nr. 3
MEMORIE VAN TOELICHTING
Algemeen
De kosten van werkloosheidsuitkeringen en suppletie-uitkeringen aan gewezen
personeel worden vergoed door het Rijk. De scholen ontvangen daartoe een bekostiging
volgens een jaarlijks bij ministeriële regeling vast te stellen percentage
van de bekostiging van de salarissen. In de hiervoor bedoelde bekostiging
zijn uitkeringen op grond van artikel 39 van het Besluit ziekte en arbeidsongeschiktheid
voor onderwijspersoneel primair en voortgezet onderwijs en educatie en beroepsonderwijs,
verwerkt.
De ondergetekende merkt, mede namens zijn ambtgenoot van Landbouw, Natuurbeheer
en Visserij op, dat dit in de tekst van de artikelen in de diverse onderwijswetten
echter niet voldoende tot uitdrukking komt. Om die reden worden die teksten
in dit wetsvoorstel verduidelijkt.
De bevoegde gezagsorganen van scholen bedoeld in de Wet op het primair
onderwijs, de Wet op de expertisecentra en de Wet op het voortgezet onderwijs
betalen uit die bekostiging de door het Participatiefonds vastgestelde premie.
Het Participatiefonds bekostigt uit deze premie-inkomsten de uitgaven in verband
met uitkeringen aan gewezen personeel die USZO heeft gedaan indien het fonds
voorafgaand aan het ontslag heeft ingestemd met het ten laste van het fonds
brengen van die kosten. Uitkeringen die het gevolg zijn van «eigen beleid»
van het bevoegd gezag, blijven voor rekening van dat bevoegd gezag. Het voor
rekening blijven van het bevoegd gezag wordt geëffectueerd door op de
rijksbekostiging die het bevoegd gezag ontvangt, de uitkering van een personeelslid
in mindering te brengen.
De instellingen, bedoeld in de Wet educatie en beroepsonderwijs zijn sinds
1 augustus 1998 niet meer aangesloten bij het Participatiefonds. Voor
hen geldt dat de kosten worden verrekend conform de in het Uitvoeringsbesluit
WEB respectievelijk de Uitvoeringsregeling WEB beschreven systematiek.
Ook ten aanzien van de artikelen die betrekking hebben op vermindering
van de rijksbekostiging geldt, dat in de tekst onvoldoende duidelijk is dat
ook uitkeringen op grond van artikel 39 van het Besluit ziekte en arbeidsongeschiktheid
voor onderwijspersoneel primair en voortgezet onderwijs en educatie en beroepsonderwijs
in mindering moeten worden gebracht. In dit wetsvoorstel wordt de tekst verduidelijkt.
Financiële gevolgen
Omdat het bij dit wetsvoorstel gaat om een verduidelijking van de bestaande
situatie, is er geen sprake van financiële gevolgen voor het Rijk.
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen,
L. M. L. H. A. Hermans