Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2000-2001 | 27677 nr. 10 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2000-2001 | 27677 nr. 10 |
Vastgesteld 28 mei 2001
De vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties1, belast met het voorbereidend onderzoek van dit wetsvoorstel, heeft de eer als volgt verslag uit te brengen van haar bevindingen.
Onder het voorbehoud dat de regering de gestelde vragen tijdig zal hebben beantwoord, acht de commissie de openbare beraadslaging over dit wetsvoorstel voldoende voorbereid.
Inhoudsopgave | blz. | |
1. | Inleiding | 1 |
2. | Directie Constitutioneel Proces | 3 |
3. | Directie Bedrijfsvoering | 5 |
4. | Stafdienst FEZ | 10 |
5. | Stafdienst P&O | 10 |
6. | Stafdienst Voorlichting | 11 |
7. | Stenografische Dienst | 11 |
8. | Onderzoeks- en Verificatiebureau | 11 |
9. | Artikelen | 13 |
De leden van de PvdA-fractie hebben met genoegen kennisgenomen van de Raming 2002 en complimenteren het Presidium. De nieuwe VBTB-opmaak heeft ertoe geleid dat de raming veel leesbaarder is geworden. Niettemin hebben de leden van de PvdA-fractie een aantal vragen en opmerkingen.
De nu nagenoeg voltooide reorganisatie van het ambtelijk apparaat lijkt tot een doorzichtiger structuur te hebben geleid. De leden van de PvdA-fractie zouden wel graag vernemen hoe en op basis waarvan over enige tijd wordt gemeten of de verschillende reorganisaties werkelijk een positief effect hebben gehad.
De leden van de PvdA-fractie spreken hun steun uit voor de stappen die het Presidium zet om te komen tot budgettaire autonomie van de beide Kamers der Staten Generaal. Is het Presidium met deze leden van mening dat een grondwetswijziging wenselijk lijkt? Heeft deze budgettaire autonomie gevolgen voor de arbeidsvoorwaarden alsmede de medezeggenschap van het ambtelijk personeel? Zo ja, welke?
Deze raming is doordrongen van de geest van de automatisering. De Dienst Automatisering beheert de hard- en software, de Dienst Informatievoorziening maakt voor zijn informatiebemiddeling gebruik van informatietechnologie, de Dienst Communicatie stuurt de ontwikkeling van het Intranet mede aan, de Griffie pleegt (elektronisch) documentenbeheer en de Facilitaire Dienst tenslotte bedient de telefooncentrale. Er word nagedacht over de mogelijkheden om telefoon- en faxverkeer via de computer mogelijk te maken, zodat ook deze twee elementen met elkaar verknoopt raken. Uit bovengenoemde opsomming blijkt dat onderdelen van zowel de Directie Constitutioneel Proces als van de Directie Bedrijfsvoering zich met automatiseringsvraagstukken bezighouden. Uit de diverse omschrijvingen elders in deze raming blijkt dat veel in gang wordt gezet maar dat de termijnen waarop een en ander gerealiseerd wordt, vaag blijven. De leden van de PvdA-fractie zouden graag meer inzicht krijgen in de coördinatie van al deze activiteiten. Kan de Kamer dit jaar een integrale automatiseringsvisie van alle activiteiten op dit terrein van het Presidium tegemoet zien?
De leden van de VVD-fractie vragen of het Presidium kan meedelen of de effecten van de diverse reorganisaties bij medewerkers en de «klanten» worden gemeten.
Zo ja, op welke wijze? Zo nee, waarom niet?
Het Presidium spreekt over een «fraai» informatiepunt, aldus deze leden. Realiseert het Presidium zich dat de meningen hierover nogal verschillen?
De leden van de CDA-fractie stellen de volgende vragen.
Kan nader aangeduid worden welke vormen van dienstverleningscontracten tussen respectievelijk fracties met de Dienst Automatisering mogelijk zijn?
Welke werkzaamheden heeft de commissie voor de Werkwijze in het afgelopen jaar verricht? Zijn er met betrekking tot de werkwijze van de Kamer nog nadere voorstellen te verwachten die het functioneren van de Kamer raken in het komende jaar?
Wat is het oordeel van het Presidium over het (technische) verloop van het vragenuurtje? Zijn de aangebrachte veranderingen daarbij effectief gebleken?
Wat is de stand van zaken van het overleg met de minister van BZK inzake de beoogde formalisering van de budgettaire autonomie van de beide Kamers?
De leden van de fractie van D66 hebben met belangstelling kennisgenomen van de raming voor het jaar 2002. Er is voldoende aanleiding voor het stellen van vragen en het plaatsen van opmerkingen.
Het presidium ervaart het als onjuist dat de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties verantwoordelijk is voor de budgetten van beide kamers. Er zou sprake zijn van fricties en tijdverlies. Wat is de stand van zaken op dit moment? Gaan de Kamers met ingang van heden hun beleid zelf vaststellen?
De leden van de GroenLinks-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de Raming voor 2002. Graag willen zij in het vervolg van dit verslag punten onder de aandacht brengen en over sommige onderdelen nadere informatie ontvangen.
Ook de leden van de fractie van de ChristenUnie hebben met belangstelling kennisgenomen van de Raming van het Presidium voor het jaar 2002. Zij spreken hun waardering uit voor de voorgelegde uiteenzettingen over de organisatie, de realisatie van het afgelopen jaar en de plannen voor het komende jaar.
In de raming wordt uitvoerig ingegaan op de lopende – en naar het zich laat aanzien – bijna afgeronde reorganisatietrajecten, waaraan langzamerhand bijna geen dienst in de Kamer is ontkomen. Bij een aantal onderdelen daarvan komen deze leden in het vervolg nog terug.
Deze leden nemen met belangstelling kennis van de discussie over de budgettaire autonomie van de beide Kamers. Het Presidium wil die autonomie formaliseren. Deze leden nodigen het Presidium uit om nader in te gaan op de te volgen weg om een en ander te realiseren. Tevens vragen zij het Presidium om in te gaan op de staatsrechtelijke gevolgen, in het bijzonder de omstandigheid dat bij wetgeving – dus ook bij begrotingswetgeving – twee partijen in het geding zijn die tezamen de wetgevende macht vormen. In hoeverre betekent dit, naar het oordeel van het Presidium dat ook de regering per definitie een rol zal moeten spelen in de begrotingsvaststelling van de Kamer?
2. Directie Constitutioneel Proces
De Diensten Commissieondersteuning (DCO's)
Bij de Directie Constitutioneel Proces is veel in gang gezet. De totstandkoming van de Diensten Commissieondersteuning (DCO's) begroeten de leden van de PvdA-fractie met instemming. Voor de uitbreiding van de staf van twee commissies worden voor 2002 geen extra financiële middelen gevraagd, omdat bij de ondersteuning van de commissie voor de Verzoekschriften besparingen kunnen worden gerealiseerd, nu het aantal verzoekschriften drastisch is afgenomen. Hoe verklaart het Presidium de vermindering van het aantal verzoekschriften?
De leden van de CDA-fractie vragen wat bedoeld wordt met «het ontwikkelen van een visie op de kwaliteit van de dienstverlening» vanuit de doelstelling van de DCP. Vanuit welke doelstellingen en met welke criteria zal hieraan worden gewerkt?
Hoe zal de ondersteuning van de kamercommissies op comptabel/financieel terrein worden versterkt?
Hoe stelt het Presidium zich de «pro-actieve» signalering van Europese aspecten ten behoeve van de commissies praktisch voor? Waar haalt de extra medewerker de informatie vandaan? Waarom is gekozen voor een gemeenschappelijke uitbreiding van de commissiestaf Economische Zaken en LNV?
De leden van de D66-fractie stellen vast dat er nu sprake is van drie diensten commissieondersteuning in plaats van zeven commissiebureaus. Deze zijn 1 januari jl. gestart. Is er al iets te zeggen over het functioneren van deze diensten; zijn er knelpunten geconstateerd? Hoe is de verhouding met de griffie/bureau wetgeving?
Er is veel mis met de implementatie van de wet- en regelgeving vanuit Brussel. Aan het volgen van de Brusselse agenda komt de Kamer bijna niet toe. Deze leden vinden het volkomen terecht dat een extra medewerker wordt toegevoegd voor de signaleringsfunctie. De vraag is of dit voldoende is naast de versterking van de commissiestaven. Zijn er medewerkers aangesteld in Brussel ter ondersteuning? Zo nee, wordt dit overwogen? Hoe staat het met het spreekrecht van europarlementariërs in commissievergaderingen? Is hier voldoende duidelijkheid over, in het bijzonder in andere commissies dan de commissie voor Europese zaken?
De leden van de fractie van de ChristenUnie stellen vast dat het instrument wetgevingsrapport verder wordt versterkt, waarbij beoogd is een wetgevingsjurist extra aan te trekken, alsmede een extra stafmedewerker bij de commissies EU, EZ en LNV. Deze leden zien deze keuze graag nader beargumenteerd. Tevens zien zij deze keuze graag beredeneerd tegen de achtergrond van de politieke beoordeling die uit de aard der zaak bij de fracties zelf moet liggen. Verder vragen zij om aandacht voor de vraag op welke wijze het wetgevingsrapport op effectieve wijze in het beoordelingsproces door de fracties meegenomen kan worden. In het bijzonder vragen zij aandacht voor de mogelijkheid om deze rapporten, na fiat van de commissie, integraal in de inbreng van de fracties in de verslagen op te nemen.
Het aantal verzoekschriften neemt sterk af en men is zelfs voornemens de staf in te krimpen. Deze leden vragen of bekend is welke factoren aan het teruglopen ten grondslag liggen en of er pogingen zijn of worden gedaan om deze trend te keren. Tevens vragen zij hoe de brief van de voorzitter van de commissie voor de verzoekschriften aan de fractiesecretarissen van 22 maart 2001 moeten worden gezien.
Ook de ontwikkelingen bij de Griffie, waar nu voortaan ook de afdeling Registratuur onder valt, juichen de leden van de PvdA-fractie toe. Zij zijn het eens met de onderliggende gedachte, namelijk dat deze nieuwe stroomlijning zal leiden tot betere en snellere informatievoorziening en tot minder drukwerk en minder fotokopieerwerk.
Blijven gedrukte stukken beschikbaar voor de (nieuwe) leden, vragen de leden van de CDA-fractie.
Gesproken wordt over het terugbrengen van de oplage van de gedrukte stukken in de dagelijkse kamerstukkenenveloppe, aldus de leden van de D66-fractie. Zijn of worden de fracties of de kamerleden actief benaderd met de vraag of ze het aantal abonnementen willen terugbrengen? Zo nee, kan dat alsnog gebeuren?
De leden van de fractie van de ChristenUnie constateren met tevredenheid een steeds verdere toename van de beschikbaarheid van witte stukken en andere documenten langs elektronische weg. Het aantal abonnementen op kamerstukken neemt hierdoor af. Zij stellen vast dat het signaleren of er nieuwe stukken zijn, hiermee enigszins in het gedrang kan komen en vragen of het Presidium mogelijkheden ziet om aan dit knelpunt tegemoet te komen.
De leden van de PvdA-fractie zijn ook bijzonder ingenomen met de instelling van de Dienst Informatievoorziening (DIV). De kwaliteit van de dienstverlening van de diverse bibliothecaire en documentaire onderdelen in de Kamer stond al op een bijzonder hoog niveau. Nu leidt de bundeling in de DIV tot een één-loketservice, hetgeen een nog groter gebruikersgemak betekent, gekoppeld aan een nog betere, want geïntegreerde, afhandeling van informatieverzoeken. Meent het Presidium overigens niet dat het voor Kamerleden handzaam is om over «Parlement en Kiezer» en de «Staatsalmanak» in drukvorm te beschikken?
De informatievoorziening staat of valt echter met adequate automatiseringstoepassingen. Op bladzijde 8 wordt gesproken over het streven naar één geïntegreerd automatiseringsproduct. De leden van de PvdA-fractie zouden graag een precisering zien van de zin «Er zijn vooruitzichten over enkele jaren op realisering van dit conceptueel logische informatiesysteem». Kan het Presidium meedelen wat de exacte planningstermijn is? Hoeveel vertraging is opgetreden als gevolg van het mislukken van het project Integratie Bestanden? Hoeveel geld heeft dat gekost? In afwachting van de totstandkoming van Integratie Bestanden zijn bestaande systemen als STAIRS niet meer up to date gehouden, zodat nu een inhaalslag gepleegd moet worden. Hoeveel middelen zijn daarmee gemoeid?
De leden van de PvdA-fractie steunen de voorstellen om zowel de Internet- als de Intranetsite te moderniseren. Is het mogelijk via het Internet te bezien welke mondelinge en schriftelijke vragen zijn aangemeld of ingediend? Leiden de problemen met de doorgifte van beeld via de Internetsite tot een hernieuwde standpuntbepaling met betrekking tot de doorgifte van de kamervergadering via de kabel? Dat het Presidium een Redactieraad heeft ingesteld, die belast is met de dagelijkse verantwoordelijkheid voor de informatie die op de site beschikbaar is, achten deze leden een logische stap. Graag zouden deze leden en de leden van de CDA-fractie vernemen wie er lid is van die Redactieraad en op welke wijze deze verantwoording aflegt aan het Presidium.
Hoe lang zal deze tijdelijke ruimte voor het Centraal Informatiepunt in gebruik blijven, vragen de leden van de VVD-fractie.
Beantwoorden alle werkplekken, van personeel én bezoekers aan de Arbo-eisen?
Welke achterstand is opgelopen nu het project Integratie Bestanden niet is gelukt? Wanneer wordt dit project voltooíd?
Zijn er voorbeelden te geven van de nieuwe mogelijkheid om documentatie- en informatiemateriaal te (laten) verrijken met een analyse, vragen de leden van de CDA-fractie.
Kan de samenwerking met de SDU worden toegelicht?
Het beschikbaar komen van de nieuwe intranet/internetsite van de Tweede Kamer in 2001 juichen de leden van de fractie van GroenLinks toe. Dit vergroot de interne en externe communicatie en informatie en bevordert de toegankelijkheid van de Tweede Kamer. Deze leden willen graag een toelichting ontvangen op de plannen voor het ontwikkelen van beide sites en vernemen op welke wijze de fracties bij dit proces betrokken zullen worden.
De dienst informatievoorziening is en wordt verder uitgebouwd. De leden van de fractie van de ChristenUnie constateren een aanbod van diensten dat de vraag – grotendeels uit onwetendheid, naar hun indruk – verre overtreft. Zij vragen of het Presidium die indruk deelt en op welke wijze er aan gewerkt wordt de dienstverlening breder bekend te maken.
Welke beoordelingsafspraken zijn met de DBV gemaakt gelet op het expliciete streven naar het maken van concrete afspraken over aard, niveau en omvang van de te leveren diensten, vragen de leden van de CDA-fractie.
Het dragen van nette schoongepoetste en geveegde schoenen is geen overbodige luxe, vinden de leden van de D66-fractie. Nabij de ingang op Plein 2 treft de voorbijganger een keurige schoenveegmachine. Deze is echter slechts berekend op bruin en zwart schoeisel. Is het Presidium bereid om ook de blauwe en Bordeaux-rode schoendrager tegemoet te komen?
Bij het onderdeel van de Directie Bedrijfsvoering zijn de leden van de PvdA-fractie aangenaam getroffen door de voorstellen om in samenwerking met de Kunstcommissie en het Instituut Collectie Nederland plannen te ontwikkelen voor verbetering van de aankleding van het gebouw. Zij ondersteunen ook de voorstellen om de Tweede Kamer proefproject te laten zijn om kunstvoorwerpen uit depots voor een breder publiek zichtbaar te maken.
Wanneer zal concreet de publieke openstelling van de Statenpassage plaatsvinden, vragen de leden van de fracties van PvdA en CDA.
Deelt het Presidium het advies van de BBC om uitbreidingsmogelijkheden voor de huisvesting te zoeken binnen, in dit geval boven het bestaande gebouwencomplex, vragen de leden van de VVD-fractie. Deelt het Presidium het standpunt van de BBC dat centrale huisvesting het uitgangspunt dient te zijn bij de huisvesting op lange termijn?
Deelt het Presidium de vierkante meterbenadering van de BBC bij de lange termijn huisvestingsvisie?
Is het Presidium voornemens om de Statenpassage open te stellen voor het publiek, zie publicatie in de Kamerbode 2001 nr. 12 ? Zo ja, wat zijn de beweegredenen hiervoor en in hoeverre zijn er bij de openstelling financiële consequenties voor bij voorbeeld bouwkundige aanpassingen en mogelijk personele uitbreidingen bij de beveiligingsdienst en de schoonmaakdienst?
Wie is na openstelling verantwoordelijk voor het handhaven van de orde en veiligheid in dit straks openbare gebied: is dat de politie of de beveiligingsdienst? Indien dat de beveiligingsdienst is, rijst de vraag of hij daartoe in staat is en adequaat is toegerust. Is het de bedoeling dat exposities ook na openstelling in de Statenpassage worden opgesteld?
Het Presidium schrijft voornemens te zijn om kritisch te gaan kijken naar inrichting en aankleding (waaronder verlichting en sanitair) van de diverse gebouwdelen. Welk tijdschema staat voor ogen en welke criteria worden gehanteerd? Kan binnen dit «kritisch» kijken ook de klimatologische aard van de diverse werkplekken worden opgenomen?
Waarom zijn de in september 2000 opgeleverde 70 werkplekken binnen het project Plein 23 nog niet in gebruik genomen? Is de aanbesteding van Plein 23 begonnen?
Er zou in het najaar enige publiciteit zijn ontstaan over de «vermeende» onveiligheid van de parkeergarage, aldus de leden van de D66-fractie. Niet alleen in 2000 is er discussie geweest over de parkeergarage; jaren ervoor was het zelfs mogelijk dat er een auto gestolen is uit de parkeerlaag van de Tweede Kamer en dat was niet de eerste keer. Toen al waren er vele klachten over diefstal uit auto's. Als de brandweer stelt dat aan alle eisen is voldaan, wil dat nog niet zeggen dat de boel op orde is en dat datgene wat verbeterd moet worden ondergeschikt is. De dienstverlening wordt door deze leden als dramatisch ervaren. Het komt veelvuldig voor dat de toegang versperd wordt door een pasje dat niet werkt; de hulpverlening vanuit het kantoortje is slecht. Wat denkt het Presidium hieraan te doen?
De Statenpassage wordt mogelijk opengesteld voor publiek. Hoe wordt de veiligheid gewaarborgd als de passage is opengesteld?
Tot slot willen deze leden aandacht vragen voor enkele wensen. Op de tweede verdieping bij de uitgangen van de publieke tribune zijn geen zitplaatsen aanwezig. Is het Presidium bereid om te voorzien in een dergelijke faciliteit?
De parkeergarage van de Tweede Kamer werd eind vorig jaar onveilig genoemd, maar bleek bij nader onderzoek aan alle veiligheidsvoorschriften te voldoen. Toch worden er enkele verbeteringen aangebracht. Welke zijn dat en waarom worden deze aangebracht als zij niet echt noodzakelijk zijn, vragen de leden van de GroenLinks-fractie.
De leden van de PvdA-fractie ondersteunen het project om elektronisch stemmen in de plenaire zaal mogelijk te maken. Acht het Presidium het nog steeds mogelijk om na de verkiezingen van 2002 het elektronisch stemmen in de plenaire zaal te introduceren? Deze leden zijn eveneens voorstanders van de introductie van het project «Kamer Thuis». Wel zouden zij graag meer informatie ontvangen over de financiële aspecten. Uit een brief van de Directeur Bedrijfsvoering aan alle Kamerleden van 23 april 2001 blijkt dat het de bedoeling is om de dienst kosteloos ter beschikking te stellen. De leden van de PvdA-fractie vragen of dit betekent dat de Kamer de nieuwe laptops betaalt en of, indien dat het geval is, de Kamerleden bij beëindiging van het Kamerlidmaatschap ze weer moeten inleveren. Zal het netwerk van «Kamer Thuis» in de toekomst niet zo vaak «plat» liggen als nu het geval is? Waardoor werd de regelmatige onmogelijkheid om in te bellen de laatste maanden veroorzaakt? Zal het bij «Kamer Thuis» ook mogelijk zijn geluid- en beeldverbindingen tot stand te brengen?
Welke syste(e)m(en) van elektronisch stemmen wordt/worden overwogen, vragen de leden van de CDA-fractie.
Welke garantie bestaat dat het nieuwe project «Kamer thuis» meegroeit met de automatiseringsontwikkeling binnen de Kamer zelf?
Is er een relatie gelegd tussen de aanschaf van hardware ten behoeve van het «Kamer thuis»-project en de invoering van nieuwe mogelijkheden respectievelijk de vervanging van de huidige apparatuur binnen de Kamer?
Thuiswerken wordt steeds belangrijker, aldus de leden van de VVD-fractie. Wanneer worden de mogelijkheden gecreëerd voor fractiemedewerkers om van buitenaf het netwerk te gebruiken?
Pas na de verkiezing in 2002 is het de bedoeling om elektronisch stemmen te introduceren in de plenaire zaal. Waarom duurt die introductie zo lang, vragen de leden van de D66-fractie. Waarom is het wel mogelijk om bij de Raad van Europa en vele andere organen dit systeem te laten functioneren terwijl het in de Kamer nog niet eens is ingevoerd? Zal ook sprake zijn van elektronische weergave van de spreektijd zoals gebruikelijk is bij vergaderingen van de Raad van Europa?
Al jaren speelt de discussie over de mogelijkheid tot rechtstreekse uitzending van debatten in de Tweede Kamer via internet. Het begint te lijken op een herhaling van zetten. Reeds vanaf 1995 hebben de leden van de D66-fractie gevraagd naar mogelijkheden voor uitzending in allerlei vormen. Bezoekers kunnen op internet live de verrichtingen volgen in het Big Brotherhuis, raadsvergaderingen in San Francisco worden rechtstreeks via internet uitgezonden. Kortom, waarop wordt gewacht? Deze leden dringen er op aan om «live»-beelden van kamerdebatten zo spoedig mogelijk via internet toegankelijk te maken. Volgens hen moet in combinatie hiermee vooral ook gedacht worden aan de verstrekking van interactieve functies, waardoor burgers kunnen participeren in de dagelijkse gang van zaken op het Binnenhof.
Het Presidium zet nadere stappen op de weg richting elektronisch stemmen. De leden van de fractie van de ChristenUnie stellen er prijs op nader geïnformeerd te worden over de pro's en contra's van het elektronisch stemmen. Aan welke eisen zal het systeem moeten voldoen alvorens het eventueel ingevoerd zou kunnen worden? Wat zullen de kosten van een effectief systeem zijn? Op welk moment valt de besluitvorming om al dan niet door te gaan op dit traject?
Worden de huidige beveiligingsvoorwaarden voor de data van individuele gebruikers en fracties ook toegepast op de nieuwe centrale opslageenheid, vragen de leden van de VVD-fractie.
Welke criteria liggen ten grondslag aan een in te voeren quotabeleid per klant en organisatieonderdeel? In hoeverre kan dit individuele wensen van personen en fracties beknotten? Ook de leden van de CDA-fractie vragen of toegelicht kan worden hoe men zich voorstelt een «quota-beleid» per «klant/organisatieonderdeel» in te gaan voeren.
Er wordt melding gemaakt van een vervangingsplan voor PC's, aldus de leden van de VVD-fractie. Is hierin een vervangingsplan voor printers begrepen? Wordt ook gedacht aan de aanschaf van (meer)kleurenprinters?
Welke mogelijkheden biedt de nieuwe bekabeling?
Het huidige besturingsprogramma NT 4.0 zal in 2002 worden vervangen door Windows 2000. Tegelijk zal een nieuwe versie van de kantoorautomatisering (Office 2000, Word en Excell) worden geïmplementeerd. Ook zal een deel van de PC's in 2002 worden vervangen. De leden van de fractie van GroenLinks willen er op aandringen om al deze wijzigingen op gebied van automatisering zoveel mogelijk gelijktijdig te laten plaatsvinden, omdat ze nog al wat voeten in de aarde hebben voor de gebruikers binnen de Kamer. Bij voorkeur na de verkiezingen in mei a.s. Graag vernemen zij of dit verzoek gehonoreerd kan worden.
De leden van de PvdA-fractie zouden graag willen weten wat de meer op de mens gerichte managementstijl bij de Beveiligingsdienst precies inhoudt.
Wanneer komen vergaderlijsten, groentjes en dagschema's elektronisch beschikbaar, vragen de leden van de D66-fractie . En wanneer zijn de pc's bij de plenaire zaal beschikbaar?
De oude stafdienst Communicatie is gesplitst in een Dienst Communicatie, ressorterend onder de Directeur Bedrijfsvoering en een Stafdienst Voorlichting onder de Griffier, stellen de leden van de PvdA-fractie vast. Heeft deze splitsing tot de gewenste resultaten geleid? De Dienst Communicatie acht zich onder andere verantwoordelijk voor de publieke uitstraling van de Kamer en deze is mede de ambtelijke hoeder van de beeldvorming en de uitstraling in de Tweede Kamer in de meest brede betekenis van het woord. De Stafdienst Voorlichting concentreert zich onder andere op de institutionele voorlichting. Kan uit deze formuleringen geconcludeerd worden dat er overlap bestaat in de activiteiten van de diensten? Hoe denkt het Presidium te voorkomen dat beide diensten zich op dezelfde terreinen bewegen? Op bladzijde 14 wordt gesproken over een verandering in de rol van de Kamerbode. Waaruit zal deze verandering precies bestaan en waarom is deze noodzakelijk?
Welke plannen zijn er met betrekking tot het winkeltje, vragen de leden van de VVD-fractie. In de toelichting wordt dit immers aangeduid als een «knelpunt».
Welke concrete initiatieven zijn genomen respectievelijk staan op stapel om de beeldvorming van de Tweede Kamer te verbeteren, vragen de leden van de CDA-fractie. Wordt daarbij ook gedacht aan veranderingen in logo's?
De Facilitaire Dienst beschikt volgens de tekst van de Algemene Toelichting ondertussen over een naar behoren functionerende telefooncentrale. Is het Presidium op de hoogte van het feit dat de Kamer vaak telefonisch niet te bereiken is, in de zin dat het algemene toegangsnummer niet wordt beantwoord? Welke precieze doelstellingen zijn er bij de verbetering van de bereikbaarheid van diensten en fracties? Men oriënteert zich op de aanschaf van DECT-toestellen en op de introductie van GSM voor de leden. De leden van de PvdA-fractie dringen er bij het Presidium op aan voor één systeem te kiezen. Een keuze voor DECT-toestellen voor alle «kamerbewoners» heeft als voordeel dat piepers en bureautoestellen overbodig worden. Deze leden hebben het zeer gewaardeerd dat het mogelijk was een individueel ergonomisch werkplekadvies te krijgen. Dergelijke initiatieven zijn zeer belangrijk in het terugdringen van het ziekteverzuim en verdienen daarom alle steun.
De telefooncentrale en de piepers blijven een bron van onvrede, vinden de leden van de VVD-fractie. In tegenstelling tot de opvatting van het Presidium is de bereikbaarheid niet toegenomen; verbeteringen zijn niet merkbaar. Uit de toelichting blijkt dat een proef gaande is met «DECT, een aangepaste vorm van mobiele telefonie». Wat houdt deze «aangepaste» vorm van mobiele telefonie in? Wie zijn bij deze proef betrokken, wat zijn de eerste bevindingen hiervan en waarom worden fracties (als grote gebruikersgroep) niet bij dergelijke proeven betrokken?
Wanneer worden de uitkomsten van het werkplekonderzoek gepresenteerd?
Bij toekomstige verhuisbewegingen is het Presidium voornemens om onderdelen van gebouwdelen uitsluitend voor ambtelijke ondersteuning te reserveren. Hierin zijn de werkruimtes van de Voorzitter, de Griffie en de Griffier begrepen, een opvatting die door de leden van de VVD-fractie wordt onderschreven. Deze ruimtes beslaan echter niet de gehele eerste etage van Binnenhof 1a. Deelt het Presidium de constatering dat de resterende ruimtes beschikbaar blijven voor herverdeling van fracties?
Wat is de argumentatie voor de keuze voor Dutchtone bij de aanschaf van mobiele telefoons ten behoeve van staf en eventueel leden, vragen de leden van de CDA-fractie. Kunnen de resultaten uit het bereikbaarheidsonderzoek worden toegelicht?
Hoe bereidt de Facilitaire Dienst zich voor op de verhuisbewegingen die na de verkiezingen van mei 2002 nodig zullen blijken te zijn? Van welke verwachtingen gaat het Presidium daarbij uit?
Gesproken wordt over een naar behoren werkende telefooncentrale, merken de leden van de D66-fractie op. Is het echter juist dat er wel structurele problemen zijn met een deel van de piepers die niet kunnen worden verholpen omdat gewacht wordt met de aanschaf van nieuwe piepers tot er een geheel vernieuwd systeem in werking is?
Op dit moment loopt een proef met mobiele telefonie. De leden van de fractie van de ChristenUnie vragen of dit systeem het huidige piepersysteem zal gaan vervangen, en zo ja op welke termijn.
Kunnen de resultaten van de prijs-kwaliteitsvergelijking van het restaurantbedrijf worden toegelicht alsmede waarop het oordeel is gebaseerd dat de prijzen achter zijn gebleven, vragen de leden van de CDA-fractie.
Hoe zal de invoering van de Euro binnen de Kamer worden uitgevoerd, vragen de leden van de CDA-fractie.Welke voorbereidingen vinden plaats? Hoe zal in januari 2002 in het bijzonder in het restaurant worden omgegaan met de dan te verwachten hectiek rondom betalen en «omwisselen». Hoe worden de medewerkers op de invoering van de Euro voorbereid?
Met betrekking tot het onderwerp fractieondersteuning (bladzijde 2 en 17) willen de leden van de PvdA-fractie het volgende opmerken. In september 2000 is de versterking van de ondersteuning van de fracties aan de orde geweest in het Presidium. Vanuit de PvdA-fractie is toen verzocht te onderzoeken in hoeverre het mogelijk is om jaarlijks een bedrag te reserveren voor een speciaal doel. Naar aanleiding van deze vraag heeft het Presidium besloten om na te gaan of de huidige reserveringsregeling kan worden verfijnd. De werkgroep «Reserveringsregeling fractiekosten» is een paar keer bij elkaar gekomen. In overleg met alle fracties is een aantal financiële aanpassingen besproken en is men akkoord gegaan met een concept voor wijziging van de Regeling financiële ondersteuning fracties Tweede Kamer. Tot op heden heeft het Presidium deze wijzigingen echter niet behandeld. De leden van de PvdA-fractie betreuren dit. Graag zouden zij van het Presidium vernemen wat de stand van zaken is met betrekking tot aanpassing van de Regeling op het punt van de reserveringen. Zij verzoeken het Presidium dringend de overeengekomen wijzigingen met terugwerkende kracht vanaf 2001 vast te leggen.
De leden van de GroenLinks-fractie zijn blij met de wijzigingen van de regeling fractieondersteuning. Dit betekent meer financiële armslag voor de fracties, minder onderscheid tussen de omvang van de verschillende fracties en een betere overgangsregeling voor fracties die zetels verliezen bij verkiezingen.
Eind 2000 is tussen de financiële vertegenwoordigers van de verschillende fracties en FEZ een voorstel besproken over het instellen van een specifieke reserve, in aanvulling op de algemene reserve van het fractiebudget. Binnen veel fracties bleek grote behoefte te bestaan om een reservering te kunnen maken voor toekomstige uitgaven op het terrein van ouderenbeleid, afvloeiingsregelingen, arbeidsmarktbeleid en specifieke verlofregelingen. De financiële experts van FEZ zouden deze regeling nader uitwerken. Op welke termijn kan deze uitwerking verwacht worden?
Uit de cijfers die de Stafdienst P&O heeft aangeleverd, blijkt een aantal positieve en minder positieve tendensen. De leden van de PvdA-fractie zijn verheugd te vernemen dat het percentage vrouwelijke en allochtone ambtenaren is gestegen. De leden zijn minder te spreken over het, nu reeds jaren, hoge percentage ziekteverzuim bij de Tweede Kamer en dringen aan op nog grotere inspanningen om dat percentage naar beneden te brengen. Mag uit de opmerking, dat het hoge cijfer deels wordt verklaard door het gegeven dat de Kamer bepaalde diensten niet heeft uitbesteed, worden afgeleid dat het ziekteverzuim bij de overige dienstonderdelen lager ligt? Betekent dit ook dat bij de «niet uitbestede» dienstonderdelen, de schoonmaakafdeling en (delen van) het restaurantbedrijf, het verzuimpercentage nog hoger ligt? Is dit geen reden om voor dergelijke dienstonderdelen een speciaal beleid te ontwikkelen om het verzuim terug te dringen?
Op basis van welke gegevens concludeert het Presidium dat het niet uitbesteden van facilitaire functies zoals schoonmaak en restaurant oorzaak zijn van het hoge ziekteverzuim bij de Tweede Kamer (9,23%), vragen de leden van de VVD-fractie.
Ook de leden van de CDA-fractie concluderen dat het verzuimrisico bij het schoonmaak- en restaurantpersoneel binnen de Kamer hoger is dan in de marktsector gebruikelijk is. Zo ja, hoe komt dit?
Het ziekteverzuim is zeer hoog. De reden daarvoor zou zijn dat er niet gekozen is voor uitbesteding van onder andere restaurant en schoonmaak. Dit lijkt een drogreden, aldus de leden van de D66-fractie. Kan dit uitgelegd worden?
Het is jammer dat het ziekteverzuim bij de Tweede Kamer in vergelijking met vorig jaar niet verminderd is, maar zelfs iets is toegenomen, is de mening van de leden van de GroenLinks-fractie. Zij zijn blij te vernemen dat de komende tijd diverse activiteiten op gebied van preventie en reïntegratie ondernomen zullen worden met als doel het verzuim terug te dringen.
Deze leden zouden ook graag inzicht hebben in het aantal en percentage arbeidsgehandicapten dat binnen de diverse organisatie onderdelen van de Tweede Kamer werkzaam is.
De Stafdienst Voorlichting begint in het jaar 2001 met de voorbereidingen voor de Tweede-Kamerverkiezingen in 2002. Zullen vanuit de Tweede Kamer nog initiatieven worden ondernomen om de opkomst bij de komende Kamerverkiezingen te vergroten, vragen de leden van de PvdA-fractie.
Op basis van welke regeling is het voor 55-plussers verboden om na 24.00 uur te werken, vragen de leden van de VVD-fractie.
8. Onderzoeks- en Verificatiebureau
Er is een bijlage gewijd aan het onderzoeks- en verificatiebureau (OVB) van de Tweede Kamer. Met het principe dat de onderzoeks- en controlefunctie van de Tweede Kamer versterkt moeten worden, zijn de leden van de PvdA-fractie het eens. Ze zijn dan ook van mening dat oprichting van het OVB een duidelijke stap vooruit betekent. Niettemin vragen deze leden of de wijze waarop het OVB institutioneel wordt ingekaderd, kan leiden tot competentieproblemen die uiteindelijk de onderzoeksslagkracht van de Kamer geen goed zou kunnen doen.
Het OVB adviseert de Kamer, in dezen vertegenwoordigd door het Presidium. De bijlage lijkt overigens vooral gericht te zijn op (de begeleiding van) door de Kamer uitbesteed onderzoek, terwijl de rol van het OVB bij onderzoek door de Kamer zelf onduidelijker is. De leden van de PvdA-fractie zouden graag een nadere uiteenzetting van het Presidium hierover ontvangen. Zo ziet het er naar uit dat de OVB-ambtenaar rechtstreeks verantwoording schuldig is aan het Presidium, terwijl de overige betrokken ambtenaren verantwoording schuldig zijn, via de griffier van de onderzoekscommissie, aan de voorzitter en leden van de onderzoekscommissie. Is dit een gewenste ontwikkeling? Vanwege de OVB-vertegenwoordiging kunnen competentiegeschillen ontstaan tussen de commissie en het Presidium. Tevens is de relatie tussen de OVB-ambtenaar en de griffier die leiding geeft aan het ambtelijk ondersteuningsapparaat onduidelijk. Valt de OVB-ambtenaar onder de verantwoordelijkheid van de griffier? Bestaat ook hier niet de kans op aansturingconflicten indien dat niet het geval is?
Kan het Presidium toelichten hoe een wettelijke basis voor de activiteiten van het OVB kan worden gevormd, vragen de leden van de CDA-fractie.
Welke verwachtingen bestaan er met betrekking tot het groeimodel? Hoe/wanneer zal het huidige functioneren van het OVB worden geëvalueerd? Op basis waarvan zal worden besloten tot verdere uitbreiding?
De vraag is wat precies de toegevoegde waarde is van het onderzoeks- en verificatiebureau (OVB) Tweede Kamer. Worden de taken die hij uitvoert niet nu al gedaan door de griffier in samenspraak met de commissie, vragen de leden van de D66-fractie. Welk budget is er precies uitgetrokken voor het OVB, wat is de personele bezetting en de materiële equipering? Door de onafhankelijke positie van dit bureau bestaat het gevaar van isolatie en een frustrerende werking op de samenwerking met de griffier. Deelt het Presidium deze veronderstelling? Het bureau adviseert het Presidium dat vervolgens een besluit neemt. Hoe democratisch is dit, en speelt de commissie hierin nog een rol?
In het takenpakket zit de selectie van de onderzoeksinstelling en de begeleiding van lopend onderzoek; ook dit wordt nu door de griffier gedaan. Gaat deze medewerker al deze taken overnemen en is hij daartoe voldoende gekwalificeerd? Een apart punt is de toegang tot vertrouwelijke informatie. Een wettelijke basis voor dit bureau om door de ministeries vertrouwelijke informatie te kunnen verkrijgen, wordt overwogen. Hoe staat het met deze overweging en wat is de reactie van het kabinet hierop? Hoe ziet het protocol eruit dat door het ministerie van Verkeer en Waterstaat is opgesteld?
Gesproken wordt over een «kring van contacten» met specialisten die het OVB behulpzaam moeten zijn. Bestaat daarin niet het gevaar dat er sprake kan zijn van een ondoorzichtige structuur die de suggestie kan wekken van vriendjespolitiek? Is het niet beter een vorm van adviesraad met een doorzichtige structuur in te stellen? Dit nodigt uit tot de vraag hoe de onafhankelijkheid van het OVB wordt gewaarborgd. En, hoe is, bij de advisering over uitbesteding, de integriteit van het OVB gewaarborgd? Hoe wordt mogelijke belangenverstrengeling of bevoordeling van bepaalde onderzoekbureaus voorkomen?
Het takenpakket van het OVB is zeer zwaar: selectie, beoordeling onderzoeksvragen, oordeel of er een intern of extern onderzoek moet worden gestart, opstelling offerte-aanvraag, opstellen van het budget, kwaliteitsbewaking onderzoek, evaluatie en databank. Is dit ambitieniveau niet wat te hoog gegrepen? Drie onderzoeken worden momenteel begeleid door het OVB. Welke zijn dit en hoe verloopt dit proces? Hoe wordt deze begeleiding nu gefinancierd aangezien er pas in 2002 geld voor uitgetrokken wordt?
Is het OVB vooral geschikt voor het uitbesteden van specifieke, incidentele onderzoeken (en derhalve niet voor structureel noodzakelijke expertise, bijvoorbeeld op budgettair terrein)? Het Presidium beslist of de adviezen over uitbesteding worden opgevolgd. Wat is hierbij de betrokkenheid van de desbetreffende Kamercommissie(s)?
Tot slot zijn de leden van de fractie van D66 benieuwd hoe de juridische ondersteuning van het OVB is geregeld, bijvoorbeeld bij geschillen met opdrachtnemers? En hoe verhoudt juridische ondersteuning vanuit het apparaat van de Tweede Kamer zich tot de onafhankelijkheid van het OVB?
Het verheugt de leden van de GroenLinks-fractie dat er een begin is gemaakt met het onderzoeks- en verificatiebureau (OVB) van de Tweede Kamer. Deze leden zijnbenieuwd naar de voorgenomen omvang en financiële ruimte van het bureau en vragen of de huidige omvang en financiering ook de doelstelling voor de toekomst is. Ook willen zij graag weten op welke termijn over de definitieve omvang zal worden besloten en hoe de fracties bij deze besluitvorming betrokken worden. Deze leden begrijpen uit de positionering dat het OVB de Kamer telkens als deze moet beslissen over onderzoek of verificatie, zal adviseren. Zij vragen, mede in het licht van de onafhankelijkheid van het OVB, hoe dit zich verhoudt tot de positie van het Presidium in dezen. Zal het Presidium elk verzoek van een commissie doorspelen aan het OVB en zo nee, aan welk criterium zal het Presidium zulke verzoeken toetsen? Hetzelfde willen deze leden weten als het gaat om besluiten over de verspreiding van het advies: zal het Presidium alle adviezen onverwijld aan de commissies doen toekomen en indien dit niet het geval is, welke criteria zullen daarbij worden gehanteerd?
Met betrekking tot de openbaarheid menen deze leden dat het OVB, indien hij de Kamer adequaat dient te informeren, dezelfde toegang tot informatie dient te krijgen als de Tweede Kamer. Indien daarvoor een wettelijke basis nodig is, steunen deze leden een initiatief daartoe. Daarbij merken zij op dat het OVB een interne dienst van de Kamer is en dat dit in die wettelijke regeling tot uitdrukking zou moeten komen.
Met betrekking tot de activiteiten van het OVB zijn deze leden benieuwd naar een toelichting op de rol van het Presidium, mede in het licht van de hierboven genoemde vragen en opmerkingen.
Tenslotte verzoeken deze leden een overzicht van de drie onderzoeken die momenteel door de Kamer aan het OVB zijn uitbesteed.
De leden van de fractie van de ChristenUnie achten de positie van het OVB ten opzichte van de Kamer nog niet helder. Zij spitsen een en ander toe op een aantal punten.
Waarom neemt het Presidium kennis van de adviezen van het OVB, alvorens de vragende commissie daar kennelijk zelf kennis van neemt?
Waarom is aparte besluitvorming van het Presidium nodig over de verspreiding van de adviezen?
Is het OVB nu wel of niet te beschouwen als een onderdeel van de Kamer? Het is een adviesorgaan van de Kamer, maar kan kennelijk toch extern worden gezien als een los van de Kamer staande organisatie door externen. Deze leden vragen of het niet meer voor de hand ligt om het OVB nadrukkelijker aan de Kamer te koppelen dan via een wetswijziging het OVB onder bepaalde voorwaarden dezelfde toegang tot informatie bij externen te verschaffen als de Kamer zelf.
Waar ligt de balans tussen onderzoek- en informatie-inwinning door het OVB zelf en door mogelijk ingeschakelde externe bureaus?
De leden van de PvdA-fractie zouden graag een verklaring krijgen voor het feit dat de budgettaire mutatie in verband met incidentele compensatie in het kader van de WAZ-regeling nog niet in deze raming is verwerkt.
Waarom is ten aanzien van de WAZ alleen voor de jaren 1997 en 1998 en niet voor het jaar 1999 een incidentele compensatie voorzien, vragen de leden van de CDA-fractie.
Voor de jaren 1997 en 1998 komt er een compensatie in het kader van de WAZ regeling. Waarom is dit nog niet verwerkt in de budgettaire raming, vragen de leden van de D66-fractie. Betekent dit dat kamerleden nog jaren moeten wachten op hun compensatie?
De leden van de PvdA-fractie zijn benieuwd waarom geen aparte raming wordt opgesteld voor de inhuur van extern personeel.
De leden van de PvdA-fractie zouden graag weten waardoor het incidenteel hogere uitgavenniveau over 2000 voor drukwerk wordt verklaard.
De leden van de fractie van de ChristenUnie vragen of het Presidium redenen ziet het huidige standpunt over buitenlandse reizen, in het bijzonder kortere reizen in die zin te herzien dat in iets ruimere mate ook buiten de recessen om reizen kunnen worden gemaakt. In dit verband vragen zij nog eens aan te geven op welke gronden deze vrijheid in het verleden is ingeperkt. Hoe moet die inperking van de vrijheid om in commissieverband buitenlandse reizen te maken, worden gezien tegen de achtergrond van de vrijheid van individuele leden om zelf te besluiten of zij al dan niet buiten recessen naar het buitenland reizen. Wat verzet zich er precies tegen om aan de leden zelf over te laten om de afweging maken tussen verblijf in het buitenland en verblijf aan het Binnenhof? Geldt voorts niet in het bijzonder voor de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken dat buitenlandse delegatiereizen als normaal parlementair werk moeten worden gezien?
Waren de problemen als gevolg van het kennisniveau en de formatie voor beheer bij de Dienst Automatisering niet te voorzien geweest, zo vragen de leden van de PvdA-fractie. Wat is met de eerdere waarnemingen van de Dienst Automatisering zelf precies gebeurd?
In hoeverre vindt er nog ten behoeve van het nog lopende project «Leden thuis» externe ondersteuning plaats? En welke externe ondersteuning zal plaatsvinden bij het a.s. project Kamer thuis, vragen de leden van de CDA-fractie.
Hoe zal worden omgegaan met de door leden betaalde vergoedingsbijdrage aan het project «Leden Thuis»? Is het niet wenselijk dat – gelet op het matige resultaat van dit project en de beperkte ondersteuning – tenminste de bijdragen van de afgelopen maanden (met terugwerkende kracht naar 1 januari 2001) worden gerestitueerd?
Wat zijn de extra kosten van bereikbaarheidsdienst technici DA?
Welke inrichting heeft het Presidium voor ogen voor de zolder van Justitie na de instelling van de dienst informatievoorziening?
Voor de Raad van Europa moet in Straatsburg worden vergaderd. De bereikbaarheid wordt een steeds groter probleem (vliegtuigen die niet of te laat vertrekken, de trein doet er erg lang over, per auto is men ook lang onderweg). Is overleg mogelijk met de luchtvaartmaatschappijen om de verbinding te verbeteren, vragen de leden van de D66-fractie. Door stemmingen in de Kamer is het vaak moeilijk de plenaire zittingen in Straatsburg bij te wonen. Wordt er naar afstemming gestreefd tussen beide agenda's, daarmee tegemoetkomend aan de wens van veel kamerleden (bladzijde 19)?
Samenstelling: Leden: Te Veldhuis (VVD), ondervoorzitter, De Cloe (PvdA), voorzitter, Van den Berg (SGP), Van de Camp (CDA), Scheltema-de Nie (D66), Van der Hoeven (CDA), Van Heemst (PvdA), Noorman-den Uyl (PvdA), Oedayraj Singh Varma (GroenLinks), Hoekema (D66), Rijpstra (VVD), O. P. G. Vos (VVD), Rehwinkel (PvdA), Wagenaar (PvdA), Luchtenveld (VVD), De Boer (GroenLinks), Duijkers (PvdA), Verburg (CDA), Rietkerk (CDA), Halsema (GroenLinks), Kant (SP), Balemans (VVD), De Swart (VVD), De Pater-van der Meer (CDA), Slob (ChristenUnie).
Plv. leden: Van Beek (VVD), Zijlstra (PvdA), Ravestein (D66), Van Wijmen (CDA), Bakker (D66), Balkenende (CDA), Barth (PvdA), Gortzak (PvdA), Rabbae (GroenLinks), Dittrich (D66), Cherribi (VVD), Van den Doel (VVD), Van Oven (PvdA), Apostolou (PvdA), Cornielje (VVD), Kuijper (PvdA), Belinfante (PvdA), Mosterd (CDA), Th. A. M. Meijer (CDA), Van Gent (GroenLinks), Poppe (SP), Van Splunter (VVD), Nicolaï (VVD), Wijn (CDA), Rouvoet (ChristenUnie).
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-27677-10.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.