27 686
Wijziging van de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen en enige andere wetten in verband met de invoering van een zelfstandigheidsverklaring en de uitsluiting van de Nationale ombudsman en de substituut-ombudsmannen van de verzekering voor de werknemersverzekeringen

nr. 15
AMENDEMENT VAN HET LID HINDRIKS C.S.

Ontvangen 4 oktober 2001

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

I

Aan artikel II worden 7 onderdelen toegevoegd, luidende:

C

Aan artikel 81 wordt een lid toegevoegd, luidende:

5. In afwijking van de vorige leden is de premie verschuldigd door de werknemer indien voor hem een beschikking geldt als bedoeld in artikel 4a van de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen waarin hij met betrekking tot de verrichte soort van werkzaamheden wordt aangemerkt als zelfstandige als bedoeld in artikel 4 van die wet.

D

Aan artikel 83 wordt een lid toegevoegd, luidende:

3. Indien artikel 81, vijfde lid, van toepassing is, is, in afwijking van het eerste lid, de werknemer gehouden de verschuldigde premie aan het Landelijk instituut sociale verzekeringen te betalen.

E

In artikel 97b wordt, onder vernummering van het tweede tot en met tiende lid tot derde tot en met elfde lid, een lid ingevoegd, luidende:

2. Voor de toepassing van het eerste lid wordt onder uitkering niet verstaan de uitkering aan een persoon voor wie een beschikking geldt als bedoeld in artikel 4a van de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen waarin hij met betrekking tot de, in de in het eerste lid bedoelde dienstbetrekking, verrichte soort van werkzaamheden, wordt aangemerkt als zelfstandige als bedoeld in artikel 4 van die wet.

F

Aan artikel 97c, eerste lid, wordt een zin toegevoegd, luidende: De premie is evenwel verschuldigd door de overheidswerknemer en wordt door hem betaald indien voor hem een beschikking geldt als bedoeld in artikel 4a van de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen waarin hij met betrekking tot de verrichte soort van werkzaamheden wordt aangemerkt als zelfstandige als bedoeld in artikel 4 van die wet.

G

Artikel 97d wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt na «overheidswerknemer» ingevoegd, met uitzondering van de overheidswerknemer, bedoeld in het vierde lid,.

2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

4. Over het loon van de overheidswerknemer voor wie een beschikking geldt als bedoeld in artikel 4a van de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen waarin hij met betrekking tot de verrichte soort van werkzaamheden wordt aangemerkt als zelfstandige als bedoeld in artikel 4 van die wet, wordt premie geheven overeenkomstig de artikelen 81, derde en vijfde lid, 83, derde lid, 84 en 86.

H

In artikel 97e, onderdeel c, wordt «artikel 97d, tweede lid» vervangen door: artikel 97d, tweede en vierde lid.

I

Na artikel 127a wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 127b

Indien voor degene, die door het Landelijk instituut sociale verzekeringen als werknemer als bedoeld in artikel 3, eerste lid, wordt aangemerkt, een beschikking geldt als bedoeld in artikel 4a van de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen waarin hij met betrekking tot de verrichte soort van werkzaamheden wordt aangemerkt als zelfstandige als bedoeld in artikel 4 van die wet, dient, indien betrokkene zich in rechte op die beschikking beroept, het Landelijk instituut sociale verzekeringen te bewijzen dat betrokkene in privaatrechtelijke of publiekrechtelijke dienstbetrekking staat.

II

Aan artikel III worden 6 onderdelen toegevoegd, luidende:

C

Aan artikel 75a, derde lid, wordt een zinsnede toegevoegd, luidende: , of indien de arbeidsongeschiktheidsuitkering wordt toegekend aan een werknemer, voor wie een beschikking geldt als bedoeld in artikel 4a van de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen waarin hij met betrekking tot de in de dienstbetrekking tot de eigenrisicodrager verrichte soort van werkzaamheden wordt aangemerkt als zelfstandige als bedoeld in artikel 4 van die wet.

D

Aan artikel 75c wordt een lid toegevoegd, luidende:

4. In afwijking van de vorige leden is over het loon van de werknemer van de eigenrisicodrager, voor wie een beschikking geldt als bedoeld in artikel 4a van de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen waarin hij met betrekking tot de verrichte soort van werkzaamheden wordt aangemerkt als zelfstandige als bedoeld in artikel 4 van die wet, de gedifferentieerde premie, bedoeld in artikel 78, eerste lid, verschuldigd.

E

Artikel 76a wordt als volgt gewijzigd:

1. Voor de tekst wordt de aanduiding «1.» geplaatst.

2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

2. In afwijking van het eerste lid is de premie verschuldigd door de werknemer indien voor hem een beschikking geldt als bedoeld in artikel 4a van de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen waarin hij met betrekking tot de verrichte soort van werkzaamheden wordt aangemerkt als zelfstandige als bedoeld in artikel 4 van die wet.

F

Aan artikel 76b wordt een lid toegevoegd, luidende:

3. Indien artikel 76a, tweede lid, van toepassing is, betaalt, in afwijking van het eerste lid, de werknemer de basispremie en de gedifferentieerde premie aan het Landelijk instituut sociale verzekeringen.

G

In artikel 78 wordt, onder vernummering van het negende en tiende lid tot tiende en elfde lid, een lid ingevoegd, luidende:

9. In afwijking van het eerste lid wordt over het loon van de werknemer van de eigenrisicodrager, voor wie een beschikking geldt als bedoeld in artikel 4a van de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen waarin hij met betrekking tot de verrichte soort van werkzaamheden wordt aangemerkt als zelfstandige als bedoeld in artikel 4 van die wet, de gedifferentieerde premie vastgesteld op het percentage op het percentage, bedoeld in het tweede lid, onderdeel a.

H

Na artikel 87f wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 87g

Indien voor degene, die door het Landelijk instituut sociale verzekeringen als werknemer als bedoeld in artikel 3, eerste lid, wordt aangemerkt, een beschikking geldt als bedoeld in artikel 4a van de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen waarin hij met betrekking tot de verrichte soort van werkzaamheden wordt aangemerkt als zelfstandige als bedoeld in artikel 4 van die wet, dient, indien betrokkene zich in rechte op die beschikking beroept, het Landelijk instituut sociale verzekeringen te bewijzen dat betrokkene in privaatrechtelijke of publiekrechtelijke dienstbetrekking staat.

III

Aan artikel IV wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

C

Artikel 73a komt te luiden:

Artikel 73a

Indien voor degene, die door het Landelijk instituut sociale verzekeringen als werknemer als bedoeld in artikel 3, eerste lid, wordt aangemerkt, een beschikking geldt als bedoeld in artikel 4a van de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen waarin hij met betrekking tot de verrichte soort van werkzaamheden wordt aangemerkt als zelfstandige als bedoeld in artikel 4 van die wet, dient, indien betrokkene zich in rechte op die beschikking beroept, het Landelijk instituut sociale verzekeringen te bewijzen dat betrokkene in privaatrechtelijke of publiekrechtelijke dienstbetrekking staat.

IV

Artikel IVa wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt «artikel I» vervangen door: «de artikelen I, II, onderdelen D en I, III, onderdelen F en H, en IV, onderdeel C.

2. In het tweede lid wordt «artikel 4a van de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen» vervangen door: de artikelen 4a van de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen, 83, derde lid, en 127b van de Werkloosheidswet, 76b en 87g van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering en artikel 73a van de Werkloosheidswet.

Toelichting

Op grond van het wetsvoorstel bestaat nog immer geen zekerheid voor opdrachtgevers dat zij geen premies werknemersverzekeringen verschuldigd zijn in geval dat van een opdracht aan een persoon voor wie een beschikking geldt als bedoeld in artikel 4a van de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen waarin hij wordt aangemerkt als zelfstandige als bedoeld in artikel 4 van die wet (zelfstandigheidsverklaring). Verzekeringsplicht op grond van een privaatrechtelijke of publiekrechtelijke dienstbetrekking wordt immers niet uitgesloten door die zelfstandigheidsverklaring.

In de toelichting bij het onderhavige wetsvoorstel (onderdelen 2 en 3) komt naar voren dat een opdrachtgever ondanks de aanwezigheid van een zgn. zelfstandigheidsverklaring altijd moet toetsen of sprake is van een civiele dienstbetrekking. Is deze er, dan geldt de zelfstandigheidsverklaring niet en moet hij overgaan tot inhouding en afdracht van premies werknemersverzekeringen. Dit leidt er toe dat de doelstelling van dit wetsvoorstel, nl. het bieden van meer rechtszekerheid, naar het oordeel van de indieners van dit amendement, niet gerealiseerd wordt.

Het moge de bewindslieden bekend zijn dat de uitvoeringsinstellingen praktisch elke arbeidsrelatie primair wensen te kwalificeren als een civiele dienstbetrekking.

Wij gaan er echter vanuit dat de toetsing voorafgaande aan de verstrekking van de zelfstandigheidsverklaring grondig en zorgvuldig is en daarom de houder van deze verklaring in beginsel geen civiele dienstbetrekkingen zal aangaan. Opdrachtgevers van houders van de zelfstandigheidsverklaring dienen dan ook op basis van deze zelfstandigheidsverklaring te kunnen uitgaan van een volledige vrijwaring van de plicht tot inhouding en afdracht van premies werknemersverzekeringen.

Wij zijn met de Staatssecretaris van mening dat het mogelijk moet zijn voor de houder van een zelfstandigheidsverklaring om arbeid te verrichten op basis van een arbeidsovereenkomst (het hybride ondernemerschap), maar slechts als dit uitdrukkelijk is overeengekomen tussen de hybride ondernemer en de beoogde werkgever.

De van de overheid verkregen beschikking inzake zelfstandigheid beoogt ZZP vooraf zekerheid en duidelijkheid te verschaffen over het ondernemerschap en hun opdrachtgevers te vrijwaren van inhoudingsplicht. Deze zekerheid en duidelijkheid zal de economische dynamiek verhogen. In die optiek past geen toetsing achteraf die leidt tot een verval van zelfstandigheid met alle gevolgen voor derden van dien.

Er kunnen zich situaties voordoen waar aantoonbaar sprake is van een publieke of private arbeidsovereenkomst. Indien het Lisv het bewijs daarvoor kan leveren dient dat achteraf te leiden tot het innen van premies bij de zelfstandige. Het amendement voorziet erin dat de zelfstandige daar zelf voor aansprakelijk is. Het amendement voorziet er tevens in dat de bewijslast geheel bij het Lisv wordt gelegd.

Hindriks

Stroeken

Harrewijn

Naar boven