln

De voorschotten verstrekt aan het APPA en EIB worden afgerekend op basis van een (goedkeurende) accountantsverklaring. Naar verwachting geschiedt dit in 2001.

Het bedrag vermeld voor 1998 bestaat grotendeels uit voorschotten aan:

A&O fonds Rijkf  6,6 mln
A&O fonds Gemeentenf  8,8 mln
Stichting ABP APPAf  6,0 mln
AMG: liquiditeitssteunf  2,4 mln
SAIPf  5,3 mln
Totaalf 29,1 mln

De voorschotten verstrekt aan het A&O-fonds Rijk en Gemeenten, Stichting ABP worden afgerekend op basis van een (goedkeurende) accountantsverklaring. De aanvragen voor KNIL uitkeringen (SAIP) konden tot en met april 2000 worden ingediend. In 2000 is het overgrote deel afgerekend. De verwachting is dat het restant in de loop van 2001 kan worden afgewikkeld. De afrekening van de liquiditeitssteun aan de AMG zal in 2001 worden meegenomen bij de afwikkeling van de verkoop van de AMG aan het GAK.

Het bedrag vermeld voor 1999 bestaat grotendeels uit voorschotten aan:

A&O fonds Rijkf  6,8 mln
A&O fonds Gemeentenf  9,1 mln
Invoeringskosten WW/ZW 99f  19,9 mln
Uitkering ZVR Rijkf  66,4 mln
Totaalf 102,2 mln

De voorschotten verstrekt aan het A&O-fonds Rijk en Gemeenten en Uitkeringen ZVR Rijk worden afgerekend op basis van een (goedkeurende) accountantsverklaring. Naar verwachting geschiedt dit in 2001. Het voorschot inzake de invoeringskosten WW/ZW 99 wordt afgerekend nadat het systeem operationeel is. Naar verwachting is dat in 2001.

Het bedrag vermeld voor 2000 bestaat grotendeels uit voorschotten aan:

A&O fonds Rijkf  7,1 mln
A&O fonds Gemeentenf  9,5 mln
Uitkering ZVR Rijkf 61,1 mln
SAIP KNIL uitkeringenf 10,7 mln
Totaalf 88,4 mln

Bovenstaande voorschotten zullen op basis van een (goedkeurende) accountantsverklaring worden afgewikkeld.

DGCZK

Het saldo bestaat uit diverse in 1999 en 2000 gedane voorschotbetalingen voor subsidies en onderzoekskosten. Deze voorschotten zullen in het jaar 2001, na ontvangst van de reisdeclaraties, accountantsverklaringen e.d. worden afgerekend.

DGOOV

Betreffende de directie Politie:

De grondslag voor de voorschotten die verstrekt zijn aan de politieregio's, wordt gevormd door artikel 44 van de Politiewet 1993 alsmede het daarop gebaseerde BFRP 1994. Na ontvangst en beoordeling van de jaarrekeningen van de politieregio's worden de rijksbijdragen definitief vastgesteld, waarna wordt overgegaan tot afwikkeling casu quo verrekening van de verstrekte voorschotten. Door de wijziging van artikel 5 van het BFRP 1994 is de uiterste inzendtermijn van de jaarrekening en het jaarverslag vervroegd van 1 augustus naar 1 juni.

De opbouw van de voorschotten tot en met 1996 bestaat grotendeels uit:

bijdrage voor financiële knelpunten politieregio'sf  4,0 mln
bijdrage aan het LRTf  8,4 mln
Subsidies gemeenten in kader van Jeugd en Veiligheidf  3,2 mln
subsidie politiebondenf  1,0 mln
project Reorganisatie Politie (PRP)f  1,7 mln
subsidie aan regio van de Stichting Arbeids- en Opleidingsprojecten (SAOP)f  1,5 mln
schietaccommodatiesf  2,9 mln
diverse bijdragenf  2,0 mln
Totaalf 24,7 mln

In de openstaande voorschotbedragen van 1997 tot en met 2000 zijn naast de nog niet afgerekende voorschotten aan de politieregio's ook voorschotten opgenomen van het LSOP.

De verstrekte voorschotten kunnen na ontvangst van de jaarrekening en een (goedkeurende) accountantsverklaring worden afgerekend.

Betreffende de directie Brandweer:

Het saldo tot en met 1996 bestaat voornamelijk uit in 1995 (f 0,7 mln) en 1996 (f 1,3 mln) verstrekte voorschotten aan de Regionale Brandweren in het kader van het Project Versterking Brandweer (PVB) en een in 1996 (f 3,0 mln) aan het NIBRA verstrekt voorschot voor het verbouwen van het complex. Deze voorschotten zullen in 2001 na ontvangst van (goedkeurende) accountantsverklaringen worden afgewikkeld.

Het bedrag verstrekt in 1997 is grotendeels opgebouwd uit de volgende posten:

Regionale Brandweren in het kader van PVBf 1,0 mln
NIBRA in verband met verbouwing van het complexf 5,3 mln
Totaalf 6,3 mln

De verstrekte voorschotten zullen naar verwachting in 2001 na ontvangst van (goedkeurende) accountantsverklaringen worden afgerekend.

Het bedrag verstrekt in 1998 is grotendeels opgebouwd uit de volgende posten:

Dienst Landelijke Service bij Regelingen (LASER) i.h.k.v. uitvoering schaderegeling extreme regenval 1998f  82,1 mln
Regionale Brandweren in het kader van PVBf  3,5 mln
NIBRA 1998f  6,5 mln
Regionale Brandweren in het kader van PGHORf  8,6 mln
Totaalf 100,7 mln

Aan LASER is in 1998 een bedrag van f 82,1 mln verstrekt ter afwikkeling van schade door wateroverlast. Aanvankelijk zou de afrekening in 1999 plaatsvinden. Vanwege extreme regenval in 1999 is het voorschot verhoogd en zou afwikkeling in 2000 plaatsvinden. Vanwege onvoorziene omstandigheden is hieraan geen gevolg gegeven. Afgesproken is dat afwikkeling van LASER in ieder geval in 2001 na ontvangst van een (goedkeurende) accountantsverklaring in 2001 zal plaatsvinden. De overige voorschotten kunnen na ontvangst van een (goedkeurende) accountantsverklaring worden afgerekend.

Het bedrag verstrekt in 1999 is grotendeels opgebouwd uit de volgende posten:

Dienst Landelijke Service bij Regelingen (LASER) i.h.k.v. uitvoering schaderegeling extreme regenval 1999f 477,2 mln
Regionale Brandweren in het kader van PVBf  15,5 mln
NIBRA, bijdrage 1999f  7,1 mln
Regionale Brandweren in het kader van PGHORf  9,1 mln
Inundatie provincie Groningenf  4,1 mln
Totaalf 513,0 mln

Het bedrag verstrekt in 2000 is grotendeels opgebouwd uit de volgende posten:

Dienst Landelijke Service bij Regelingen (LASER) i.h.k.v. uitvoering schaderegeling extreme regenval 1999f 38,4 mln
Bijdrage kosten opruiming explosieven Tweede Wereldoorlogf 44,5 mln
Vuurwerkramp Enschedef 23,3 mln
NIBRA, bijdrage 2000f  9,0 mln
Nederlandse Rode Kruis (bijdrage 2000)f  2,6 mln
Totaalf 117,8 mln

De verstrekte voorschotten kunnen na ontvangst van een (goedkeurende) accountantsverklaring worden afgerekend.

Ad 11.Openstaande garantieverplichtingenAd 11a. Tegenrekening openstaande garantieverplichtingen

Het bedrag van f 8 380 000,00 aan garanties is als volgt opgebouwd:

Garanties 1 januari 2000f 10 680 000,00 
Verleende garanties in 2000f 0,00
 f 10 680 000,00 
Vervallen garanties in 2000f  2 300 000,00–/-
Totaal openstaande garanties per 31 december 2000f  8 380 000,00 

De garanties betreffen:

– hypotheekgaranties

Bij beschikking van 23 augustus 1974, nr. AB74/U1271, van de Minister van Binnenlandse Zaken, is de mogelijkheid geschapen om onder bepaalde voorwaarden een hypotheekgarantie te verlenen voor tijdige betaling van rente en aflossing op een hypothecaire geldlening, die in verband met de aankoop van een woning is afgesloten. Per 31 decem-ber 2000 was de stand f 7,4 mln.

– exploitatiegarantie NIBRA

In het kader van de verzelfstandiging van het NIBRA heeft de overheid zich voor de jaren 1995 tot en met 1999 garant gesteld tot een maximum van f 0,5 mln voor eventuele exploitatietekorten. Nadat de rekening over 1999 is ontvangen en afgehandeld zal de garantie komen te vervallen.

– vemogensschade AMG

Op 29 november 1999 is een overname-overeenkomst getekend tussen de aandeelhouders van AMG B.V. en de GAK Holding B.V. Hierbij is een deel van de aandelen verkocht aan voornoemde B.V. De Staat, één van de aandeelhouders, staat garant voor maximaal 48% van f 1 mln. voor vermogensschade. De garantie vervalt drie jaar na transactiedatum.

Ad 12. Openstaande verplichtingenAd 12a. Tegenrekening openstaande verplichtingen

Het bedrag van f 7 564 483 796,68 aan openstaande verplichtingen is als volgt opgebouwd:

Verplichtingen 1 januari 2000 f  7 628 642 568,70 
Aangegane verplichtingen in 2000 f  9 008 920 768,89
  f 16 637 563 337,59 
Tot betaling gekomen in 2000f 8 966 882 177,30  
Negatieve bijstellingen verplichtingen uit eerdere begrotingsjarenf   106 197 363,61  
  f  9 073 079 540,91–/-
Totaal openstaande verplichtingen per 31 december 2000 f  7 564 483 796,68 

De negatieve bijstellingen van aangegane verplichtingen uit eerdere begrotingsjaren hebben voornamelijk betrekking op het artikel 05.27 (Informatiebeleid OOV) in verband met abusievelijk dubbel vastgelegde verplichtingen in voorgaande jaren met betrekking tot Tetra Ned (f 73,3 mln).

Ad 13. DeelnemingenAd 13a. Tegenrekening deelnemingen

Het bedrag van f 65 333 800,00 aan deelnemingen is als volgt opgebouwd:

Roccade Informatica Groep N.V. met een 34% deelneming van aandelen nominaalf  6 800 000,00 
 agionominaalf  6 800 000,00 
 Totaal  f 13 600 000,00
     
N.V. SDU met een 100% deelneming vanaandelennominaalf 20 700 000,00 
 agionominaalf 30 093 000,00 
Totaal   f 50 793 000,00
     
Arbo Management Groep B.V. met een 24% deelneming vanaandelennominaalf   940 800,00 
 Totaal  f   940 800,00
     
Totaal-generaal  f 65 333 800,00 

Voor een toelichting wordt verwezen naar de gepubliceerde jaarstukken van de Roccade Informatie Groep N.V. , de N.V. SDU en de Arbo Management Groep B.V. Via de algemene vergadering van aandeelhouders zal al het mogelijke worden gedaan om te zorgen dat de jaarstukken van de betreffende ondernemingen ten tijde van de behandeling van de slotwet/rekening zijn gepubliceerd.

BIJLAGEN 1 TOT EN MET 4 BIJ DE TOELICHTING

Bijlage 1. M&O-beleid

Besluit Tegemoetkoming Ziektekosten Rijkspersoneel (BTZR). De bewijslast voor het BTZR ligt bij de medewerkers van het ministerie. Dit houdt in, dat deze periodiek moeten aantonen recht te hebben op een vergoeding op grond van het besluit. Via een steekproef is in 1999 aan een aantal medewerkers gevraagd daadwerkelijk bewijs van recht te leveren. Naast bovenstaande steekproef worden gegevens binnen de rijksdienst uitgewisseld. Hierdoor kunnen kruiselingse partneraanvragen worden opgespoord en beoordeeld. Het controleprogramma op de verstrekking van BTZR-vergoedingen is goedgekeurd door de AR.

Het ter zake gevoerde beleid heeft betrekking op alle personeel en materieel artikelen.

Rietkerk-uitkeringen. De SAIP hanteert voor álle regelingen de volgende uitgangspunten: Waar het recht en de hoogte van het bedrag niet aan de eigen archieven kan worden ontleend, dient aanvrager zorg te dragen voor het nodige bewijsmateriaal. De persoonsgegevens worden geverifieerd met behulp van de gemeentelijke basisadministratie (binnenland) of door gelegaliseerde Attestatie de Vita (buitenland).

De betaalwijze wordt gecontroleerd met behulp van informatie van de betreffende (statutair in Nederland gevestigde) bank. De BPR-organisatie voorziet de SAIP over de relevante mutaties (ondermeer inzake overlijden). Van de degenen die in het buitenland wonen wordt halfjaarlijks een bewijs van in leven zijn verlangd.

Het ter zake gevoerde M&O-beleid heeft betrekking op artikel 03.03 Wet Rietkerk-uitkering.

DGVP. Door de DGVP worden procedures gehanteerd ter voorkoming en bestrijding van misbruik en oneigenlijk gebruik van de ziektekostenregeling. De kern van de procedure is dat alleen op basis van originele nota's, voorgeschreven documenten en wettelijke regelingen wordt uitbetaald. Tevens wordt het verband gelegd met de op basis van de deelnemersadministratie ontvangen premies. Aan de inkomstenzijde is de kern van dit beleid dat aanmelding niet rechtstreeks door verzekerde geschiedt maar door tussenkomst van vaste respondenten bij de werkgever. Omtrent deze opgaven en het premiebedrag worden jaarlijks aan de externe accountants verklaringen gevraagd en ontvangen. Daarnaast is voor verzoeken van elders verzekerden gezinsleden voor aanvullende vergoedingen een limitatieve lijst van vergoedingen opgesteld. Voorts kan in voorkomende gevallen een medische herbeoordeling en een behandelplan een noodzakelijke voorwaarde zijn om tot uitkering van vergoedingen over te gaan.

Ter voorkoming van frauduleus declaratiegedrag wordt in de praktijk een tweesporenbeleid gevolgd.

Enerzijds wordt aangifte gedaan bij de Economische Controleraad indien het vermoeden bestaat dat frauduleus declaratiegedrag door medici en paramedische behandelaars aan de orde is. Circa 50% van het totaal aantal aangiftes is afkomstig van de DGVP. Anderzijds wordt de controle op de deelnemersadministratie bij de DGVP geïntensiveerd door jaarlijks steekproefsgewijs (circa 20% van het bestand) aan de deelnemers een vernieuwde opgave te vragen over de gezinssamenstelling.

Het ter zake gevoerde M&O-beleid heeft betrekking op uitgavenartikel 05.09 Dienst Geneeskundige Verzorging Politie en ontvangstenartikel 05.01 Ontvangsten Dienst Geneeskundige Verzorging Politie.

Uitkeringen inzake WTS. De WTS-bijdragen die LASER heeft uitgekeerd zijn door BZK als voorschot in de administratie opgenomen. BZK is in afwachting van een verantwoording van LASER, die is voorzien van een accountantsverklaring en -verslag, overeenkomstig het controleprotocol terzake. Dit protocol is tot stand gekomen in overleg tussen de AD van LNV en BZK.

In het protocol is onder meer opgenomen dat in de controle (door de AD/LNV) wordt betrokken de opzet van de administratieve organisatie, het primaire proces, het controlememorandum, de risicoanalyse van de WTS-regeling, alsmede de analyse van de risico's en aanpak van de M&O-problematiek.

Onlangs is LASER schriftelijk verzocht op korte termijn bedoelde verantwoording op te stellen. Eerst nadat deze is ontvangen en BZK zekerheid heeft verkregen over genoemde onderwerpen, waaronder dus de aanpak van de M&O-problematiek, zullen de bedragen als definitieve uitgaven in de administratie worden opgenomen.

FLO-regelingen. Binnen het beleidsterrein OOV zijn twee FLO-regelingen van toepassing. Voor de afzonderlijke regelingen zijn maatregelen getroffen ten aanzien van het M&O-beleid.

Oud. Deze FLO-regeling is van toepassing op hen die voor 1 april 1997 de 60-jarige leeftijd hebben bereikt, en maakt onderdeel van het controleprotocol (vastgesteld bij brief EA99/U54 416, d.d. 22 februari 1999). In het controleprotocol Financiële verslaglegging politieregio's zijn nadere regels gesteld voor de reikwijdte van de accountantscontrole van de financiële verslaglegging door de regionale politiekorpsen. Door de accountant wordt beoordeeld in hoeverre door de politieregio een toereikend beleid is opgezet en uitgevoerd ter voorkoming van misbruik en oneigenlijk gebruik.

Nieuw. Voor de FLO-regeling Rijk en de sector Politie is een gezamenlijk protocol opgesteld. De FLO-regeling Politie, ingaande 1 april 1997, maakt hiervan onderdeel uit. Dit protocol, tot stand gekomen in overleg tussen de AD en de Gezamenlijke Accountantsdienst van de stichtingen ABP/USZO, is geaccordeerd. De stichtingen ABP/USZO hebben voor zowel de FLO-regeling Rijk als FLO-regeling Politie toegelicht op de wijze waarop zij omgaan met M&O in het kader van de uitvoering van de FLO-regelingen. Een en ander zal nog geformaliseerd worden. Aanmelding van een rechthebbende bij de stichtingen ABP/USZO kan alleen door tussenkomst van de werkgever met inachtneming van de toepasselijke wettelijke regels, regelingen en voorschriften.

Het ter zake gevoerde M&O-beleid heeft betrekking op artikel 05.24 Overige uitgaven regionale politie.

Stichting USZO/Stichting ABP. Met betrekking tot het M&O-beleid van de bovenwettelijke sociale zekerheidsregelingen door Stichting USZO (suppletie en wachtgeld) wordt zo veel mogelijk aangesloten op het M&O-beleid zoals dat door SZW en het LISV is geformuleerd (Wet Boeten en Maatregelen). De FLO-regeling is een aanvulling op een uitkering krachtens de FPU-regeling (pensioenregeling) en wijkt wat betreft uitvoering en M&O-beleid af van de sociale zekerheidsregelingen. De Stichting ABP voert het anticumulatiebeleid uit zoals is neergelegd in de desbetreffende regelgeving.

Arbeidsmarkt en opleidingsprojecten. De rechtmatigheid van de verstrekte subsidies en bijdragen wordt vastgesteld aan de hand van de jaarrekening en bijbehorende accountantsverklaring van de betreffende stichting en derden. De procedures ter voorkoming en bestrijding van misbruik en oneigenlijk gebruik van door de directie Politie verstrekte subsidies aan stichtingen en derden (niet zijnde onderdelen van de rijksoverheid) zijn in 2000 ontwikkeld en vastgelegd in de administratieve organisatie. Vanaf 2001 zal de procedure ter voorkoming en bestrijding van misbruik en oneigenlijk gebruik met behulp van de door FEZ opgestelde checklist in het handboek richtlijnen worden toegepast bij de beoordeling van het verstrekken van subsidies en bijdragen en het bijstellen en opstellen van regelingen.

ZVR. Het effect van eventueel te laag opgegeven neveninkomsten is als gevolg van het lage drempelpercentage gering, waardoor het financieel risico van de verstrekking van de ZVR-vergoedingen eveneens gering is. Extra aandacht krijgen de populatie deeltijders en niet-ingezetenen.

Het ter zake gevoerde beleid heeft betrekking op artikel 07.20 Ziektekostenvoorziening Overheidspersoneel sector Rijk.

Bijlage 2. Stand van zaken AR-opmerkingen bij het rechtmatigheidsonderzoek 1999

In het Rechtmatigheidsonderzoek naar aanleiding van de Verantwoording 1999 heeft de AR een aantal punten aangehaald waarop BZK in de verantwoording 2000 terug komt.

2a: Zaken die als afgedaan kunnen worden beschouwd

Geconstateerde tekortkomingJaarOnderdeelOntwikkelingen/toezeggingen
Onjuiste toepassing Europese aanbestedingsregels1999DGOOV/DVIPIn samenwerking met het NIC heeft IBOOV conform de EU aanbestedingsprocedure een aantal mantelovereenkomsten afgesloten voor de inhuur van personeel in vier clusters. Bij IBOOV zijn alle medewerkers erop gewezen dat de inhuur van personeel in deze clusters via één van deze mantelovereenkomsten moet gebeuren en welke verdere procedures daarbij van toepassing zijn. Status:In het 1e kwartaal 2000 is nog sprake geweest van enige overloop van niet conform EU regels aanbestede opdrachten. In het 2e kwartaal zijn deze opdrachten geëxpireerd. Inhuur vindt nu plaats op basis van de afgesloten mantelovereenkomsten, dan wel conform de in de AO vastgelegde procedures.Actiepunt afgedaan.
Ongespecificeerde betalingen en onzekerheid over de juistheid van de hoogte van de betaling1999DGOOV/DVIPVoor de verantwoording vanaf 2000 zal het toezicht op het opleveren van gespecificeerde betalingen aangescherpt worden. Status:De directie VIP heeft in 2000 de controle en toetsing van betalingen verscherpt. Betalingen dienen te allen tijde te zijn gerelateerd aan schriftelijk vastgelegde afspraken waarin is aangegeven welke prestatie is overeengekomen en tegen welke vergoeding. Facturen met betrekking tot een eindbetaling dienen te zijn voorzien van een opleveringsprotocol.Actiepunt afgedaan.
Kwaliteit uitvoering remigratieregelingen door SVB1999DGOBDe bevindingen met betrekking tot de stand van de kwaliteit van de uitvoering van de remigratieregelingen zijn besproken met de SVB. In de nieuwe remigratiewet die met ingang van 1 april 2000 in werking is getreden, is de SVB aangewezen als uitvoerder van de wet. In overleg met de departementale AD is een controleprotocol opgesteld dat mede is gebaseerd op de nieuwe wet. Status:Augustus 2000 is overleg geweest tussen CIM en de DAD met de SVB in het bijzijn van de interne accountant van SVB. Geconcludeerd mag worden, dat de kwaliteit van de gevalsbehandeling in 1999 tot heden is gestabiliseerd en dat het financieel management van SVB is verbeterd. Dit actiepunt is dan ook afgehandeld voor DGOB.Actiepunt afgedaan.
Besluit verlening voorschotten (parkeren begrotingsgelden)1999DGOOV/DVIPEr zal op worden toegezien dat dergelijke voorschotbetalingen niet meer voorkomen.Lijnactiviteit, actiepunt afgedaan.
Geldoverdrachten aan Koninkrijksrelaties1999DGCZKIn februari zijn de bestuurlijke beheersafspraken van december 1999, die zijn overeengekomen met de Nederlandse Antillen, ambtelijk uitgewerkt. Onder meer is overeengekomen dat de afwikkeling van overheidsprojecten in het vervolg per project te laten plaatsvinden, in tegenstelling tot de oude geconsolideerde jaarlijkse afwikkeling.De verwachting is dat de structurele maatregelen en de geleverde inspanningen in 2000 zullen leiden tot het gewenste resultaat, namelijk een aanzienlijke afname van de voorschottenstand. Daarbij wordt opgemerkt dat ook in 2000 afhankelijkheid bestaat van de medewerking van de Nederlandse Antillen. Prestatie- en verantwoordingsgegevens dienen immers te worden verstrekt door de Nederlandse Antillen. Status:Betreffend punt is in het AC juni 2000 afgedaan. Inmiddels is er een conceptrapport van de AR verschenen (vervolgonderzoek afwikkeling van overheidsprojecten op de Nederlandse Antillen en Aruba). Hierop is middels een notitie door de Controller DGCZK gereageerd.Actiepunt afgedaan.
Informatievoorziening politiekorpsen1999DGOOV/DPOLHet gewijzigde Besluit Comptabele Regelgeving Regionale Politiekorpsen (BCRRP) en de daarbij behorende modellen voor begroting en jaarrekening politieregio's zijn met ingang van 1999 van kracht. In 1999 zijn ontwikkelingen in gang gezet met betrekking tot het meer aandacht hebben voor de prestaties van de korpsen. Er is een systeem (GIDS) ontwikkeld waarvan het BNP 1999–2002, het Integraal Veiligheidsprogramma 2000, de Landelijke Politiebrief 2001 en het Informatiemodel Nederlandse Politie deel van uitmaken. Met behulp van dit systeem kunnen prestaties van korpsen in beeld gebracht worden.De eisen die worden gesteld aan de door de politieregio's aan te leveren financiële informatie zijn in december 2000 nogmaals aan de regio's bevestigd. Daarnaast heeft Deloitte & Touche in opdracht van het ministerie een uitvoerige toelichting geschreven.Actiepunt afgedaan.
Financieel beheer agentschap ITO1999DGOOV/DVIPIn april is gestart met de geleidelijke overdracht van de beheerstaak tav de ITO van IBOOV naar KOBRA. Aan D&T is opdracht gegeven de financiële functie van de ITO door te lichten op een overeenkomstige wijze als PWC dat heeft gedaan bij DGOOV. OP 9 juni wordt de conceptrapportage besproken. Status:– De beheerstaken tav ITO worden medio 2001 van DVIP naar KOBRA overgebracht.– Inmiddels is er bij ITO een interim hoofd Controlling, Financiën en Managementinformatie aangesteld. De financiële kolom wordt op zeer korte termijn geherstructureerd. Aan de door de DAD aangewezen verbeterpunten Financieel Beheer is in belangrijke mate gevolg gegeven en aan verdere verbetering wordt gewerkt. De AO van ITO is beschreven en ter beoordeling aan DFEZ voorgelegd. De uitvoering van het interne controleprogramma is gestart.– Het informatiestatuut ITO wordt momenteel opgesteld op basis van de modelregeling agentschappen.– Er is een vijfhoeksoverleg ingesteld, waarin naast ITO, VIP en FEZ ook de AD en de DAR zitting hebben.Actiepunt afgedaan.
Projectbeheer SAOP1999DGMPAan de SAOP is te kennen gegeven dat fondsvorming voorkomen dient te worden. Om die reden is als voorwaarde gesteld dat het niet bestede bedrag dat wordt overgeheveld naar een volgend jaar, en dus wordt gereserveerd, in totaal niet groter mag zijn dan 25% van de jaarlijkse bijdrage. Daarnaast dient deze overheveling van niet bestede gelden naar een volgend jaar, zichtbaar en voorzien van een toelichting, in de financiële verantwoording van de SAOP te worden opgenomen. Daarnaast wordt binnen de SAOP gesproken over een aanscherping van de toepassing van de subsidievoorwaarden. Status:Dit punt is niet opgenomen in de financieel beheernotitie aan AC 3/11/2000 en evenmin wordt hierover gesproken in het AD interim rapport 2000 DGOOV. Wel is in eerstgenoemd stuk sprake van een onderwerp sectorale vormings- en opleidingsfondsen dat als actoren DGMP en DGOOV kent. Zie verder hieronder.
Sectorale vormings- en opleidingsfondsen (DGMP/DGOOV)2000DGMP en DGOOVDGMP en DGOOV gaan na of de huidige structuur waarbij gelden over de BZK begroting lopen, gelet op de risico's nog wel gewenst is. Zo nodig worden de voorstellen voor wijzigingen uitgewerkt. DGMP neemt hiervoor het initiatief.AO fonds Rijk: De jaarrekening 1999 van het A&O fonds Rijk is inmiddels ontvangen. De betrokken beleidsmedewerker zal deze jaarrekening aan de AD ter controle aanbieden.A&O fonds Gemeenten: Bij OW 2001 is het A&O fonds gemeenten overgeheveld naar het gemeentefonds. Status:Actiepunt is afgehandeld.
– Actualiseren beschrijvingen AO– Opzetten onderhouds- organisatie1997BZK breedIn 1999 is het project inhaalslag AO gestart en wordt eind mei 2000 beëindigd. Inmiddels zijn de centrale richtlijnen geactualiseerd. Bij de onderdelen zijn de beschrijvingen geactualiseerd. In het periodieke AO-team overleg, waarin FEZ en alle onderdelen vertegenwoordig zijn, wordt aandacht besteed aan de implementatie van de beschrijvingen van de onderhoudsorganisatie. Status:In mei 2000 is de inhaalslag AO beëindigd. Teneinde deze actie in de toekomst te voorkomen is een adequate onderhoudsorganisatie van cruciaal belang. Aan de opzet is ten behoeve van het Audit Committee een onderhoudsplanning voor de AO opgesteld en tijdens de vergadering op 3 november jl. vastgesteld. Een aandachtspunt blijft het periodieke AO-team overleg waarin aandacht wordt besteed aan de implementatie van de AO en de deelname aan begrotingsoverleggen waarin de monitoring van de uitvoering van het onderhoudsplan en actiepunten naar aanleiding van de implementatie worden besproken.Verder lijnactiviteit, actiepunt afgedaan.
Personeels- en voorraadadministratie1998DGMPDe EDP Audit-pool komt in de third party mededeling (TPM) over 1999 tot de conclusie dat de opzet en naleving van het stelsel van maatregelen en procedures van de beheersorganisatie IVOP, het IPA-salarissysteem en de verwerkingsorganisatie Roccade gedurende 1999 in voldoende mate beantwoord heeft aan de vier kwaliteitscriteria, met uitzondering van het stelsel van maatregelen en procedures binnen de beheersorganisatie IVOP dat gericht is op het instandhouden van de functionele beschikbaarheid van het systeem IPA. De tekortkomingen hebben ondermeer betrekking op de inrichting van het kwaliteitssysteem. Voor dit onderdeel is door IVOP een project geïnitieerd met als doel de kwaliteit van het stelsel van de beheersorganisatie IVOP structureel te verbeteren. Project verbetering kwaliteitssysteemOm te komen tot een dynamisch en toegankelijk kwaliteitssysteem is het project herziening kwaliteitssysteem IVOP gestart. Het doel van het project is de geactualiseerde werkprocessen en procedures binnen IVOP schematisch en overzichtelijk vast te leggen op het eigen intranet. De actualisering van het kwaliteitssysteem heeft met name betrekking op:– het verwerken van de consequenties van de per 1 maart 1999 doorgevoerde reorganisatie binnen IVOP.– het in een gestructureerde en consistent geheel verwerken van in de loop der tijd ontwikkelde aanvullingen en correcties op het kwaliteitssysteem. Met het inhuren van vakkundige capaciteit wordt ervoor gezorgd, dat het actualiseren van het kwaliteitssysteem voortvarend en adequaat verloopt. Ultimo 1999 waren de processchema's en -beschrijvingen van de primaire processen tot en met het tweede niveau opgeleverd. In de eerste helft van 2000 wordt de actualisering afgerond. Voorraadadministratie (materieel beheer)Op basis van een risico-analyse zijn de richtlijnen en procedures voor het materieel beheer onlangs herzien.In deze procedures is voorzien in een adequate interne controle afgestemd op de onderkende risico's .Uit doelmatigheidsoverwegingen is besloten geen registratie bij te houden van het gewone kantoormeubilair. De registratie van kunstvoorwerpen is inmiddels ter hand genomen. Status:Betreffend actiepunt is in het AC november 2000 afgedaan. De AOIVOP is beschreven met behulp van het softwareprogramma BWise. Deze beschrijvingen staan op het netwerk en zijn voor elke IVOP-medewerker toegankelijk. De AD heeft in de tweede helft van 2000 onderzoek gedaan naar de kwaliteit van de beschrijving van de administratieve organisatie.
Complexiteit regelgeving GSB1999DGOBEr bestaan procedurele belemmeringen met betrekking tot het beheer, de verantwoording en de controle die voortvloeien uit de huidige regelgeving op het terrein van het GSB: In april 2000 is gestart met een onderzoek harmonisering van financiële verantwoordingen waarna in de tweede helft van het jaar afspraken moeten worden gemaakt tussen Rijk en steden. Dit zal betekenen dat wijzigingen ten opzichte van de huidige verantwoordingssystematiek zullen moeten leiden tot aanpassing van de toepassing zijnde regelgeving. Status:In de eerste helft van 2001 wordt een onderzoek gedaan naar de vragen:– welke harde verantwoordingsinformatie noodzakelijk is.– hoe kan de verantwoording aansluiten op de programmatische aanpak van GSB.Vervolgens zal besluitvorming in de RGSB plaatsvinden.Dit actiepunt is afgehandeld voor DGOB. En is nu een politiek onderwerp.

2b: Zaken die nog niet zijn afgedaan

Geconstateerde tekortkomingJaarOnderdeelOntwikkelingen/toezeggingen
Niet geïncasseerde legesopbrengsten1999DGOBDe betreffende paspoortleges zijn nog niet bij de gemeenten geïncasseerd.Dit komt door de complexiteit van de huidige procedure: Pas nadat een gemeente een nieuwe bestelling heeft geplaatst, kunnen de leges voor de tot op dat moment uitgegeven reisdocumenten worden verrekend. Het spreekt voor zich dat deze lange doorlooptijd voor de incasso van Rijksleges niet wenselijk is. De voorkeur gaat uit naar een methodiek waarbinnen de verrekening van Rijksleges zo kort mogelijk na de uitgifte van de reisdocumenten plaatsvindt. Binnen de huidige regelgeving is een periode van gemiddeld ongeveer een half jaar tussen het moment van uitgifte van een reisdocument en de inning van Rijksleges evenwel onvermijdelijk. Bij de invoering van de NGR zal er sprake zijn van een aangepaste incassoregeling, waarmee de doorlooptijd voor de inning van rijksleges tot een minimum wordt teruggebracht. Status:Bij de invoering van de NGR zal sprake zijn van een aangepaste incassoregeling. Dit is pas het geval vanaf oktober 2001. Tot die tijd blijft de inning van de paspoortleges bij de gemeenten een probleem.
Saldi aan liquide middelen sectorale vorming en opleidingsfondsen1999DGMPStatus:De AD zal in haar review specifiek kijken naar het betreffende punt.

Bijlage 3. Extra-comptabel overzicht, budgetten Grotestedenbeleid (ECO-GSB)

Overzicht totaalbedragen Stand ontwerp-begroting 2000Stand 1e supp. begroting 2000Stand realisatie 2000
Totaal GSB-breedtotaal beleidsterrein6 614,17 328,56 762,6
(excl. EU)totaal G253 190,63 313,13 783,0
     
I Totaal pijler Werk en economietotaal beleidsterrein3 815,2744 134,3233 625,384
 totaal G251 488,9501 473,9411 783,531
     
II Totaal pijler Fysiektotaal beleidsterrein1 254,5811 440,9121 394,555
 totaal G25770,083859,366897,901
     
III Totaal pijler Sociale infrastructuurtotaal beleidsterrein1 544,2511 753,2511 742,705
 totaal G25931,596979,8101 101,523
     
IV Totaal pijler EUtotaal beleidsterrein60,143590,1430,000
 totaal G2560,143155,1430,000

Categorie A steden zijn geadresseerdenStand ontwerp- begroting 2000Stand 1e supp. begroting 2000Stand realisatie 2000 
I Totaal pijler Werk en economietotaal beleidsterrein3 815,2744 134,3233 625,384 
   totaal G251 488,9501 473,9411 783,531 
        
EZart. 04.10Stadseconomietotaal beleidsterrein101,228101,22864,474 
  Niet-fysieke deel *)totaal G255,5465,5499,468Hogere realisatie als
  Fysieke deel *)totaal G2512,60412,60612,604gevolg van een kasschuif
        
SZWart. 12.08Instroom- en doorstroombanentotaal beleidsterrein1 832,5001 936,7441 664,200 
  (bruto bedragen)G25989,700989,7001 077,919 
        
SZWart. 12.06Gemeentelijk Werkfonds/WIWtotaal beleidsterrein1 851,2002 048,8881 866,300 
   G25481,100466,086683,540 
        
VenWart. 05.32Zeehavenontwikkelingtotaal beleidsterrein24,80041,91420,942 
   G250,0000,0000,000 
        
II Pijler fysiektotaal beleidsterrein1 254,5811 440,9121 394,555 
   G25770,083859,366897,901 
        
VROMFESSleutelprojectentotaal beleidsterrein27,000PM0,000Zes steden bekend,
   G250,000PM0,000nog onverdeeld
        
VROMart. 03.43Stedelijke vernieuwing ISVtotaal beleidsterrein220,381327,369382,905 
   G2583,068147,917174,905 
        
VROMart. 03.19.01Stadsvernieuwingtotaal beleidsterrein748,000747,927772,282 
   G25567,90067,827602,380 
        
VROMart. 03.42Stimuleringsregeling herstructureringtotaal beleidsterrein57,20057,19957,200 
  woningvoorraadG2545,87245,87246,646 
        
VROMart. 05.16.05Milieukwaliteit en emissiebeleid:totaal beleidsterrein48,000114,41728,168Projecten worden later
  bodemsanering VINEXG2518,82453,73927,825uitgevoerd, geld schuift door naar volgend jaar
        
OCWart. 27.03Subsidies monumentenzorgtotaal beleidsterrein147,000187,000147,000 
   G2548,04337,63439,138 
        
LNVart. 13.03; 13.04Grootschalig groen totaal beleidsterrein7,0007,0007,000 
 en 13.05in de stadG256,3776,3777,007 
        
Sociale integratie en veiligheid G25     
        
III Pijler sociale infrastructuurtotaal beleidsterrein1 544,2511 753,2511 742,705 
   G25931,596979,8101 101,523 
        
BZKart. 02.12Leefbaarheidsfondstotaal beleidsterrein25,00025,00025,000 
   G2522,50022,50022,500 
        
BZKart. 02.12Inburgering oudkomerstotaal beleidsterrein25,00083,00070,500 
   G2516,97557,25857,258 
        
BZKart. 02.1224-uursstructuurtotaal beleidsterrein15,90015,90025,833 
   G2515,90015,90325,833 
        
BZKart. 02.12Veiligheidsbeleid: Vantotaal beleidsterrein77,50077,50077,500 
  Montfransgelden     
  Projecten jeugd en veiligheidG2570,20070,20170,201 
        
BZKart. 02.12Tegengaan voortijdig schoolverlatentotaal beleidsterrein61,00061,00061,000 
  in vo en sboG2548,03247,99747,997 
        
Wijkaanpak     
        
VWSart. 24.09Sociaal beleid: «Heel de buurt»totaal beleidsterrein1,6001,6001,600 
   G251,1001,1001,200 
        
BZKart. 02.12Digitaal trapveldtotaal beleidsterrein 20,00019,600 
   G25 PM16,500 
        
Jeugd in ontwikkeling     
        
VWSart. 24.04Kinderopvang en naschoolsetotaal beleidsterrein157,900187,900167,600 
  activiteitenG2542,40041,32852,900 
        
OCWart. 18.01Vroeg-en voorschoolse opvangtotaal beleidsterrein 20,00067,191 
   G25 PM44,054 
        
OCW Onderwijskansen, vroegschoolsetotaal beleidsterrein 50,0009,000 
  opvangG25 PM9,000 
        
VWSart. 24.07Sportbeleidtotaal beleidsterrein20,60020,60010,080 
   G250,0005,7816,260 
        
OCWart. 18.01Onderwijs in allochtone levendetotaal beleidsterrein132,200132,200137,185 
  talen (OALT)G2588,72593,50594,911 
        
OCWart. 18.03Schoolbegeleidingsdienstentotaal beleidsterrein110,400110,400114,990 
   G2528,35729,03930,246 
        
OCWart. 18.01Bestrijding onderwijsachterstandentotaal beleidsterrein170,100170,100199,770 
  in primair en voortgezet onderwijsG25112,988118,078120,032 
(GOA)       
        
OCWart. 18.05Achterstandsprogramma pyramide/totaal beleidsterrein5,0005,0005,000 
  kaleidoscoopG255,0005,0004,109 
        
BZKart. 03.01CRIEM-pilotstotaal beleidsterrein0,0006,0006,000 
   G250,0003,8513,851 
        
Kwetsbare groepen in de grote stad     
2. Dak/thuislozen, vrouwen in bedreigende omstandigheden en harddrugsverslaafden     
        
OCWart. 20.01Inburgering nieuwkomerstotaal beleidsterrein186,700186,700198,908 
  (educatieve component)G2594,95193,06897,289 
        
VWSart. 24.09Inburgering nieuwkomerstotaal beleidsterrein117,400117,400112,561 
  (welzijnscomponent)G2559,40053,72658,912 
        
VWSart. 24.10Maatschappelijke opvang,totaal beleidsterrein371,400371,400383,489T/m 1e sup per budget
  vrouwenopvang, verslavingsbeleidG25293,974289,825300,043uitgesplitst
        
VWSart. 24.10Maatschappelijke opvangtotaal beleidsterrein161,900142,800  
   G25119,874105,448  
VWSart. 24.10Verslavingsbeleidtotaal beleidsterrein135,900120,900  
   G25114,00098,849  
VWSart. 24.10Vrouwenopvangtotaal beleidsterrein73,60073,600  
   G2560,10060,134  
        
VWSart.24.10Nieuwe middelen maatschappelijketotaal beleidsterrein 34,100  
  opvang en verslavingsbeleidG25 25,394  
        
VWSart. 24.10Algemeen maatschappelijk werktotaal beleidsterrein 25,00017,514 
   G25 0,0007,445 
        
VWSart. 25.02.07Volksgezondheidsbeleid, o.a. totaal beleidsterrein 40,60040,6006,433 
  heroïne-experimentG256,8006,8006,433 
        
3. Armoedebestrijding/sociale activering     
        
SZWart. 15.01Subs. alg: stimuleringsprojectentotaal beleidsterrein2,9512,9512,951 
  allochtone jongerenG251,2941,8491,849 
        
Overig       
        
BZKart. 02.12Regelingen leefbaarheid, veiligheid,totaal beleidsterrein23,00023,00023,000 
  stadseconomieG2523,00023,00023,000 
        
EU-pijler       
  Doelstelling 2 van detotaal beleidsterrein60,14360,1430,000Beschikking wordt in
  StructuurfondsenG2560,14360,1430,0002001 afgegeven.Jaartranche 2000 wordt in de jaren t/m 2003 verantwoord.
        
  ESF totaal beleidsterrein 530,0000,000 
   G25 95,0000,000 
Categorie B. budgetten naar regio'sStand ontwerp- begroting 2000Stand 1e supp. begroting 2000Stand realisatie 2000 
I Pijler Werk en economie     
        
OCWFESTechnocentratotaal beleidsterrein16,00016,00016,000 
   G2516,00016,00016,000 
        
SZWart. 12.01Rijksbijdrage aan Arbvototaal beleidsterreinPMPM40,000 
   G250,0000,00040,000 
        
II Pijler Fysiek     
        
VenWart. 03.10Bijdrage exploitatie openbaartotaal beleidsterrein2 678,8002 694,8002 273,735 
  vervoerG251 988,2361 988,2362 029,097 
        
VenWIF 01.03.01 en 01.03.02Regionale/lokale infrastructuurtotaal beleidsterrein1 207,8001 217,3001 033,872 
  subsidiesG251 118,0001 116,000459,500 
        
VenWIF 01.03.05Regionale/lokale infrastructuurtotaal beleidsterrein354,400354,400354,308 
  gebundelde doeluitkeringG25120,544196,000345,112 
        
VenWIF 04.02 en IF Overige infrastruc-totaal beleidsterrein126,30066,202123,448Vanaf 1e sup per
 04.03tuurG2569,50069,50054,775budget uitgesplitst.
VenWIF 04.02Bodemsanering bij aanleg overigetotaal beleidsterrein 27,30049,597 
  projectenG25 15,5008,650 
VenWIF 04.03Intermodaal vervoer (terminals entotaal beleidsterrein 38,90273,851 
  knooppunten)G25 54,046,1 
        
LNVart. 13.03Kwaliteitsimpuls Groene Harttotaal beleidsterrein20,00020,00020,000 
   G255,0005,0003,843 
        
III pijler sociale infrastructuur     
        
JUart. 08.02Justitie in de buurttotaal beleidsterrein8,2008,2005,000Onderuitputting door
   G258,2008,2003,957late start van aantal JIB-kantoren.
        
JUart. 08.02CRIEM/individuele trajectbegeleidingtotaal beleidsterrein7,3007,3004,100Onderuitputting door
  crim. jongeren (Justitie)     
   G257,3007,3004,100vertraging in lande-lijke invoering ITB's
        
JUart. 08.02CRIEM/Community that caretotaal beleidsterrein1,0001,0002,100 
  (Justitie)G251,0001,0001,200 
        
JUart. 08.05Strafrechtelijke Opvang Verslaafdentotaal beleidsterrein39,40025,4006,000Onderuitputting omdat wetsvoorstel
  (SOV)G2539,40025,4006,000later dan verwacht in werking treedt.
        
OCWart. 20.01 enTegengaan voortijdig schoolverlatentotaal beleidsterrein12,00012,00012,000 
 20.03in vo & bo (RMC)G2511,99912,00012,000 
        
VWSart. 24.04Bureaus Jeugdzorg uit impulstotaal beleidsterrein25,80025,80025,800 
  sociale infraG2525,80025,80025,800 
        
BZKart. 05.23Politiesterkte + uitbreidingtotaal beleidsterrein4 862,5884 917,9774 985,456 
  politiesterkteG254 693,6984 359,6765 149,100 

Categorie C. beleidsmatige relaties

Pijler werk en economiePijler sociale infrastructuur
EZ Nota ruimtelijk-economisch beleidVeiligheid 
EZ Startersvoorzieningen  
EZ Synthens subsidies c.a. BZKBeleidsplan Nederlandse Politie 1999–2002
EZ Investeringen toerismeBZKIntegraal veiligheidsplan
Fin Tante Agaath-regeling (fiscale regelingen)  
   Kwetsbare groepen in de grote stad
Pijler fysiek1. Ouderen en gehandicapten
VROM Vijfde Nota voor de ruimtelijke ordening  
VROM Nota «Wonen in de 21e eeuw'VWSmeerjarenafspraken AWBZ
VenW Nieuwe Structuurschema verkeer en vervoerVWSAlgemeen ouderenbeleid
VenWIF 03.05RekeningrijdenVWSVolksgezondheidsbeleid, eerstelijnszorg/thuiszorg
VenWart. 03.18Bereikbaarheidsbevordering + mobiliteitsgeleiding  
VenWIF 01.01Rijkswegen2. Dak/thuislozen, vrouwen in bedreigende omstandigheden en harddrugsverslaafden
VenWIF 01.02Railwegen  
VenWIF 01.03Regionale/lokale infrastructuur duurzaam veiligVWSVolksgezondheidsbeleid, Illegalenfonds
LNVart. 13.03Landinrichting (waaronder diverse strategische Groenprojecten)GF Bijzondere bijstand (inclusief RA)
     
   3. Armoedebestrijding/sociale activering
     
   SZWBijstand: zelfstandigen (BBZ)
   SZWBijstand: art. 144
     
   Overig 
   OCWCultuur (intensiveringen Regeerakkoord)
   VWSWelzijnsnota
   VWSGehandicaptenbeleid
   GFAccres Gemeentefonds

Bijlage 4. Lijst van afkortingen

ABDAlgemene Bestuursdienst
ABPAlgemeen Burgerlijk Pensioenfonds
ACAudit Committee
ADAccountantsdienst
AFUPAanvullende Flexibele Uittredingsregeling Politie
AHBMAdjunct-hoofdbrandmeester
AMGArbo Management Groep
AOAdministratieve organisatie
APPAAlgemene Pensioenwet Politieke Ambtsdragers
ARAlgemene Rekenkamer
AVDAlgemene Vergadering van Deelnemers
AZMinisterie van Algemene Zaken
BFRPBesluit financiën regionale politiekorpsen
BLSBaten-/lastenstelsel
BNPBeleidsplan Nederlandse Politie
BPRBasisadministratie Persoonsgegevens en Reisdocumenten
BTZRBesluit Tegemoetkoming Ziektekosten Rijkspersoneel
BuiZaMinisterie van Buitenlandse Zaken
BVDBinnenlandse Veiligheidsdienst
BVEBudgetverdeeleenheid
BVSBudgetverdeelsysteem
BZKMinisterie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
C2000Communicatiesysteem 2000; digitaal verbindingsnetwerk voor de radiocommunicatie ten behoeve van de politie, brandweer enambulancehulpverlening
CAOPCentrum voor Arbeidsverhoudingen Overheidspersoneel
CASCentrale Archiefselectiedienst
CRIEMCriminaliteit in relatie tot de Integratie van Etnische Minderheden
DefensieMinisterie van Defensie
DGDirectoraat-Generaal
DGCZKDirectoraat-Generaal Constitutionele Zaken en Koninkrijksrelaties
DGMPDirectoraat-Generaal Management en Personeelsbeleid
DGOBDirectoraat-Generaal Openbaar Bestuur
DGOOVDirectoraat-Generaal Openbare Orde en Veiligheid
(D)GVP(Dienst) Geneeskundige Verzorging Politie
(D)ZVO(Dienst) Ziektekostenvoorziening Overheidspersoneel
EZMinisterie van Economische Zaken
EwlwExtra werkgelegenheid langdurig werklozen
FEZDirectie Financieel-economische Zaken
FinanciënMinisterie van Financiën
FLOFunctioneel leeftijdsontslag
FPUFlexibel Pensioen en Uittreden
G4Amsterdam, Rotterdam, Utrecht en Den Haag
G6Dordrecht, Haarlem, Heerlen, Leiden, Schiedam en Venlo
G15Almelo, Arnhem, Breda, Deventer, Eindhoven, Enschede, Groningen, Helmond, Hengelo, Den Bosch, Leeuwarden, Maastricht,Nijmegen, Tilburg en Zwolle
G19G4 + G15
G21G6 + G15
G25G4 + G6 + G15
GBAGemeentelijke Basisadministratie persoonsgegevens
GMSGeïntegreerd Meldkamersysteem
GSBGrotestedenbeleid
GSIGrote Steden- en Integratiebeleid
HBMHoofdbrandmeester
HCvSTHoge Colleges van Staat en Kabinet der Koningin
IBOOVInformatiebeveiliging Openbare Orde en Veiligheid
ICTInformatie- en communicatietechnologie
ICTUICT-Uitvoeringsorganisatie
INDImmigratie en Naturalisatie Dienst
ITOIT-organisatie
IVOPInformatievoorziening Overheidspersoneel
JustitieMinisterie van Justitie
KabNAKabinet voor Nederlands-Antilliaanse en Arubaanse Zaken
KKKPKansen krijgen, kansen pakken
KNILKoninklijk Nederlands Indisch Leger
KLPDKorps landelijke politiediensten
KOBRAKorpsbeheer en Relatiebeheer Agentschappen
LISTToegangsintegratie Landelijke Systemen
LISVLandelijk Instituut Sociale Verzekeringen
LNVMinisterie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij
LRTLandelijk Rechercheteam
LSOPLandelijk Selectie- en Opleidingsinstituut Politie
NCCNationaal Coördinatiecentrum
MobipolMobiele datacommunicatie Politie; de mobiele versie van LIST
NGRNieuwe Generatie Reisdocumenten
NIBRANederlands Instituut voor Brandweer en Rampenbestrijding
NSISNationaal Schengen Informatie Systeem
NPINederlands Politie Instituut
OCWMinisterie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen
OOVOpenbare Orde en Veiligheid
OSAOrganisatie voor Strategisch Arbeidsmarktonderzoek
(P)GHOR(Project) Geneeskundige Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen
PIVA-projectPersoonsinformatievoorziening Nederlandse Antillen
PPPProject Personeelsvoorziening Politie
PVBProject Versterking Brandweer
RHBRijkshoofdboekhouding
SAIPStichting Administratie Indonesische Pensioenen
STIMPStuurgroep Implementatie Modernisering Politiezorg
SVBSociale Verzekeringsbank
SZWMinisterie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
UMSUnit Mensensmokkel
USDUnit Synthetische Drugs
USZOUitvoeringsinstelling Sociale Zekerheid voor Overheid en Onderwijs
VBTBRegeringsnota Van beleidsbegroting tot beleidsverantwoording
VNGVereniging van Nederlandse Gemeenten
VROMMinisterie van Volkshuisvesting Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer
VVTVVoorwaardelijke vergunning tot verblijf
VVTV-erHouder van een voorwaardelijke vergunning tot verblijf
VWSMinisterie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
V&WMinisterie van Verkeer en Waterstaat
WASWaarschuwingsstelsel
WWWerkloosheidswet
Zorgwet VVTVWet gemeentelijke zorg voor houders van een voorwaardelijke vergunning tot verblijf
ZVRZiektekostenvoorziening Rijkspersoneel
ZWZiektewet
Naar boven