27 677
Raming der voor de Tweede Kamer in 2002 benodigde uitgaven, alsmede aanwijzing en raming van de ontvangsten

nr. 13
HUISVESTING TWEEDE KAMER OP LANGE TERMIJN

Ontvangen 14 juni 2001

Aan het Presidium

Geachte dames en heren,

Bij brief van 4 mei 2000 heeft de staatssecretaris belast met de Rijkshuisvesting de Voorzitter gevraagd een prognose op te stellen voor de huisvestingswensen van de Tweede Kamer op de langere termijn (kopie bijgaand). Bijgaande notitie wordt geacht daarin te voorzien.

Op grond van de te verwachten ontwikkelingen ligt het in de rede te streven naar een uitbreiding van de kamergebouwen met ongeveer 6 000 m2 bruto vloeroppervlak. Conform de ideeën van architect Pi de Bruijn, zou deze uitbreiding gerealiseerd kunnen worden boven op het huidige vergaderblok van de nieuwbouw tussen Plein en plenaire zaal.

Voor een termijn van langer dan tien jaar is het moeilijk nu al aan te geven welke ruimtebehoefte de Kamer dan zal hebben. Overigens vraagt de staatssecretaris daar ook niet om. De te verwachten ontwikkelingen van de functie en taken van de Kamer is reden om ook dan nog aan extra benodigde ruimte te denken. De onderbouwing hiervoor is op dit moment echter niet voldoende hard te maken. Om ook in de verdere toekomst verdere uitbreiding in de directe omgeving van het Tweede Kamercomplex niet op voorhand onmogelijk te maken, zou het nuttig kunnen zijn, als het Rijk geleidelijk tot verwerving van panden tussen het Kamercomplex en het ministerie van Defensie aan het Spui zou kunnen overgaan.

Bovenstaande opvattingen en bijgaande notitie hebben de instemming van de Bouwbegeleidingscommissie.

Indien u zich er in kunt vinden, stel ik u voor de notitie toe te voegen aan de Nota naar aanleiding van het Verslag bij de Raming voor 2002.

Met vriendelijke groet,

H.W. Bakker

Directeur Bedrijfsvoering

INLEIDING

De ontwikkelingen rond het functioneren van de Tweede Kamer enerzijds en het nadenken over Rijkshuisvesting anderzijds, dwingen tot het formuleren van de huisvestingsbehoefte van de Kamer op de lange termijn. Waarbij lange termijn in dit geval redelijkerwijs niet verder gaat dan tien jaar. Zoals overigens ook door de staatssecretaris belast met de Rijkshuisvesting aan de voorzitter is gevraagd.

Uitgangspunt is het beperken van het aantal locaties tot twee (Binnenhofcomplex en Plein). Eventueel noodzakelijke uitbreiding zal bij die twee locaties gerealiseerd moeten worden. Rond het Binnenhof kan daarbij primair gedacht worden aan het gedeelte dat nu in gebruik is bij de Raad van State. Uitbreiding van de Pleingebouwen is theoretisch mogelijk aansluitend aan het voormalige Ministerie van Buitenlandse Zaken aan Plein en Lange Houtstraat.

HUIDIGE SITUATIE

De Tweede Kamer beschikt op dit moment over de volgende gebouwen/gebouwdelen:

• De nieuwbouw met de plenaire zaal, vergaderzalen en restaurants, in totaal 21 500 m2 bruto, 7 000 m2 netto.

• Binnenhof 1a-3, 14 000 m2 bruto, 5 000 m2 netto.

• Binnenhof 4-5-6, 2 300 m2 bruto, 1 300 m2 netto.

• Binnenhof 7, 2 900 m2 bruto, 1 000 m2 netto.

• Koloniën, 5 600 m2 bruto, 2 700 m2 netto.

• Justitie, 8 900 m2 bruto, 2 900 m2 netto.

• Hotel Central, 9 000 m2 bruto, 4 400 m2 netto.

• Vijverhof, 4 700 m2 bruto, 1 730 m2 netto

• Doelenstraat 10, 1 500 m2 bruto, 1 200 m2 netto,

Daar komt de komende jaren in twee fasen (zomerreces 2001, respectievelijk na het zomerreces van 2003) bij:

• Plein 23/Bleijenburg 7/depotgebouw, 7 000 m2 netto.

Van deze laatste gebouwdelen is nog niet definitief de bruto/netto-verhouding vastgesteld. Met name in het depotgebouw is de bruto/netto-verhouding erg ongunstig. Overigens blijkt in het algemeen, dat de bruto/netto-verhouding veel ongunstiger bij de Tweede Kamer ligt dan de norm die de Rijksgebouwendienst (RGD) normaal gesproken hanteert. De RGD gaat bij het bepalen van de behoefte uit van een factor 1.6 waar het bruto/netto betreft (bruto is inclusief verkeersruimten, sanitaire voorzieningen, techniek etc).

In het verleden is in overleg met de RGD al eens een huisvestingsbehoefte voor de kortere termijn geformuleerd.

Die ging uit van 1450 m2 extra, en was als volgt berekend:

* Doelman-Pel:150 x 5 m2 =750 m2
* onderzoekscommissies 150 m2
* vergaderruimte 250 m2
* vergaderkamer grote fractie  150 m2
* centraal informatiepunt (CIP)  150 m2

De Vijverhof zal zomer 2001 worden ontruimd, Bleijenburg 7 wordt dan in gebruik genomen.

Plein 23 c.a. wordt naar verwachting eind 2003 betrokken.

ONTWIKKELINGEN

Er zijn evenwel ontwikkelingen, die een verdere toename van het aantal m2 wenselijk maken. Die ontwikkelingen hebben met name te maken met de veranderde werkwijze van de Kamer. Die werkwijze vraagt om meer politieke en ambtelijke ondersteuning. Op zich is het moeilijk langer dan vijf jaar vooruit te kijken, met als gevolg, dat de realisering van plannen op basis van scenario's altijd achter de feiten aanloopt. Daarom is het van belang bij de planning uit te gaan van een grote mate van flexibiliteit.

De belangrijkste ontwikkelingen zijn de volgende:

• De onderzoekstaak van de Kamer neemt toe. Het is de vraag of dit tot een substantiële personele uitbreiding zal leiden; zeker is, dat hiervoor extra ruimte noodzakelijk is. Daarbij is het van belang te weten of onderzoek zoveel mogelijk wordt uitbesteed en een beperkte verificatie- en/of makelaarsfunctie bij de Tweede Kamer zelf wordt gestationeerd, of dat een complete onderzoeksstaf wordt ingericht. Overigens zal in ieder geval een deel van de onderzoeken zeker in huis plaatsvinden.

• De Tweede Kamer heeft een aantal jaren geleden zichzelf de norm gesteld te streven naar huisvesting van 48 m2 per Kamerzetel (Voor één Kamerlid 18 m2 met drie maal 10 m2 voor medewerkers). Na de rapportage van de Commissie Doelman-Pel over de werkwijze van de Kamer is die norm bijgesteld naar 53 m2. Een en ander exclusief een vergaderruimte per fractie. Tot de verkiezingen van 1998 beschikte de fracties per Kamerzetel over 34 m2, thans is dat 42 m2. De vraag is hoe een eventuele verdere groei van de fractieondersteuning ingeschat moet worden. Nu wordt dus per Kamerzetel rekening gehouden met drie medewerkers (feitelijke situatie nu ruim twee). Na oplevering van Plein 23 c.a. zal waarschijnlijk de norm van 53 m2 bereikt kunnen worden, waarbij dan wel gerekend zal moeten worden met een dislocatie. De ondersteuning van de fracties en leden zal toenemen. Bekeken worden twee scenario's, 1) gematigde groei, 2) forse groei. Gematigde groei betekent één extra medewerker, 10 m2 extra. Forse groei gaat uit van nog twee extra medewerkers, 20 m2. Overigens kan de vraag gesteld worden of het huidige systeem van toewijzing op zich niet ter discussie gesteld moet worden. Uitgangspunt voor (o.a. Rijks-) huisvesting van personen is een Arbo-norm van 9 m2 per werkplek. Voor het bestaande complex heeft dat gevolgen, omdat er in met name de oudere gebouwdelen, vrij veel m2 zijn, die niet als Arbo-conform kunnen worden aangemerkt. Dus in hoeverre gaan we in de toekomst uit van (Arbo)-werkplekken en niet meer alleen van absolute aantallen m2? In deze notitie blijft echter vooralsnog de huidige systematiek als uitgangspunt gehandhaafd.

• Uitbreiding van de fractieondersteuning betekent op zich ook uitbreiding van de ambtelijke ondersteuning. Uitgaande van het aantrekken van beperkte aantallen externe deskundigen voor onderzoeken, kan de uitbreiding bij DCP beperkt blijven. De ambtelijke ondersteuning is volgend; de hiervoor benodigde m2 worden daarom vooralsnog PM opgenomen.

• Er is geen rekening gehouden met uitbreiding van de ambtelijke ondersteuning, los van de ontwikkeling bij de fracties.

Daarnaast speelt een aantal zaken met kleinere gevolgen:

• Iedere fractie krijgt een eigen fractievergaderkamer, een kamer voor de fractievoorzitter van 23 m2, alsmede een fractiesecretariaat. Daarbij wordt rekening gehouden met tien fracties.

• Er moet een definitief Centraal Informatie Punt komen.

• Bij de Kamer leeft de wens een splitsing te maken tussen gebouwdelen voor de politiek en de ambtelijke ondersteuning. Daarom zullen in de toekomst de ambtelijke diensten en de politiek zoveel mogelijk eigen gebouwdelen krijgen; dit beperkt het aantal verhuisbewegingen na verkiezingen. Gedacht kan worden aan huisvesting van diensten in de gebouwdelen Hotel, Binnenhof 1a, eerste verdieping, 4–5-6–7 en Plein 23, Depotgebouw en Bleijenburg. Overigens zal het wel altijd zo zijn, dat er in de onmiddellijke omgeving van de plenaire zaal te weinig ruimte is voor die taken die een directe relatie hebben met het primaire proces.

• Er is op dit moment een chronisch tekort aan vergaderruimte. Het aantal openbare commissievergaderingen neemt nog steeds toe. Door alle fracties een eigen fractievergaderruimte te geven is het wellicht mogelijk enige lucht in het reguliere vergadercircuit te brengen.

• Er is een chronisch tekort aan opslagruimte. Op dit moment heeft de Kamer 450 m2 externe opslagruimte in Rijswijk in gebruik.

• Een uitbreiding van het Kamercomplex zal mogelijk ook tot extra restauratieve voorzieningen leiden.

• Het afstoten van de Vijverhof leidt tot het verdwijnen van de fitnessvoorzieningen. Aanvankelijk werd dit niet als probleem ervaren, omdat afspraken gemaakt konden worden met ministeries; de praktijk wijst echter uit, dat een eigen fitnessruimte grotere deelname tot gevolg heeft. Dit is onder meer gevolg van de ongunstige tijden die de Kamer elders toegewezen krijgt.

• Onduidelijk is of rekening moet worden gehouden met een toename van het aantal bezoekers. Waarbij dan nog een onderscheid gemaakt kan worden tussen algemene groepsbezoeken en bezoekersgroepen voor fracties en of dit tot extra ruimtebehoefte leidt.

WAARTOE LEIDT EEN EN ANDER?

Een en ander leidt tot de volgende m2-behoefte:

– uitbreiding fractieondersteuning 1 500 – 3 000 m2 (afhankelijk van het gekozen scenario).

– onderzoekscommissies kantoorruimte 250 m2

– 5 vergaderkamers kleinere fracties 250 m2

– definitief CIP 750 m2

– opslag 500 m2

– fitnessruimte, incl. kleed- en doucheruimte 200 m2

– extra restauratieve voorzieningen 500 m2

– extra vergaderruimtes voor fractiebesturen grote fracties PM

– uitbreiding ambtelijke ondersteuning PM

De architect van de bestaande nieuwbouw, Pi de Bruijn heeft laten weten, dat op het vergaderblok van de nieuwbouw in een lichte (= staal)constructie drie verdiepingen gerealiseerd zouden kunnen worden. Dit levert bruto ongeveer 6 000 m2 vloeroppervlak, ofwel 3 800 m2 netto. Voor het scenario van gematigde groei zou dit voldoende zijn, ervan uitgaand, dat de groei van het ambtelijk apparaat niet tot enorme ruimteclaims leidt en kan worden opgevangen binnen de huidige gebouwen (inclusief Plein 23 c.a.).

Overigens wordt gedacht aan het op termijn afstoten van het (huur)pand Doelenstraat 10, waarbij dan gedacht kan worden aan 2010, als de (tweede) huurperiode van vijf jaar afloopt.

Om dit op te kunnen vangen en het scenario van forse groei te volgen zou dus nog een extra voorziening nodig zijn.

Voor deze tweede fase heeft Pi de Bruijn de hoek Spui/Lange Poten in gedachten. Op de begane grond kunnen dan winkels blijven terwijl op de verdieping(en) ruimte voor de Tweede Kamer gerealiseerd kan worden. Gezien de huidige eigendomssituatie zou deze uitbreiding eerst op de lange termijn haalbaar zijn.

CONCLUSIE

De huisvestingsbehoefte van de Tweede Kamer voor de komende tien jaar lijkt opgevangen te kunnen worden door op het huidige vergaderblok drie verdiepingen te bouwen conform de ideeschets van architect Pi de Bruijn.

Na realisatie hiervan zou opnieuw bezien moeten worden of voor de nog langere termijn verdere uitbreiding noodzakelijk is. Gezien de ontwikkelingen op het gebied van de informatietechnologie, alsmede de onduidelijkheid over de wijze van werken van de Tweede Kamer op de langere termijn, is het nu niet zinvol hierover al te nadrukkelijke uitspraken te doen.

Wel zou in overleg met de Rijksgebouwendienst bekeken kunnen worden of voor de lange termijn plannen kunnen worden ontwikkeld voor het gebied tussen de Lange Poten en het ministerie van Defensie.

BIJLAGE

Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 4 mei 2000

In uw brief van 3 maart beschrijft u de wensen van de Tweede Kamer met betrekking tot de huisvesting op korte tot middellange termijn. Deze wensen zijn geconcretiseerd in ambtelijk overleg tussen de Tweede Kamer en de Rijksgebouwendienst. U geeft aan dat het renoveren van het object Vijverhof, thans in gebruik als dependance, niet langer uw voorkeur heeft. In plaats daarvan stelt u voor om het kantoorgebouw aan de Doelenstraat 10 te huren. Consequentie van dit voorstel is dat het object Vijverhof door de Tweede Kamer wordt verlaten.

Ik kan mij vinden in uw verzoek tot inhuur van het pand Doelenstraat 10. Ik stel voor dit object te huren voor de periode van vijf jaar, met de mogelijkheid van verlenging met nog eens vijf jaar. Ik heb begrepen dat het ambtelijk overleg tussen de Tweede Kamer en de Rijksgebouwendienst heeft geleid tot een gedefinieerde ruimtebehoefte van 1500 m2 functioneel vloeroppervlak (fno), zijnde circa 2400 m2 bruto vloeroppervlak (bvo) kantoorruimte. Het pand Doelenstraat 10 biedt circa 1500 m2 bvo. Ik ga er vanuit dat hiermee de ontbrekende 900 m2 bvo als wens vervalt.

Aan de huur van dit object wil ik twee overwegingen verbinden. De eerste is dat bij oplevering van het project Plein 23, gepland medio 2003, wordt bezien of de totale huisvestingsbehoefte van de Tweede Kamer kan worden gerealiseerd in het Binnenhofcomplex en Plein 23 gezamenlijk. Mocht dit het geval zijn, dan zal het contract Doelenstraat 10 in 2005 niet worden verlengd.

Ten tweede zou ik graag een prognose ontvangen voor de huisvestingswensen van de Tweede Kamer op de langere termijn. Het ambtelijk overleg tussen de Tweede Kamer en de Rijksgebouwendienst heeft zich tot nu toe beperkt tot de wensen op de korte tot middellange termijn (tot circa 3 jaar). Graag nodig ik u tot het formuleren van uw visie op de huisvestingsbehoefte van de Tweede Kamer, in kwalitatieve en kwantitatieve zin, voor de langere termijn (5 tot 10 jaar). Deze visie zal voor mij mede ten grondslag liggen aan een beoordeling van continuering van het huurcontract Doelenstraat 10 in 2005. Daarnaast verwacht ik dat een dergelijke visie mij in staat zal stellen om tijdig en adequaat beslissingen te nemen over huisvestingsaangelegenheden voor de Tweede Kamer.

Naar boven