nr. 1
KONINKLIJKE BOODSCHAP
Aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Wij bieden U hiernevens ter overweging aan een voorstel van wet houdende
wijziging van de Wet privatisering ABP in verband met de wijziging van de
indexeringsfrequentie.
De memorie van toelichting, die het wetsvoorstel vergezelt, bevat de gronden
waarop het rust.
En hiermede bevelen Wij U in Godes heilige bescherming.
's-Gravenhage
12 april 2001
Beatrix
nr. 2
VOORSTEL VAN WET
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is dat de frequentie
wordt aangepast waarmee de pensioenaanspraken van overheidswerknemers worden
geïndexeerd;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der
Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en
verstaan bij deze:
ARTIKEL I
De Wet privatisering ABP wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 1, onder k, wordt na de woorden «Binnenlandse Zaken»
ingevoegd: en Koninkrijksrelaties.
B
In artikel 10, tweede lid, wordt de zinsnede «per 1 januari en 1
juli» vervangen door: op een of meer vaste tijdstippen in het jaar.
ARTIKEL II
Deze wet treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte
van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst. Indien het Staatsblad waarin
deze wet wordt geplaatst, wordt uitgegeven na 30 juni 2001, werkt artikel
I, onderdeel B, terug tot en met 1 juli 2001.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat
alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat,
aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,