27 697
Wijziging van de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra, de Wet op het voortgezet onderwijs en de Wet educatie en beroepsonderwijs in verband met uitkeringen wegens ziekte en arbeidsongeschiktheid van gewezen personeel anders dan op grond van de Ziektewet

nr. 3
MEMORIE VAN TOELICHTING

Algemeen

De kosten van werkloosheidsuitkeringen en suppletie-uitkeringen aan gewezen personeel worden vergoed door het Rijk. De scholen ontvangen daartoe een bekostiging volgens een jaarlijks bij ministeriële regeling vast te stellen percentage van de bekostiging van de salarissen. In de hiervoor bedoelde bekostiging zijn uitkeringen op grond van artikel 39 van het Besluit ziekte en arbeidsongeschiktheid voor onderwijspersoneel primair en voortgezet onderwijs en educatie en beroepsonderwijs, verwerkt.

De ondergetekende merkt, mede namens zijn ambtgenoot van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij op, dat dit in de tekst van de artikelen in de diverse onderwijswetten echter niet voldoende tot uitdrukking komt. Om die reden worden die teksten in dit wetsvoorstel verduidelijkt.

De bevoegde gezagsorganen van scholen bedoeld in de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra en de Wet op het voortgezet onderwijs betalen uit die bekostiging de door het Participatiefonds vastgestelde premie. Het Participatiefonds bekostigt uit deze premie-inkomsten de uitgaven in verband met uitkeringen aan gewezen personeel die USZO heeft gedaan indien het fonds voorafgaand aan het ontslag heeft ingestemd met het ten laste van het fonds brengen van die kosten. Uitkeringen die het gevolg zijn van «eigen beleid» van het bevoegd gezag, blijven voor rekening van dat bevoegd gezag. Het voor rekening blijven van het bevoegd gezag wordt geëffectueerd door op de rijksbekostiging die het bevoegd gezag ontvangt, de uitkering van een personeelslid in mindering te brengen.

De instellingen, bedoeld in de Wet educatie en beroepsonderwijs zijn sinds 1 augustus 1998 niet meer aangesloten bij het Participatiefonds. Voor hen geldt dat de kosten worden verrekend conform de in het Uitvoeringsbesluit WEB respectievelijk de Uitvoeringsregeling WEB beschreven systematiek.

Ook ten aanzien van de artikelen die betrekking hebben op vermindering van de rijksbekostiging geldt, dat in de tekst onvoldoende duidelijk is dat ook uitkeringen op grond van artikel 39 van het Besluit ziekte en arbeidsongeschiktheid voor onderwijspersoneel primair en voortgezet onderwijs en educatie en beroepsonderwijs in mindering moeten worden gebracht. In dit wetsvoorstel wordt de tekst verduidelijkt.

Financiële gevolgen

Omdat het bij dit wetsvoorstel gaat om een verduidelijking van de bestaande situatie, is er geen sprake van financiële gevolgen voor het Rijk.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen,

L. M. L. H. A. Hermans

Naar boven