nr. 11
SUBAMENDEMENT VAN HET LID HINDRIKS
Ontvangen 27 september 2001
De ondergetekende stelt het volgende subamendement voor:
Het amendement Stroeken (stuk nr. 12) wordt als volgt gewijzigd:
Aan het amendement wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:
III
Na artikel IV wordt een artikel ingevoegd, luidende:
ARTIKEL IV0. WIJZIGING VAN DE WET INKOMSTENBELASTING 2001
Artikel 3.156 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid, tweede volzin, wordt na «De inspecteur beslist
op het verzoek» ingevoegd: , met inachtneming van de algemene maatregel
van bestuur als bedoeld in het tweede lid,
2. Na het eerste lid wordt een lid ingevoegd, luidende:
2. Bij algemene maatregel van bestuur worden de beoordelingscriteria gesteld
op grond waarvan de beschikking wordt verleend. De maatregel bevat in ieder
geval criteria ten aanzien van het aantal vereiste opdrachten per tijdseenheid,
het benodigde aantal uren per opdracht, het al dan niet aanwezig zijn van
een gezagsverhouding en de boordeling van aanwezig ondernemersrisico.
3. Aan het artikel wordt een lid toegevoegd, luidende:
6. De voordracht voor een krachtens het tweede lid vast te stellen algemene
maatregel van bestuur wordt niet eerder gedaan dan vier weken nadat het ontwerp
aan beide Kamers der Staten-Generaal is overgelegd.
Toelichting
Het is voor startende ondernemers van belang dat er duidelijkheid en transparantie
bestaat met betrekking tot de voorwaarden waaronder een beschikking wordt
toegekend.
Daarmee wordt bereikt dat er een voor iedereen inzichtelijk en toetsbare
set criteria tot stand komt. Bovendien leidt het ertoe dat zeker wordt gesteld
dat (potentiele) ondernemers in gelijke situaties ook gelijk behandeld worden.
Toetsbare, duidelijke en gepubliceerde criteria leiden er ook toe dat
personen die overwegen zich als zelfstandige te vestigen zich er vooraf van
kunnen vergewissen of ze kunnen verwachten dat een beschikking zal worden
verleend.
Tevens biedt het duidelijkheid naar (potentiele) opdrachtgevers die aan
de hand van de gepubliceerde criteria kunnen zien op welke gronden de beschikking
is verleend. Daarmee wordt voor een opdrachtgever inzichtelijk of de aan te
gane overeenkomst past binnen de bij het verlenen van de beschikking gehanteerde
criteria.
Er ontstaat aldus voor zowel de aanvrager van een beschikking als voor
een belanghebbende bij die beschikking een grotere rechtszekerheid.
In de wet dienen slechts de hoofdzaken te worden vastgelegd, nadere detaillering
kan vorm worden gegeven in een algemene maatregel van bestuur. Dat biedt tevens
de gelegenheid voor de Kamer om indien zij dat wenst een debat over de criteria
te voeren.
Hindriks