Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2002-2003 | 27664 nr. 17 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2002-2003 | 27664 nr. 17 |
Vastgesteld 19 september 2003
De vaste commissie voor Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer1 heeft op 4 september 2003 overleg gevoerd met staatssecretaris Van Geel van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer over de brieven van de staatssecretaris van VROM:
1. d.d. 3 februari 2003 met aanbieding van het Landelijk afvalbeheerplan 2002–2012 (LAP) en reactie op de moties die zijn ingediend tijdens notaoverleg d.d. 18 november 2002 (28 600-XI, nr. 93);
2. d.d. 26 maart 2003 over Landelijk Afvalbeheerplan 2002–2012, verslag schriftelijk overleg (28 600-XI, nr. 97);
3. d.d. 2 april 2003 met rapportage structuur afvalmarkt (VROM-03-0199);
4. d.d. 14 april 2003 over baksteenproblematiek ARN (afwijzing aandeelhouders) (28 600-XI, nr. 101);
5. d.d. 27 mei 2003 inzake Landelijk afvalbeheerplan 2002–2012; verslag schriftelijk overleg (27 664, nr. 14);
6. d.d. 13 juni 2003 met ontwerpbesluit inzamelen afvalstoffen (VROM-03-0364);
7. d.d. 25 juni 2003 met antwoorden op feitelijke vragen ontwerpbesluit inzamelen afvalstoffen, lijst van vragen en antwoorden (27 664, nr. 15);
8. d.d. 16 juli 2003 over gelijk speelveld voor afvalbeheer in de EU (27 664, nr. 16);
9. d.d. 18 augustus 2003, inzake tussentijdse wijziging Landelijk afvalbeheerplan 2002–2012 (VROM-03-0528).
Van dit overleg brengt de commissie bijgaand beknopt verslag uit.
Vragen en opmerkingen uit de commissie
De heer Samsom (PvdA) is van mening dat de staatssecretaris te weinig oog heeft voor de problemen die de export van afval met zich brengt. Betrokkenen geven onomwonden toe dat de regels worden ontdoken. Als dit zo doorgaat, wordt het principe van de afvalscheiding willens en wetens ondermijnd. De investeringen in scheidingsinstallaties in Nederland blijven achterwege omdat het goedkoper is om het afval te exporteren. 1
Er gaat van alles fout. In de praktijk wordt de hand gelicht met de regels voor export van afval. De grootste stroom betreft bouw- en sloopafval. Op grond van het LAP (Landelijk Afvalbeheerplan) is export van de restfractie na sorteren toegestaan. Bestudering van EVOA-vergunningen (Verordening betreffende toezicht en controle op de overbrenging van afvalstoffen binnen, naar en uit de Europese Gemeenschap) leert dat het onder meer gaat om restfracties die grote hoeveelheden zand bevatten, terwijl dat eenvoudig uit het afval is te halen. Hoe is dat te verklaren? Soms wordt er in één keer vergunning verleend voor meer dan 700 transporten, maar dan moet elk transport ongeveer dezelfde samenstelling hebben. Betrokkenen geven ruiterlijk toe dat het invullen van de percentages veel meer wordt bepaald door de lijstjes waarmee concurrenten eerder een beschikking hebben gekregen, dan dat er wordt gekeken naar de werkelijke samenstelling. Wordt de samenstelling van die transporten daadwerkelijk gecontroleerd?
In Duitsland moet minimaal 50% van het afval nuttig worden toegepast. Bij een bezoek aan een Duits bedrijf bleek dat het afval, inclusief dat uit Nederland, alleen op het oog wordt gesorteerd. De rest wordt naar de stort gebracht. Om aan de norm van 50% nuttige toepassing te voldoen, wordt de boekhouding op orde gebracht met het aantrekken van monostromen, zoals hout. Het Nederlandse afval wordt niet op de afgesproken manier gesorteerd en dat is pure fraude.
Het samenspel van gefakete en oncontroleerbare EVOA-beschikkingen met de ondoorzichtige verwerking in Duitsland is inmiddels tot de gehele sector doordrongen. De staatssecretaris kan niet volstaan met de mededeling dat het op papier allemaal in orde is. Er zijn signalen dat er strafrechtelijke onderzoeken gaande zijn. Hoe kan de staatssecretaris zijn opmerkingen van vorige maand in Nova dat er geen aanwijzingen zijn dat het de verkeerde kant opgaat, rijmen met deze ontwikkeling? Heeft deze kwestie nu wel hoge prioriteit? Het lijkt erop dat de staatssecretaris hoopt dat het vanzelf wel goed komt, bijvoorbeeld door de invoering van het stortverbod in Duitsland in 2005. Betrokkenen zijn er echter van overtuigd dat dit zeker 2007 of 2008 wordt en bovendien zoekt men al naar mogelijkheden om dit verbod te omzeilen.
Er moet meer worden gedaan dan alleen het starten van overleg met het bedrijfsleven om gezamenlijk te bezien welke aanvullende maatregelen mogelijk zijn om een meer gelijk speelveld te stimuleren. Het gaat op grote schaal mis en dan kan niet volstaan worden met polderen. Doormodderen via het hier en daar aanscherpen van regels in het LAP helpt niet. De mechanismen die tot buitensporige export van afval leiden, moeten worden aangepakt. De exportvergunningen van Nederlandse sorteerbedrijven moeten gekoppeld worden aan de milieuvergunningen van die bedrijven. Met een exportheffing kunnen de tariefverschillen worden rechtgetrokken. Wat vindt de staatssecretaris van het idee om de huidige EVOA-beschikkingen op te schorten totdat er een goede oplossing is gevonden? De situatie is er ernstig genoeg voor.
De heer De Krom (VVD) brengt naar voren dat het voorkomen van storten en het stimuleren van scheiding van afval en nuttig hergebruik ervan doelstellingen van het beleid zijn. De export van afval neemt exponentieel toe. In Duitsland wordt dit afval voornamelijk gestort, terwijl de investeringen in Nederlandse scheidings- en verbrandingscapaciteit uitblijven door onvoldoende aanbod. Dit kan niet de bedoeling van het beleid zijn. De staatssecretaris stelt dat de export van hoogcalorisch Nederlands afval moet worden toegestaan, omdat er hier te weinig verwerkingscapaciteit voor is. Dit lijkt met elkaar in tegenspraak. De sector moet de kans krijgen om zich optimaal te prepareren op het moment dat de markt geopend wordt. Als er niet wordt ingegrepen, worden bedrijven al om zeep geholpen voordat de markt opengaat. Dit kan ernstige consequenties hebben, zowel voor het milieu als voor de werkgelegenheid.
De problemen worden veroorzaakt omdat Nederland in Europees verband weer eens voorop moet lopen. Nederland kent, in tegenstelling tot bijvoorbeeld Duitsland, een hoge stortbelasting. Daarnaast wordt in Nederland export van afval toegestaan, terwijl dit in andere landen niet kan of aan banden is gelegd. De VVD-fractie heeft via moties aangedrongen op het creëren van een gelijk speelveld voor afval in Europa. Ook de definities van «nuttig hergebruik» moeten worden gelijkgetrokken. Dat gaat echter te langzaam en intussen dreigt het Nederlandse beleid spaak te lopen.
Zolang er in Europa geen gelijk speelveld is, moet nationaal beleid worden gevoerd. Op grond van een uitspraak van het Hof bestaat de mogelijkheid om het exporteren van hoogcalorisch afval naar buitenlandse AVI's (afvalverbrandingsinstallaties) aan banden te leggen. Waarom wordt dit niet gedaan, in ieder geval tot het moment waarop ook in Duitsland een stortbelasting is ingevoerd? Een andere optie is een exportheffing. Hierdoor kan het kostenvoordeel van export van afval naar Duitsland teniet worden gedaan. Zijn de resultaten van het toegezegde onderzoek ter zake al bekend? Heeft het overleg met de sector al iets opgeleverd? De fractie van de VVD wil voor eind september een duidelijk standpunt van de staatssecretaris, inclusief een pakket maatregelen.
Gesjoemel met exportvergunningen en het illegaal bijmengen van afval zijn onacceptabel, want de bedrijven die zich wel aan de regels houden, worden daar het slachtoffer van. Tegen bedrijven die zich schuldig maken aan fraude moeten adequate maatregelen worden genomen. Hoe kunnen de problemen in de vergunningverlening worden aangepakt? Hoe kan de controle op ladingen verbeterd worden? Kortom, op welke wijze wil de staatssecretaris de handhaving verbeteren? Wil hij zijn plannen samenvatten op een A4'tje en dit voor eind september met de Kamer bespreken?
De heer Koopmans (CDA) herinnert eraan dat in juli 2001 mevrouw Schreijer-Pierik en de heer Klein Molekamp hebben gewaarschuwd voor de effecten van de eenzijdige verhoging van storttarieven. De hoge stortbelasting is de kern van het probleem van de export van afval. Er zijn vier oplossingen. De eerste is het verlagen van de stortbelasting. Hierdoor kan tevens de problematiek van de ARN worden weggenomen. Wat is ten aanzien daarvan de stand van zaken? De tweede oplossing is het instellen van exportheffing, maar dit kan problemen met de handhaving opleveren. De derde oplossing is het koppelen van de exportvergunning aan de milieuvergunning, gecombineerd met aanvullende randvoorwaarden. De Raad van State heeft vastgesteld dat dit niet kan, maar de wetgeving op dit punt kan aangepast worden. De vierde oplossing is afwachten tot 2006, maar die weg wil de CDA-fractie niet op. Het lijkt erop dat een stortverbod in Duitsland langer op zich zal laten wachten. Bovendien moet niet uitgesloten worden dat het afval dan naar Polen of naar Turkije wordt geëxporteerd.
In januari jongstleden heeft de staatssecretaris toegezegd dat op redelijke termijn voorstellen worden gedaan om een eind te maken aan de fraude van sommige exporteurs. De regels moeten worden gehandhaafd. Nederland mag zijn afval niet bij de buren over de heg gooien. Burgers betalen via afvalstoffenheffing voor de onbenutte capaciteit van verwerkingsinstallaties. Er is dit jaar 90 mln euro minder aan stortheffingen binnengekomen. In feite draait de belastingbetaler hiervoor op. Ook het ministerie van Financiën moet zich met de oplossing van dit probleem bezighouden.
De essentie van het probleem is dat Nederland in Europa te veel voorop heeft willen lopen. De Nederlandse burgers krijgen daar nu de rekening voor gepresenteerd. Kan de staatssecretaris toezeggen dat hij de Kamer binnen een aantal weken door het kabinet gedragen adequate maatregelen zal voorleggen om een einde aan het exportprobleem te maken? Kan de staatssecretaris aantonen dat er op een verstandige manier onderscheid gemaakt wordt tussen hoog- en laagcalorisch afval?
Wanneer kan er worden gesproken over de mogelijkheid om ook afbreekbaar plastic als GFT-afval te verwerken? Verschijnt er een aparte nota over GFT-afval? Ten aanzien van het Besluit verwijdering land- en tuinbouwfolies wordt ineens afstand genomen van de producentenverantwoordelijkheid, terwijl dit begrip elders vaak centraal staat. Het is goed om eens ten principale over dit begrip te spreken. De kosten van de uitvoering van het besluit kunnen door de sector gedragen worden.
Er is een akkoord voor het plaatsen van detectiepoortjes in de Rotterdamse haven om export van radioactief materiaal tegen te houden. Waarom kan dit niet voor de import?
Er is veel onduidelijkheid over het bouwstoffenbesluit op het punt van dakbedekkingsgranulaat. Kan de staatssecretaris daar nader op ingaan?
De problematiek van het landbouwplastic brengt de heer Van den Brink (LPF) tot de conclusie dat de overheid graag wil hebben wat zij niet heeft en als zij het heeft, wil zij er weer vanaf. Kennelijk is de overheid nooit tevreden.
Nederland wilde met zijn afvalbeleid het beste jongetje van de Europese klas zijn. Daarbij is nooit rekening gehouden met het beleid in andere landen. Toen ook nog een heffing werd ingevoerd, wist iedere weldenkende Nederlander wat het gevolg zou zijn. De heer Van den Brink wil een stap verder gaan dan de oplossingen die eerder zijn aangedragen. Als het niet lukt om een gelijk speelveld te creëren, zal Nederland daar conclusies uit moeten trekken. Als andere landen de lat minder hoog leggen, moet het kleine Nederland niet op eigen houtje extra maatregelen nemen.
Bij de problemen met de ARN blijkt dat de individuele burger de klos is. De overheid staat slechts voor een zeer bescheiden bedrag garant. Dit kan niet in een rechtsorde zoals in Nederland.
Het antwoord van de staatssecretaris
De staatssecretaris neemt afstand van het betoog van de heer Samsom. Hij wijst erop dat het afgelopen driekwart jaar wel degelijk hard gewerkt is aan de vraagstukken die de heer Koopmans vorig jaar op tafel heeft gelegd. Alle in de briefwisseling daarna gedane toezeggingen zijn nagekomen.
De in het LAP opgenomen criteria voor export zijn aangescherpt en verduidelijkt met het oog op de handhaving. Die aanscherping geldt voor nieuwe beschikkingen. Er wordt continu nagegaan op welke wijze de beschikkingen verbeterd kunnen worden. Op grond daarvan is opnieuw een aantal bijstellingen in procedure genomen.
De inspectie heeft opdracht gekregen om onderzoek te doen naar de export van afval naar Duitsland. De Kamer beschikt inmiddels over de resultaten daarvan. Via andere sporen wordt er overigens nog nader onderzoek verricht. De VROM-inspectie heeft inmiddels haar inspanningen verhoogd. Er worden niet alleen monsters van vrachtwagenladingen genomen, maar er wordt ook naar het voortraject en het vervolg gekeken. Er is overleg gevoerd met Duitsland. Nederland heeft het initiatief genomen om in de landen een gelijk speelveld voor dit soort activiteiten te realiseren. Per 1 juli jongstleden is de MEP (Milieukwaliteit elektriciteitsproductie) ingesteld. Er is nu een goed financieel raamwerk voor initiatieven op dit terrein. De normen inzake het bouwstoffenbesluit zijn versneld aangepast. In de brief van 16 juli jongstleden wordt een aantal voorstellen aangekondigd, die de Kamer eind september zullen bereiken.
De staatssecretaris wil en kan export van afval voor nuttige toepassing niet tegenhouden, want nuttige toepassing is te prefereren boven storten. De opbrengst van het storttarief kan geen doel van het milieubeleid zijn. Deze inkomsten zijn het resultaat van het beleid en niet het vertrekpunt ervan. In Europa zullen de onderscheiden sectoren zich per land verschillend ontwikkelen. Nederland is bijvoorbeeld goed in grondreiniging. In het kader daarvan wordt vervuilde grond uit andere Europese landen hier schoongemaakt. Hierop gelet, is het niet goed te begrijpen dat wordt gepleit voor het sluiten van de grenzen terwijl het gaat om de nuttige toepassing van afval die door internationale regelgeving wordt bewaakt.
Het Duitse milieubeleid is een van de beste in Europa. Nederland moet niet denken dat het Duitsland wel even kan vertellen hoe het moet. Er is beleidsmatig gezien geen milieuprobleem bij de afvalverwerking in Duitsland, uitgezonderd de gevallen waarin gefraudeerd wordt. Als men in Duitsland iets niet kan of niet wil, is het aan Nederland om de beschikkingen in te trekken. Er wordt overigens heel veel tijd besteed aan controle ter plaatse.
Er wordt heel hard gewerkt aan de Europese harmonisatie van de regelgeving. Hierover wordt regelmatig uitgebreid gerapporteerd. Op veel terreinen is al veel bereikt, zoals bij de definiëring en de milieueisen. De komende jaren wordt in Europees verband gestreefd naar de lijn van storten gecombineerd met heffingen. Deze discussie is vergelijkbaar met het opheffen van de provinciegrenzen bij de afvalverwerking in Nederland. Ondanks de grote ophef is dit uiteindelijk redelijk soepel verlopen.
De overheid dient kaders te stellen, maar zij heeft niet tot taak de gevolgen van de verschuivingen binnen een vrijemarktsituatie te verzachten. De sector schiet zichzelf voortdurend in de voet. Het is doodzonde dat men in een land met een zeer goede infrastructuur voor verwerken, inzamelen en hergebruiken van afval niet in staat is om een zekere ordening aan te brengen. De staatssecretaris roept de betrokken partijen op om hierover gezamenlijk afspraken te maken.
In het kader van het LAP is een strategisch handhavingsplan overeengekomen. De komende tijd moet een goed handhavingsbeleid gevoerd worden, ondanks de schaarse middelen en het feit dat er straks 22% minder personeel is. Hieraan wordt hoge prioriteit gegeven. Er wordt geen beleid op grond van incidenten gevoerd. Bedacht moet echter worden dat de meeste beschikkingen nog dateren van voor de totstandkoming van het LAP. Daarbij komt dat de Raad van State in toenemende mate detaillistische regels ruimer interpreteert dan de bedoeling was.
De staatssecretaris kan en wil nog geen eindoordeel geven over het werk van de inspecties. Het is echter wel duidelijk dat dit niet dramatisch slecht is. Als er aanwijzingen zijn dat er iets mis is, wordt er geïntensiveerd gecontroleerd. Eind van de maand is er meer duidelijkheid over eventuele fraudegevallen.
In de brief van 16 juli is aangegeven dat de staatssecretaris met de Kamer van gedachten wil wisselen over de mogelijkheden om de gevolgen van de lagere stortkosten in Duitsland te beperken, zoals een exportheffing voor afval dat gestort moet worden. In sommige landen wordt hier al mee gewerkt. De Europese Commissie en het Hof onderzoeken of dit juridisch mogelijk is. Het ministerie van Financiën heeft overigens grote bezwaren tegen een exportheffing, vanwege de fraudegevoeligheid en omdat een en ander lastig te controleren is. Bovendien biedt de wet geen grondslag voor een dergelijke heffing. Hiervoor is wetswijziging noodzakelijk, inclusief AMvB's en notificatie in Brussel. Dit kost op z'n minst anderhalf jaar.
Een andere mogelijkheid is verlaging van de stortbelasting, waardoor storten aantrekkelijker wordt ten opzichte van verbranden. Dit betekent echter dat de AVI's niet meer op volle capaciteit kunnen draaien, terwijl dat juist met zoveel moeite was gerealiseerd. Dit lijkt een moeilijk begaanbare weg.
De volgende mogelijkheid is aanpassing van de beschikkingen. Het is overigens volstrekt normaal dat hierover in de afgelopen maanden met de sector is gesproken. Dat heeft niets met polderen te maken. Het kabinet heeft tot taak om fatsoenlijk te overleggen over eventuele wijzigingen. De werkzaamheden van de stuurgroep ter zake worden volgende week afgerond en dan kan de desbetreffende informatie worden betrokken bij de behandeling van de brief die de Kamer eind september zal ontvangen.
Op grond van EVOA is het niet toegestaan om exportbeschikkingen aan milieuvergunningen te koppelen. Het maakt niet uit waar het afval vandaan komt. Dat is een gegeven waarmee wordt omgegaan zoals EVOA voorschrijft.
Het zou zeer te betreuren zijn als de sector niet of te weinig investeert. Hoogcalorische verbranding is onder andere goed voor de beperking van de CO2-uitstoot. Het is dan ook van belang dat bedrijven zich hierop inrichten.
Bij een strafrechtelijk onderzoek dient te worden nagegaan of vermoedens van illegaal gedrag op waarheid berusten. Dergelijke vermoedens kunnen geen grond zijn om een verleende toestemming voor uitvoer op te schorten. Over nieuwe kennisgevingen moet binnen de in EVOA daarvoor vastgelegde termijn worden beschikt. De behandeling van een nieuwe kennisgeving kan niet worden opgeschort.
Door de uitspraken van het Hof is er ook internationaal duidelijkheid geschapen. Een en ander moet nog in het LAP worden verwerkt. Hierdoor wordt het level playing field bevorderd. De uitspraak inzake hoog- en laagcalorisch afval wordt gerespecteerd, maar heeft geen gevolgen voor het beleid in Nederland ten aanzien van verbranden van laagcalorisch afval in AVI's. Er zal eerst een verkenning worden uitgevoerd naar de export van brandbaar afval. Hoogcalorisch afval is niet geschikt voor de Nederlandse AVI-structuur.
In november brengt het afvaloverlegorgaan advies uit over het verwerken van bioplastic als GFT-afval. Tot hierover een beslissing is genomen, is het ongewenst om dit plastic als GFT-afval af te voeren.
De aanpassingen van het Besluit verwijdering land- en tuinbouwfolies moeten gezien worden in het licht van de uitvoerbaarheid en de werking van de regeling als zodanig. Het is zeker geen kwestie van geld.
In de Rotterdamse haven worden detectiepoortjes geplaatst om zowel binnenkomende als uitgaande containers op radioactief materiaal te controleren. Er wordt nog overlegd met Financiën over de gevolgen voor VROM.
Ten aanzien van de ARN is een volstrekt redelijk voorstel gedaan, zowel voor de betrokken burgers als voor de inwoners van andere gemeenten. Er wordt binnen de regio hard gewerkt aan het trekken van conclusies. Er wordt een plan van aanpak voor het verkooptraject opgesteld. Desgevraagd heeft de staatssecretaris erin toegestemd om het voorstel aan te houden tot 1 november aanstaande. De komende maanden vindt er overleg plaats tussen vertegenwoordigers van aandeelhouders, provincie en het Rijk over het conceptplan van aanpak.
Vooruitlopend op de fundamentele herziening van het Bouwstoffenbesluit wordt een vrijstellingsregeling voor knelpunten opgesteld. In dit kader zal aandacht worden besteed aan asfaltpuin en dakbedekkingsgranulaat.
De heer Samsom (PvdA) twijfelt er niet aan dat de staatssecretaris heel hard werkt om de situatie te verbeteren, maar het gaat vooral om de resultaten. Het is niet zozeer een kwestie van het wijzigen van het beleid als wel om in te grijpen om een eind te maken aan het grootschalig ontduiken van de regels. Ook bij beschikkingen die gebaseerd zijn op het LAP gaat er veel mis. Op papier moet er aan allerlei prachtige criteria getoetst worden, maar in de praktijk gebeurt dat niet. In Duitsland houdt men zich keurig aan de Duitse wet, maar dit leidt er wel toe dat de Nederlandse regels worden overtreden.
De staatssecretaris heeft gelijk dat er veel belemmeringen zijn om de regels aan te passen, maar de heer Samsom weigert te accepteren dat er niets aan te doen is. Hij neemt bij voorbaat geen genoegen met een verwijzing naar Brussel, de Raad van State of de fiscale regels als reden om niet in te grijpen. Er gaat dagelijks bijzonder veel afval over de grens dat niet goed verwerkt wordt. Daar moet een einde aan komen.
De heer De Krom (VVD) heeft de indruk dat dit probleem bij de staatssecretaris hoog op de agenda staat. Eerder heeft de VVD-fractie haar twijfels uitgesproken over de effecten van een hoge stortbelasting. Het is een beetje zuur dat deze voorspellingen nu dreigen uit te komen. De heer De Krom is bereid om nog enkele weken te wachten op de concrete plannen van de staatssecretaris.
Eventuele maatregelen kunnen leiden tot problemen ten aanzien van de vollasturen bij AVI's. Wat denkt de staatssecretaris daaraan te doen? Hoewel VROM daar geen voorstander van is, moet Nederland op grond van de huidige regelgeving waarschijnlijk import van afval toestaan. Hoe ziet de staatssecretaris dit?
Als de sector er zelf niet uitkomt, moet de overheid haar verantwoordelijkheid nemen. Het is goed dat de staatssecretaris dit ook van plan is.
De heer Koopmans (CDA) vraagt zich af of er toch geen mogelijkheden zijn om een verband te leggen met de milieuvergunning. Het is niet uit te leggen dat een bedrijf dat een vergunning heeft om 100 000 ton afval te verwerken, 200 000 ton mag exporteren. Uit het feit dat er veel zeefzand wordt geëxporteerd, blijkt een zekere onwil om te sorteren. In zulke gevallen zou de provincie goed moeten controleren of dit bedrijf zich wel aan de regels houdt.
In de sector zijn er geluiden dat de wijziging van de marges in de vergunning het gemakkelijker zal maken om de regels voor import te omzeilen. Wil de staatssecretaris hier in de brief van eind september ook op ingaan?
De invoering van een heffing heeft het storten op zichzelf niet verminderd; het wordt nu alleen in het buitenland gedaan. Wil de staatssecretaris bezien of het mogelijk is, de heffing voor het storten van restfracties in Nederland te verlagen? Het verbod op het storten van afval dat hergebruikt kan worden, moet uiteraard gehandhaafd worden.
De heer Van den Brink (LPF) wacht de brief van de staatssecretaris eind september af. Los van de aanpak van de fraude moet erover nagedacht worden op welke wijze Nederland min of meer in de pas kan lopen met Duitsland. Gebeurt dit niet, dan is allerlei regelgeving nodig om alle gaten te dichten.
Gelet op het gewicht van zeefzand en de hoogte van de stortbelasting, is het voor bedrijven zeer interessant om het afval niet te zeven. Men kan zich overigens afvragen of dit zand door het storten niet op de plaats komt waar het hoort.
De staatssecretaris merkt nogmaals op dat het probleem complexer is dan alleen de hoogte van de stortbelasting in Nederland. Tot nu toe is een lagere stortbelasting op restfracties in het overleg met de sector afgewezen in verband met problemen met de handhaving. De staatssecretaris is bereid om dit opnieuw aan te kaarten.
Exportbeschikkingen zijn een jaar geldig. Dit betekent dat de meeste nog dateren van voor het LAP. Op grond van het LAP is bijvoorbeeld bijmengen om de specificaties aan te passen, verboden. Signalen dat er veel misgaat bij nieuwe beschikkingen zullen serieus onderzocht worden.
Bij het oplossen van de problemen zal er rekening moeten worden gehouden met de bestuurlijke en juridische werkelijkheid. Soms is er sprake van tegengestelde belangen die fijn bestuurlijk handwerk vereisen.
Op dit moment wordt goed bewaakt dat de capaciteit van de Nederlandse AVI's volledig wordt benut. Zo nodig wordt er een absoluut stortverbod uitgevaardigd. De staatssecretaris zal nagaan of de redenering van de heer De Krom inzake de import van afval klopt.
Als het niet mogelijk is om een koppeling te maken met milieuvergunningen, kan er bij bepaalde indicaties wel handhavend worden opgetreden. Gerichte controle kan een goed aanvullend instrument zijn.
De voorzitter heeft de volgende toezeggingen genoteerd:
– de resultaten van het onderzoek van de VROM-inspectie en het eindoordeel over eventuele fraude zullen eind september naar de Kamer gestuurd worden;
– het advies over het toevoegen van verpakkingsmateriaal van bioplastic aan het GFT-afval zal eind 2003 verschijnen;
– er wordt onderzoek gedaan naar het verlagen van de stortbelasting op restfracties;
– er wordt nagegaan hoe het precies zit met de im- en export van afval.
Samenstelling:
Leden: Duivesteijn (PvdA), Hofstra (VVD), Buijs (CDA), voorzitter, Schreijer-Pierik (CDA), Van Gent (GroenLinks), Geluk (VVD), Örgü (VVD), Dijsselbloem (PvdA), ondervoorzitter, Snijder-Hazelhoff (VVD), Depla (PvdA), Van Oerle-van der Horst (CDA), Van As (LPF), Van den Brink (LPF), Van Bochove (CDA), De Ruiter (SP), Duyvendak (GroenLinks), Huizinga-Heringa (ChristenUnie), Koopmans (CDA), Spies (CDA), Van Lith (CDA), Van der Ham (D66), Van Velzen (SP), Timmer (PvdA), De Krom (VVD), Verdaas (PvdA), Kruijsen (PvdA) en Samsom (PvdA).
Plv. leden: Crone (PvdA), Dezentjé Hamming-Bluemink (VVD), Mastwijk (CDA), Ormel (CDA), Van den Brand (GroenLinks), Luchtenveld (VVD), Oplaat (VVD), Boelhouwer (PvdA), Schippers (VVD), Dubbelboer (PvdA), Algra (CDA), Kraneveldt (LPF), Varela (LPF), Ten Hoopen (CDA), Vergeer (SP), Vos (GroenLinks), Van der Staaij (SGP), Vietsch (CDA), Sterk (CDA), Haverkamp (CDA), Giskes (D66), Gerkens (SP), Verbeet (PvdA), Balemans (VVD), Waalkens (PvdA), Van Heteren (PvdA) en Wolfsen (PvdA).
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-27664-17.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.