nr. 3
MEMORIE VAN TOELICHTING
Algemeen
In het wetsvoorstel wordt voorgesteld om de wettelijke leeftijdsgrens
voor commissarissen te laten vervallen. In het rapport «leeftijdsgrenzen
in wet- en regelgeving» van het Ministerie van Justitie en het Ministerie
van Binnenlandse Zaken uit maart 1996 werden vraagtekens geplaatst bij het
gebruik van de wettelijke leeftijdsgrens voor commissarissen om de kwaliteit
van het toezicht te waarborgen. In het nader kabinetsstandpunt van 2 maart
1998 op dat rapport werd in het overzicht van activiteiten en voornemens bij
de brief aangegeven dat de wettelijke leeftijdsgrens voor commissarissen zou
worden vervangen door de mogelijkheid bij de statuten regels te stellen omtrent
de maximale benoemingstermijnen en de mogelijkheden van herbenoeming.
De raad van commissarissen en de leeftijdsgrens
De raad van commissarissen van een rechtspersoon heeft tot taak toezicht
te houden op het beleid van het bestuur en de algemene gang van zaken in de
rechtspersoon en de daarmee verbonden onderneming. De raad staat het bestuur
met raad ter zijde. Bij de vervulling van de toezichthoudende en adviserende
taak richt de raad zich naar het belang van de rechtspersoon en de daarmee
verbonden onderneming. De raad van commissarissen is verplicht bij grote coöperaties
en onderlinge waarborgmaatschappijen en bij structuurvennootschappen.
De artikelen 2:57a lid 3, 2:142 lid 4 en 2:252 lid 4 BW bepalen dat degene
die de leeftijd van 72 jaren heeft bereikt niet meer tot commissaris van een
coöperatie, onderlinge waarborgmaatschappij, naamloze vennootschap of
besloten vennootschap kan worden benoemd. Voorts moet een commissaris uiterlijk
aftreden op de dag waarop de jaarlijkse algemene vergadering wordt gehouden
in het boekjaar waarin hij de leeftijd van 72 jaren heeft bereikt. Bij de
statuten kan de leeftijdsgrens lager worden gesteld.
De grens van 72 jaren is in 1971 in Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek
opgenomen. Met het stellen van de leeftijdsgrens werd beoogd een naar behoren
functionerende raad van commissarissen te waarborgen. De grens werd op 72
jaren gesteld om de bestuurder die op zijn zestigste met pensioen gaat en
daarna toetreedt tot de raad van commissarissen van een structuurvennootschap
nog twee keer te kunnen herbenoemen. Bij structuurvennootschappen vindt de
benoeming steeds voor vier jaren plaats. Hetzelfde geldt voor
grote coöperaties en grote onderlinge waarborgmaatschappijen. Bij gewone
coöperaties, onderlinge waarborgmaatschappijen en vennootschappen is
de periode van benoeming niet wettelijk geregeld.
Schrapping van de leeftijdsgrens
Zoals vermeld is de bedoeling van de leeftijdsgrens in Boek 2 een naar
behoren functionerende raad van commissarissen te garanderen. De opvatting
dat een persoon die de leeftijd van 72 jaren heeft bereikt per definitie niet
meer in staat is om zijn taak naar behoren uit te oefenen, is echter niet
langer houdbaar. Commissarissen ouder dan 72 jaren hebben vaak een schat aan
kennis en ervaring op grond waarvan zij goed in staat kunnen zijn de hun opgedragen
toezichthoudende en adviserende taken te vervullen. Ook het feit dat de leeftijdsgrens
kan worden gebruikt om een minder goed functionerende commissaris te laten
aftreden, zonder dat op de inhoudelijke redenen daarvoor behoeft te worden
ingegaan, is geen gerechtvaardigde reden om de wettelijke leeftijdsgrens in
stand te houden. Het functioneren behoort onafhankelijk van de leeftijd te
worden beoordeeld. De wet biedt daarvoor de nodige mogelijkheden. Bij structuurvennootschappen
worden commissarissen voor een periode van vier jaren benoemd. De algemene
vergadering en de ondernemingsraad hebben rechten van aanbeveling en bezwaar.
De benoemingsprocedure en de benoeming voor bepaalde tijd laten voldoende
ruimte open om het functioneren van de commissaris zo nodig in heroverweging
te nemen. Bij grote coöperaties en grote onderlinge waarborgmaatschappijen
geldt hetzelfde.
Bij een gewone coöperatie, onderlinge waarborgmaatschappij en naamloze
of besloten vennootschap is de periode van benoeming niet wettelijk geregeld.
Om te voorkomen dat een commissaris voor onbepaalde tijd wordt benoemd en
uiteindelijk naar de arbitraire leeftijdsgrens van 72 jaren moet worden gegrepen
om het commissariaat te beëindigen, heeft de door de Vereniging voor
Effectenhandel en de Vereniging van effectenuitgevende ondernemingen ingestelde
commissie corporate governance voorgesteld om de zittingstermijn ook hier
aan termijnen te verbinden. Ook het Nederlands Centrum voor Directeuren en
Commissarissen heeft voor de benoeming voor bepaalde tijd gepleit. De benoemingsprocedures
zouden het in combinatie met een zittingsduur voor bepaalde tijd mogelijk
maken om het functioneren van een commissaris te evalueren en het commissariaat
zo nodig te beëindigden. De wet laat zo'n benoeming voor bepaalde tijd
reeds toe.
De commissie corporate governance heeft aangegeven dat de benoeming van
een commissaris nooit vanzelfsprekend is, maar gebaseerd moet zijn op een
positief oordeel omtrent zijn functioneren. De commissie heeft enkele concrete
aanbevelingen gedaan om een verantwoorde commissariskeuze te maken. Zo zou
de samenstelling van de raad van commissarissen moeten worden geëvalueerd.
In het jaarverslag zou de leeftijd van de commissarissen moeten worden vermeld.
Er zou niet meer dan één voormalige bestuurder moeten worden
benoemd. En bij de herbenoeming zou moeten worden overwogen of vers bloed
niet wenselijk zou zijn.
Het belang van goed toezicht kan aldus op een meer op de concrete situatie
toegespitste wijze worden gediend. Een wettelijke leeftijdsgrens is daarvoor
niet nodig. Deze wet staat niet in de weg aan de opname van een leeftijdsgrens
in statuten. Wel wordt een signaal afgegeven dat het stellen van leeftijdsgrenzen
nooit vanzelfsprekend is. Voor de opname en de hoogte van een leeftijdsgrens
moeten objectief gerechtvaardigde redenen kunnen worden aangeven.
De Minister van Justitie,
A. H. Korthals