Vastgesteld 29 augustus 2001
Hierna is opgenomen een briefwisseling tussen de Voorzitter van de Tweede
Kamer der Staten-Generaal en de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
over de zelfstandige begrotingsautoriteit van de Staten-Generaal.
Aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Den Haag, 11 juli 2001
Zoals u weet heeft een tripartiete ambtelijke werkgroep, bestaande uit
vertegenwoordigers van uw ministerie en van de Eerste en Tweede Kamer een
rapport het licht doen zien over de mogelijke zelfstandige begrotingsautoriteit
van de Staten-Generaal. U treft het rapport hierbij aan.1
Op basis daarvan heeft het Presidium van de Tweede Kamer bij de behandeling
van de Raming van de Kamer voor 2002 aan de Kamer voorgesteld te streven naar
verzelfstandiging c.q. loskoppeling van de begrotingsrelatie van de Staten-Generaal
ten opzichte van de regering. De overwegingen daartoe treft u hierbij aan
in de rapportage van de werkgroep. De Kamer heeft hier unaniem mee ingestemd.
Een grote meerderheid van de Kamer heeft eveneens ingestemd met de opvatting
van het Presidium dat een wijziging van de Grondwet, zoals ook in bovenbedoeld
rapport als mogelijkheid is genoemd, daartoe de meest aangewezen weg is en
dat er vervolgens in hoofdstuk IX B van de Rijksbegroting een artikel
sub a en b wordt opgenomen onder de aanduiding: ... a afdracht Eerste Kamer
der Staten-Generaal; ... b afdracht Tweede Kamer der Staten-Generaal.
De Tweede Kamer zou het bijzonder op prijs stellen indien de regering
een dergelijke wijziging van de Grondwet en één of meerdere
wetten (tenminste de comptabiliteitswet) wil voorstellen. Gezien de tamelijk
eenvoudige wijzigingen en omdat er in de werkgroep al veel voorwerk is verricht,
komt het ons voor dat zo'n voorstel in eerste lezing nog voor de aanstaande
Kamerontbinding zou moeten kunnen worden afgehandeld.
Zou ik voor het einde van het zomerreces, dat wil zeggen voor 1 september
2001, over onderhavige aangelegenheid van u mogen vernemen?
Voor de goede orde stuur ik een kopie van deze brief aan de Voorzitter
van de Eerste Kamer der Staten-Generaal en aan de Minister-President en de
Minister van Financiën.
De directeur Bedrijfsvoering van de Tweede Kamer, de heer H.W. Bakker,
treedt op ambtelijk niveau op als contactpersoon in dezen.
Jeltje van Nieuwenhoven
Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 16 augustus 2001
Bij brief van 11 juli 2001 heeft u de wens van de meerderheid van de Tweede
Kamer kenbaar gemaakt om de budgettaire onafhankelijkheid van de Staten-Generaal
in de Grondwet vast te leggen. Blijkens de brief zou de Tweede Kamer het bijzonder
op prijs stellen indien de regering een voorstel tot wijziging van de Grondwet
in procedure brengt.
Hierbij deel ik u mee dat ik uw brief op korte termijn in het kabinet
zal bespreken. De uitkomsten van het kabinetsberaad zullen u zo spoedig mogelijk
worden meegedeeld.
K. G. de Vries